vrijdag 14 mei 2021

Bult van herinneringen

 In 1970 zong Zjef Vanuytsel "maar denk niet ik ga mijn eigen gang...want alleen ben je te klein en te bang, je kunt niet zonder de anderen".
Daar moest ik aan denken bij het lezen van onderstaand intrigerend gedicht van Erik Solvanger in de Poëziekrant (maart 2021, blz. 92). En aan nog veel meer. Het ineenschuiven van beelden en ideeën zorgt voor een boeiende leeservaring. Je begrijpt alle woorden en beelden én toch is het gehele plaatje niet onmiddellijk grijpbaar.

Tegen de achtergrond van de met schepen bedekte zee
paraderen de kamelen parmantig over het strand.

Hoe kun je verdwijnen van onder die bult
van herinneringen die langzaam op je rug groeit?

Hoe kun je de kudde die de pas oversteekt ontvluchten
naar de vallei waar alles groen en vredig lijkt?

Hoe kruip je uit de huid die de zon tot leer looide
de verkruimelde geuren die je verzamelde?

Werp je vingers languit in de wind, als pijlen naar de hemel.
De felle liefde van de rotsen die paren in de dansende aarde.

In de eerste twee lijnen heersen de lange ee en de korte a. De volgende vier lijnen hebben iets met de kort u en de letter g. In lijn acht en negen zijn de tweeklanken de baas met vooral de ui. Dat hoor je als deze verzen luidop leest.
Maar er is zoveel meer dat mysterieus aanvoelt.
(©'Zien en Weten')
Hier een aanzet om iets van dit mysterieuze gedicht aan te voelen, te ruiken, te zien. 
Ik zie kamelen, 'de schepen van de woestijn'. Ik zie hoe ze met hun bult een fysieke herinnering aan een evolutie meedragen. Ik zie mezelf afvragen of zij geen drang naar verdere evolutie hebben om zoals wij mensen te leven, in vruchtbaar land zonder het permanente schroeien van de woestijnzon.
Waar het gedicht begon met het element water (de zee) eindigt het met 'aarde' en tussenin spelen de andere twee elementen hun rol, de lucht (wind) en het vuur (zon).
Daarnaast speelt de schrijver met de spanning tussen de groep met haar geschiedenis en verworvenheden en de eenling die zijn eigen pas wil vinden tussen de rotsen en tussen hemel en aarde.
Wat weet ik daarmee meer? Niet zo veel en toch blijft het voor mij een tekst zoals het leven: uitdagend, uitnodigend, uitdijend, uitwaaierend.

woensdag 12 mei 2021

Mammoetbomen

 Mammoetboom is een ander woord voor de Amerikaanse reuzenboom of Sequoia gigantea die groeit in California. De grootste van die reuzen werden bedacht met namen. 
Volgens metingen zou de allergrootste boom de 'General Sherman' zijn. Volgens Wikipedia meet deze boom 83,8 meter en heeft een diameter van 11,1 meter met een vermoedelijke 'leeftijd' van 2300 à 2700 jaar. Daarmee is deze wellicht ook een van de oudste levende wezens op aarde. Moeilijk voor te stellen. 
De boom is genoemd naar een generaal die een belangrijke rol speelde tijdens de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865). In 1879 werd deze reuzeboom door de wetenschapper Wolverton genoemd naar Sherman, omdat hij onder die generaal had gediend tijdens de burgeroorlog.
(General Sherman in 2004
©Wikipedia)
De dichter Peter Theunynck noemt deze boom in zijn bundel "De benen van de hemel" (uitg.Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014, blz. 61) een ijkpunt. 
Ontdek samen met mij op welke manier een boom een ijkpunt kan zijn voor een mens.

GENERAL SHERMAN


Vergeet niet, zei ze, dat olifanten
kleiner zijn dan een speldenkop
in de buik van hun moeder.
Ook mammoetbomen beginnen

bescheiden. De hand van de wind,
de voorzienigheid van iets
onberekenbaars als een eekhoorn,
legt ze in de schoot van de aarde

verloren. Geef ze een eeuw 
of dertig en ze kneden een kathedraal
uit hun lijf. Geen stafchef telt
meer lintjes dan General Sherman.

maandag 10 mei 2021

Verzet...

