![]() |
(eigen foto april 2015) |
zaterdag 13 februari 2016
donderdag 11 februari 2016
Woord en beeld -18- Jan Fabre
De artistieke duizendpoot Jan Fabre heeft energie te veel. Hij werkt aan meerdere projecten tegelijk en voelt de drang om zich te profileren als toneelschrijver, beeldenmaker, tekenaar, performance-artiest, muziektheaterregisseur. Ik sta vaak verstomd bij zijn veelzijdig werk. Langs de ene kant maakt hij beelden, waarbij hij niet gespeend is van enige ijdelheid om zichzelf als immer terugkerend model te gebruiken, langs de andere kant loopt hij storm tegen gevestigde waarden en opvattingen binnen het opera- en (muziek)theatergebeuren. Meestal kom ik buiten na een voorstelling van Fabre helemaal overdonderd. Ook zijn beeldend werk toont vakmanschap van hem (of zijn onderaannemers die de werken maken?). Maar vaak, als de storm is gaan liggen, blijf ik achter met een vaag gevoel. De beeldende werken blijven in het geheugen hangen in een flou artistique, in een onbestemdheid die niet helemaal bevredigd.
Vorig voorjaar was er in Namen de confrontatie tussen Rops en Fabre. Op een zonnig aprildag zocht ik Fabre op nabij Rops. Het was bij momenten mooi, maar de schildpad, de wolkenmeter, de behoeder van het vlammetje...her en der in de stad verspreid moesten er vooral voor zorgen dat de kunsttoeristen heel de stad Namen verkenden. Dat idee bleef bij mij hangen. Zijn beelden en opstellingen leverden wel leuke foto's op, en dat is ook altijd meegenomen. Hier enkele foto's.
Ik moest aan deze tentoonstelling terugdenken enige weken terug bij het doorbladeren van het weekblad Knack (6 januari 2016).
Wat gedrongen op blz. 91 van dat nummer vond ik een gedicht van Paul Claes over Fabre. Voor deze dichter is Fabre enkel enige karamellenverzen waard. Zijn appreciatie spreekt uit de vorm en de inhoud van dit 'gedicht' wat wellicht nooit enige bundel van Paul Claes zal halen. Hier mag je meelezen.
HOMO FABER
Jan prikt een kever op een priem
en noemt het resultaat subliem.
Hij smijt met katten in 't stadhuis
en toont de kathedraal zijn kruis.
Met zuilen van gerookte ham
verdient hij dik zijn boterham.
Bij wijze van performance likt
hij af wat hij blauw heeft gebict.
Jan is de krijger van de schoonheid
die kitsch in het kwadraat
tentoonspreidt,
een meesterlijke mystificator
van het moderne kunsttheater.
De grijnzende provocateur
bracht het tot hofdecorateur
en kreeg voor zijn zelfplagiaat
een Antwerps eredoctoraat.
Jan rijdt zijn schildpad in de prak
en meet de wolken op het dak.
Hij klimt om de Olympusberg,
maar blijft een artistieke dwerg.
Vorig voorjaar was er in Namen de confrontatie tussen Rops en Fabre. Op een zonnig aprildag zocht ik Fabre op nabij Rops. Het was bij momenten mooi, maar de schildpad, de wolkenmeter, de behoeder van het vlammetje...her en der in de stad verspreid moesten er vooral voor zorgen dat de kunsttoeristen heel de stad Namen verkenden. Dat idee bleef bij mij hangen. Zijn beelden en opstellingen leverden wel leuke foto's op, en dat is ook altijd meegenomen. Hier enkele foto's.
Ik moest aan deze tentoonstelling terugdenken enige weken terug bij het doorbladeren van het weekblad Knack (6 januari 2016).
Wat gedrongen op blz. 91 van dat nummer vond ik een gedicht van Paul Claes over Fabre. Voor deze dichter is Fabre enkel enige karamellenverzen waard. Zijn appreciatie spreekt uit de vorm en de inhoud van dit 'gedicht' wat wellicht nooit enige bundel van Paul Claes zal halen. Hier mag je meelezen.
HOMO FABER
Jan prikt een kever op een priem
en noemt het resultaat subliem.
Hij smijt met katten in 't stadhuis
en toont de kathedraal zijn kruis.
Met zuilen van gerookte ham
verdient hij dik zijn boterham.
Bij wijze van performance likt
hij af wat hij blauw heeft gebict.
Jan is de krijger van de schoonheid
die kitsch in het kwadraat
tentoonspreidt,
een meesterlijke mystificator
van het moderne kunsttheater.
De grijnzende provocateur
bracht het tot hofdecorateur
en kreeg voor zijn zelfplagiaat
een Antwerps eredoctoraat.
Jan rijdt zijn schildpad in de prak
en meet de wolken op het dak.
Hij klimt om de Olympusberg,
maar blijft een artistieke dwerg.
dinsdag 9 februari 2016
zondag 7 februari 2016
Rams : een film om koud en warm bij te worden
Het barre noordelijke eiland IJsland vormt het majestueuze decor van de film "Rams" die ik begin januari heb gezien in de bioscoop. Het eiland is meer dan een decor; door zijn ruwe en weidse natuur is het een belangrijke speler, vooral als de ijskoude winter zijn intrede doet. Je zou er zowaar zelf koud van worden.
Verloren in die uitgestrektheid wonen twee broers naast elkaar. Letterlijk en figuurlijk naast elkaar. De broederstrijd vormt hier de rode draad doorheen het verhaal.We komen nergens te weten wat aan de basis ligt van de ruzie, maar dat doet er ook niet toe. De scheur zou al veertig jaar geleden zijn voltrokken. Het thema van de broederstrijd is er een dat in literatuur (Kaïn en Abel op de eerste bladzijden van de bijbel tot John Steinbeck 'Ten oosten van Eden' en nog recentere boeken) en in film vaak aan bod komt. Hoe zal het hier uitgewerkt worden?
