Posts tonen met het label corona-tijden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label corona-tijden. Alle posts tonen

zondag 29 september 2024

Ons uiltje

 Midden de coronatijd mochten we niet veel, maar we mochten wel wandelen en fietsen. Dat hebben we ook massaal gedaan.
Zo ontdekte ik veel nieuwe plekjes in eigen regio... waar covid dan weer goed voor was!
Een van deze plekjes was het Vierkavenbos in Moorslede. Met mijn partner wandelden we in dit bos tijdens de tweede of derde of ... golf om opeens oog in oog te staan met een jonge uil waar we hem tot op enkele meters konden naderen. Sedert die dag hebben we "ons" uiltje. Dit was een magisch moment van stilte en tovering, een hoogtepunt in dat tweede coronajaar.
Bij het bladeren in de gedichtenbundel Overboord (uitg. Van Halewyck, 2012) van Jozef Deleu botste ik op een vers dat mij onmiddellijk terugbracht naar dat magische moment.
(foto Marc Deconinck - 28 mei 2021)


UILEN

hartvormig
van gezicht
rond felle ogen
kromme snavel

slank en lenig
in de poten
sterke tenen
scherpe klauwen

lichtgewicht
van veren
uilen leven
doden in de nacht
(uit: Jozef Deleu, Overboord, blz 67)

woensdag 25 mei 2022

Corona komt, corona gaat, corona komt, c...

 De voorbije twee lentes waren wat bijzonder
ten minste voor ons mensen, in een door Covid-19
bestuurde wereld... 
Voor sommigen lijkt dat al zo ver weg... 
en de mensen halen opgelucht adem nu
de laatste restricties bijna helemaal weg zijn, 
maar Buurman helpt ons verwonderd blijven
over het voorjaar 2020.
De lente wist van niets ... 
naar een gedicht van Irene Vella.



maandag 18 april 2022

Pasen

 


Pasen is doorheen de eeuwen een aanleiding geweest voor componisten allerhande om feestelijke muziek te schrijven. 
Vandaag een klassieker van formaat : het slotkoor uit de "Messiah" van G.F.Händel : Hallelujah.
Een ietsje speciale 'performance' want een corona-uitvoering van de University Church in Yale waarbij de uitvoerders ieder vanuit zijn of haar 'kot' deelneemt. 
Aan deze uitvoering werkten mee leden van het Battell Chapel Choir, het Berkeley Chapel Choir, de Episcopal Church at Yale en het Marquand Chapel Choir. De opname dateert van 7 april 2021.
Geniet maar...





maandag 6 december 2021

De schaduw van covid

 In deze tijden overschaduwt één thema alle gesprekken, alle contacten en alle planningen : de corona-pandemie. Het is een schaduw die met onze levens meegaat, of we willen of niet. Deze schaduw frustreert ons omdat we het virus maar niet onder controle krijgen, omdat het altijd maar opnieuw in andere gedaantes opduikt, omdat we ons leven niet meer alleen en niet meer volledig zelf kunnen bepalen.
Grote woorden helpen niet en klinken zo hol, soms opgeblazen. 'Vrijheid', 'veiligheid', 'solidariteit', 'zelfbeschikking', 'gezelligheid', ...: wat betekenen ze nu? 
En wat leert dat over onszelf? Wat leert dat aan onszelf? 
Het virus zet ons op onze plaats. Wij zijn mensjes die denken alles te kunnen, alles onder controle te hebben, alles te weten maar daarin overschatten wij onszelf blijkbaar schromelijk. We zijn blind, of minstens bijziend,  door onze eigen tunnelzicht. We zijn blijkbaar ook blind of minstens bijziend voor nog andere schaduwen in ons leven en/of in onze samenleving : de ondergewaardeerde maar onbetaalbare inzet van zorgpersoneel ('die mensen')  en van onderwijsmensen om maar iets te noemen.
Wat meer nederigheid zou hier op zijn plaats zijn.


