Posts tonen met het label humor. Alle posts tonen
Posts tonen met het label humor. Alle posts tonen

donderdag 14 augustus 2025

Algoritmes

 De digitale wereld bepaalt meer dan ooit onze levens. We zeggen dan nogal gemakkelijk : de algoritmes bepalen ons leven.
Een eenvoudige uitleg over wat algoritmes zijn toont onderstaande video.


In ons dagelijks leven laten we veel over aan computers (smartphones, telefoons, tablets, PCs, ...) maar lukt het nog te leven zonder de algoritmes? In een gedicht vol humor stelt Luuk Gruwez zich een gelijkaardige vraag (verschenen in Het liegend konijn, 2025,/1, blz.66).

AANMANING

Dit is geen spam en mogen we hopen
dat u geen robot bent? Wij, van hogerhand,
 zijn na inspectie door onze experten
en de dubbelcheck van een ad-hoccommissie
helaas tot het besluit gekomen dat wij u

abusievelijk een van de twee entiteiten die wij
u hebben toegekend, de vrolijkheid
en de melancholie, boventallig hebben uitgekeerd
tijdens de verdeling van de karakteristieken
en convenanten van het ondermaanse.

Mocht u dit schrijven al eerder hebben ontvangen,
zelfs beantwoord, dan mag u het alsnog negeren.
Na tegenexpertise, vrolijkheid en melancholie
evenredig wikkend en wegend, alsook
alle varianten ervan, zowel de harde als de zachte,

moeten wij u thans op straffe van een dwangsom
en met excuus voor wat enkel onze omissie was
beleefd een partiële restitutie vragen.
Ook al faalt op dit punt nog steeds
jammerlijk en onbegrijpelijk de wet.

Wel laten wij u bij wijze van gunst de keuze.
Behoudt u de vrolijkheid of de melancholie?
De vrolijkheid doet kristallen glazen rinkelen,
die daarna soms in scherven vallen. Zij doet schuddebuiken,
kelen zuchten, jubelen. Zij bevochtigt genitaliën.

Alle begrip dus als u stelt: 'Edelachtbaren, laat u mij
maar de melancholie, la malinconia, ninfa gentile!
Van vette pret, meer dan van verdriet, stinkt de adem.
U had toch niet, al was het maar voor even,
gedacht dat daarmee valt te leven?'

De dichter overziet twee van de meest karakteristieke eigenschappen van zijn eigen dichterschap, humor en melancholie, tegen het licht van de digitale samenleving waarin ook gevoelens worden ingekapseld binnen algoritmes. 
Valt daarmee te leven???

zaterdag 9 augustus 2025

Ver(s)beeld : Szymborska ziet Bruegel

 

De Poolse dichter en Nobelprijswinnaar Literatuur Wislawa Szymborska is een dame die héél goed kan kijken en haar kijkervaringen krijgen dan vaak een uitweg in een vers. Hier een vers over een schilderij van Pieter Bruegel dat behoort bij de collectie van de Gemäldegalerie Berlin. "De twee aapjes" zijn afgebeeld in een nis die uitkijkt op de haven van Antwerpen en is geschilderd in 1562.

(©Wikipedia)


De dichter is lekker dubbelzinnig...heeft ze het over haar examen en zijn de apen de ondervragende proffen of zijn het alleen gedachtenkronkels achteraf?? Aan de lezer dus...
Een gedicht voor deze vakantieperiode om vanop afstand het schoolgebeuren te bekijken!

TWEE APEN VAN BRUEGEL

In mijn droom zie ik me weer bij het eindexamen:
voor het raam zitten twee geketende apen,
achter het raam verglijdt de lucht
en kabbelt de zee.

Ik heb het over de geschiedenis van de mens.
Ik stamel en ik stuntel.

Een aap gaapt me aan, luistert ironisch toe,
de andere schijnt te sluimeren -
maar als na een vraag een stilte intreedt,
fluistert hij me het antwoord in
met een licht gerinkel van zijn ketting.
(uit: Szymborska, Wislawa, Bloemlezing, samengesteld door Jeannine Vereecken, uitg. Poëziecentrum, Gent, 2001, blz.61)

dinsdag 8 juli 2025

De blauwe planeet

(foto uit 2016 ©NASA via VRT)

 
Met veel humor vertelt dichteres Mariëlle Matthee (1965) over een bezoek aan een natuurwetenschappelijk museum en hoe elke bezoeker vanuit een andere achtergrond en door een andere bril kijkt. Vooral is ze erover verwonderd hoe iedereen zichzelf daarbij in het centrum plaatst.
Aanleiding van dit vers dat verscheen in Het liegend konijn (2025, nr.1, blz. 141) is de blauwe knikker als weergave van onze aardbol. 

