Posts tonen met het label Wereldoorlog I. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Wereldoorlog I. Alle posts tonen

zaterdag 16 augustus 2025

Bij nacht en ontij In Flanders Fields

 Nog tot 4 januari 2026 is er een bijzondere extra reden om het Ieperse In Flanders Fields-museum over Wereldoorlog I te bezoeken. Over deze donkere vier jaren die onze wereld blijvend hebben hertekend geraken we niet uitgepraat. Oorlog op industriële schaal met alsmaar nieuwe technologische middelen blijft sedertdien een constante waarbij kleine mensen getraumatiseerd geraken en littekens meedragen over generaties heen.
Bepaalde aspecten van een oorlog zijn niet te bevatten tenzij we vragen aan artiesten om het onbevattelijke alsnog min of meer bevattelijk voor te stellen. Het IFF-museum heeft sedert 1999 een traditie uitgebouwd om kunstenaars een nieuw te creëren werk te laten maken als artist-in-residence. 
Nu is het kunstenaarskoppel Reniere&Depla te zien met een reeks van 45 schilderijen. Titel van deze expo is "Nightwalker". De artiesten wonen nu deels in Watou en deels in Buire-au-Bois (Frankrijk, departement Pas-de-Calais). Ze ontdekten dat ze deze plaatsen a.h.w. deelden met de Brits oorlogsdichter Ivor Gurney (1890-1937). Deze soldaat werd op 12 september 1917 gewond door gas en afgevoerd naar Engeland. Naast de lichamelijke klachten was Gurney heel zijn leven lang psychisch kwetsbaar zodat hij de laatste vijftien jaar van zijn leven verbleef in een psychiatrisch centrum.  Gurney was getalenteerde dichter en musicus maar zijn frontervaringen kon hij slechts stamelend uitschrijven, gefragmenteerd, gehakt. In nachtwandelingen vond hij vaak innerlijke rust.
Reniere&Depla zijn ook fervente nachtstappers die al deze verwantschappen met Gurney proberen uit te drukken in een reeks van 45 schilderijen, tentoongesteld als een soort panorama, maar een verbrokkeld overzicht zoals de poëzie van Gurney ook heel vaak heel versplinterd overkomt. Er is één vers van Gurney dat uitdrukkelijk gaat over een nachtwandelende soldaat in Buire-au-Bois, nl. Crickley Hill. Gurneys wandelingen maken herinneringen wakker aan zijn thuisstreek nabij Gloucester en de Severn vlakte en ook Crickley Hill. 
De schilderijen van Reniere&Depla in het IFF museum tonen een hele reeks nachtlandschappen die in hun vaagheid bij de toeschouwer veelsoortige associaties en herinneringen wakker maken. Dreiging en cocooning, stilte en gedonder, hoop en angst, verlorenheid en gevonden worden, 1917 en 2025...
(Reniere&Depla : Nightwalker - fragment -eigen foto)


Terwijl je rondkijkt hoor je op de achtergrond het gedicht "Crickley Hill" als lied gezongen door Wilfried Van den Brande met pianobegeleiding door Maciej Pikulski. 
Nu wij op onze planeet allemaal rondlopen als nachtwandelaars die in het donker zoeken naar een lichtpunt en houvast, biedt deze expo ons de gelegenheid om de zoektocht naar een meer menselijke samenleving verder te zetten en uit te diepen.

(Reniere&Depla Nightwalker - fragmenten - eigen foto's)


zaterdag 28 juni 2025

Pools poëtisch protest : Stanislaw Baranczaks

Ik bladerde onlangs terug in een verzamelbundel met naoorlogse Poolse gedichten en (her)ontdekte de dichter Stanislaw Baranczaks (1946-2014). Zie in deze blog ook het bericht van 8 juni laatst.
(Stanislaw Baranczaks ©polityka)


 Zoals je goede wijn graag deelt met vrienden (zie bericht van  22 juni laatst), 
zo deel ik hier graag de soms sarcastische 
en kritische verzen van deze literatuurhistoricus, 
essayist en dichter die vrijwillig in ballingschap ging 
om de ontmenselijkende communistische samenleving 
te ontvluchten. 
Maar onder anderen dit vers dat de dode en doodmakende bureaucratie over de hekel haalt, blijft zijn actualiteit behouden, 
omdat elke natie en elk bestuur altijd weer dreigt te verzanden 
in holle regeltjes. Zeker vluchtelingen worden met als maar meer wantrouwen behandelt en overstelpt met een vragenreeks die soms onderstaande gedicht benadert (of misschien zelfs overtreft).
Straks (4 oktober tot 14 juni 2026) opent in Ieper een tentoonstelling over Belgische vluchtelingen tijdens Wereldoorlog I (toen vluchtten 'wij', nu vluchten er anderen naar ons) en sommigen werden ook aan velerlei regels en regeltjes onderworpen. Altijd herhalen zich blijkbaar bepaalde patronen, menselijke achterdocht lijkt onuitroeibaar.