Zoals de dichter Roberto Juarroz in zijn Verticale poëzie VII zegt:

Op initiatief van mijn schaduw
heb ik geleerd nederig te zijn.
Zij tekent mij onverschillig
op de versleten zitplaatsen
in de vroege ochtendtreinen,
op de naadloze muren van begraafplaatsen
of in de schaduw van de afsnijweggetjes
die de stad verraden.

De omlijsting is niet van belang,
de opgeblazen inscripties evenmin.
Mijn schaduw ontkent mij bij elke stap,
brengt mij op een dwaalspoor bij het gat van elke straathoek
en geeft geen antwoord op mijn vragen.

Mijn schaduw heeft mij geleerd andere schaduwen op te nemen.

Mijn schaduw heeft mij precies op mijn plaats gezet.

(uit: Roberto Juarroz, Verticale poëzie. Een keuze uit Verticale poëzie I t/m XIII, vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu. Uitg. Wagner & Van Santen, 2002, blz.107)

zondag 27 juni 2021

Spelend groeien

 Jeugdbeweging heeft in mijn leven een belangrijke plaats ingenomen als vrijplaats om te groeien in verantwoordelijkheid, in samenwerken en in creativiteit. De vreugde van (het vertellen van) verhalen vormden vaak de aanzet voor leuke, boeiende, spannende activiteiten.

In de poëzie bots je bijna nooit op een vers over jeugdbeweging. Zijn dichters dan toch vaak eenzaten die niet veel ophebben met zoiets als jeugdbeweging?  Ik was dan ook heel blij dat ik een gedicht las over jeugdbeweging, ook al benadert het een donker kantje ervan.

Peter Theunynck schrijft in de bundel "De benen van de hemel" (uitgeverij Wereldbibliotheek, 2014) over zijn niet zo leuke herinneringen aan een kamp/bivak in Lichtaart (de Kempen). Spelend opgroeien kan dus ook best een nachtzijde hebben. Maar toch wil ik het hier delen, met in mijn achterhoofd de vele duizenden jongeren die samen jong proberen te zijn in deze corona-tijden...voorwaar geen sinecure. Ik duim voor hen en ik ben samen met hen blij dat ze straks terug op kamp/bivak kunnen. 

Het gaat hieronder over een vrij klassiek nachtspel waarbij een van de leiding als slachtoffer ergens aan een boom is gebonden en waarbij de leden moeten hem proberen te bevrijden. Voor vele kinderen is het vaak hun eerste keer dat ze zonder ouders in een donker nachtelijk bos ronddwalen...


TRAUMA

Klein en nietig : de lorkenbosjes
van Lichtaart. Vroeger zo eindeloos.
Toen heel de wereld heide was
en alles kindervoeten ver.

Men werd er gedropt in het holst.
Geschreeuw lag aan een boom geketend.
(©ksa ter vichten)
Met het licht van een zaklamp
klampte men zich vast aan elkaar.

Bloed droop. Hars kleefde.
Achter alle stammen beul
en moordenaar of kannibaal.
O was ik maar op mijn strozak gebleven.

Iemand huilde en wilde naar huis.
Huis was een woord dat wegritste
tussen vos en hermelijn. Het pad
erheen liep over lijken.

Het slachtoffer bleek
patrouilleleider, bloed mercurochroom.
Gangsters waren warme cécémel
aan het drinken. Angst zat in je hoofd.
(uit: De benen van de hemel, blz. 17)



zaterdag 19 juni 2021

Gedenk de lange junidagen

 Een aangrijpend gedicht dat uitnodigt tot mededogen met de grote wereld, met de vele soorten mensen en met je eigen beperktheid, zeker als je dit leest tegen de achtergrond van de wonden die corona geslagen heeft én nog slaat. Zo lees ik tijdens deze langste dagen van het jaar dit vers van de Pool Adam Zagajewski, in een vertaling van René Smeets) gezien in de Poëziekrant van mei 2021 (blz.53) bij een in memoriam over deze pas overleden dichter.