BLUE MARBLE SPOT

NIET AANRAKEN staat op het bord
naast de nieuwe NASA-weergave van de Aarde
blauwblozende bol met vingerafdruk
motief: hoog aaibaarheidsgehalte

al vroeg komen ze binnen de globetasters
de eerste stormt af op vierkante nanometer groen
claimt het als 'mijn tuin' en kust de pixels
van grasveld met zwembad en grasveld van
buurman en diens buurman en de postbode
is al onderweg met een tas barstensvol fanmail
op vertragende trap komt hij ze voordragen

de jongste knijpt de zuidoostelijke zijde van de Himalaya uit
haar moeder zet met blauwe eyeliner een punt onder de Nijl
voor volgende vliegvakantie en kruist bij uitgang de geografe
die links-rechts-links, rechts en uiteindelijk links kijkend
haar oor tegen de noordpool legt en luistert hoe ijs zweet

water mediteert en niet vergeet dat alles één is
langs de wand nestelen zich zeven Gaia-groeters
in lotushouding deinen ze voorbij

woensdag 2 juli 2025

Het geheim van een koe

 Dichters zijn meesters van de verwondering. 
Ze kijken en zien wat iedereen ziet, maar 
ze zien toch iets anders.
Ze bekijken zichzelf en de mensen en dingen anders.
En met hun woorden houden ze de lezer dan 
een spiegel voor. Wel vragen ze aandacht,
zoals zijzelf ook aandacht schenken aan hun woorden
(nabij het lough derg Ierland
september 2013)
en via hun woorden aan onze wereld.


Luuk Gruwez (1953) in het recente nummer
van Het Liegend Konijn (2025/2, blz. 69) 
schenkt zijn aandacht aan én 
vraagt onze aandacht voor koeien.
Voordat we het beseffen
zien we onszelf in een spiegel.

GRAS

Zelf ben ik, toegegeven, zo dood als een fopei.
Toch staat diep in mij een bevriende koe te loeien
die, solidair met mij, niet van me wijkt,
alsof zij springlevend, nog oppert:

no way dat ik, zomin als jij, naar een slachthuis
moet, ik ben een koe die kauwt, herkauwt, herkauwen
blijft middels de vele fijn getunede magen
mij genereus ter beschikking gesteld.

Amper iets lijkt zij meer te weten dan hoe
gras te eten. Maar wat voor mensen al die tijd
verborgen is gebleven, is dat haar ogen soms vol regen
haast devoot het Oude Testament hebben gelezen:

dat alles ijdelheid is en zo en alle vlees als gras
en niets haar ooit genezen zal, tenzij die ene keer
misschien dat zij per ongeluk in stierenogen
kijkt, een firmament meent te ontwaren,

min of meer weerspiegeld in een plas.

zaterdag 28 juni 2025

Pools poëtisch protest : Stanislaw Baranczaks

Ik bladerde onlangs terug in een verzamelbundel met naoorlogse Poolse gedichten en (her)ontdekte de dichter Stanislaw Baranczaks (1946-2014). Zie in deze blog ook het bericht van 8 juni laatst.
(Stanislaw Baranczaks ©polityka)


 Zoals je goede wijn graag deelt met vrienden (zie bericht van  22 juni laatst), 
zo deel ik hier graag de soms sarcastische 
en kritische verzen van deze literatuurhistoricus, 
essayist en dichter die vrijwillig in ballingschap ging 
om de ontmenselijkende communistische samenleving 
te ontvluchten. 
Maar onder anderen dit vers dat de dode en doodmakende bureaucratie over de hekel haalt, blijft zijn actualiteit behouden, 
omdat elke natie en elk bestuur altijd weer dreigt te verzanden 
in holle regeltjes. Zeker vluchtelingen worden met als maar meer wantrouwen behandelt en overstelpt met een vragenreeks die soms onderstaande gedicht benadert (of misschien zelfs overtreft).
Straks (4 oktober tot 14 juni 2026) opent in Ieper een tentoonstelling over Belgische vluchtelingen tijdens Wereldoorlog I (toen vluchtten 'wij', nu vluchten er anderen naar ons) en sommigen werden ook aan velerlei regels en regeltjes onderworpen. Altijd herhalen zich blijkbaar bepaalde patronen, menselijke achterdocht lijkt onuitroeibaar.



DUIDELIJK LEESBAAR INVULLEN

Geboren? (ja, neen, schrappen
wat niet van toepassing is); zo ja, waarom? (motiveren); waar,
wanneer, waarvoor, voor wie leeft de persoon? met wie heeft de persoon raakvlakken
in de hersenschors, met wie komt de frequentie
van zijn of haar polsslag overeen? familie buiten de
huidsgrenzen? (ja, nee); zo nee,
waarom niet (motiveren); staat in contact
met de tijdgeest? (ja, nee); schrijft brieven aan
zichzelf (ja, nee); maakt gebruik
van de telefonische hulpdienst (ja,
nee); voedt zijn of haar gebrek
aan vertrouwen en waarmee?; waaruit put persoon
de middelen voor het onderhouden van zijn of haar
afwijkende meningen? kan een bewijs van
permanente angst overleggen? kennis van vreemde
lichamen en talen? medailles, onderscheidingen,
bijzondere kenmerken? burgerlijke staat van ongehoorzaamheid, van plan
kinderen te hebben? (ja, nee); zo nee,
hoezo niet?