DUIDELIJK LEESBAAR INVULLEN

Geboren? (ja, neen, schrappen
wat niet van toepassing is); zo ja, waarom? (motiveren); waar,
wanneer, waarvoor, voor wie leeft de persoon? met wie heeft de persoon raakvlakken
in de hersenschors, met wie komt de frequentie
van zijn of haar polsslag overeen? familie buiten de
huidsgrenzen? (ja, nee); zo nee,
waarom niet (motiveren); staat in contact
met de tijdgeest? (ja, nee); schrijft brieven aan
zichzelf (ja, nee); maakt gebruik
van de telefonische hulpdienst (ja,
nee); voedt zijn of haar gebrek
aan vertrouwen en waarmee?; waaruit put persoon
de middelen voor het onderhouden van zijn of haar
afwijkende meningen? kan een bewijs van
permanente angst overleggen? kennis van vreemde
lichamen en talen? medailles, onderscheidingen,
bijzondere kenmerken? burgerlijke staat van ongehoorzaamheid, van plan
kinderen te hebben? (ja, nee); zo nee,
hoezo niet?

(uit: Na de dood stond ik midden in het leven. Kopstukken van de naoorlogse Poolse poëzie. uitg. P, Leuven, 2008, blz. 261-vertaling Maarten Tengbergen)

maandag 12 mei 2025

Anselm Kiefer : Sag mir wo die Blumen sind

 Anselm Kiefer (1945), geboren als het ware op de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog, ging met zijn grootmoeder als vierjarige jongen dagen na elkaar naar het plaatselijke station om er de gevangenentreinen uit Rusland op te wachten in de hoop zijn grootvader te kunnen begroeten. De oorlog was voor de jonge Kiefer alomtegenwoordig. 
Voor het Amsterdamse Stedelijke Museum maakte hij een monumentale installatie in de hal rond de centrale trap, bestaande uit vijf 'doeken', waarvan de zijwanden zo maar eventjes 660 x 1499 cm groot zijn, dus meer dan zes meter hoog en vijftien meter breed.
In de bovenste rand, over de gehele installatie heen, zijn de woorden geschreven van de eerste strofe uit het anti-oorlogslied "Sag mir wo die Blumen sind". Dit is ook de titel van de dubbeltentoonstelling in Amsterdam (Stedelijk Museum en Van Gogh Museum) tot 9 juni. Het was in oorsprong een anti-oorlogslied geschreven en gezongen in het Engels door Pete Seeger. De Duitse vertaling is best gekend in de vertolking door Marlene Dietrich.
Via onderstaande link kan je een indrukwekkende uitvoering zien van Dietrich tijdens een UNICEF gala in 1962 met een korte inleiding door haar.


Het imponerende werk van Kiefer toont in een onbestemd landschap en onder een blauw-gouden lucht ook menselijke figuren (uitzonderlijk bij Kiefer!) die werken, bouwen, slapen, gedood worden, leven baren,... De mens in al zijn ambities en al zijn beperkingen op een goudkleurige achtergrond. Onderaan hangt een hele garderobe aan kleren. En overal dwarrelen gedroogde rozenblaadjes op het doek en op de grond.

(detail onderaan van de installatie
"Sag mir wo die Blumen sind"
eigen foto)


Als kleine mens sta je verstild en versteld.
Als toeschouwer worden allerlei associaties wakker gemaakt, ook bij mij.
De ontelbare soldatenbegraafplaatsen in de Vlaamse Westhoek en Noord-Frankrijk.
De neerdwarrelende poppie-blaadjes in de Ieperse Menenpoort bij speciale uitvoeringen van de Last Post.
De uniformen beklad en bezwaard door de klei en modder.
De lange reeks oorlogen sedert de wapenstilstand van elf november  1918, zoals die bij het einde van het tentoonstellingsparcours in Ieper in het In Flanders Fieldsmuseum te lezen zijn.
En toch : de 'gouden' hemel van Kiefer geeft elk menselijk pogen een glans...

(deel aanzicht
installatie "Sag mir wo die Blumen sind"
eigen foto)




woensdag 18 december 2024

Erich Heckel in Gent

 Nog tot 26 januari 2025 kan je in het Gentse Museum voor Schone Kunsten een mooie en ruime tentoonstelling zien over de Duitse expressionistische schilder Erich Heckel (1883-1970) die tijdens Wereldoorlog I in Vlaanderen verbleef. Hij had zich bij het uitbreken van de oorlog opgegeven om als vrijwilliger actief te zijn in de medische diensten. Als verpleger was hij in Oostende, Roeselare en Gent. Als kunstenaar, die medestichter geweest was van de kunstenaarsgroep Die Brücke (1905-1913), werd zijn verblijf in Vlaanderen een bron van inspiratie voor schetsen, lino's, etsen en schilderijen. Die 'Vlaamse' productie van Heckel staat centraal in een expositie in het MSK onder de passende titel "Erich Heckel in Vlaanderen". 