TRACHT DE VERWONDE WERELD TE BEZINGEN

Tracht de verwonde wereld te bezingen.
(©Freepik)
Gedenk de lange junidagen,
de wilde aardbeien, de druppels roséwijn.
De brandnetels, die steevast door ballingen
verlaten panden overgroeiden.
Je moet de verwonde wereld bezingen.
Je aanschouwde stijlvolle jachten en schepen;
één had een lange reis voor de boeg,
anderen wachtte enkel het zilte niets.
Je zag vluchtelingen op weg naar nergens, 
je hoorde de beulen een lied van vreugde zingen.
De verwonde wereld hoor je te bezingen.
Gedenk de ogenblikken waarop jullie samen waren
in een witte kamer, het gordijn bewoog.
Keer in gedachten terug naar het concert toen de muziek losbarstte.
In de herfst raapte je eikels in het park
en bladeren dwarrelden over de littekens van de aarde.
Bezing de verwonde wereld
en de grijze, door een lijster verloren veer,
en het zachte licht, dat dwaalt en verdwijnt
en weerkeert.



dinsdag 1 juni 2021

Handen

 
(©AD.nl)
Deze Covid-19 pandemie heeft, zeker in onze Westerse wereld, een gewoonte helemaal doorbroken: 
het handen schudden als begroeting. 
In het begin zag je politici soms nog even klungelen, maar nu is het al gewoon om te begroeten met een minzame hoofdknik of een lichte buiging terwijl je een hand op je borst houdt of elleboogjes geven. 
Maar tot voor kort was dat zo anders...


Uit die pre-pandemietijd dit gedicht van Thomas Möhlmann in zijn voorlaatste bundel "Ik was een hond" (uitg. Prometheus, 2017, blz.18). 

SPAAR ZE ALLEMAAL

De ene zegt geef me je hand, je rechterhand
je vingers zijn de hamers op mijn hoofd.

©WikiHow
De andere zegt dat het kouder wordt naarmate 
je verder vandaan raakt, je gaat naar links:
koud houd, je gaat naar rechts kouder kouder.

De derde zegt je hebt mensen die handig zijn en mensen  
die kunnen dansen, ik ken nauwelijks mensen die
een huis kunnen bouwen maar ik kan dansvloeren
vullen met mensen die denken dat ze kunnen dansen.

De vijfde geeft je een hand, zegt: aangenaam en
hoe maakt u het en de zesde valt in slaap, nummer
zeven dekt haar toe, trekt het dekbed strak om allebei
de schouders en de voeten, en de sterren leggen hun
barmhartige armen om heel het warme landschap neer
en acht houdt wacht en negen trommelt met zijn vingers

op het voorhoofd van tien, die vouwvliegtuigjes spaart
en warmer mompelt warmer warmer en waar is vier.

zaterdag 24 april 2021

Wandelen

 Corona blijft ons leven bepalen, of we het willen of niet. En dan blijft het dus ook nog altijd weer en weer wandelen en wandelen. 
Over wandelen een kort gedicht van de te vroeg gestorven dichter Eddy van Vliet.



donderdag 22 april 2021

Ouderenzorg anno nu

De covid-19 crisis heeft een aantal sluimerende maatschappelijke pijnpunten open en bloot gelegd, onontkoombaar voor iedereen. Een van die pijnpunten is de opvang van en zorg voor ouderen in woonzorgcentra en andere residenties. De betutteling door het zorgpersoneel, meestal ingegeven door gebrek aan tijd en middelen en met de beste bedoelingen, waaraan vele bejaarden worden overgeleverd zijn soms schrijnend. 
Bij het horen van zulke verhalen dacht ik aan deze ontroerende en schrijnende bladzijden in de bundel "Aangeraakt" (uitg. P, Leuven, 2016, blz. 38 en 39). Je ziet het schilderij van Jef Blancke en kan daaronder de woorden lezen die Joke van Leeuwen daarbij neerschreef. Geschreven voor corona-tijden, maar niet minder actueel.

