dinsdag 17 januari 2017
maandag 16 januari 2017
New York - reconstructies - in de metro
Een maand in New York zorgt ook voor een aantal opmerkelijke belevenissen of ontmoetingen. Een poging om zo'n ervaring te reconstrueren.
Na een volle dag NY nemen we de metro 4 van Upper Manhattan, de 77e of 68e straat, dat herinner ik mij niet zo goed meer. Het is 's avonds omstreeks 7 uur en we zijn nu een goede week in de metropool. De metrotrein zit goed vol, maar niet meer zo barstensvol als in het spitsuur dat dan al voorbij is. Net naast de deur kunnen we staan en voor ons zit een Afro-Amerikaans gezin: een jonge vader en drie kinderen, eenvoudig netjes gekleed.
Steunend tegen de leuning naast de deur zit het oudste van de drie kinderen, een meisje van ongeveer 8/9 jaar; ze is haar schoolwerk aan het maken. Ze vult heel geconcentreerd, ondanks alle metrodrukte, een voorgedrukt opdrachtenblad in. Als enkele haltes verder haar werk af is, bergt ze heel zorgvuldig haar potlood in een metalen pennendoos en stopt alles in haar schoolrugzak, die ze op haar schoot zet. Onmiddellijk legt ze haar hoofd tegen de leuning en valt prompt in slaap.
Naast haar zit haar jongere zus, waarschijnlijk 2 jaar jonger. Heel de duur van onze gezamenlijke rit - tien of elf haltes, een half uur- ligt ze met haar hele lichaam tegen haar vader en slaapt als een blok, als een roos,... zo vast dat vader heel hard moet schudden om ze wakker genoeg te hebben om uit te stappen aan Bowling Green, in Lower Manhattan.
Ondertussen zit op de schoot van de jonge papa de kleinste, een jongetje van 4 jaar omtrent. Gedurende het eerste deel van onze gezamenlijke rit is het jonkie heel actief en eist de volle aandacht van zijn vader. Op een bepaald moment maant de papa hem aan om wat rustig te worden en de jongen kalmeert en valt ook bijna onmiddellijk in slaap op de schoot van zijn vader.
Na de halte "Wallstreet" is het duidelijk dat ze de volgende halt eruit moeten. Iedereen wordt wakker gemaakt en de jonge papa stapt rond 7u35 met zijn drie kleine kinderen uit.
De aandacht en zorg van deze vader ontroerde mij. Hij leek zelf nog geen dertig jaar en zijn tederheid en warme waakzaamheid omhulden de drie moeë kinderen.
Van waar kwamen ze? Waar gingen ze heen? Waar wonen ze? Hoe wonen ze? Is er een echtgenote/moeder? Wat zal er van deze kleine levens worden in deze grote stad? Welke verhalen en welk verleden dragen ze mee?
Na een volle dag NY nemen we de metro 4 van Upper Manhattan, de 77e of 68e straat, dat herinner ik mij niet zo goed meer. Het is 's avonds omstreeks 7 uur en we zijn nu een goede week in de metropool. De metrotrein zit goed vol, maar niet meer zo barstensvol als in het spitsuur dat dan al voorbij is. Net naast de deur kunnen we staan en voor ons zit een Afro-Amerikaans gezin: een jonge vader en drie kinderen, eenvoudig netjes gekleed.

Naast haar zit haar jongere zus, waarschijnlijk 2 jaar jonger. Heel de duur van onze gezamenlijke rit - tien of elf haltes, een half uur- ligt ze met haar hele lichaam tegen haar vader en slaapt als een blok, als een roos,... zo vast dat vader heel hard moet schudden om ze wakker genoeg te hebben om uit te stappen aan Bowling Green, in Lower Manhattan.
Ondertussen zit op de schoot van de jonge papa de kleinste, een jongetje van 4 jaar omtrent. Gedurende het eerste deel van onze gezamenlijke rit is het jonkie heel actief en eist de volle aandacht van zijn vader. Op een bepaald moment maant de papa hem aan om wat rustig te worden en de jongen kalmeert en valt ook bijna onmiddellijk in slaap op de schoot van zijn vader.
Na de halte "Wallstreet" is het duidelijk dat ze de volgende halt eruit moeten. Iedereen wordt wakker gemaakt en de jonge papa stapt rond 7u35 met zijn drie kleine kinderen uit.
De aandacht en zorg van deze vader ontroerde mij. Hij leek zelf nog geen dertig jaar en zijn tederheid en warme waakzaamheid omhulden de drie moeë kinderen.
