Posts tonen met het label geweldloosheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geweldloosheid. Alle posts tonen

maandag 18 augustus 2025

De wereld als schouwtoneel of als slagveld?

(©uwkringding.be)
Door de dagelijkse beelden van oorlogstoestanden in Gaza, Oekraïne, Afrika... kunnen we niet vergeten dat we in westelijk Europa leven op een geprivilegieerde plek  zonder allesomvattend wapengeweld en zonder dagdagelijkse doodsdreigingen.
In het laatste nummer van Het Liegend Konijn (2025/1, blz. 182) is een gedicht gepubliceerd van dichter Erik Spinoy die de slagvelden van de grote wereld laat ineenvloeien in de slagvelden van de kleine mensenlevens. 
Roodkapje en de wolf loeren mee om de hoek.

OORLOG EN VREDE (1)

'Medemens : gelijke en spiegelbeeld.'
'Naaste : bemin haar als Uzelf.'
'Buurman : beter dan een verre vriend.'

V-- ziet U ongelovig aan.

De mens een wolf voor de mens.
De wolf een mens voor de wolf.
Weerwolf, medeweerwolf.

Eens vallen ze af : de fraaiste, liefste
smetteloos witst gekalkte maskers.

Onzalig zijn de argelozen.
Onzalig zijn de zuiveren van geest.

Zulke grote ogen, zulke scherpe tanden
zulke sterke harige poten in het bed

het huis dat U vertrouwd en veilig en
alleen het Uwe scheen.

Is pacifisme naïef? 
Is vertrouwen in de andere argeloos?
Wordt onze veiligheid gegarandeerd door 'wolvenmanieren'?
Wat is masker en wat niet als we het gelaat van de andere zien?





vrijdag 24 januari 2025

Afscheid van NWT - Amos Oz over macht en Israël

 


In februari 1990 verscheen in het NieuwWereldTijdschrift een politiek essay van de Israëlische romanschrijver en essayist Amos Oz (1939-2018). De situatie toen was complex (wanneer niet in het Midden-Oosten??) en internationaal kreeg Israël heel veel kritiek omdat het in juni 1982 Libanon was binnengevallen en daar hele delen van dat land bezet hield, tot het zich in juni 1985 uit de meeste gebieden terugtrok (zonder de controle helemaal uit handen te geven). Toen ik onlangs dit artikel opnieuw las bleek het nog steeds brandend actueel. Tegelijk biedt het een kader waar we zichtlijnen krijgen aangeboden vanuit een joodse hoek die probeert verder te kijken dan de brandende maar ook beperkte actualiteit. Het overstijgt het polariserende denken maar maakt ook duidelijke keuzes.
Het wordt een lang bericht, doch gezien de actualiteit leek het mij beter het niet in meerdere berichten op te knippen, maar het hier in zijn geheel te plaatsen.

Hoor Israël
Amos Oz titelt zijn essay "Hoor, Israël" of in het Hebreeuws "Sjema Israël". Dit is de centrale gebedsformule in het ochtend- en avondgebed van het jodendom en kan zo vertaald worden: "Hoor Israël, de Heer is onze God, de Heer is de Enige. Heb daarom de Heer, uw God, lief, met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van uw stad." Zo plaatst hij zijn bedenkingen onmiddellijk in een ruim joods en historisch geheel.

Geen eenvoudige en eenduidige breuklijnen
Amos Oz  begint zijn essay met erop te wijzen dat er geen simpele schema's zijn om over de houding van de joden te spreken. Hij benoemt de interne verdeeldheid binnen de joodse gemeenschap als een Israëlische burgeroorlog die al tientallen jaren aan de gang is, maar hoofdzakelijk een verbale oorlog is waarbij de partijen elkaar maagzweren en hartaanvallen bezorgen. Fijntjes wijst hij erop dat Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten van Amerika (en op een andere wijze ook Duitsland, Rusland of Italië) mede zijn gevormd door bloedige burgeroorlogen.

"Zoals in elke maatschappij bestaat er in Israël een niet aflatende spanning tussen integrerende en differentiële krachten. Zij het dat de differentiële kracht bij ons naar het luidruchtige neigt, terwijl de integrerende kracht soms aan het oog onttrokken is. (...) een 'onafwendbare burgeroorlog' die tot dusverre was afgewend doordat de verborgen integrerende kracht tenslotte sterker bleek dan de zichtbare differentiële kracht, doordat de boosheid niet opgekropt werd, maar gekanaliseerd in verbale woedeuitbarstingen, en tevens door de verenigende invloed van de dreiging van buiten."