(©Jef Blancke en uitgeverij P)

Er komt steeds iemand anders om me te verzorgen. 
Dan krijg je geen band. Dan ben ik weinig meer dan
een oud lijf dat het niet meer goed doet. 
Vaak is het een jong ding dat me helpt en tegen me praat 
alsof ik een kind ben. Ze weten nog niets van een lang leven.
     Soms huppel ik even in mijn hoofd. Daar kan het nog.
Maar dat snapt zo'n meiske niet.
    Ach, ze werkt hard voor weinig geld.
    Ze sjort wel te veel aan me.
   Als je niet meer door iemand gestreeld wordt -als ze alleen nog maar aan je sjorren -

dinsdag 20 april 2021

Als de tijd komt

 De pandemie zette het leven op onze planeet bruusk stil. Het ritme van werken en vrije tijd, van school en vakantie werd zwaar verstoord. De dagen aftellen naar meer soepele maatregelen, naar meer contacten, naar feesten en reizen doet ons de tijd anders beleven. We ontdekken dat tijd niet is geïnteresseerd in de mens...
Naar dat inzicht worden we meegevoerd door dichter Wim Vandeleene in het laatste nummer van Het Liegend Konijn (jg.19,nr1).

DE ZANDLOPER EN DE ATOOMKLOK
(eigen foto 1 april 2016
expo Trainworld Schaarbeek)



wat als de zandloper breekt,
de waterklok bevriest, de kaars
met maatstrepen dooft door een zucht.
we meten met tandwielen, slingers,
koekoeken die naar buiten veren,
het vestzakhorloge aan de keten.
onze omloopbaan blijkt een ellips,
tijd moet vereffend, gelijkgezet,
zelfs de atoomklok wijkt af.

de zon, een klok die ons bedriegt.
we krijgen geen vat op wat we meten,
de uren die we bezweren. we raadplegen
de sterrenwacht. de agenda dringt zich op,
afspraken zetten we klem in een vak.
wat kostbaar is wordt goed besteed.
hoe we de veer ook aanspannen,
de klok windt zich nooit over ons op.

(uit: Het liegend konijn, april 2021, blz. 273)

vrijdag 16 april 2021

Quarantaine dichten

 De maatregelen om de Covid-19 pandemie onder controle te krijgen hakken diep in op onze samenlevingen, in Oost en West, in Noord en Zuid. In de meest recente publicatie(april 2021)  van "Het Liegend Konijn", het tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie onder redactie van Jozef Deleu, zie je de pandemie in meerdere gedichten opduiken.
(©spaarnegasthuis.nl)

Er is onder anderen een reeks van zes gedichten van Hanneke Van Eijken die onder de gemeenschappelijke titel "Quarantaine" te lezen is. In deze reeks probeert ze onder woorden te brengen hoe we onze tijd proberen door te komen, hoe we de beperkende maatregelen proberen te doorleven, hoe we proberen onszelf te herdefiniëren. 

Uit deze reeks kies ik hier het tweede gedicht dat een mooi overzicht geeft van verschillende aspecten verbonden aan de quarantainemaatregelen. Zo herkenbaar...zeker voor wie in deze coronatijden met kinderen thuis zit.


**

We maken dolken van rechte stokken en elastiekjes
vandaag nemen we nieuwe namen aan: schurk en ridder
we slijpen punten aan takken
maken zogenaamd vuur van dor gras

afstand is een nieuw begrip geworden
iemand trekt strepen op vloeren
met afplaktape

ik kneed minstens tien minuten op plakkerig deeg

we blijven binnen en bakken zelf brood
een vochtige theedoek ligt over alle afspraken
die we al hadden gemaakt

in winkels zijn er rijen als patronen in een schoolexamen
maak de volgende reeks af

ik zie een virus in de vorm van kristallen
of psychedelische bergen van een treinlandschap

we kneden middagen lang
onze vingers wijzen nergens echt heen
er hoeft geen bestemming te worden gevonden

