woensdag 31 maart 2021

De Goede Week

 De christenen gedenken deze week het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus. Deze "passie" werd overgeleverd doorheen de verhalen in de vier evangelies én doorheen een hele reeks kunstwerken die hun inspiratie daar vonden. De meeste kunstwerken (beeldend of muzikaal) brengen een eigen artistieke interpretatie met nadruk op een of ander deelaspect van het verhaal.

Een vaak voorkomend thema is de pieta, Italiaans voor compassie. Dan zien we de dode Christus liggend op de schoot van zijn moeder Maria. Los van een geloof blijft dit beeld heel sterk: een moeder die weent bij haar veel te jong (gewelddadig) overleden zoon. Zo herkenbaar en zo invoelbaar.
Zoals het met kunst vaak gebeurt, inspireert het ene kunstwerk tot een ander. 
(©Tharn Tourisme
overzichtsfoto van het ensemble)


In het Zuid-Franse dorp Monestiés, in de kapel van Sint-Jacob, staat een van de grootste pieta's ooit, een groep met meer dan tien stenen gepolychromeerde beelden met centraal Maria met haar dode zoon.
Dit indrukwekkende beeld inspireerde dichter Peter Theunynck tot een gedicht, dat de mateloze pijn van een moeder bij haar ten onrechte vermoordde zoon probeert in woorden te vatten, woorden die toch niet kunnen vatten wat er gebeurt.

MONESTIÉS

Nooit schreeuwde steen stiller dan hier.
Nooit kroop verdriet dieper in de poriën.

Nooit was een moeder inniger
(detail van centrale beeldengroep
© France Voyage)

van haar kind afgesneden.

Nooit lag een god breekbaarder uitgestald,
een offertafel met geknakte poten.

Nooit gaapte het gat van een spijker, de snee
van een lans zo helder als kussende monden.

Nooit sliep een dode vaster dan Jezus
onder al die biddende vingers.


Nooit hoorde je stemloze koren
zuiverder zingen, stilstaande sluiers

luider ruisen. Nooit was een vrouw
naakter in zoveel gewaad.

Nooit schreeuwde steen stiller dan hier
Nooit kroop verdriet dieper in de poriën.
(uit: De benen van de hemel, uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014, blz.39)




maandag 29 maart 2021

Morgenstond heeft goud(en woorden) in de mond

De overgang naar zomeruur betekent ook dat de meeste mensen in de eerstvolgende weken 's morgens het mooie moment van de zonsopgang niet verslapen, maar kunnen beleven. Voor wie bewust probeert te leven is de morgenstond een bijzonder moment. Dichters kunnen ons helpen om de slaap uit onze ogen te wrijven en de dag vol verwondering te beginnen.
Onlangs las ik de bundel "Grondgebied"   uit 2018van Roger de Neef (uitgave Poëziecentrum) en bij onderstaand gedicht dacht ik onmiddellijk aan Paul Van Ostaijen en een van zijn meest bekende verzen. 
Beide dichters schilderen met woorden een ochtendtafereel. Van Ostaijen doet het kinderlijk-eenvoudig en blijft in die eerste verwondering van een nieuwe dag; de Neef is een volwassen man wiens eerste gewaarwording al overschaduwd wordt door wat de beginnende dag mee zal brengen. De tover van een dagbegin is blijkbaar niet zo makkelijk te behoeden.

IK BELOOF                                            
(© pinterest.nl)


's Morgens betast ik het licht
Want het licht bestaat
Het groet me vanop de vensterbank
Groeit op in de hals van een bloem

Die water slikt en daarom bloeit
Wat ik straks nog zie of verneem
Begrijp onthoud ik wellicht niet goed
Maar daar ben ik zeker niet rouwig om

Desnoods citeer ik het
Woord voor woord op mijn woord
Uit andermans hoofd
Echt ik beloof het
(uit: Grondgebied, blz. 17)

En zoals gezegd deed dit vers me teruggrijpen naar Paul Van Ostaijen, de uitgave verschenen bij Uitg.Bert Bakker in Amsterdam in 1979, Verzameld werk / Poëzie, blz.199.