Dan beschrijft Amos Oz verschillende visies en dromen over de staat Israël zoals die leven bij verschillende groepen in het jodendom. Hij rondt die beschrijving als volgt af : 
"Een rijk, fascinerend, gecompliceerd gamma van tegenstellingen is dus niet alleen kenmerkend voor het hedendaagse Israël. Het ligt verankerd in de grondvesten van de staat. Het kan natuurlijk degenereren door een oppervlakkig verlangen 'de scheidsmuren neer te halen' om zich te kunnen scharen rond een banale gemeenschappelijke noemer. Ook kan het een gewelddadige, verwoestende explosie teweegbrengen. " Er is voorlopig(anno 1989) niet zo'n explosie, zegt Amos Oz, op voorwaarde dat "er momenten van waarheid zijn waarin ook een verdeelde maatschappij niet kan ontkomen aan het nemen van een ondubbelzinnige beslissing over waarden en normen."
(©Christenen voor Israël)


Voor het eerst fysieke macht
De toenmalige Libanon-oorlog noemde Oz zo'n moment van waarheid, omdat de staat Israël haar macht en mogelijkheden ontdekt heeft doorheen deze oorlog.
"De ervaring van macht maakt velen van ons dronken, hetgeen begrijpelijk is: duizenden jaren lang hebben de joden ervaring opgedaan met de macht van het geloof en van zelfopoffering, met economische en intellectuele macht, maar de macht van de fysieke kracht hadden de joden slechts ervaren op hun eigen rug. En nu, 'plotseling' beschikken joden over militaire macht..."

Oz wijst erop dat deze macht langzaam is opgebouwd maar velen zien niet dat deze fysieke macht slechts mogelijk werd door motivatie, erkenning door internationale gemeenschap, bondgenootschappen... Die blindheid vindt Oz pijnlijk en verderfelijk. Maar er is erger...
"Erger nog is de alomtegenwoordige blindheid voor het fatale verband tussen het voortdurend vertrouwen op fysieke macht, het arrogante gepronk met macht, de aanbidding van macht, en het aanzwellen van de geweldsgolven in eigen huis: wie zichzelf en zijn kinderen opvoedt volgens de grove stelregel dat macht recht verleent en dat je stevig moet vasthouden wat je te pakken gekregen hebt, dat de overwinning een teken is van hemelse genade, dat wie eens slachtoffer is geweest, zichzelf als slachtoffer mag blijven beschouwen, ook als hij anderen tot slachtoffer maakt, dat het leven een kwestie is van in één keer je slag slaan, die moet niet verbaasd zijn als deze regels binnendringen in het dagelijks leven, in de relaties op het werk, met de buren en binnen het gezin, en in de rij bij de bushalte."

Geen vragen stellen
Oz zag tijdens de Libanonoorlog een soort extase van zionistische overheersingsretoriek. Heel de wereld moest de joodse waarheid zien én erkennen. Maar deze oorlog kwam niet uit op een groot debat over de grenzen van de macht.
"Ook deze vragen worden niet meer gesteld: wat kan er met macht bereikt worden en wat niet? Wat mag er wel en niet met macht gedaan worden? Wat is de moeite waard om met macht te bewerkstelligen en wat niet? Wat is de aard van macht, en waaruit bestaat ze?"

Amos Oz vindt de tweespalt in het joodse denken geworteld in de boeken van de Thora (de eerste vijf boeken van de Bijbel, voor het jodendom dé enige Bijbel). 
"Al vanaf Genesis woedt er in het jodendom een strijd tussen xenofobisch stamsentiment en een open, algemeen-menselijke visie. We moeten erkennen dat beide benaderingen authentiek-joods zijn en dat geen van de twee 'origineler' is dan de andere. (...) altijd is die oude spanning werkzaam tussen de twee primaire houdingen ten opzichte van 'de buitenwereld'. De Dr. Jekyll en Mr. Hyde van het jodendom. Het moderne zionisme heeft deze ambivalentie geërfd."

Tegen die achtergrond bekijkt Oz de strijd van de staat Israël sedert haar onafhankelijkheid. Hij is niet zo mals voor de evoluties die hij meent te onderkennen daarbij.
"Wat begon als de strijd om het recht 'een vrij volk te zijn', heeft gaandeweg een eendimensionale betekenis gekregen: vrij zijn van vreemde overheersing. Maar er worden steeds meer componenten overboord gezet ten behoeve van de 'vrijheid' om anderen te onderdrukken. En om de Palestijnen te kunnen blijven onderdrukken, wordt van ons geëist dat we een aantal zaken opofferen die kenmerkend zijn voor een vrije staat. (...) Er is een generatie opgegroeid van strijders, militaire gouverneurs, veiligheidsmensen, lijfwachten en geheim agenten. De staat mobiliseert zijn beste zonen niet om zichzelf te verdedigen, maar om zijn 'veiligheidszones' te handhaven."