Van waar kwamen ze? Waar gingen ze heen? Waar wonen ze? Hoe wonen ze? Is er een echtgenote/moeder? Wat zal er van deze kleine levens worden in deze grote stad? Welke verhalen en welk verleden dragen ze mee?
zondag 15 januari 2017
New York - niet zomaar een city - 12
New York is één grote bouwwerf zou je bij momenten denken. Op meerdere plaatsen in Manhattan én in Brooklyn én in Queens zag ik enorme werven. De betonwagens rijden dan ook voortdurend aan en af. Oude industrieterreinen worden omgevormd tot woon- en/of kantoorcomplexen, met wat groen erbij.
![]() |
(bij ground zero wordt naast de nieuwe Trade World Center-toren Lkiberty een tweede gebouwd) |
![]() |
(vroegere industrieterreinen langs de Eastriver in Brooklyn worden 'bouwrijp' gemaakt) |
![]() |
(vlak voor het gebouw van de UN rijdt een betonkolos voorbij 'on time'?) |
zaterdag 14 januari 2017
New York - serie 'lijnen' - 12
Het Guggenheim-museum biedt een fascinerend beeld en vooral als de herfstzon even schuin invalt midden een anders grijze vrijdagmiddag tekent zich een boeiend lijnenspel af. Het is 21 oktober 2016.
vrijdag 13 januari 2017
New York - art deco - 03
donderdag 12 januari 2017
New York - serie 'graffiti' - 10
De variatie aan street art in Williamsburg is groot. En soms zie je nog waar het bij street art vaak begon: het uiten van woede of onrust of het vol schilderen van een muur vanuit een soort horror vacui. Twee zo'n niet publicitaire schilderingen die iets ongepolijst hebben en daardoor een grotere zweem van authenticiteit. (23 oktober 2016)
woensdag 11 januari 2017
Nieuwjaar in een ziekenhuis
NIEUWJAAR
Aan het hoofd van mijn oud gezond
verstand en lichaam.
Nieuwjaarsgroeten.
Ik lig met aids of zwaar gewond
door een verslaafde, aan uw voeten.
Vertel mij dus weer van rechtvaardigheid,
maar vlug ik heb nog zoveel dagen
nogal een drukke stervenstijd
ben al aan het vervagen
heb al beenderen in mijn maag en
brokken naziel in mijn ingewanden.
Leg dus uw fijne handen om mijn hals
en wurg mij maar weer heen
en vind meteen een plaatsvervanger.
Volgend keer blijf ik misschien wat langer
maar aan dit leven hoef ik geen verslaven,
ik zal onverwoestbaar door mijn droom heen slapen.
Doodstrijd? Ik heb mijn oud eerwaardig wapen:
onvoorwaardelijke overgave.
Kijk, uw zon komt op, verwarm u maar.
Voor u is ieder jaar hetzelfde jaar.
(Leo Vroman, Psalmen en andere gedichten, Querido, 1996, blz. 94)
Het is in dit gedicht alsof je met de bioloog-hematoloog Leo Vroman een ziekenronde doet op nieuwjaarsdag bij stervende slachtoffers van "onrechtvaardige" aandoeningen. Wat betekent 'nieuw' in het woordje nieuwjaar als je weet dat je tijd slechts heel kort is?
Nieuwjaar is inderdaad geen eenzijdig feestelijk gebeuren. Niet alleen moeten vele mensen werken op die dag ten dienste van anderen: horeca-personeel, verpleging en dokters en ander ziekenhuis- of bejaardenhuispersoneel, opvoeders, taxichauffeurs, personeel van openbaar vervoer, enzovoort. Er zijn nog veel anderen die nieuwjaar niet beleven als een feest. Zieken, sommige ouderen, vluchtelingen, gevangenen, werklozen en nog zoveel anderen zien in het nieuwe jaar niet veel nieuws. Dit gedicht van de wetenschapper Leo Vroman helpt ons om de glitter van de nieuwjaarsfeesten te overstijgen. En ik vind het een mooi gedicht, ook al is de inhoud die erin doorklinkt niet zo rooskleurig. Het kan meerdere lezingen doorstaan en telkens kunnen andere woorden of beelden blijven haperen en aanzetten tot denken. Er zijn lezingen mogelijk over de inhouden en betekenissen, over de ik-u relatie, over de verhouding lichaam-geest, over de talige middelen van de dichter, over de eerste drie lijnen t.a.v. de volgende.
Hier wil ik even stilstaan bij de taal van de dichter.
Twee woorden wil eruit lichten.
In de 11e lijn lees ik dat neologisme: naziel. Wat is dat? Ik weet het niet en Leo Vroman allicht ook niet en toch...het roept nabijheid op en afscheid tegelijk. Het doet mij denken aan de charme die kan uitgaan van antieke voorwerpen of van een oud huis met nog een aankleding van bij het bouwen van dat huis. We spreken dan van de 'ziel' van een huis of een voorwerp of een kunstwerk. Mensen kunnen zo een heel modernistisch nieuw huis volstouwen met oude voorwerpen die een 'naziel' hebben en dan denk ik als bezoeker soms: heeft je strakke nieuwe huis deze oude spullen nodig om ziel te brengen in je woning? Wat het woord 'naziel' kan doen met een lezer.