(uit: Na de dood stond ik midden in het leven. Kopstukken van de naoorlogse Poolse poëzie. uitg. P, Leuven, 2008, blz. 261-vertaling Maarten Tengbergen)

zondag 23 maart 2025

Dichtersaccolade - Korteweg omarmt Hoornik

 


De titel van dit bericht dekt niet helemaal de lading. Het gaat niet alleen over Anton Korteweg (1944) en Ed Hoornik (1910-1970), maar omdat Korteweg zijn vers opdraagt aan collega-schrijver Luuk Gruwez (1953) zou hij er ook bij mogen. Schalks schrijft Korteweg over Gruwez, ook al beweerd hij het niet te zeggen in de tweede lijn van de tweede strofe.


Maar wat deze drie bijeenbrengt is hun liefde voor de poëzie en voor de vrouwen. De titel van het vers van Korteweg (te lezen in Het liegend konijn (2020/2, blz. 147) is duidelijk.

LEVE DE POEZIE !
   
    (voor Luuk Gruwez)

Of 't nou bij meneer Tintel was op 't gym,
mijn leraar Nederlands in Dordt met maar één arm,
of in de bloemlezing Dichters van dezen tijd,
als knaap was ik verrukt : beminde je een vrouw
ontkwam je aan de dood en werd je even
weggerukt uit het aards bestaan. Net wat ik wou.
Ed Hoornik kon na dit verrukkelijk perspectief
als favoriete dichter niet meer stuk.
Dat kwam ook door zijn kleine dochter van Jaïrus,
van wie het haar zo listig zonder zwier is.

Een jaar of vijftien later, pas getrouwd, las ik
bij een gerespecteerd collega, 'k zeg niet wie,
over een voelspriet in een warme schacht
gretig de lust van de geslachten aftastend
tot aan het oerslijm. 'k Kreeg het Spaans benauwd
en dankte God : ik had al nageslacht.



dinsdag 31 december 2024

Het ligt voor het rapen...ook in 2025!

 Dichters dichten vaak over wat dichten is. 
Ze zijn zo vaak verwonderd dat zij gedichten schrijven
en ze zijn zo dikwijls verbaasd hoe zij tot gedichten komen.
De Vlaamse dichter Charles Ducal heeft in het recentste nummer
van het tijdschrift Het liegend konijn (2024/2, blz. 42) 
een reeks verzen gepubliceerd onder de algemene titel
'Geluksmoment'. Daaruit het eerste gedicht hier.

HET IS NU

Tussen de rommel van de dag lag een geluksmoment.
Ik had het kunnen grijpen, haastig wegmoffelen
tussen de papieren waarop ik dingen samenbracht
die voor dichters bruikbaar blijven:

jeugdsentiment, mislukte liefde, dode spiegels,
de ketting waaraan ik naar de wereld had geblaft,
de oude rijmmachine die mogelijk ooit weer
in de mode kwam, nooit verzonden brieven, enz.

Ik liet het liggen, het was zo klein, niet eens
een hulpwerkwoord om na de dood mij nog
van dienst te zijn. Ik liet het liggen.
En nu ben ik het kwijt.

Een gedicht over het maken van een gedicht 
en daardoorheen een gedicht over hoe we zo vaak 
de kleine momenten vol poëzie die ons zomaar worden voorgeschoteld 
niet opmerken. 
Humor, zelfrelativering, melancholie, menselijkheid in al zijn kwetsbaarheid... 
Een zachte oproep om het geluksmoment 
dat ons wordt aangereikt te grijpen, 
om onze zintuigen open te houden 
voor het kleine mooie dat er altijd ergens is.
Een vers als leidraad voor het nieuwe jaar,
om elke dag open te staan voor het kleine geluk.
Dan wordt 2025 een gelukkig nieuw jaar!
(een herfstblad op een vensterbank in galerie Ecker Breda eigen foto 29/10/2014)



woensdag 4 december 2024

De poëzie van het oor

 Dichters zijn denkende woordkunstenaars en dat zorgt voor soms
(eigen foto genomen in MOMA
5 oktober 2016)
verbazingwekkende verzen vol humor. Zoals ook andere kunstenaars laten ze zich vaak inspireren door hun voorgangers. Zo'n inspiratie is soms heel expliciet, soms heel zijdelings. In het poëzietijdschrift Het liegend konijn verschenen een aantal gedichten van Rik Dereeper die allen een aanzet vonden bij een dichter of gedicht. Als voetnota onderaan geeft hij de link kort weer. Het gedicht dat ik hier meegeef kreeg als toelichtende nota het volgende mee: "Rogi Wieg (1962-2015) is hier de inspirator met zijn 'Gedicht' als uitgangspunt; het verscheen in de bundel 'De zee heeft geen manieren') (blz. 36-37).