Amos Oz komt zo tot het besluit van zijn essay, van zijn proeve om de machtspositie van de joodse staat te doorgronden. De laatste alinea gaf hij als titel:

Het lichaam en de ziel
"Wij zijn niet bij machte, hoe men het ook wendt of keert, om alle Arabieren te onderwerpen en hun het concept op te leggen van het 'recht op grond van voorvaderlijke verdienste' dat voor sommigen van ons zo heilig is. 
Wij zijn niet bij machte om de hele wereld te dwingen zich te onderwerpen aan de wil en de machtshonger van sommigen van ons. Wij zijn niet bij machte om gestalte te geven aan de fantasie van Dov Lior [rabbijn en belangrijk woordvoerder van extreem-rechtse joodse strekking] door 'al het kwaad in de wereld uit te roeien'. 
Wij zijn wèl bij machte om te kiezen of we ons al dan niet boosaardig gedragen.
De keuze gaat daarom tussen compromis, overeenstemming en coëxistentie enerzijds, en anderzijds een telkens terugkerend gewelddadig opleggen van onze macht zonder enige zekerheid dat deze afdoende zal zijn, en met ernstige vrees voor processen die de grondvesten van onze macht zullen aantasten. (...) De prijs van de permanente afhankelijkheid van gewapende macht, een macht die ons ten dele is toegevallen door de goedgunstigheid van anderen, de prijs voor het gebruiken van de macht om de wil van enkelen van ons op te leggen aan de rest van het volk, aan de Palestijnen, aan 'de wereld', zou wel eens onaanvaardbaar hoog kunnen worden. De uitdijing van het lichaam kost ons onze ziel."

Hoe pijnlijk actueel blijft deze analyse door een Israëlisch staatsburger, vijfendertig jaar na publicatie. Maar naast deze onmiddellijke toepassing, zie ik elementen in dit essay ook op andere vlakken te overdenken. Al wie over macht wil denken en over opvoeding, vindt hier vruchtbare ideeën. 
En dan die fundamentele idee: we zijn bij machte te kiezen 
of we ons al dan niet boosaardig gedragen. 
Stellen wij ons open 
voor integrerende of voor differentiërende krachten?
Uitdagend om te realiseren in dit nieuwe jaar.
 

maandag 16 mei 2022

Stem geven aan ons verlangen naar goedheid

 Vele mensen zeggen dat ze de laatste jaren (en zeker de laatste maanden) niet zo vaak meer naar het TV journaal kijken om te voorkomen om depressief te worden. Zoveel nieuws over geweld, oorlog, zinloze schietpartijen, vluchtelingen, natuurrampen, klimaatontregeling, pandemie, polarisatie en noem maar op. Je zou maar al te graag daaruit besluiten hoe waar de oude Romeinse spreuk is : Homo homini lupus (de mens is een wolf voor zijn medemens). 
De Poolse dichter Ryszard Krynicki (°1943) heeft gedurende zijn leven vele momenten gehad om ook tot dat besluit te komen. Geboren in een nazi-werkkamp in Oostenrijk, groeide hij op in Polen dat toen gedomineerd werd door de Sovjet-Unie of zoals hij zelf zei het "georganiseerde socialisme". Wanneer hij eind jaren 1960 en in de jaren 1970 probeerde gedichten te publiceren, werden vele verzen gecensureerd. Op sommige plekken waren gewoon witte vlekken in de tekst. Ook kreeg hij enkele jaren een volledig publicatieverbod opgelegd. Meerdere keren werd hij gearresteerd op basis van verzonnen aanklachten. Hij moest in die jaren tientallen huiszoekingen dulden. In december 1981 dan werd de roep om meer democratie (denk aan de vakbond Solidarnosc)  gesmoord door een militaire junta onder leiding van generaal Jaruzelski. Dit was het begin van een periode van harde repressie tegen al wie niet mee stapte in de partijlijn. 
En dan schrijft Krynicki in 1982 een gedicht met als titel 'Goedheid'.
Tegen de achtergrond van zijn leven en de leefomstandigheden toen is dit vers bijzonder. Anders dan Rutger Bregman in zijn boek "De meeste mensen deugen" en anders dan de filosoof Emmanuel Levinas en zijn filosofie van de kleine goedheid (zie het boek van Roger Burggraeve : "Geen toekomst zonder kleine goedheid") die vele bladzijden nodig hebben om hun pleidooi te onderbouwen, spreekt dit korte gedicht van Krynicki zo krachtig in al zijn eenvoud.
 Een geloofsbelijdenis in de goedheid. Wat we in onze dagen best luid laten klinken en delen met elkaar.

(Ryszard Krynicki 2021
©klaudyna schubert)


GOEDHEID

Goedheid is weerloos
maar niet machteloos.