(Heckel: Lente in Vlaanderen 1916-eigen foto)
Wie in beeldende kunsten is geïnteresseerd zal zeker bekoord kunnen worden door de expressieve en kleurrijke werken van Heckel. Tussen de werkzaamheden door als verpleger trok de artiest naar buiten om de landschappen en de altijd andere Noordzee te zien. Schetsen op straat kon niet, want dan zou hij onmiddellijk verdacht worden van spionage. Ongeveer alle in Vlaanderen gemaakte werken zijn dus gemaakt vanuit de visuele herinnering. Ook ontmoette hij in Oostende James Ensor... 
(Heckel : Hospitaaltrein 
1915 - eigen foto)


Wie door Wereldoorlog I is geboeid zal enkele werken ontdekken die tot hier toe zelden of nooit zijn getoond. Heckel is niet echt een oorlogsschilder, maar de aard van het kunstenaarsbeestje doet de verpleger toch nu en dan naar een stukje papier grijpen en een potlood om onmiddellijk te schetsen wat hij ziet: een gedode soldaat, de inrichting van een hospitaaltrein, de ruïnes van het dorp Poelkapelle, gekwetste soldaten, medeverplegers...
Nog even te zien...
(Heckel : Straat in Oostende 1915 - eigen foto)



zondag 10 november 2024

Elf November

Weer staan we even stil bij wat de Groote Oorlog heeft aangericht 
en wat oorlogen overal in de wereld nu ook aanrichten aan materiële, morele en menselijk schade.  
Zoals een tentoonstelling in het Ieperse In Flanders Fieldsmuseum liep onder de titel 'De laatste getuige', 
zo is inderdaad het landschap in de Westhoek de laatste getuige van die 'Groote Oorlog'. 
Monumenten en begraafplaatsen laten je bij elke kilometer weer herinneren aan die zinloze slachtpartij. 
Een van de meest indrukwekkende getuigen kan je bezoeken in het dorp Passendale, waar zich de grootste Gemenebestbegraafplaats bevindt, 
het Tyne Cot Cemetery. 
De Kortrijkse dichter Joris Denoo (1953) bezocht deze 
en bedacht hoe dit nette, goed onderhouden 'park' en 'gazon' in schril contrast staat 
met de modderige en bloederige situatie tijdens de oorlog, vooral tijdens de derde slag om Ieper (zomer en najaar 1917). 
Denoo is echter ook een hedendaagse toerist met een fototoestel in de onmiddellijke nabijheid.

PASSENDALE

De namen van de vaders en de zonen
worden kruis aan kruis hier uitgespeld.

Altijd nieuwe wind waait over steen
en bladert steeds nieuwsgierig weer in kruinen.

En lispelt in de stad van stilte
de namen van de vaders en de zonen.

Blad na blad en boom na boom
vertakt zich naar de hemel schreiend.

Een weeë welhaast goddeloze droom
van bloed en stank en modder.

De Dood waart rond, vermenigvuldigt zich,
blad na blad en boom na boom.

Klik.

(uit: Vrede is eten met muziek. Sporen van oorlog in de Nederlandse poëzie. Samengesteld door Hans Groenewegen. Uitg. Van Gennep, Amsterdam, 2005, blz. 108-109)

(Tyne Cot Cemetery - ©CWGC)


vrijdag 23 augustus 2024

Het Watou van de verbeelding - 2 -

 Watou is een grensdorp gelegen midden uitgestrekte velden. Voor de gejaagde stedeling een plek van rust en kalmte, vredigheid en boerse bedrijvigheid. Maar in deze uiterste westhoek van België getuigen militaire begraafplaatsen van een bloedig verleden...
(eigen foto)
In een maïsveld staan zes grote rode hoge palen van waaruit een soundscape klinkt met en rond een lang gedicht van Sanne van Balen. Ik kon er luisteren, staande onder zo'n paal, schuilend in de schaduw van de maïs, met het geritsel van de maïsbladeren als extraatje...
Uit dat lange gedicht hier twee fragmenten die onze verbeelding kunnen prikkelen en laten zoeken naar meerdere lagen in taal en landschap. 

ZEG ME

... Hoeveel talen spreken jullie?
  Eén of twee, soms drie of vier, een enkeling, en daar houdt het meestal op. Vaak ook alleen maar mensentalen.
Heel soms die van een vogel. Of een schaap. Niet de taal van de metalen. De taal van wortelstelsels. De taal van pelikanen. De taal van koffieplanten. De taal van licht. En dat is zo'n makkelijke taal! Totaal transparant.

(...)