OORSTRELEND
         voor Rogi Wieg

Je hebt mooie ogen, nee, zo mag je dat niet zeggen,
dichtte Rogi Wieg. Is zoiets heus al lang voorbij?
En wat te zeggen over oren? Prachtig zijn de oren
die de ogen helpen uit te kijken naar de ochtend:
dankzij beide schelpen, waaraan brillenpootjes haken,
kunnen ogen beter zien en mogen zij weer lezen
hoe een koning 'lieveling' als vloeibaar naamwoord
in een oor kon gieten. Zonder morsen. Glansrijk
bungelen de trendy hangers, slingeren de ringen
aan de lelletjes - hapklare belletjes. Paul Snoek
verorberde ze elke nacht met ingetoomde tanden.

Ook de binnenkant is poëzie. Een trilvlies trommelt
de geluiden via hamer, stijgbeugel en aambeeld naar
het slakkenhuis. Op dit traject van smeer tot hersens
sluipt een zijweg langs een luchtsluisregelbuisje
door Eustachius ontdekt. Zo'n luisterrijk verleden
schuilt in vele soorten oren. Neem nou tantes oude
theekopjes met goudomrande oren of het leren oor
van opa's weitas die van hazen hangt te dromen
in de zolderkast. Wie droeg in klas de ezelsoren?
Een vergeelde schoolfoto vereeuwigt Karels grote
flaporen. Bij rugwind fietste hij ons op een hoopje.

Dikwijls maakt muziek de oren blij, zo blij dat zij
de benen, stem en armen in vervoering brengen.
Klinkt Vivaldi's herfst, Erbarme dich of Il Lamento,
dan beroeren oren slechts de ogen: zie ons pinken
tijdens deze tranentrekkers. Ogen zijn de spiegels
van de ziel en oren de antennes die als voelsprieten
de sfeer aftasten. Zwoele klanken doen de handen
teder neerstrijken en laten traag de lippen naderen
met ingetoomde tanden. Oren zijn een erogene zone,
zijn unieke schelpen, langs geen strand te vinden.
Je hebt mooie oren, ja, zo mag een mens dat zeggen.

Een gedicht vol humor met klankrijmen, betekenisverschuivingen, knipogen naar andere dichters en naar componisten, een vleugje biologieles, een streling voor het hart. Om nog te herlezen en je eigen associaties daarbij de vrije loop te laten.

dinsdag 26 november 2024

Vader Jules

 Het meest recente nummer van het poëzietijdschrift Het liegend konijn (2024/2) bevat een cyclus van twaalf gedichten waarin het schrijvende ik reflecteert op het gezin waarin ze is opgegroeid en vooral over het ouderpaar. Dichteres Tania Verhelst brengt het verhaal onder de algemene titel "In de naam van de vader, de moeder en een rondtollende steen". In deze titel zijn de hoofdpersonages uit de cyclus genoemd. Elk gedicht toont een ander aspect van deze drie-eenheid. Hier laat ik je meelezen bij het vierde gedicht. De schrijvende ik ziet hoe de relatie tussen vader en moeder bepaalde patronen vertoont vanuit eigen gevoeligheden. Deze sociale rollen worden met veel humor aangekaart.

IV

vaker dan ons lief is ontsteekt vader in een oudtestamentische woede
die hij steevast inleidt met johannes hoofdstuk twee, vers negentien
breek deze tempel af en in drie dagen zal ik hem weer opbouwen
alleen van dat opbouwen komt niets in huis
het is ook maar een metafoor zegt vader dan
nee jules, zegt moeder, dat is het juist, voor jou niet
als moeder jules tegen vader zegt dan valt zij uit haar rol
en moeten wij oppassen want rollen zijn er net
om de schade te beperken

bovendien houdt onze vader niet van jules
en moeder weet het
geen enkele profeet heet jules
geen enkele president heet jules
ooit heeft vader zijn naam gegoogeld
hij kwam op een kledinglijn voor mannen
boxershorts met prints van klaver en hartjes
sindsdien haat vader zijn naam nog meer
(uit: Het liegend konijn, 2024/2, blz. 225)

(©Jules)



maandag 18 november 2024

Wij kennen de adresjes van de 'locals'

 Wij kennen de adresjes waar de 'locals' gaan eten. Je ziet er geen toeristen. Wie heeft dit nog niet gehoord of zelf eens gezegd naar aanleiding van een voorbije reis.
Toerisme is zodanig big business geworden dat het lastig wordt om je tegenover collega's of buren of familieleden te kunnen profileren als 'goede' meerwaardezoekende vakantieganger. De Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer schreef er een vuistdikke roman rond (Grand Hotel Europa) maar zijn landgenoot dichter Fred Papenhove rekent af met de toeristische marketingtaal in twaalf lijnen.