Goedheid behoeft geen kracht.
Goedheid is kracht.

Goedheid hoeft niet te zegevieren:
goedheid is

onsterfelijk.

(uit :Krynicki, Ryszard, De nooit te helen wond van de waarheid. Honderd gedichten.  Uitg. P, Leuven, 2020, blz. 67 - vertaling Kris Van heuckelom)

dinsdag 25 augustus 2020

Film : A Hidden Life

 Het toenemende welzijn van de wereld is deels afhankelijk van onhistorische handelingen, daden die verglijden in de plooien van de geschiedenis. Over zo'n 'verloren', 'vergeten', 'verborgen' leven gaat het in de meest recente film van Terrence Malick. Een film gebaseerd op waargebeurde feiten.


Malick vertelt het leven van een Oostenrijkse boer, Franz Jagerstätter, die in zijn Alpendorp de enige is die weigert aan te sluiten bij de Nazipartij na de 'anschluss' (1938) door Duitsland. We zien hoe hij en zijn familie meer en meer geïsoleerd worden in hun gemeenschap en hoe de druk op deze 'buitenbeentjes' wordt opgevoerd. In 1943 wordt Franz alsnog opgeroepen voor militaire dienst. Hij gaat naar de kazerne waar hij zich moet aanmelden, maar weigert er een eed van trouw aan Hitler te zweren. Dit bekoopt hij uiteindelijk met zijn leven.


Malick toont zich een meester in deze film:  de grootse panorama's van de Alpen waar de kleine mens bijna onzichtbaar zijn werk doet op het ritme van de seizoenen, de schitterende fotografie van de beproefde liefde tussen Franz en zijn vrouw Fani, de close-ups van de verschillende figuren die proberen Franz op andere gedachten te brengen en dat alles wordt gedragen door een mooie muziekscore.

We volgen een man, die vanuit een diepdoorleefd geloof overtuigd is dat hij geen soldaat in actieve dienst wil zijn; hij wil wel nog ziekenzorger zijn, maar hoe dan ook: trouw en gehoorzaamheid zweren aan de Führer is voor hem onverzoenbaar met zijn katholieke geloof. Dàt geloof en de liefde van én voor zijn vrouw en kinderen houden hem staande tijdens zijn gevangenschap. 




Als kijker blijf je achter met de vraag: wat zou ik gedaan hebben? Hoe sterk is een overtuiging voor mij en hoe consequent wil/kan/durf ik te gaan? Nu in onze tijd er een groeiende polarisatie te merken is in de gedachten van mensen, kan er een moment komen van keuze die misschien niet letterlijk tot de dood leidt, maar mogelijks wel tot sociaal isolement. Wat dan?

A hidden life is een film waarin Malick een pleidooi houdt voor deze 'verborgen' levens die onze menselijkheid hoog houden midden moeilijke tijden. Deze verborgen levens die niet de grote geschiedenis veranderen zorgen wel voor het hooghouden van humaniteit in barbaarse tijden. Een film om best op groot scherm te bekijken: de prachtige natuurfotografie versterkt dan nog de nietigheid van de mens, maar hoe hij in zijn kleinheid en verborgenheid toch groots kan zijn. Een film die ons moet wakker houden zodat gewetensbezwaren hun plaats blijven hebben in een samenleving. Dan wordt welzijn gecreëerd en humaniteit.

woensdag 2 oktober 2019

2 oktober : internationale dag van de geweldloosheid

In onze West-Europese landen kunnen we (voorlopig?, vooralsnog?) onszelf in vrijheid uitdrukken zonder gevangenisstraf of andersoortige vervolgingen op te lopen. Op vele andere plekken op onze aarde is dit jammer genoeg niet zo en toont een burgerlijk of militair bestuur zijn angst door harde repressie. Dan vraag ik mijzelf dikwijls af: hoe zou ik (over)leven in zo'n samenleving? hoe zou ik reageren? Eerlijk gezegd: ik weet het niet.
Kunst is in vele gevallen een belangrijke vindplaats van menselijkheid midden gruwelen en onderdrukking. Kunst plaatst op een geweldloze manier een vraagteken bij de aannames van machthebbers en dat wordt door hen niet in dank aangenomen.
Verhalen van personen die juist geweldloos hun menselijke waardigheid proberen hoog te houden zijn een spiegel en tonen de veerkracht van mensen. Zij verdienen vandaag een stem.