Over het donker kunnen we je niets vertellen.
Wel over de velden rondom ons.
 Hoe de tarwe wuift als ze denkt dat niemand kijkt.
 Hoe de horizon hier de sporen van oorlog draagt.
 Hoe goed de maïs groeit op oude mest van jonggestorven
 mannen en paarden.
 Hoe hier soms de Britten spoken, en de ene Canadees, 
 die liggen begraven tussen de heggen van het kerkhof in het dorp
 Hoe alles wat hier op het eerste oog eentonig lijkt, krioelt
 van leven en mogelijkheden.
Luister maar:
    de vogels, de vlinders, de kevers van Watou. En de mensen,
    binnenvetters, hun luiken dicht als hun mond.

    Maar als ze werken
    zingen ze.
(Sanne van Balen) 
        

dinsdag 23 juli 2024

Begraafplaats Veurne - 2 -

 Naast de oude stedelijke begraafplaats van Veurne werd na Wereldoorlog I een militaire begraafplaats aangelegd met en voor vooral Franse soldaten. Op de begraafplaats vinden we ook zerken voor Britse en Belgische militaire slachtoffers. Op de Franse begraafplaatsen wappert de Franse vlag, maar doordat deze militairen bijna schouder aan schouder liggen met de Veurnaars is het wel even schrikken van deze vlag.
(eigen foto)


Eén bijzonder beeld trof mij en is mij bijgebleven. Op een bepaalde plek zie je drie grafzerken naast elkaar, ik zou zeggen broederlijk (fraternité weet je wel) naast elkaar, verenigd op twee manieren : alle drie waren het soldaten in het Franse leger én alle drie zijn ze gesneuveld tijdens de oorlog in de laatste dagen van 1914. Drie zerken voor drie personen die elk leefden vanuit een geloof gevoed door hetzelfde boek : een jood, een moslim en een christen.
(eigen foto)

zaterdag 23 maart 2024

Parijs herontdekken : père Lachaise begraafplaats - 2 -

 In een vorige post vertelde ik al van mijn herontdekking van de Parijse begraafplaats Père Lachaise (20e arr.). Op deze plek vond ik vele keren sporen die leiden naar de Groote Oorlog, Wereldoorlog I.
Hier toon ik de grafkapel van een familie die een dokter heeft geleverd aan het Franse leger om de gewonde soldaten terug op te lappen en met de middelen van die tijd te proberen hun kapotgeschoten lichamen toonbaar én functioneerbaar te maken. De Franse term zegt het helemaal : gueule cassées (kapotte smoelen). De dokter Ponroy was een van de vele geneesheren die hun verminkte gezichten en lichamen probeerde bij te werken. Hij leidde in het Parijse hospitaal Lariboisière een "centre d'appareillage maxillo-facial"; dit las ik op de website https://www.gueules-cassees.asso.fr. Ik heb géén idee wat ik mij daarbij moet voorstellen...maar belangrijkste is dat hij daar vele oorlogsslachtoffers probeerde te helpen.

(eigen foto's)


Aan de buitenmuur naast de hoofdingang werd als deel van de 'centenaire' (herdenking 1914-18/2014-18) een namenlijst opgehangen met de namen van gesneuvelde Parijse soldaten. De gestorvenen wiens overlijdensdatum bekend is, werden per jaar van overlijden gegroepeerd en daarnaast bleef nog een hele lijst met namen van soldaten wiens overlijdensdatum onbekend is. Bij het langslopen van deze lange muur met namen viel het mij op dat er veel 'Vlaamsklinkende' namen te vinden waren. Zoals je hieronder ook kan ontdekken. En bij namenlijsten denk ik altijd aan Willem Vermandere : altijd iemands vader, altijd iemands kind.

(eigen foto's)


vrijdag 10 november 2023

De oorlog doolt nog altijd door...

 In België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en nog vele landen
 wordt op 11 november de wapenstilstand herdacht 
die het einde betekende van de vijandigheden van Wereldoorlog I. 
De ruïnes van Ieper en honderden andere plaatsen 
langs de frontlijnen getuigden nog jaren later van de oorlog.
(ruïnes van Ieper in 1919 ©Wikipedia)


 Anno 2023 getuigen de ruïnes van Gaza, Marioepol 
en zo vele andere plaatsen in zovele oorlogsgebieden 
dat oorlogen blijven voortwoekeren...
(ruïnes Marioepol april 2022 ©Metrotime)


De Duitse literatuurstudent Edlef Köppen (1893-1939) streed gedurende de hele eerste wereldoorlog aan het front. Achteraf schreef hij over zijn ervaringen in proza én in gedichten. Toen de nazi's aan de macht kwamen kreeg hij als schrijver en journalist eerst een publicatieverbod, maar ging later onder druk meewerken met het regime. Zijn gezondheid was evenwel niet zo sterk door oorlogskwetsuren en hij stierf in een sanatorium.
Vandaag een gedicht over een verwoeste stad geschreven in een heftige expressionistische stijl.
Hieronder een Nederlandse vertaling door Tom Lanoye; het originele Duitse vers kan je horen via deze YouTube link.