 Op 8 mei heeft men zopas in het Westen de totale overgave van de Duitse strijdkrachten in 1945 herdacht, in Oost-Europa op 9 mei. Wikipedia legt uit van waar dat verschil komt...
Vanwege de ideologische strekking van het Duitse Naziregime wordt op deze dagen ook herdacht hoe vele duizenden mensen zich poogden te verzetten en vaak hun leven daarbij verloren.
Daar moest ik aan denken bij het lezen van een gedicht van de jonge dichter Mahlu Mertens (°1987) in het recente nummer van het tijdschrift "Het Liegend Konijn". En de strekking van dat gedicht deed me dan weer denken aan een tekst van Martin Niemöller (1892-1984).
Beide teksten waarschuwen voor de gelatenheid en het té laat willen/durven ingrijpen, waardoor één bepaalde visie zonder tegenstribbelen als dé visie voor allen wordt en de weg open ligt voor dictatuur. Bij Mertens lees ik de verzen als een waarschuwing voor het verlies van de verbeelding en de alleenheerschappij van de rede en de rekenkunde, van materialisme en consumptie.

CENSUUR

Eerst vijlden ze de schreven van de letters:
ook zonder konden ze blijven staan.

(Zo begon het, maar wij lazen het niet.)

Toen deden ze de punten in de ban,
verwijderden de komma's,
maakten hoofdletters een kop kleiner.

(En wij schuilden tussen de regels.)

Ze hongerden de zinnen uit,
met de klinkers legden ze de straten aan,
medeklinkers bleven staan als uitgeklede mannequins.

(En wij dachten nog: blijven lezen, lezen is verzet.)

Spaties werden alsmaar breder,
letter voor letter werd geviseerd,
tot ook de laatste was gedeporteerd.

Toen we eindelijk protesteerden
was er alleen nog een leger uitroeptekens.
(in: Het Liegend Konijn, 2021/1, blz.214)
(Martin Niemöller in 1952
©Wikipedia)



En dan de tekst die wakker werd na het lezen van voorgaande verzen, een tekst uitgesproken door Martin Niemöller in Frankfurt op 6 januari 1946 tijdens een toespraak voor verzamelde Belijdende Christenen. Niemöller was een protestantse geestelijke, een dominee dus, die eerst Hitler goed gezind was, tot deze begon met de systematische vervolging van communisten. Van dan af keerde hij zich openlijk tegen het naziregime. Zijn verzet bracht hem in de concentratiekampen van Sachenhausen en Dachau van 1937 tot 1945.

Toen de nazi's de communisten arresteerden, heb ik gezwegen;
ik was immers geen communist.
Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten, heb ik gezwegen;
ik was immers geen sociaaldemocraat.
Toen ze de vakbondsleden kwamen halen, heb ik niet geprotesteerd;
ik was immers geen vakbondslid.
Toen ze de Joden opsloten, heb ik niet geprotesteerd;
ik was immers geen Jood.
Toen ze mij kwamen halen, was er niemand meer
die nog protesteren kon.

Deze tekst wordt geregeld geparafraseerd. Zo vond ik zo'n   'actualisering' terug op een postkaartje ooit gekocht ergens eind jaren 1980. Het postkaartje werd uitgegeven door Stichting De Brandnetel (Winschoten).  Daar  is te lezen :
Toen ze de buitenlanders wegstuurden
heb ik gezwegen
want ik ben geen buitenlander.
Toen vrouwen werden gediskrimineerd
heb ik gezwegen
want ik ben geen vrouw.
Toen homo's in elkaar werden geslagen
heb ik niet geprotesteerd
want ik ben geen homo.
Toen ik aan de beurt was
was er niemand die nog protesteerde.
     vrij naar M. Niemöller