Zoals zo vaak moet een vreemde derde zorgen voor verandering. Deze externe factor is een overheidsteam, geleid door een vrouw, die moet toezien op het uitvoeren van een heel drastische maatregel. De schapenkudden van het dorp zijn besmet door BSE en moeten vernietigd worden, de stallen grondig ontsmet en gedurende twee jaar mogen de boeren geen dieren meer houden. Hierdoor wordt het leven van de gehele rurale gemeenschap in een diepe crisis gestort. Ook de twee broers worden extra uitgedaagd.
Heel bijzonder in deze film is ook hoe de intense band tussen mens en dier wordt getoond. De schapen zijn niet alleen een vorm van landbouw, dus een deel van de economische activiteiten. Door de drastische overheidsmaatregelen dreigt een kostbaar ras uit te sterven. Een bijzondere rol is weggelegd voor de hond van een van de broers: deze is de boodschapper tussen de beiden. Een moment waarbij ik toch telkens moest glimlachen.
De film "Rams" wordt gelabeld als tragi-komisch. De humor in de Scandinavische cinema is vaak heel wrang. Ook hier is het bij momenten zo. Maar de voorstelling van de twee broers, met hun koppigheid, hun liefde voor hun dieren, hun eenzaamheid en hoop, hun twijfels en hun wraakzucht vind ik vaak vertederend. Deze macho-mannen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen, deze rammen, worden geconfronteerd met hun grenzen. Vele momenten uit de film blijven daarom nog hangen achteraf. In die zin werd ik er soms warm van.
Deze film blijft echter vooral nazinderen door het bijzondere open einde. Na de laatste beelden zit je als toeschouwer met de vraag : hoe loopt dit nu af?
Deze film van Grimur Hakonarson is zeker de moeite waard. Hem zien in de cinema of op een heel groot scherm zal de kijkervaring intenser maken. Zo zal het IJsland-gevoel beter binnenkomen.
![]() |
(foto vanop internet) |
Verloren in die uitgestrektheid wonen twee broers naast elkaar. Letterlijk en figuurlijk naast elkaar. De broederstrijd vormt hier de rode draad doorheen het verhaal.We komen nergens te weten wat aan de basis ligt van de ruzie, maar dat doet er ook niet toe. De scheur zou al veertig jaar geleden zijn voltrokken. Het thema van de broederstrijd is er een dat in literatuur (Kaïn en Abel op de eerste bladzijden van de bijbel tot John Steinbeck 'Ten oosten van Eden' en nog recentere boeken) en in film vaak aan bod komt. Hoe zal het hier uitgewerkt worden?
Zoals zo vaak moet een vreemde derde zorgen voor verandering. Deze externe factor is een overheidsteam, geleid door een vrouw, die moet toezien op het uitvoeren van een heel drastische maatregel. De schapenkudden van het dorp zijn besmet door BSE en moeten vernietigd worden, de stallen grondig ontsmet en gedurende twee jaar mogen de boeren geen dieren meer houden. Hierdoor wordt het leven van de gehele rurale gemeenschap in een diepe crisis gestort. Ook de twee broers worden extra uitgedaagd.
![]() |
(foto gevonden op internet) |
Heel bijzonder in deze film is ook hoe de intense band tussen mens en dier wordt getoond. De schapen zijn niet alleen een vorm van landbouw, dus een deel van de economische activiteiten. Door de drastische overheidsmaatregelen dreigt een kostbaar ras uit te sterven. Een bijzondere rol is weggelegd voor de hond van een van de broers: deze is de boodschapper tussen de beiden. Een moment waarbij ik toch telkens moest glimlachen.
De film "Rams" wordt gelabeld als tragi-komisch. De humor in de Scandinavische cinema is vaak heel wrang. Ook hier is het bij momenten zo. Maar de voorstelling van de twee broers, met hun koppigheid, hun liefde voor hun dieren, hun eenzaamheid en hoop, hun twijfels en hun wraakzucht vind ik vaak vertederend. Deze macho-mannen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen, deze rammen, worden geconfronteerd met hun grenzen. Vele momenten uit de film blijven daarom nog hangen achteraf. In die zin werd ik er soms warm van.
Deze film blijft echter vooral nazinderen door het bijzondere open einde. Na de laatste beelden zit je als toeschouwer met de vraag : hoe loopt dit nu af?
Deze film van Grimur Hakonarson is zeker de moeite waard. Hem zien in de cinema of op een heel groot scherm zal de kijkervaring intenser maken. Zo zal het IJsland-gevoel beter binnenkomen.
![]() |
(affiche gevonden op internet) |
vrijdag 5 februari 2016
Düsseldorf - januari 2016 - reflecties(2)
woensdag 3 februari 2016
maandag 1 februari 2016
Februari schrikkeljaar 2016
Ik wil bij het begin van deze schrikkelmaand een februari-gedicht van Lut de Block delen uit haar laatste bundel (Een tijdelijk onderdak, De Arbeiderspers, 2015).
DE TWEEDE VAN TWAALF
Is er nog hoop dat de wereld iets wordt?
Of houden we onszelf in de dodelijke wurggreep
van een versteend verleden? Spijt is wat de geit
schijt, schuld de bult die we zo node willen torsen.
We denken snel dat we verliezers zijn.
Hebben we schrik van deze schrikkeltijd
de nieuwe ijstijd, de kort gesprokkelde
die ons belaagt met extra etmaal?
We kunnen afscheid leren, oud zeer weren.
We moeten dooien, smelten, krimpen.
Abonneren op:
Posts (Atom)