(uit: Het liegend konijn, jg. 19, nr.1, blz.81)

dinsdag 6 april 2021

Bij Vincent -1-

In de dichtbundel "De benen van de hemel" heeft Peter Theunynck een aantal van zijn verzen gebundeld in een afdeling met als titel : IJkpunten. IJken is het betrouwbaar maken van een meetinstrument. De door de dichter beschreven ijkpunten zijn schilders, schrijvers én bomen die een maat, een norm, een punt van afmeten zijn voor hem. Ook Vincent Van Gogh komt in deze rij voor met twee gedichten die verwijzen naar twee schilderijen.
Hier deel ik het eerste vers van dat tweeluik. Het gaat over een doek waarin hij kreupelhout (sous-bois in het Frans) schildert tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis St.Paul in Saint-Rémy, juli 1889.
En laat bij het lezen je gedachten maar voluit associëren. De psychisch kreupele Vincent die verlichting voor zijn lijden zoekt; de spanning bij schilder, schrijver en iedere mens tussen afstand en nabijheid (een spanning die in deze covid tijden uitvergroot wordt), beide nodig om (samen) te leven; de nagloed van zijn bekendste doek 'Sterrennacht' dat hij een maand eerder schilderde; ...

VINCENT

Hedera helix

Kun je meer van kreupelhout zijn dan hij?

Zijn raam in Saint-Rémy zag klimop
krioelen tegen de sterren op.

Verlichting ontsproot : gebogen streekjes
ontploften op doek. Alles zo dik in de olie

dat verf ons de verte injoeg.
Stammen werden jubelend

kleurtapijt dat afstand vraagt
voor zonlicht door de kruinen valt.

(uit: Theunynck, Peter, De benen van de hemel, Uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014, blz. 59)

(Vincent Van Gogh : Sous-bois 
©Van Gogh Museum Amsterdam)



 

woensdag 3 maart 2021

Dure woorden

 In kranten en op radio of TV worden we overstelpt met virologische en andere informatie. Vaak worden 'dure' moeilijke woorden gebruikt. Gelukkig is Steven Van Gucht, een van de bekendste virologen van ons land een voorbeeld van eenvoudig taalgebruik. Daarom ontving hij begin dit jaar de "Wablieft-prijs 2020". Wablieft is een initiatief dat ijvert voor eenvoudig taalgebruik zodat er zo weinig mogelijk mensen uit de maatschappelijke boot vallen.
(©Wablieft)


In de keurig uitgebrachte bundel  "Aangeraakt" (uitgeverij P, Leuven, 2016) zien we een aantal schilderijen door mensen bevolkt, gemaakt door Jef Blancke, en van een bijpassende woorden voorzien door Joke van Leeuwen.
(©Jef Blancke en uitgeverij P)


Bij dit schilderij schreef Joke van Leeuwen drie woorden...die zeker niet de toets van "Wablieft" zouden doorstaan. Humor en poëzie met een scherp randje.

chronischevermoeidheidssyndroomdiagnose
arbeidsongeschiktheidsverzekeringskantoormedewerkers
geneesmiddelenvergoedingssysteemfoutmeldingsformulier
(uit: Aangeraakt, blz. 24)

Misschien voelt iemand zich uitgedaagd om een nieuw extra lang woord te vinden die past in deze pandemietijden?







maandag 1 maart 2021

Zie maar

De pandemie werpt ons telkens weer in de onzekerheid. Het is lastig om vér vooruit te kijken en plannen. We worden uitgedaagd om nieuwe en andere mogelijkheden te ontdekken voor werk en vrije tijd, maand na maand opnieuw. We schrikken er zelf van hoe uitputtend dat is. Maar we kijken ook vaak weer op van wat er binnen de grenzen toch nog kan. We worden uitgenodigd om open te staan voor nog onontdekte kansen en te beseffen dat we slechts nog maar een fractie van onze menselijkheid beleven.

Zo las ik het ook bij dichter Jeroen Theunissen in zijn bundel "Hier woon je. gedichten"  (blz. 70) , in 2015 uitgegeven bij De Bezige Bij. 