DODENSTAD

door verlaten grauwe straten scharrelt afgrijzen
voort - langzaam slijmerig en vol vet begeren
drukt het dra zijn dikke schedel door het gat van
een ingetrapte deur en lodderoogt de dode muren
aan en knaagt op de verkoolde dorpel en zit dra
met natte vingers aan het lijf van lijken likt van
hun nog niet geronnen traagjes wellend bloed

zijn zwarte armen strekt het dra naar buiten door
een uitgeslagen venster duwt de laatste schervenresten
uit hun raam ze vallen rinkelend op steen kapot en
geeuwend schuurt het dra zijn rug aan huizenhoeken en
stampt hun laatste steunmuur krakend om en grijnst van
wellust rot - en soms lacht het en dan beeft de stad
(uit: Lanoye, Tom, Overkant. Moderne verzen uit de Groote Oorlog,
Uitg. Prometheus, Amsterdam, 2004, blz. 14)

(ruïnes van dorpje Nuseirat in de Gazastrook 1 november 2023
©Tribune de Genéve)




vrijdag 23 juni 2023

Een oorlog van nooit helemaal weg geweest

 Wie, zoals ik, geboeid is door Wereldoorlog I, kijkt met ontsteltenis naar de beelden van de oorlog in Oekraïne want ze doen denken aan wat de Westhoek overkwam nu al meer dan honderd jaar geleden. Tot puin geschoten steden en dorpen, haastig gemaakte graven voor gesneuvelde soldaten, de burgerslachtoffers die altijd weer kind van de rekening zijn, loopgravenstelsels, enzovoort.
De Franse dichter-soldaat Guillaume Apollinaire dichtte erover en zijn poëzie is op haar beurt inspiratie voor de Vlaamse dichter Michaël Vandebril (°1972), zoals we ontdekten in Het Liegend Konijn (2022/1, blz.212).
(Bleuet Farm Cemetery ca. 1920 ©Westhoek.be)



DE KNEKELBERG

Il y a des croix partout de-ci de-là
  -Guillaume Apollinaire-

er is tenslotte deze oude wereld
   verlangend naar een wals
   van scherven en kogelglans
er zijn ook de hoofden glimmend
   van luizen en glorie die
   oliegladde lopen zuigen
en er is het niemandsland dat
   zwartgeblakerd in de zon
   wordt genomen in de kont
er zijn de loopgraafvoeten
   wekend in de smurrie
   van geronnen paardenbloed
er is de vleesvretende heuvel
   die naamlozen verteert
   voor myope engelogen
en er is tenslotte deze oude wereld
   overgroeid door loof en zoden
   en opnieuw verdorven hoop

Apollinaire beleefde de oorlog van in de eerste linie en Vandebril slaagt erin om de kloof tussen de mooi aangelegde militaire begraafplaatsen anno nu en de chaotische macabere nabijheid van de overleden medesoldaten anno 1915-1918 op te roepen.
Over de begraafplaatsen en hun geschiedenis en betekenis in de Westhoek kan je nog tot 18 februari 2024 de tijdelijke tentoonstelling 'For Evermore' bezoeken in het In Flanders Fields Museum.

donderdag 15 juni 2023

Mehdi-Georges Lahlou : de verbeelding van een zoeken -1-

 In 2015 was de Frans-Marokkaanse kunstenaar Mehdi-Georges Lahlou de 'artist in residence' in het In Flanders Fields Museum in Ieper. Daarover heb ik toen bericht op deze blog op 8, 10 en 11 juli 2015 (zie label MehdiGeorge).  Toen en daar was ik onmiddellijk getroffen door deze bijzondere persoonlijkheid die zich niet onder één noemer laat vangen. Video, sculptuur, installaties, schilderkunst en fotografie... Met verschillende materialen en hedendaagse technieken zoekt hij zijn plaats in tijd en ruimte. Maar bijna nooit gaat hij rechtstreeks deze vragen uitwerken. Hij maakt een omweg via beelden en zo verhaalt hij een complex waarbij je als toeschouwer aarzelend je weg zoekt. Wat zie ik? Welke duiding krijg ik? Wat maakt dat ik geboeid ben of verward of ongemakkelijk? 
Maar hij weet als het ware onder de huid van de bezoeker te kruipen zodat je na een tentoonstelling blijft dwalen in wat je hebt gezien.
Zo ook in zijn expo die nog loopt tot 19 september in Brussel, in de Centrale for contemperary art .
De video-installatie SPICY, gemaakt voor Ieper in 2015 als herdenking van de eerste aanval met mosterdgas (22  april 1915), is de opener van de expo in Brussel. De kunstenaar-danser Mehdi-Georges wandelt in een kleurige stofwolk van respectievelijk kurkuma, kaneel, gember en hennapoeder. Zoals vaker gebruikt hij zijn eigen lichaam als medium. 
(eigen foto - een grenadier en twee werken
uit de reeks the confused memory)
Maar even later in deze expositie gaat hij nog dieper in op deze gasaanval "The confused Memory - April, 22, 1915". Er staat centraal een sculptuur, een witte variant van zijn bloedrode grenadier-beeld van Ieper 2015 en aan de muren hangen zwarte vlakken. Het zijn als het ware zwarte gaten in de witte museummuren én deze blijken ook nog alles te maken te hebben met de herdenking van de eerste gasaanvallen.