In een roman van de Spaanse schrijver Enrique Vila-Matas (°1948) "In Kassel is niets wat het lijkt" las ik een ontroerend verhaal. Zijn roman speelt tijdens DOCUMENTA 13 (in het jaar 2012) in het Duitse Kassel waar de schrijver-hoofdfiguur gevraagd is als een writer in residence.  
Hij ziet er een reeks schilderijen van de Beierse priester Korbinian Aigner (°1885+1966) met appels en peren, twee stuks per schilderij. Een reeks ongekunstelde appelschilderijtjes zou je denken. Maar een deel van die werken schilderde hij tijdens zijn opsluiting in het concentratiekamp van Dachau. De priester was té kritisch geweest voor het Nazi-regime en overleefde met moeite zes jaren gevangenschap. Omdat hij voordien al als boerenzoon en plattelandspriester actief was als appelkweker met ruime kennis van zaken, kon en mocht hij in het kamp ook appelbomen kweken. Daar kweekte hij vier nieuwe rassen, die de naam kregen KZ 1-4. Appels kweken en schilderen hielpen deze priester te overleven zonder zijn menselijke waardigheid te verliezen.


(Korbinian Aigner - Documenta 13 - foto gevonden op internet)






En de schrijver associeert dan verder. "Terwijl ik naar die appels keek en merkte dat stukjes van 'Le grand paranoïaque' zich erop leken te hebben vastgezet alsof ook deze appels de sporen van een voorgaand kunstwerk nodig hadden om zich completer te voelen, dacht ik na over menselijke moed en herinnerde me het geval van een jonge, in romantische Engelse literatuur gespecialiseerde vrouw uit Moskou die, naar ze me hadden verteld, in de tijd van Brezjnev vanwege een stompzinnige en compleet valse aanklacht (dat spreekt vanzelf) in de cel werd gegooid, zonder licht en zonder pen en papier; deze jonge vrouw kende Byrons epos 'Don Juan' vanbuiten (dertigduizend verzen ongeveer) en in het donker vertaalde ze het in haar hoofd in Russische verzen. Toen ze uit de gevangenis kwam, bleek ze niet meer te kunnen zien en dicteerde ze haar vertaling aan een vriendin, en dat is nu de toonaangevende Russische vertaling van Byrons werk." (Enrique Vila-Matas, In Kassel is niets wat het lijkt, vertaling Nadia Ramer, uitg. De Geus,2017, blz. 270)


(Salvator Dali : Le grand paranoïaque  Documenta 13
collectie museum Boymans Van Beuningen)


Op deze internationale dag van de geweldloosheid is het goed om de bronnen van onze menselijke waardigheid op te zoeken en te verdiepen. Kunst en getuigenissen kunnen ons daarbij inspireren.

maandag 20 mei 2019

Het slagveld van de verkiezingen

Onlangs las ik het boek "Afgeleid" van de Australische filosoof Damon Young (uitg. Ten Have, Utrecht, 2014). Hij zoekt wat het is mens te worden midden alle prikkels van het leven in werk en in vrije tijd, in politiek en in kunst, in de relatie met anderen en met zichzelf. Het vierde hoofdstuk van zijn boek behandelt de politiek onder de bijzondere titel: Afscheid van de wapenen. In deze dagen net voor de verkiezingen biedt dit hoofdstuk veel stof tot nadenken en confrontatie met wat ons wordt voorgeschoteld via propaganda en media.

(affiche van de Rooms Katholieke Staats Partij
in Nederland RKSP -1925)
Damon Young brengt in dat vierde hoofdstuk onmiddellijk Machiavelli ten tonele die oorlog als enige doel van het leven ziet. Om in die levensoorlog (struggle for life?) stand te houden kan elke afleiding nefast zijn. Afleiding is dan ook het favoriete instrument van de agressieve leider (blz.75). Young zoekt dan naar de eigenheden van onze huidige democratie, die heel verschillend is van die uit het klassieke Athene. Buiten de naam is er ongeveer niets dat gelijkloopt. Hij ziet dat het beleid nu in handen is van beroepspolitici en specialisten. De media zijn in handen van concerns en adverteerders, wat niet bevorderlijk is voor een politiek dialoog tussen politici en burgers. Hij stelt duidelijk dat de samenleving geen eigendom is van het volk en daarom oorlogsbuit waar professionals om vechten. In de politiek wordt dan ook volop gebruik gemaakt van militaire metaforen.
In deze dagen van verkiezingskoorts moeten we niet ver zoeken: slag om de stemmen, verkiezingswinnaar, verpletterende nederlaag voor, gevaar voor invasie van,  enz...


Young waarschuwt voor deze metaforen. Metaforen zijn bepalend voor ons leven doordat ze ons een kader geven waarbinnen we onszelf en de wereld doorgronden. Ze bezitten het vermogen om een werkelijkheid te creëren! (blz. 78-79) Het gebruik van de oorlogsmetafoor betekent dan ook dat we ons onderwerpen aan beroepsmilitairen (politici, lobby's specialisten,...) en dat we hun oorlogsmoraal volgen. Young vindt dan ook dat de democratie nu meer weg heeft van een oorlog tegen de eigen burgers dan een samen beheren van de samenleving.
De affiche uit de oude doos hierbij toont dat deze oorlogsmetafoor niet alleen een kwestie is van woorden, maar ook de propagandabeelden mee bepaald en zo gaandeweg de samenleving maakt tot een oorlogstoneel. Ook bijna geen enkele politieke strekking is blijkbaar in staat om deze oorlogsmetaforiek links te laten liggen.