                                                                    
(©NRC)

Dankzij generaties lange training          
hebben mensenogen zich aangepast
aan zichtbaar licht, een fractie van
elektromagnetische mogelijkheden.

maandag 15 februari 2021

Tips om te reizen...

 Men zegt dat je niet mag reizen naar het buitenland, ook al is het nu krokusvakantie. Niet getreurd...
Peter Holvoet-Hanssen geeft in deze video (duur : 6'40") tips om te reizen dank zij je verbeeldingsvermogen, dank zij woorden.
Veel reisplezier...


dinsdag 9 februari 2021

Aandacht, aandacht

 Gedwongen door de maatregelen voor het terugdringen van de covid-19 pandemie -en dat zal nog even duren, vermoed ik- moeten we ons leven herbeleven. Willens nillens worden we verplicht om naar ons eigen bestaan te kijken als een buitenstaander om ons af te vragen wat we kunnen, mogen, willen doen en waartoe we iets wel of niet zouden doen. We worden in feite opgeroepen om met aandacht onszelf en onze omgeving aan te kijken. 
(Gjoko Zdraveski - ©youngpoets.eu)

Aan deze ervaring dacht ik bij het lezen van een bijzonder vers van de dichter Gjoko Zdraveski (Noord-Macedonië, °1985) dat ik las in de Poëziekrant van september-oktober 2020 (jg. 44, nr. 5). Het gedicht heeft drie delen, een zeer lang eerste deel, dan één regel als deel twee om te eindigen met het vierregelige derde deel. 
In het eerste deel van onderstaande gedicht vraag de dichter om aandachtig te leven.  Maar dan in het derde deel, de laatste vier regels, schakelt hij over naar een soort besluit. Hij heeft zichzelf en zijn omstaanders geobserveerd en is tot het besluit gekomen dat een mensenlichaam meer is dan een optelsom van moleculen, zenuwen en bloedbanen. Elk lichaam bergt in zich ervaringen die onze manier van leven mee bepalen buiten onze wil en onze ratio om.
(contact met iemand met dementie
dank zij een geurbox - ©Nursing)

Wat wetenschappers de laatste jaren alsmaar meer ontdekken wordt hier simpel maar krachtig verwoord. Mensen dragen de herinnering mee aan geuren, bewegingen en klanken zelfs als hun verstandelijke mogelijkheden beperkt zijn (of beperkt worden door bepaalde ziekte of ouderdom). Communicatie blijft mogelijk op een ander niveau, met gebruikmaking van andere hersendelen, vanuit een ander ervaringsniveau. Ik gebruik bewust het woord "ander", want niet minder of minderwaardig...Andere dimensies van ons mens-zijn worden naar voor geschoven en vanuit de schaduw gehaald.
Als we dat laten doordringen in ons lijf en in onze geest, dan pas kan het beginnen. 

HET LICHAAM HERINNERT ZICH ALLES

je moet dagenlang stilzitten.
en met gesloten ogen zwijgen. maar
toch wakker blijven en observeren.
je moet dagenlang, beetje bij beetje,
geduldig de geest scherpen.
zodat niets hem zal ontgaan: geen schram
onder de neus, en geen kuiltje
op de rug, en geen zenuwtrekje
tussen top en teen.
je moet je afzijdig houden en alleen
observeren, zonder hartstocht en zonder partij
    te kiezen.
zonder oordeel, zonder een steen te werpen,
    zonder woede.
maar ook zonder vreugde. zonder verlangen.
    gewoon.
rechtop. buiten ruimte en tijd.

en dan pas kun je beginnen.

want het lichaam herinnert zich alles.
ook de angst van je moeder
toen je je omdraaide
in haar buik.
(vertaling: Roel Schuyt)


zondag 7 februari 2021

Binnenblijven ... als het kan!