  In de archieven van het In Flanders Fieldsmuseum zijn er meerdere foto's met slachtoffers van deze eerste gasaanval. Enkele tonen Noord-Afrikanen die vergiftigd werden op 22 april 1915. Lahlou heeft deze foto's uitvergroot en bedekt onder een dikke laag zwarte houtskool. Het eerste moment zie je enkel een zwart doek, maar als je ogen even tot rust zijn gekomen en als je een juiste invalshoek hebt gevonden, ontdek je dat het om mensen gaat die gestorven zijn in helse pijnen: hun gezichten en houdingen zijn onmenselijk krampachtig en liggen duidelijk nog in loopgraven of op de grond. De zwarte deklaag verwijst voor Lahlou naar de lagen stof die over archieven neerdalen doorheen de jaren en ons verleden onzichtbaar maken. 
(eigen foto - detail uit
the confused memory)
Door in een aanpalend zaaltje foto's, postkaarten en brieven te tonen over de Rifoorlog in Noord-Marokko (1921-1926) waar ook gifgassen werden ingezet krijgen ook de bewerkte foto's van de eerste mosterdgasaanval een nieuw dimensie. Welke beelden en verhalen blijven behouden en worden getoond? Wie bepaalt dit voor wie? Hoe wordt de geschiedenis zo geschreven/herschreven?
Het is duidelijk dat voor deze artiest de geschiedenis kritisch moet bekeken en bevraagd worden. Hij toont ons zijn zoektocht naar wat onder het stof van de archieven nog te ontdekken is.

maandag 22 mei 2023

De Windstoot - beperking en macht - 4 -

 In dit laatste bericht over de expositie "De Windstoot : de macht van de beperking" (nog tot 1 oktober) georganiseerd door vzw With en te zien in het museum Guislain (Gent) kom ik uit bij de laatste zaal, een bovenzaal in het tweede gebouw na het oversteken van de binnenkoer.
(eigen foto - Gueules cassées)

Deze ruime zaal toont meerdere werken, maar er is vooral veel werk te zien uit de reeks "Les Gueules Cassées". De groep gekwetste soldaten met zware gezichtsletsels in Wereldoorlog I werden vaak benoemd als gueules cassées (kapotte smoelen). In Gent zie je een hele reeks verminkte gezichten, gemaakt door Irène Gérard en bijgewerkt / aangevuld door Michiel de Jaeger. Heel dikwijls vertrokken deze artiesten van foto's van 'gueules cassées' uit Wereldoorlog I. 
Maar natuurlijk, niemand van ons wil 'gezichtsverlies' lijden voor zijn omgeving, niemand wil op zijn gezicht gaan. Met andere woorden zouden we kunnen zeggen: we willen en durven onze kwetsbaarheid en tekorten niet zomaar laten zien, hoe vertrouwd we ook met vrienden of collega's kunnen zijn. Deze gueules cassées zijn echter onverbiddelijk confronterend. We kunnen niet wegkijken. En maar goed ook.
(eigen foto - gueules cassées)


Maar in deze ruimte zijn er ook vele luister- en kijkschermen opgesteld waar je een reeks van 8 podcasts kan volgen over het tentoonstellingsthema via een literaire insteek en een reeks van 'live-streams' die een inkijk willen geven over de artiesten en over de groei van deze tentoonstelling.
In de podcast-reeks kiest literatuur wetenschapper Piet Devos (blind sinds zijn 5e levensjaar) telkens één literair fragment waarover hij in gesprek gaat met journalist Dirk Vandenberghe en een specialist die het betreffende fragment in een breder kader plaatst. Elke aflevering duurt meer dan 30 minuten. Je begrijpt dat je tijdens het museumbezoek onmogelijk dit alles kan laten binnenkomen. Jammer voor hun moeite denk ik dan.


Wie wil kan dank zij de technologie ook thuis zich verdiepen in deze thematiek. 
De livestreams zijn ook terug te vinden via you tube en/of via de eigen website van de tentoonstelling : 

Met deze enkele berichten heb ik natuurlijk niet alles kunnen voorstellen, maar daar is een goede oplossing voor om dit gebrek op te vangen : zelf gaan kijken en je laten bevragen over macht en kwetsbaarheid, op micro-niveau zowel als op macro-niveau. 

maandag 8 mei 2023

8 mei einde wereldoorlog II

 In België wordt op 8 mei het einde van de tweede Wereldoorlog herdacht, vroeger met een vrije dag in school en op kantoor, nu nog hier en daar in mineur, maar nu even ook op deze blog. 

De protestantse dominee Martijn van Laar leest een gedicht van Karel Eykman dat ook een knipoog inhoudt naar hét gedicht in Vlaanderen over Wereldoorlog I (In Flanders Fields van John McCrae).