Deze enkele gedachten kunnen we plaatsen naast de verkiezingsslogans en verkiezingsaffiches die ons moeten verleiden tot een bepaalde keuze. We kunnen kiezen voor partijen en personen die de oorlogstrommel slaan of we kunnen kiezen voor partijen en personen die een ander, een niet-oorlogsverhaal brengen. Zo kunnen we in-stemmen met de oorlogsmetaforen of proberen ertegen in te gaan.

donderdag 5 april 2018

Blootvoets in de oorlog

De schilder Sam Dillemans is altijd opnieuw op zoek naar de mogelijkheden van het doek en de verf om zich te uiten. In zijn huidige tentoonstelling "Goodbye to all that" (tot midden december in zijn exporuimte in de Eggestraat 2, Antwerpen) zie je hoe hij goed heeft gekeken naar de meesters van de schilderkunst, oude meesters (El Greco, Goya, ...) en moderne meesters (Beckmann, Dix,...) maar ook hedendaagse meesters als Anselm Kieffer.
Een werk in het bijzonder deed mij denken aan de manier waarop Kieffer allerlei materialen verwerkt in zijn doeken, zoals stro, twijgen, zonnebloemen, steengruis, klei enz.. Zo krijgen de meeste werken van Kieffer driedimensionale allures. Dillemans is al jaren bezig om de materie olieverf te laten meespelen in zijn werken: dikke klodders verf of strepen uitgesmeerd met paletmes. Mocht je als toeschouwer de doeken kunnen strelen, dan zou je voelen hoe elk doek een hobbelig gelaagd tactiel landschap is onder je vingers.
Maar in één werk is Dillemans een stap verder gegaan door zoals Kieffer ook gaas, prikkeldraad, hout en andere materialen in zijn doek te integreren.

(eigen foto 10 maart 2018)




Je ziet in de foto hierboven een zijaanzicht op het bewuste doek.

(eigen foto
10 maart 2018)

De titel van het werk heb ik niet genoteerd omdat ik achteraf de catalogus zou kopen, maar net dat werk vind ik daar niet terug. Misschien is dit werk er op het laatst bij gekomen en heeft het dus de deadline van de cataloog niet meer gehaald??? Wordt dit het begin van een nieuwe wending in de artistieke zoektocht van Dillemans???


In dat werk was ik in het bijzonder getroffen door die ene schoenzool, die als het ware vastgezogen in de Vlaamse modder is achtergebleven als archeologische getuige van de miserie van een soldaat. De prikkeldraad erbij suggereert hoe de soldaat is blijven haperen en is doorgelopen met slechts één schoen.  Achtergebleven schoenen hebben een grote getuigkracht. Ze vertellen over een kwetsbare mens die zonder schoeisel onbeschermd zijn weg moet gaan. Ze vertellen over een levensweg die is gegaan, duizenden en duizenden stappen op zoek naar geluk, naar geliefden, naar werk of vertier, naar oorlog en strijd.



Of zoals bij een protest op 15 maart in Washington DC waar mensen 7000 paren schoenen zetten in het gras bij het Capitool om 7000 kinderen-slachtoffers van wapengeweld in de Verenigde Staten te gedenken. Schoenen die getuigen van verloren levens, van abrupt afgebroken levensverhalen, van oningeloste dromen.
(foto site ketnet karrewiet)

woensdag 22 november 2017

Woorden en hun (on)macht

In enkele vorige blogposts maakte ik melding van een actie van Amnesty International ten gunste van Arabische schrijvers die 50 stokslagen krijgen omwille van hun schrijfsels. Waarom zijn machthebbers zo bang van dichters en schrijvers?
Eind oktober viel het NTGent Magazine in de bus en ik ben blij dat het nog een papieren versie is, want zo blijft het binnen je blikveld liggen, wachtend om gelezen (en eventueel her-lezen) te worden. Wat anders dan digitale tijdschriften die zo gemakkelijk verloren geraken tussen al die nullen en enen van het helverlichte digitale computerscherm.