DAGJESVOLK

in de lucht een vluchtende vogelgroep
onze stad ligt er schitterend bij we houden
van citymarketing & toerisme kiezen voor
een plek waar style fashion lifestyle beauty &
food samenkomen met een bijzondere twist
zoals advocadotoast met gepocheerde eitjes en
radijsjes als ontbijt gezinnen dagjesmensen
gepensioneerde stellen met e-bikes en eigen
krentenbollen zijn natuurzijdank steeds meer
passé in het straatbeeld dagjesvolk kun je naar
ons idee als consumenten vergelijken met 't krijgen
van acute diarree terwijl we een witte broek dragen
(uit: Het liegend konijn, 2024/2, blz. 172)

(New York financial district - eigen foto oktober 2016)


donderdag 14 november 2024

Er staat niet wat er staat

 In 1970 verscheen bij uitgeverij Bert Bakker in de Ooievaarreeks (nr.191/192) een bloemlezing uit het werk van de Nederlandse dichter Martinus Nijhof onder de titel :"Lees maar, er staat niet wat er staat".
Vaak denk ik aan die woorden als ik weer eens te snel een berichtje via een van de sociale media heb verstuurd en dan pas ontdek dat een woord anders is gestuurd dan ik heb getypt. Soms is het saai, soms is het vervelend, vaak is het best grappig hoe de artificiële intelligentie ons verbetert. De dichter Mahlu Mertens schreef er een mooi gedicht over.

AUTOCORRECTIE

In mijn smartphone gaan de zielen zomaar verloren en
krijgen wij volwassen lichamen met kinderziekten
vergaan notes tot niets, wordt een groots vergezicht
groots vergeten.

Ik hoop op je mailadres, maar vraag naar
je maîtresse: mijn flirten vervormd tot grensoverschrijdend gedrag.
Mag ik het goedmaken? Een tweedekansdate
vervelt tot een tweedehandsdate: jij en ik

blijkbaar niets nieuws. Het ding ontkent zelfs ons bestaan,
verandert mijn naam in een werkwoord,
de jouwe in God. Ook Vlaams blijft vreemd:
ons geschreven gevoos verarmt tot kil Nederlands.

Maar soms, ongevraagd, schrijft het mijn woorden plots tot poëzie:
Hoe 'zwemmen we?' 'zwermen we?' wordt.
Een vraag die ik me nog nooit had gesteld.
(uit: Het liegend konijn, 2024/2, blz. 141)

Ook in de beeldende kunst zien we nu en dan smartphones en gsm's opduiken. Zo zag ik vorig jaar in München (museum Brandhorst) een schilderij van de Amerikaanse Nicole Eisenman getiteld 'What Happened'... een vraag die je jezelf ook stelt als je de autocorrectie-versie van je eigen bericht bekijkt.
(Nicole Eisenman : What Happened - eigen foto juli 2023)


 

vrijdag 18 oktober 2024

Muziek als medicijn

 Bij de jaarwisseling 2020-2021 gaf uitgeverij P (Leuven) een bloemlezing uit met 46 gedichten over Johann Sebastian Bach, verzameld door René Smeets. Deze uitgave was tegelijk de afsluiting van een feestjaar '30 jaar uitgeverij P'. 
De titel van deze bloemlezing is ontleend aan een liedtekst met dezelfde titel van de Nederlandse cabaretier Kees Torn.
Hieronder kan je als je wilt, het gehele lied beluisteren. Het gedicht/lied bestaat uit 15 kwatrijnen en een afsluitende vijfregelige strofe. 
Als smaakmaker hier enkele strofes van dit leuke Bach-lied. 
Hiermee sluit ik ook mijn snuistertocht in deze Bach-poëziebundel af.

WAS ALLES MAAR BACH

Ik hoef geen aspirientjes meer of multivitaminen
En nooit meer naar een huisarts of kliniek
Want niets is zo snelwerkend en eenvoudig toe te dienen
En zuiverend en heilzaam als muziek
(...)
Voldoende Bach is essentieel
Voor het gestel en het moreel
U blijft gezond als een makreel
Bij drie kwartier per dag
(...)
Zo lang het geen bacterieel
Abces is, Bach will never fail
Wanneer ik Florence Nightingale
Een keer citeren mag
(...)