Een gedicht vol hoop wat we in deze tijden best kunnen gebruiken.

https://www.youtube.com/watch?v=yOg6SN9-xsk





donderdag 5 januari 2023

Uitgelicht Herman Leenders -1-

 Tijdens deze eindejaarsperiode verschenen ze weer in kranten en weekbladen : de lijstjes. Zo ook De Standaard waar gevraagd werd naar hét boek van het voorbije jaar, de zin die meest blijven hangen is en de schrijver die onderschat is. De dichter en poëzierecensent Paul Demets had het in deze laatste categorie over de dichter Herman Leenders en zijn bundel "Overstekend wild" (uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2020). Over deze uitgave zegt Demets dat Leenders schrijft "in klassiek ogende, gelaagde gedichten, die best meer aandacht hadden verdiend".
Bij deze dus breng ik je graag deze bundel onder de aandacht, want ik heb zelf ook heel erg genoten van deze gedichten geschreven met een grote warmhartigheid.
De bundel bevat drie afdelingen, waarbij de tweede afdeling verzen samenbrengt rond de herdenking van Wereldoorlog I en de derde afdeling verzen over Brugge.
De afdeling over Wereldoorlog I kreeg als titel mee: zo onbetamelijk stil. Hierbij het eerste gedicht( blz. 47), tevens titelgedicht van deze afdeling.

(Bedford House Cemetery - eigen foto 2020)
ZO ONBETAMELIJK STIL

dat de bomen kreunen         
zij proberen de lente
voor de honderdste keer
nesten te verdragen
gebroken eierschalen
opengesperde snavels
dat je de wortels hoort
die een weg zoeken
tussen ijzer roest
steenpuin botten
dat de namen knagen

donderdag 10 november 2022

11 november : wapenstilstand...?

 Ook al werd de verzuchting ’nooit meer oorlog ’ van miljoenen mensen
 op het einde van de eerste ’moderne’  oorlog niet ingelost,
 toch is het zinvol om deze oorlog te blijven gedenken
 én met deze oorlog en zijn doden
 ook alle oorlogen en oorlogsdoden
 sedert 1918, tot op vandaag...
Dit lied van Willem Vermandere past dan ook helemaal
 bij de herdenking van de -tijdelijke- wapenstilstand van 1918.



dinsdag 25 oktober 2022

De Groote Oorlog is er weer...

 Op plaatsen waar je het niet zo direct verwacht kom je hem toch wel tegen : de Groote Oorlog.
Ik bezocht enkele dagen terug, na meer dan twintig jaar, nog eens het Singermuseum in Laren (Noord-Holland). Nadat Els Blokker haar Nordic-collectie aan het museum heeft geschonken en na ingrijpende verbouwingen ontdekte ik een heel hedendaags museum met een collectie waarbij de nadruk ligt op moderne kunst uit de 20ste eeuw, vooral van Nederlandse makers. 
In dat museum hebben ze een werk van de schilder die wij kennen als zijnde van de 'Latemse school', Gustaaf De Smet (1877-1943). Tijdens de eerste Wereldoorlog was hij gevlucht naar Nederland en verbleef er in Laren. Daar schilderde hij wat hij er zag, o.a. de 'Brink', het dorpsplein van Laren. Een mooi schilderij van een vluchteling.
Oorlog in de gedaante van vluchtelingen en hun kunst. In 2022 lijkt er niet zo veel veranderd ten opzichte van 1916. 

(foto: Marc Deconinck
Gustaaf De Smet : Brink in Laren 1916)


maandag 19 september 2022

Biënnale van de schilderkunst 8ste editie - 3 -

In vorige berichten (8 en 10 september) heb ik al iets verteld over de 8ste editie van de biënnale van de schilderkunst in de Leiestreek musea. In het museum in Deinze (mudel) zochten curatoren Wim Lammertijn en Willem Elias hoe de schilderijen van de collectie mudel allerlei schilders direct of indirect hebben beïnvloed. De titel waarrond ze de expo opgebouwd hebben zegt al iets : gamechangers & eyeopeners. Werken die nieuwe sporen leggen en/of die de ogen openen voor nieuwe facetten. 
Er was voor mij in de eerste plaats de ontmoeting met JosVerdegem (1897-1957). Ik wist dat hij tijdens Wereldoorlog I achter het Belgische front had geschilderd, maar de werken die hier van onder het stof werden gehaald spraken aan. Een schilder die zijn métier kende en die ook iets wilde zeggen. 
(Grand Café - foto: Marc Deconinck)

(Ruïne te Lo 1916 - eigen foto)