Auteur en regisseur Peter Verhelst opent dat nummer met een pleidooi voor de poëzie. Ik neem graag over uit dat editoriaal met als titel: Taal is macht.
(Brugge sept. 2014 calligrafietentoonstelling -eigen foto)
"In deze tijden ga ik poëzie op het podium brengen uit mijn bundel Koor. Gedichten. Versjes?
Dat doe ik volmondig, ja. Omdat ik geloof dat poëzie niet alleen het kwetsbaarste, maar ook het meest essentiële literaire genre is. Poëzie gaat altijd en in elk woord over taal: wat is taal, wat wordt er gezegd, wat wordt er niet gezegd, wat kan er niet worden uitgesproken en wat wordt er uitgesproken omdat het niet kan worden uitgesproken? Taal is macht. Sla er de kranten maar op na. Kijk hoe Trump aan de macht is gekomen. Luister naar onze politici (werkgever, goeroe, echtgenoot, journalist), onze Trumpjes, hoe ze door halve waarheden te verzwijgen zeggen wat jij wil horen. Enz...
Poëzie is per definitie emancipatorisch, omdat ze je tussen de regels door traag leert te lezen. Omdat ze je leert te zien hoe de anderen hun blik aan je opdringen. Omdat ze platitudes blootlegt. 
Het hart van poëzie is de weigering om wat je zegt, voelt, om wat je voorgekauwd en aangepraat wordt, klakkeloos te aanvaarden en te herhalen. Daarom herschikt de dichter de 26 letters van het alfabet, de woorden, de witregels, in de hoop een bres te slaan tussen wat we kennen en wat we nog niet kennen, zo niet, misschien, overigens, desalniettemin, vermoedelijk. Poëzie weigert en zoekt. En vindt. En vindt nooit. En faalt. Altijd. Poëzie is een ode aan het falen. Aan die ene millimeter die ons altijd zal scheiden van wat/wie we denken aan te kunnen raken. Opdat we weer verder zouden kruipen. En nog een millimeter Tot in een andere donkere kamer, waar een lamp ligt te branden."


En over de macht van woorden schreef de Franse dichter Paul Eluard volgend gedicht.

Er zijn woorden die doen leven
En dat zijn onschuldige woorden
Het woord warmte het woord vertrouwen
Liefde rechtvaardigheid en het woord vrijheid
Het woord kind en het woord vriendelijkheid
En bepaalde bloemennamen en bepaalde vruchtennamen
Het woord moed en het woord ontdekken
En het woord broer en het woord kameraad
En bepaalde namen van landen en dorpen
En bepaalde namen van vrouwen en vrienden

(uit de bloemlezing van Amnesty International Hoop. Gedichten over grenzen,
uitgegeven bij Bekking|& Blitz, 2016)

woensdag 10 juni 2015

Selma : een verhaal zonder einde?

(gedenksteen nabij de baptistenkerk in Selma, foto van het internet)
De film "Selma" begint met vier kinderen die een trap aflopen op weg naar een feestelijke kerkdienst, tot er plots een ontploffing is en we de lijkjes in het puin zien liggen. Dan pas begint de openingsgeneriek van de film. Voor de Amerikaanse kijkers met enige historische achtergrond is deze openingsscène duidelijk. Wij moeten dit later invullen via wat indirecte verwijzingen in de loop van de film. De foto hiernaast van de gedenksteen voor deze vier kinderen toont ons waarover het gaat : over racisme.

In "Selma" gaat het over het stemrecht dat wettelijk ook bestond voor de zwarten maar dat via allerlei obstakels toch zeer weinig werd toegekend, vooral in de zuidelijke staten, zoals de staat Alabama waar Selma toe behoort. Op het einde van de film is er uitzicht dat de obstakels voor het uitoefenen van hun stemrecht opgeruimd zijn. Maar..de actuele situatie in vele staten van de VS toont dat er een kloof gaapt tussen de beschreven rechten en de feitelijke realisatie ervan. Ondanks vele wetten, ondanks meerdere zwarte burgemeesters en parlementsleden, ondanks een zwarte president worden zwarten blijkbaar nog al te vaak behandeld als tweederangs, als mindere mensen, als mensen zonder rechten. De cijfers over slachtoffers van politiegeweld in de VS spreken duidelijke taal en zijn onlangs overal afgedrukt. Dan weten we dat deze cijfers slechts de top zijn van de ijsberg, want dat er vele andere situaties van onrechtvaardige behandeling door agenten e.a. zijn die niet leiden tot zulk een dodelijke afloop. En dus stapelen de frustraties zich op tot ze ontploffen in weer relletjes hier of daar.