(uit: Was alles maar Bach, blz. 43-45 passim)



woensdag 9 oktober 2024

Ariane Loze

 In MAC's Grand Hornu kan je nog tot 3 november naar een overzichtstentoonstelling van de Brusselse videokunstenares Ariane Loze(1988). Je ziet haar evolutie van 'stomme' korte films (4 à 7 min.) tot langere films (uitschieter is 'L'Archipel du Moi 32'54") met vele dialogen. Het bijzondere aan haar films is dat ze een echte doe-het-zelver is. Regie, script, montage, spel. Op één enkele film na (Otium) speelt ze zelf alle rollen met bijhorende andere kledij en wisseling van camerastandpunten. 
Loze neemt vooral de mondaine smalltalk op de korrel en de lege managementstaal en ze laat zien hoe haar personages innerlijk onzeker of verdeeld zijn of onder spanning staan. De twaalftal video's die te zien hier allemaal bespreken is onbegonnen werk. Best is om zelf te gaan kijken en te zien hoe deze dame erin slaagt op haar eentje een hele wereld op te bouwen. Er is één triptiek speciaal gemaakt voor deze tentoonstelling. Vertrekkend vanuit de site van Grand Hornu en geïnspireerd door de filosoof Ivan Illich brengt ze een verhaal van hoe mensen omgaan met energie en de natuurlijke hulpbronnen in deze video's onder de titel 'Energeia'. In de mens zelf zit ook veel energie en veerkracht, wat ze duidelijk laat zien; het gaat dus over meer dan ecologie alleen. 

(eigen foto still uit 'Energeia')


Het videowerk "Inner Landscape" (2018) toont drie vriendinnen die op een koude winterdag elkaar ontmoeten bovenop een heuvel. Het is alsof ze hun aardse beslommeringen willen loslaten om tijdens hun ontmoeting elkaar toe te zeggen een nieuwe start te nemen in hun leven. Een van de drie zegt het zo: "Vanaf vandaag wil ik altijd tijd maken."

((eigen foto's : Inner Landscape)

Als derde voorbeeld iets over een werk uit 2022 met de programmatische titel: "If You Didn't Choose A, You Will Probably Choose B". Met veel humor speelt ze enerzijds enkele zakenvrouwen die proberen hun producten en data te verkopen en anderzijds enkele kritische stemmen die waarschuwen dat we ons persoonlijke leven via onze gsm en computergegevens te grabbel gooien voor de geldzuchtige commercie. Hier klinkt het sloganesk, maar Ariane Loze weet in dit ruim 19 minuten durend werk heel gevarieerd haar verhaal te brengen.
(eigen foto)


vrijdag 27 september 2024

Ode aan de tranen

 Er zijn dichters van nabij en behapbaar en er zijn dichters van het grote gebaar en weidse visioenen. In de eerste categorie kan je zeker de Vlaamse dichter Luuk Gruwez plaatsen. Zijn peinzende melancholie leidt naar mooie gedichten. Zo las ik in het tijdschrift Het liegend konijn (2024/1, blz. 68) onderstaand vers. Door zijn Latijnse titel ontstaat er enig afstand en in dat vers merk je ook enige afstand die hij onder anderen bewerkt door zijn thema met humor te benaderen. Het fenomeen 'tranen' (in het Latijn lacrimae) wordt in al zijn aspecten uitgezegd en doorlicht. Tranen zijn des mensen maar zoals zo veel menselijke dingen zijn er licht- en schaduwkanten, kansen tot groei en kansen tot neergang, aanleiding tot meer menselijkheid en kansen tot minder menselijkheid. In vijf maal vijf regels ontstaat een universum waarin we onszelf kunnen spiegelen. 

LACRIMAE

Er zijn tranen die willen blijven, andere die liever verdampen.
Ridicule die zich van al dat gedrup cito presto willen ontdoen.
Maar ook trage die ondanks hun getreuzel grondig opluchten.
Besmettelijke zelfs, in staat bij zowat iedereen op te wellen.
Of trieste tranen die je ten slotte bijna blijmoedig doen snikken.

Sommige zijn er louter voor de lol. En wat te denken
van niet te stuiten tranen waartoe men moest verplichten,
maar die koppig weigeren te vloeien bij orkaan, vulkaan,
bosbrand, genocide, bombardement of - in een tropenland -
een uitgemergeld kinderlijkje door zijn moeder

kordaat tegen de boezem gedrukt? Er is voor elk
wat wils. Verkies je tranen bij iets nabijs of iets verafs,
iets futiels, banaals, triviaals? Die vloeien net zo goed
als de -Mon Dieu!- prachtlievende meesterwerkjes,
uitgestald in de chicste vitrines van het verdriet.

Misschien heb je het meer begrepen op nutteloze tranen,
afkomstig uit een krop in de keel, kippenvel? Soms ben je
bang om ze te zien, verknocht, nee, verkocht als je bent
aan vunzige krokodillen- en uientranen,
het makkelijke natte, de tranen met tuiten

die je doen schuddebuiken bij ranzige moppen of de
per ongeluk ontsnapte wind uit de doorluchtige derrière
van een edelachtbare die middels de kont als bazuin
een waarheid predikt, moeizaam opgespaard in de donkerste
kronkels van een kop, die niets liever dan vergeten wil.

