vrijdag 11 januari 2019

De blinde en de kreupele...wie zijn wij?

Midden Wereldoorlog I schilderde de Vlaamse Gustave van de Woestyne een groot symbolistisch werk dat voor mij nog niets aan actualiteit heeft ingeboet, integendeel, in deze tijden waar weggekeken wordt van veel ellende en waar Gutmenschen worden belachelijk gemaakt.
Waar sta ik zelf verbeeld?

De titel spreekt voor zich en het werk ook:
"De moedwillige blinde en de kreupele die een kindje wil leren lopen"
Gezien in Mudel, Deinze, in de tentoonstelling "De nieuwe morgen" (nog  tot 27 januari 2019).


woensdag 9 januari 2019

Alexej von Jawlensky in Den Haag

Nog tot 27 januari de mooie tentoonstelling te zien over Jawlensky rond het thema: expressionisme en devotie. Hier een collage van enkele werken.


maandag 7 januari 2019

Meten is weten: drie























Dank zij de blog van Wouter van Heiningen "Zichtbaar alleen. een blog over poëzie" heb ik al verschillende minder bekende dichters leren kennen.  Op 11 november laatst presenteerde hij de dichter Jan de Bas met enkele korte gedichten uit zijn bundel "Verboden voor kettingzagen" uit 1999. Deze bundel werd geplaatst bij de kinderpoëzie, maar, zoals van Heiningen terecht opmerkt, zijn de gedichten ook goed te lezen door volwassenen dank zij de meerdere lagen erin.

Niet alleen kinderen wachten niet graag,
wat dat betreft zijn de meeste volwassenen hun kindertijd zeker nog niet ontgroeid.
Wat doe je, terwijl je wacht?

(beeld gevonden op internet)
GEDICHT no. 3                                                        

Het duurde even voor je kwam,
wel drie gedichten later.

Eentje over water,
eentje over boterham
en eentje dat je later kwam.


donderdag 3 januari 2019

Woord en beeld: weemoed.

De bundel artikelen en essays van Joost Zwagerman over schilderijen en schilders van de stilte die verscheen onder de titel "De stilte van het licht. Schoonheid en onbehagen in de kunst." in het jaar van zijn zelfgekozen dood ( Arbeiderspers, Amsterdam, 2015) bracht mij in contact met een tot hier toe mij onbekende Friese schilder, nl. Willem Van Althuis (1926-2005). Voor deze schilder was het pittoreske een kankergezwel. Het laatste wat hij als schilder wou, was maker zijn van pittoreske schilderijtjes. In zijn zoektocht naar zijn eigen picturale taal  kwam hij uit bij het natuurverschijnsel van de nevel. "De dampkring in totale rust, zilverachtige nevelslierten die de aanwezige contouren vervagen.' (Zwagerman, blz. 68).




(Willem Van Althuis)


In dezelfde dagen waar ik via Zwagerman de stille wereld van Willem Van Althuis ben binnen geschuifeld,  heb ik ook mijn eerste stappen gezet in de wereld van   Maurice Gilliams  (1900-1982) via zijn "Verzamelde gedichten. Met een nawoord van Stefan Hertmans" (Poëziecentrum, Gent, 1993) . Zo ben ik terecht gekomen in een andere eendere stille wereld. Gilliams wilde enkel de volgens hem goede gedichten behouden en was uiterst veeleisend voor zichzelf. Hij was wars van wijdlopigheid en aanstellerij. Vaak hangt een sfeer van weemoed en verlangen naar een moment van geluk rond de verzen van Gilliams.
Zoals de schilderijen van Van Althuis ondanks hun aanblik van rust en verstildheid een gevecht met kleur en beeld doen vermoeden, zo ook deze gedichten van Gilliams die in hun schijnbare eenvoud blijven hangen omdat ze zo veel meer aangeven dan een eerste lezing lost. Schilder en schrijver vragen om meervoudige her-lezing van hun maaksels. Elke lezing brengt tegelijk meer inzicht in de ambachtelijke kunde van de maker én roept meer vragen op over het werk.
Bij de dichter is het goed om te letten op zijn subtiele spel met klanken.

ELEGIE                                                                                                

Zondag op het land.
(Willem Van Althuis:
 Bomen in de mist )
Roken en door 't venster staren:
linden voor de gevel,
trage knapen gaan voorbij.

Zomeravond op de velden
en de verre treinen kan men horen.
Grachten die naar heimwee smaken,
vergezichten, klokken die mij plagen
komen 't hart zijn honig roven.
En de dorpen die ik door wil trekken,
waar de bruiden wonen,
waar de boten varen op de stromen,
roepen mij in 't dalend donker:
in het koren staat een huis.

Maar ik toef hier voor het venster
van een boerenkamer
waar een stoel de stilte tekent
en de bloemen bruin verwelken
in een glas groen water.

1921

(Gilliams, blz. 16)

dinsdag 1 januari 2019

1 januari 2019: een geduldig nieuwjaar gewenst

(de god Chronos door Ignaz Guenther
Beieren ca. 1770)
We krijgen weer een heel nieuw jaar voor ons.
Tijd die we krijgen, tijd die op ons toekomt,
tijd die we kunnen geven aan wie of wat ons dierbaar is.
Wat zullen we ermee doen met al die tijd?

Ik wens je alvast een geduldig nieuw jaar toe...
Deze tekst van de Frans-Joodse filosoof  Marc-Alain Ouaknin
kan  hierbij inspireren.

"Geduld is de kans geven aan de tijd om tijd te zijn.
Geduld is weten dat het verboden is om te wanhopen, onderwees rabbi Nachman van Bratslav. (...)
Geduld is weten dat er tijd nodig is om te zijn.
Het is altijd riskant om een definitie van het bestaan te geven,
toch kunnen we zeggen dat bestaan worden is.
De mens is ontplooiing tot, streven, spanning en verlangen.
Altijd verder dan de identiteit."

(uit: God en de kunst van het vissen, Lannoo, 2016, blz. 158-160 passim)

Laat ons dit nieuwe jaar geduld promoten en verder gaan dan identiteit.