 

woensdag 13 juli 2022

Vensterlanden 150 jaar Streuvels -2-

 Naar aanleiding van het 150e geboortejaar van Stijn Streuvels is een fietsroute ontwikkeld met vijf kunstwerken, vijf vensters op/vanuit Streuvels. 
Het rouwvenster werd opgesteld op de terreinen van de vroegere Duitse militaire begraafplaats in Anzegem. Met het verhaal van Wereldoorlog I in je achterhoofd en de nieuwe invulling als troostplek voor mensen met verdriet en met de enkele eikenbomen die de plek omarmen vond ik het een sterke plek. 
Het witte labyrint geeft dan plaats aan rouw waar we als mens soms ook onze oriëntatie door verliezen.
De rust van deze plek geeft ruimte aan een verbondenheid voorbij leven en dood, heden en verleden.
(eigen foto - opnieuw blootgelegde ingang van vroegere Duitse begraafplaats)

(zicht de troostplek met het witte 'rouwvenster'/labyrint)


zondag 12 juni 2022

Klaprozentijd

 Overal zie je ze nu uitbundig en niet te missen...klaprozen. De bermen van onze autosnelwegen zijn er overvloedig door gekleurd. Ze vragen in hun opzichtigheid aandacht en ze roepen bij menigeen verschillende associaties op. De Canadese dokter en dichter John McCrae schreef in de loopgraven bij Ieper een onsterfelijk vers waar de papavers hun niet meer weg te branden plaats kregen in de gruwel van Wereldoorlog I. Wie heeft niet ooit deze regels gelezen : "In Flanders fields the poppies blow/ between the crosses row on row...".
Van een heel andere orde is het vers van de Leuvense dichter Jos Stroobants in zijn bloemlezing "Tijd opent zich als nieuwe wijn" (uitg. P, Leuven, 2021,blz.96). Het is een gedicht vol nostalgie en het besef dat de onbevangen kinderblik nog niet alles kon bevatten. Het is tevens een zachte vorm van protest tegen het terugdringen van de natuur ten gevolge van politieke beslissingen en maatschappelijke 'vooruitgang'. 

KLAPROZEN

(eigen foto)

Van zomerrand tot zomerrand de vlekken
rood, als politieke manifesten
tegen de verloedering, als hekken
waar het oog blijft haperen, de resten


van veel kleurrijker verleden tijden,
toen de boeren dichters waren en de
dichters boeren, toen de zomerweiden
groener lagen, galmden van de benden

luide kinderen die wij toen nog waren
(of graag wilden zijn), en die, te jong en
te misleid om nu nog te verklaren,

niet het harde rood konden ontdekken,
kleurige geheimen, vurige tongen
aan de zomerrand, zingende vlekken.



donderdag 11 november 2021

Elf november : wapenstilstand...maar de oorlog eindigt niet.

 De oorlog eindigt niet met het zwijgen van de wapens. De wonden zijn nog niet geheeld, de doden nog niet vergeten, de schade nog niet geleden. Dat was zo in 1918, nu al honderddrie jaar geleden, dat is zo voor de oorlogen ervoor en voor de oorlogen sindsdien. 
Op vele manieren werden en worden oorlogsslachtoffers herdacht. Pars pro toto (een exemplum voor alle slachtoffers) wil ik hier even stilstaan bij het leven van een Canadese soldaat, die Wereldoorlog I heeft overleefd, private John Fisher.  Hij diende bij de Royal Winnipeg Rifles, begenaamd de Little Black Devils (de kleine zwarte duivels), wat verwijst naar het insigne van het bataljon.
(insigne van Royal Winnipeg Rifles)


Tijdens de oorlog werd hij zwaar gewond en werd er na vele kleinere ingrepen toch besloten om een been te amputeren tot aan zijn knie. De wapens zwegen dus op 11 november, maar zijn eigen oorlog bleef duren : hij werd zijn hele verdere leven geteisterd door nachtmerries en had last van slaapwandelen. Hij keerde terug naar Canada,  huwde in 1927 en werd vader van twee meisjes (waarvan een stierf aan wiegendood). 
Tijdens Wereldoorlog II weigerde hij met een wagen te rijden, want in de Groote Oorlog herinnerde hij zich dat het meermaals gebeurde dat wapens, rantsoenen en ander hulpmateriaal de troepen niet bereikte wegens brandstoftekort. Hij ontving meerdere medailles.

(eigen foto)

Zijn verhaal vertelt de Canadese artieste Jane Sterbak in de tentoonstelling "Trees for memories" in de Villa Empain (Brussel)(zie ook berichten van 1oktober en daarna). Zoals de andere aangezochte kunstenaars ontving ze een eikenhouten blok die ze verzaagde tot een kist, waarin ze aarde legde, een plakkaat met foto en het verhaal van John Fisher, zijn beenprothese en medailles. 

De wonden van een oorlog woekeren en tekenen de overlevers maar ook hun familie en vrienden en nabestaanden. De vloek van een oorlog blijft generaties duren en dat maakt werken aan vrede dan ook zo belangrijk. De wapens die opgeborgen liggen in het hart en het geheugen moeten ook hun vuurkracht kwijt geraken. Dan wordt een  wapenstilstand ook een vredesbestand.