(detail van schilderij van Rogier van der Weyden : De kruisafneming ca. 1435
©Prado)



woensdag 18 september 2024

Kleurrijke wisseltijd

(gay pride Wenen juni 2013 eigen foto)

 Nu sociale media overlopen van mensen die zichzelf tonen en in dat tonen zichzelf willen manifesteren, hun identiteit bevestigen en hun bestaan in de wereld affirmeren, is het toch niet makkelijk je eigen plaats te vinden. 
Sociale wezens als we zijn hebben we ook anderen nodig om onszelf te vinden en te zijn. 

Het dichterlijke ik in bijgaand vers van Frouke Arns (1964) ontdekt dat hij/zij niet meer past bij zijn/haar partner. Alleen 's avonds thuis komend passeert deze dag de revue en daarmee op een humoristische wijze thema's als identiteit en relaties. 

Een gedicht met veel humor maar ook meerdere lagen. Om van te genieten ook al ontdekt het ik dat er een wisseltijd aanvangt, een ongemakkelijke tijd van zichzelf opnieuw herdefiniëren. En zoals een individu soms in een wisseltijd terecht komt, zo ook een samenleving. Een ongemakkelijke tijd van zichzelf opnieuw definiëren als samenleving...is dàt ook niet dé grote uitdaging voor politici en actieve en bewuste burgers én op lokaal vlak én op nationaal en internationaal terrein? 
Zalig een dichter die dit alles kan uitschrijven zonder zeemzoete tranen en opgeblazen pathos. 
Groots.


WISSEL

Ik ben een enorme sauslover, zegt een jongen in de trein.
Zo simpel kan het zijn, jezelf zo te definiëren.

Hij heeft het over bearnaise en piccalilly, terwijl in het gangpad
de mensen van de Pride zich opmaken om los te gaan.

Vanuit de stilstaande coupé haasten rolkoffers, oortjes en telefoons
zich richting de trap, een jochie rust zijn hoofd op de toendra

van zijn moeders boezem terwijl zijn vader buitenspel gezet
mistroostig en niets ziend naar zijn reflectie staart.

Wij hadden de middag met bier en macadamia's in het park
gelegen, tussen sunlovers, musiclovers, funlovers,

fashionlovers, yogalovers, half ontklede mannenlovers
die het blot voor de spiegel hadden gerepeteerd

en gezien dat wij niet langer samen pasten
op het kleedje. Misschien waren we te zeer gegroeid.

Na de wissel rijd ik achterwaarts de tijd in, de brug over,
terug naar mijn stille huis, vertrouwde grond

en denk aan een sauslover roerend in zijn pannetje,
het water al in de mond.

(uit: Het liegend konijn, 2024/1, blz. 11)

donderdag 12 september 2024

Marc Van den Hoof is niet meer...

 Vorige week, op 4 september, overleed Marc Van den Hoof (1946-2024), een vertrouwde radiostem. Van 1976 tot 2011 was hij actief op verschillende Vlaamse radiozenders als programmamaker en presentator. Literatuur en jazz waren zijn ding. 
Als eresaluut en afscheid wil ik hier plaats geven aan een gedicht van hem dat hij schreef in opdracht voor Muziek & Woord, het toenmalige maandblad van eerst Radio 3 en later Klara en Canvas. Gedurende enige jaren werd elke maand een gedicht afgedrukt in het handschrift van de dichter. Die rubriek was al verdwenen toen dit gedichtje aan de redactie werd bezorgd.
Het vers getuigt van een zoekende aftastende persoonlijkheid en vooral van zijn kunst om te relativeren en gevoel voor humor.
Geen billenkletsershumor, maar daarom juist zo charmerend en innemend. 

IN OPDRACHT
(Marc Van den Hoof  ©hln.be)

Maar mag het dan ook zonder opsmuk,
eind-,  binnen- en stafrijmloos zijn?

En over de simpelste dingen gaan,
zoals bv. over de dood?

Of zou de conclusie mogen zijn
dat het leven kort is?

Zo vanzelfsprekend allemaal - mag dat?-
dat misschien wel iemand opmerkt:

daar is nu, volgens mij,
geen kunst aan.

(uit: Marc Van den Hoof, De parafrase, uitgeverij P, Leuven, 2010, blz. 43)

dinsdag 4 juni 2024

Wie is de ander?