 Thuis blijven, geen contact met anderen, afstand houden. De Covid-19 maatregelen blijven van kracht, want de pandemie is nog niet het land, laat staan de wereld uit. Moeilijk  en elke situatie is anders. In deze barre winterse februaridagen extra moeilijk...
                                                                        
BINNEN
(©Marc Deconinck : Real Estate Box 2020)

Ze was twaalf en erg gehaast
om oud te zijn als nu, en nu
het zover is, herinnert ze
zich niet wat haar zo naar
de toekomst liet verlangen.
Ze weet alleen nog dat ze in
een opstel over later schreef :
ik word mijn eigen baas en
na een jaar ben ik zo binnen
als een huis. Het valt tegen
wat ze ziet nu ze naar binnen
kijkt vanaf de bank op het
De Coninckplein, en naast de
glasbak wacht tot er een fles
blijft staan waar nog geluk
in zit. Maar voorts is ze haar
eigen baas, als ze de mensen
met haar eigen hand naar
kleingeld vraagt en daarna
op pantoffels die van haar zijn
ergens weer een straat inslaat
en niemand nakijkt, zodat
ook niemand zich hoeft af
te vragen of ze een thuis heeft
waar haar schoenen staan.
(uit: Bart Moeyaert, Gedichten voor gelukkige mensen, uitg. Querido, 2019, blz. 38)

Bart Moeyaert, stadsdichter van Antwerpen in 2006-2007, schreef bovenstaand gedicht naar aanleiding van de Nationale Dag van het Verzet tegen Armoede.

maandag 1 februari 2021

Brugge

 Vele toeristische toplocaties hebben in de loop van een jaar wel enkele weken dat het wat rustiger is. De plaatselijke bevolking verzucht dan even: nu is de stad van ons... Even op adem komen en dan klaar om terug de toevloed te ontvangen.
In 2020 waren de meeste toeristische trekpleisters wereldwijd meerdere maanden extra 'van ons'. Vorig jaar gebeurde het onvoorstelbare, want wie had zo iets kunnen bedenken en organiseren? Covid-19 is de wel/boosdoener van dienst. 
De Brugse dichter Herman Leenders publiceerde in zijn laatste dichtbundel "Overstekend wild. Gedichten" een vers (blz. 63) over die jaarlijkse verademing van de stad Brugge in februari, na de drukte van kerstmarkten en koopjes in soldenmaand januari. Ik vermoed dat hij na deze extra-lange februari-maand een nieuw vers zou kunnen schrijven. 
 Na de eerste lockdown eind mei 2020 bezocht ik Brugge toen de musea al open waren, maar de horeca nog niet. Een bootje voer sporadisch over de reien en hier en daar hoorde ik Spaans en 'Hollands'. Afgezien van de warmte was er wel een 'februari-gevoel' : zogoed als lege pleinen en straten in de binnenstad waar je anders over de koppen kan lopen. 
(eigen foto - 28 mei 2020 
Brugge : Burg met stadhuis )

 
FEBRUARI IS VOOR BRUGGE

Zwitserse chalets, comfortabele stallen
verdwaalde sterren, ontwortelde sparren
valse sneeuw en kerstmannen, muzak
hoestende luidsprekers en volk, veel volk

jeneverbars, dranghekken, vuilnisbakken
stopcontacten, kabels, mix van hotdogs, kots
en paardenmest : parfum uit de middeleeuwen
wanten, mutsen, nougat, marsepein en volk, veel volk

Kerstmis is voor zaligen, Nieuwjaar voor gelukkigen
januari voor afgeprijsde dromen
smeltende ijssculpturen, loze beloftes
glasbollen die zich verslikken in de scherven

alleen februari is voor Brugge
bibberend in haar negligé van mist
prevelend op een neogotisch sterfbed
wachtend op verrijzenis en toerist