Op het einde van lijn 16 nog zo'n bijzonder woord: verslaven. We gebruiken dit werkwoord uitsluitend nog in zijn passieve vorm: verslaafd zijn aan iets. Aan dit zieke stervende leven hoeft de dichterlijke 'ik' niet verslaafd te zijn...maar door het werkwoord in zijn actieve vorm te gebruiken wordt ons leventje opeens problematisch gemaakt, een verslaving. En nieuwjaar is dnt een feest van de verslaving.
Voor u -gezonde dokter, gezonde lezer van dit gedicht- is ieder jaar hetzelfde jaar, dat zegt ons de stervende ik die via deze verzen ons aanspreekt. Hoe nieuw maken we dit jaar?
Aan het hoofd van mijn oud gezond
verstand en lichaam.
Nieuwjaarsgroeten.
Ik lig met aids of zwaar gewond
door een verslaafde, aan uw voeten.
Vertel mij dus weer van rechtvaardigheid,
maar vlug ik heb nog zoveel dagen
nogal een drukke stervenstijd
ben al aan het vervagen
heb al beenderen in mijn maag en
brokken naziel in mijn ingewanden.
Leg dus uw fijne handen om mijn hals
en wurg mij maar weer heen
en vind meteen een plaatsvervanger.
Volgend keer blijf ik misschien wat langer
maar aan dit leven hoef ik geen verslaven,
ik zal onverwoestbaar door mijn droom heen slapen.
Doodstrijd? Ik heb mijn oud eerwaardig wapen:
onvoorwaardelijke overgave.
Kijk, uw zon komt op, verwarm u maar.
Voor u is ieder jaar hetzelfde jaar.
(Leo Vroman, Psalmen en andere gedichten, Querido, 1996, blz. 94)
![]() |
(foto gevonden op internet) |
Nieuwjaar is inderdaad geen eenzijdig feestelijk gebeuren. Niet alleen moeten vele mensen werken op die dag ten dienste van anderen: horeca-personeel, verpleging en dokters en ander ziekenhuis- of bejaardenhuispersoneel, opvoeders, taxichauffeurs, personeel van openbaar vervoer, enzovoort. Er zijn nog veel anderen die nieuwjaar niet beleven als een feest. Zieken, sommige ouderen, vluchtelingen, gevangenen, werklozen en nog zoveel anderen zien in het nieuwe jaar niet veel nieuws. Dit gedicht van de wetenschapper Leo Vroman helpt ons om de glitter van de nieuwjaarsfeesten te overstijgen. En ik vind het een mooi gedicht, ook al is de inhoud die erin doorklinkt niet zo rooskleurig. Het kan meerdere lezingen doorstaan en telkens kunnen andere woorden of beelden blijven haperen en aanzetten tot denken. Er zijn lezingen mogelijk over de inhouden en betekenissen, over de ik-u relatie, over de verhouding lichaam-geest, over de talige middelen van de dichter, over de eerste drie lijnen t.a.v. de volgende.
Hier wil ik even stilstaan bij de taal van de dichter.
Twee woorden wil eruit lichten.
In de 11e lijn lees ik dat neologisme: naziel. Wat is dat? Ik weet het niet en Leo Vroman allicht ook niet en toch...het roept nabijheid op en afscheid tegelijk. Het doet mij denken aan de charme die kan uitgaan van antieke voorwerpen of van een oud huis met nog een aankleding van bij het bouwen van dat huis. We spreken dan van de 'ziel' van een huis of een voorwerp of een kunstwerk. Mensen kunnen zo een heel modernistisch nieuw huis volstouwen met oude voorwerpen die een 'naziel' hebben en dan denk ik als bezoeker soms: heeft je strakke nieuwe huis deze oude spullen nodig om ziel te brengen in je woning? Wat het woord 'naziel' kan doen met een lezer.
Op het einde van lijn 16 nog zo'n bijzonder woord: verslaven. We gebruiken dit werkwoord uitsluitend nog in zijn passieve vorm: verslaafd zijn aan iets. Aan dit zieke stervende leven hoeft de dichterlijke 'ik' niet verslaafd te zijn...maar door het werkwoord in zijn actieve vorm te gebruiken wordt ons leventje opeens problematisch gemaakt, een verslaving. En nieuwjaar is dnt een feest van de verslaving.
Voor u -gezonde dokter, gezonde lezer van dit gedicht- is ieder jaar hetzelfde jaar, dat zegt ons de stervende ik die via deze verzen ons aanspreekt. Hoe nieuw maken we dit jaar?
Abonneren op:
Posts (Atom)