 Voor het gemak van samenleven vormen we ons een beeld van de mensen die ons levenspad regelmatig kruisen. We kennen hen bepaalde karaktertrekken toe, interesses en gevoeligheden. Soms moeten we tot onze scha en schande ontdekken dat ons beeld niet helemaal past of een zeldzame keer helemaal niet. 
Geschenken geven we meestal vanuit ons beeld van de ander en doorgaans is de ander zo beleefd deze te ontvangen, ook al komt de frustratie vrij na het vertrek van de gever. 
Ook bij een overlijden worden we soms geconfronteerd met andere facetten van de afgestorvene zodat we ons beeld moeten bijstellen.
Vol humor laat dichter Ludwig Van de Voorde ons delen in zo'n ontdekking (Het Liegend Konijn, 2023/2, blz. 221).

TEN PARADIJZE
(©Stadsarchief Delft)


grootmoeder liet vier schoenendozen
gedachtenisprentjes na.
ruwweg geschikt op naam, datum,
een aantal families zaten dood
bij elkaar.

soms schreef ze als geheugensteuntje
iets in de marge, in potlood naast het kruis:
zakkenvuller.
boer.
liet andermans zon in het water.
haar idee van uitvaart houden.
nadien, bij nieuwe onthullingen,
bracht een vlakgom af en toe genade.

ook vonden we zelfontworpen stambomen:
werkmakker van maurice die getrouwd 
was met de zuster van wilfried
de gemeente-ontvanger.
nadien laten zitten, de schoft. 3 kdn.

in balpen.

dinsdag 30 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Rob Van Essen

 



In poëzie kan alles. Zo wordt bij Rob Van Essen (1963) het papier waarop de dichter een vers neerpent een personage. En niet alle beeldspraak is 'verheven' en 'romantisch' zoals vaak bij poëzie wordt geassocieerd.
(©Stephan Vanfleteren en Passa Porta)


POEZIE

het papier zat voor het raam en keek naar buiten
niet eens peinzend eerder blanco
niet eens afwachtend geen idee had het

de leegte was voor even
het werd verkracht met een gedicht

zoals er miljoenen varkens zijn
alleen omdat wij vlees eten
zo is er leeg papier

(uit : Het Liegend Konijn, 2022/2, blz. 99) 

maandag 29 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Anneke Brassinga


 



Poëzie is onder anderen spelen met woorden en klanken en betekenissen...zoals hier Anneke Brassinga (1948) ons laat meeproeven.



VOORBEELDEN, NABEELDEN

(©NPE)
(1)

Is een pelvis bijvoorbeeld schelvis die zich schillen laat?
Composterende taaldaden: bij nachtmaan
bestrijkend voorzienig gespannen semantisch-vocale richtlijnen
die woordenspruitveld groeizaam prangen tot stramien
zien wij, nijver schoffelend en mestend, Moeders Aardes ingewand
oplichten onder de verkorven korst - zij baart!
Lag voorheen grauw schootsvel van de vissenstropers daar
waarover woelingen bij hemelstorm, lilligste
drenkenlingsschuimkoppen
verstild nu, iele koortsgeraamtes voor het leenschijnsel langs;
levend doodsbeeld de magnetisch aanbedene die ons omarmt
van haver tot gort alle aren villend, tot pelvellen 't dorste uitgedorst.
Als hij zichzelf straks weer verslonden heeft - zijn wij erbij.

(uit: Het Liegend Konijn, 2022/2, blz. 48)

zaterdag 27 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Maaike Elise Van Steenis

 




Een van de wonderlijkste dingen is wat men noemt "inspiratie". 
De bron waaruit artiesten putten om hun schilderij, sculptuur, 
installatie, partituur, roman of gedicht te maken. 
Er leven nogal wat clichés daaromtrent 
die ook dichtenderwijs op de hak genomen 
kunnen worden zoals hier 
Maaike Elise Van Steenis (1978) doet.

RADHA

Mijn leven is te leuk voor poëzie
(©Maaike Van Steenis)
andere dichters hebben de luxe
te putten uit bakken ellende
noodlottigheden en rampspoed
van vreemdgaande partners tot ingestorte huizen
ik moet het doen met het missen van de trein
mijn zus die witte wijn serveert tijdens een etentje
terwijl ik zin had in rood

vol frustratie staar ik naar het lege blad
probeer een uitgedoofde vakantieliefde
op te blazen tot drama van epische proporties
pook met mijn pen in een schrammetje
poog er een wond van te maken

helaas, ik heb een dak boven mijn hoofd
behaaglijk warme sloffen
vrienden die soep brengen als ik ziek ben
leef in een welvarend land
waar mijn mening wordt gehoord
genoeg geld op mijn rekening
voor een chic diner of het zoveelste paar schoenen
misschien kan ik iets met het klimaat

na een dag worstelen met woorden
weer geen existentiële crisis ingekookt tot meesterwerk
beklaag ik me bij mijn lief over het gebrek aan leed
dat mijn literaire ambities saboteert

hij pakt mijn hand
knikt begripvol
klootzak.
(uit: Het liegend konijn 2023/1, blz. 168)