donderdag 28 januari 2021

"Samen" : gedichtendag 2021

 Gisterenavond werd in de Arenbergschouwburg in Antwerpen en online de startshow gegeven van de negende poëzieweek in Nederland en Vlaanderen. Thema dit jaar is "Samen", want zeggen de initiatiefnemers : poëzie verbindt en voedt ons, inspireert en brengt ons samen.
Bij deze gelegenheid heb ik een gedicht gekozen van de Marokkaanse dichter Abdellatif Laâbi (°1942) in het Franse origineel met een vertaling van Bart Vonck.
Deze auteur werd omwille van zijn politieke engagement negen jaar opgesloten; daarna verhuisde hij naar Frankrijk. Door zijn inzet en door deze ervaring van het harde gevangenisregime in Marokko krijgen zijn gedichten een dringend en dwingend karakter. Geen vers is vrijblijvend maar hij wil altijd weer zoeken naar wat er echt toe doet in het leven.
Aansluitend bij het thema "Samen" lezen we in dit gedicht hoe de dichter dankbaar is om met en tussen andere mensen te leven. Je merkt hoe de nabijheid van mensen hem tot erkentelijkheid stemt, wat gezien zijn vervolging heel begrijpelijk is. Andere mensen  brengen afleiding en uitweiding, vervoering en vreugde. Onder mensen zijn in een veilige samenleving geeft je 'bouffées de joie', letterlijk opwellingen van vreugde of in de mooie vertaling 'vleugjes vreugde' met de associatie dat vreugde vleugels geeft aan mensen. Moge dit gedicht in deze covid-19 tijd ook vleugels geven, want onze 'gevangenschap' zoals sommigen de coronamaatregelen bestempelen, kan verlicht worden door andere mensen én door uitzichtgevende woorden van dichters.

                                                                        
(Abdellatif Laâbi 
©wikipédia)

Tu marcheras discrètement
parmi les hommes
sans préalable d'horizon
Tes pas savent ce qu'ils font
Ils déplacent ton regard avec clairvoyance
t'invitent à la digression
la distraction féconde
et se réjouissent de la pfrofusion
de tes transports
La solitude n'est plus de mise
Tu circules parmi tes semblables
et dans ta marche reconnaissante
ce sont des bouffées de joie que tu reçois
du simple fait de leur existence     Ik zal discreet
                                                        tussen de mensen lopen
                                                        je zint niet eerst op een horizon
                                                        Je stappen weten wat ze doen
                                                        Helderziend verplaatsen ze je blik
                                                        nodigen je uit voor de uitweiding
                                                        de vruchtbare afleiding
                                                        en verheugen zich over je vele
                                                        vervoeringen
                                                        Eenzaamheid is niet meer gebruikelijk
                                                        je circuleert tussen je gelijken
                                                        en op je erkentelijke tocht
                                                        ontvang je vleugjes vreugde
                                                        van het eenvoudige feit van hun bestaan

(uit: Abdellatif Laâbi, Het continent van de gave . Keuze, vertaling en nawoord door Bart Vonck, Uitg. P, Leuven, 2013, blz. 160)

maandag 18 januari 2021

Nu, dit moment, hic et nunc...

 In deze corona tijden leren we, willens nillens, om dicht bij ons huis te blijven, en dus op een bepaalde manier ook dicht bij onszelf. We leren ook om niet al te ver vooruit te plannen, want je weet nooit hoe de situatie evolueert. We kunnen dit somber inzien, zeker op een sombere winterse dag. Maar Bart Moeyaert toont ons dat er ook een kant is die glanst.

(eigen foto - 29 november 2020 - Zwevegem)


DIRIGENT

Als de regen traag blijft vallen
en het licht wordt als aan zee,
sluit de ochtend naadloos
op de avond aan. Dat klinkt

als somberheid, maar niet
per se. Je hoeft niet alles
in mineur te zingen. Je doet
de dingen met je best been

vooruit. Aan donker zich altijd
een kant die glanst zoals
de natte straat. Het heet ook
hondenweer voor iets.

Is het niet grappig dat je
je evenwicht verliest bij het
schudden van je vacht.
Je weet dat oefenen niet

bij het leven hoort. Alles is
altijd voor echt. Je moet
de straat op en verdrinken, 
je borstzak brandend van

het kaartje voor een stoel
dicht bij de dirigent. Hij wijst
je met het tillen van zijn
handen op het belang van

het moment.
(uit: Bart Moeyaert, Gedichten voor gelukkige mensen, uitg. Querido, 2019, blz. 30-31)