Om bij stil te staan tijdens deze herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa.
(©Historicus Rob
ondertekening onvoorwaardelijke capitulatie en overgave
van Duitsland in Reims op 7 mei 1945 om 2u41; 
ingang van wapenstilstand op 8 mei 1945 om 23u01)




zaterdag 8 mei 2021

Moederdag

 Voor al wie haar of zijn moeder verloren heeft, is het jaarlijkse feest van moederdag iets bijzonders. 
In het beste geval een dag waarin gevoelens van gemis en van dankbaarheid zij aan zij wonen in je hart. 
Het is een dag waar, bij alle feestmuziek, toch 
een duidelijke ondertoon van stilte mee vibreert.
                                                              
(eigen foto 1/9/2019
schilderij zonder titel
Tinus Vermeersch)


IN STILTE

Moeder die ons voedde
Uw handen aan de buitenkant

Slapen voorgoed onder
De oorschelpen van gras

Onder de ruwte van een steen
In de stilte van mijn stem.

(Roger de Neef, Grondgebied, blz. 91, uitgeverij Poëziecentrum, 2018)

donderdag 6 mei 2021

Boshyacint - bluebell - blaustern

 De boshyacint staat nu in volle bloei.
Ik kon ervan genieten in het Brakelbos op 3 mei laatst.
Je mag meegenieten...





dinsdag 4 mei 2021

5 mei : 200 jaar Napoleon

 Naar aanleiding van de herdenking van de sterfdag van Napoleon Bonaparte op 5 mei -morgen- 200 jaar geleden kopte de krant "De Standaard" onlangs in haar weekblad van 10 april: Hoe vier je een dictator?
De eerste foto, naast de titelpagina van een Code Civil, was een schilderij van Jean-Louis David met als onderwerp: Napoleon steekt de Alpen over. Op de rotsgrond vooraan wordt hij door de schilder geplaatst in de rij der grootsten, nl. Hannibal en Karel de Grote door hun naam in gouden letters te schilderen. Dit iconische beeld spreekt aan tot op vandaag, niet alleen in Frankrijk en Europa, maar blijkbaar tot over de oceaan...
De Amerikaanse schilder Kehinde Wiley heeft in 2005 een schilderij gemaakt gebaseerd op het grote doek (2,60 x 2,2 m) maar er zijn enkele opmerkelijke verschillen. 


(Napoleon in de versie van Kehinde Wiley
naast de versie van Jacques-Louis David)

De Wiley-versie is nog groter dan het origineel (274 x 274 cm). Napoleon is een Afro-Amerikaanse man in hedendaagse hip-hopkledij (Timberland sportschoenen, bandana, camouflage broek). Op de voorgrond staat nu ook een extra-naam, nl. William. Dat is misschien de voornaam van de geportretteerde, in elk geval is het een doorsnee Angelsaksische voornaam. Afro-Amerikanen worden zelfs in hun naamgeving 'gekoloniseerd' (zoals Napoleon een heel deel van de wereld koloniseerde met zijn Code Civil ? ! ).

Wiley viert Napoleon op een controversiële uitdagende manier. Het past dan ook hem vandaag te tonen.



zondag 2 mei 2021

Zeezucht

 
(eigen foto september 2012)

Nog meer dan anders trekt de zee de mensen aan. 
In coronatijden werd ons uitzicht ingeperkt, 
werden  onze vleugels geknipt 
en dan is het zien van de zee een verademing:
 oneindigheid binnen handbereik.

Een leven en ritme groter dan onze zorgen geeft ruimte en uitzicht.
Nù wordt een moment van intensiteit en bewust zijn. 
De zucht naar de zee wordt dan lucht naar leven.

En met de dichter Liza De Rijk kijken we dan naar onszelf
 wandelend langs de waterlijn...



VERDWIJNENDE VOETAFDRUKKEN

En op de horizon liggen schepen,
platte, lange, grijze schepen en ik,
schoenen aan, stap weg van een golf,
of wat er aanspoelend van over is.

Natte schoenen houden kou vast en
ik houd van kou maar alleen van kou
die ik weer kwijt kan raken. Ik hurk
en ontknoop en trek de veters los.

Mijn droge voet zit in de schoen,
mijn droge voet komt uit de schoen.
Een voet omvat door sok.

O sok, ik trek je nu uit,
ik zal losjes lopen, zakkend
in het met zee doorweekte zand
                                                              en dan omkijken.

(uit: Het Liegend Konijn, jg.19, nr.1, blz. 266)