Voor mij toont het vooral aan dat een samenleving niet zomaar maakbaar is via wetten en regels. Hoeveel regels er ook zijn om bepaalde rechten uit te oefenen of te verdedigen, dat alleen volstaat niet om mensen te veranderen in hun hart en in hun denken.
En zoals dat in de VS het geval is rond racisme zo kunnen we, vind ik, gerust parallellen trekken naar andere situaties van minderheden of zwakken in elke samenleving zoals taalminderheden, holebi's, religieuze minderheden, arme mensen, mensen met een beperking... Velen denken dat het werk erop zit als er een 'goede' wetgeving is gestemd, velen denken dat alle problemen van discriminatie en (verdoken) achteruitstelling van de baan zijn door enkele regels met al dan niet sancties bij het niet naleven ervan. De huidige situatie in de VS tonen dat geen enkele minderheid mag denken dat alles 'safe' is door de aanname van een wet. Wetgeving schept een kader maar het werk begint dan pas en geen enkele minderheid kan er voor altijd gerust in zijn.


De film toont dat de strijd voor gelijke kansen voor iedereen een strijd is zonder einde. Wie 'anders' is (en wie is dat uiteindelijk niet?) wil in zijn anders-zijn gelijkwaardig behandeld worden door de samenleving en dat blijft een uitdaging altijd opnieuw.

maandag 8 juni 2015

Selma : over de kracht van de machtelozen

Vorig weekend heb ik de film "Selma" gezien in de bioscoop. Over de interventies van Martin Luther King in het stadje Selma, in de staat Alabama, opdat de zwarten hun stemrecht zouden kunnen gebruiken.
Het verhaal van Martin Luther King blijft boeiend. Het gegeven van geweldloos protest blijft altijd spannend, want het roept bij mij toch altijd weer een vraag wakker : zou ik tot zo iets in staat zijn als het er echt toe doet? Jezelf laten slaan, oppakken, vernederen vanuit een overtuiging dat jij als 'mindere' wel je menselijkheid bewaart en zo de vervolger een spiegel voorhoudt : het vraagt moed. En dan is er van tijd tot tijd één man of vrouw nodig die mensen helpt om de spiraal van geweld te doorbreken, mensen als Ghandi of Martin Luther King om maar onze westerse geweldloosheidsiconen op te noemen.

Wat kan je als zwakke arme mens inbrengen tegen de machten van de gevestigde orde (politie, burgemeesters en gouverneurs...) om je rechten te kunnen gebruiken? In de film zie je dat er drie elementen ingezet werden opdat de zwarten in het stadje Selma de willekeurige afwijzingen van hun vraag naar hun (wettelijk erkende) stemrecht zouden kunnen ombuigen tot toelating om te stemmen. Er is de macht van het woord, de geweldloze protesten en de solidariteit van velen.

Tegenover de macht van de gevestige (onrechtvaardige) orde wordt het woord geplaatst. Martin Luther King was een begenadigd redenaar, gevormd in de school van zwarte protestantse kerken. Retoriek is geen poëzie maar is de taal van de macht : wie macht heeft wil die verder uitbouwen en wie er geen heeft wil mensen overtuigen en in die zin macht uitoefenen op hun denken en handelen. In de film klinken sommige toespraken in onze oren barok en overladen en soms zelfs wat drammerig. Maar ook vond ik er wat poëzie in dank zij de vele herhalingen : die zorgen voor een cadans en een ritme. In die zin hebben bepaalde delen van toespraken iets poëtisch. Het zijn boven al echter toespraken die slagen in hun opzet : mensen motiveren en een hart onder de riem steken, de positie van machthebbers aan het wankelen brengen en zo het grote doel dichterbij brengen.

Tegenover de botte macht van bestuurders die bang zijn voor de veranderingen is er het geweldloze protest. We kunnen vele redenen bedenken waarom we zouden kiezen voor geweldloosheid : politieke of religieuze of filosofische redenen. Maar als mensen zo fel gekwetst worden in hun waardigheid kunnen ze toch terugvallen op een reflexmatige reactie van tegengeweld. In de film kwam dan ook een heel pragmatische reden naar voor : als wij vijf pistolen vinden om daarmee enige agenten om te brengen, zullen zij honderd geweren en duizend politiemensen extra aanvoeren. Dus geweld inzetten tegen staatsgeweld is een straatje zonder einde. Dan is geweldloosheid veel efficiënter, zeker als er media in de omgeving zijn die vrij kunnen verslag uitbrengen.

En met de media komen we aan een derde belangrijke bouwsteen in het succes van de acties : de solidariteit van velen. We zien hoe burgers van over heel de VS zich betrokken voelen en komen om mee te betogen. We zien dat ook vele blanken en vele niet protestantse christenen komen om mee te betogen. Zo tonen ze dat de strijd om het stemrecht zich niet beperkt tot dat ene stadje en niet tot die ene rassengroep en niet tot die ene kerkgemeenschap.

Door deze elementen blijft "Selma" een verhaal met waarde voor al wie zich betrokken voelt bij het zoeken naar een wereldorde en een samenleving waar iedere mens een plaats heeft.