MARC GROET 'S MORGENS DE DINGEN

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem
                                                           ploem ploem
dag stoel naast de tafel
dag brood op de tafel
dag visserke-vis met de pijp
                         en
dag visserke-vis met de pet
                pet en pijp
          van het visserke-vis
                goeiendag

Daa-ag vis
dag lieve vis
dag klein visselijn mijn

donderdag 25 maart 2021

Wachten op

 Iedere mens draagt een rugzak mee waarin verwarmende én verarmende herinneringen opgeborgen zitten. Maar bij momenten van grote emoties komen deze herinneringen als het ware wakker. Hieraan dacht ik bij het lezen van het gedicht 'eenentwintig manieren om weg te gaan' van Koleka Putuma in haar debuutbundel 'collectief geheugenverlies' (uitg. Poëziecentrum, Gent, 2020, vertaling door Ludo Abicht).
In een eerder bericht ( 23 maart) heb ik de tweede manier om weg te gaan gedeeld, nu wil ik graag de zeventiende manier delen. Mooi hoe we zien hoe tijd niet alle wonden heelt en hoe we een heel leven lang wachten op heling, op heelwording, altijd weer. 

17.
(©menselijklichaam.nl)

Wanneer ik de telefoon inhaak
herinner ik me hoe,
toen ik zes was,
ik mijn knie tegen de rand van een baksteen stootte.
Ik herinner me :
Het bloed dat langs mijn been liep.
Hoe we ons naar het hospitaal haastten.
De hechtingen.
Het wachten op het helen van de wonde.
Het wachten tot mensen zouden ophouden met vragen stellen.
Het wachten tot ik een bad kon nemen zonder ineen te krimpen.
Het wachten tot de paranoia opnieuw zou wijken voor volkomen vertrouwen.
Het wachten om zonder vrees of aarzeling rond te rennen.
Iets van dit hier
Herinnert me daaraan.
(uit: collectief geheugenverlies, blz. 42)

In elke relatie ontdekt men , vroeg of laat, de kwetsuren die wijzelf én anderen meedragen en die ons en/of anderen verhinderen om zonder aarzeling in volkomen vertrouwen te leven. Putuma brengt dit nog even terug op scherp.

dinsdag 23 maart 2021

Met of zonder ondertitels?

 Met een zekere nieuwsgierigheid, met veel verwondering en vaak ook bewondering kijk ik graag naar de altijd zo verschillende verhalen van zo verschillende mensen in het datingprogramma 'Blind dates'. De 'maître d'hotel', de barman en de obers debiteren tussendoor enkele quotes over liefde en de taal van de liefde.
Vaak tenenkrullende algemeenheden... 
Hoe anders in dit korte gedicht van de Zuid-Afrikaanse jonge dichteres Koleka Putuma in haar debuutbundel "collectief geheugenverlies" (uitg. Poëziecentrum, Gent,  2020, vertaling Ludo Abicht). 
De jonge zoekende vrouw hoor je hier duidelijk in doorklinken en haar zoektocht naar een relatie, die niet altijd goed afloopt. In een gedicht heeft ze het, zoals de titel zelf zegt, over 'eenentwintig manieren om weg te gaan' of dus een relatie te beëindigen. Hieruit het tweede vers. Zovele mogelijkheden om liefde uit te drukken, en toch...

2.
(©wikipedia)
Ik heb je liefgehad in iedere taal
die ik kon spreken.
De talen die je vloeiend beheerst.
De talen waarin stotterde
en die zonder een woordenboek.


We wisten dat de tijd gekomen was
toen ieder gesprek ondertitels nodig had.
En toen naar jou kijken witte ruis werd.
(uit: collectief geheugenverlies, blz.38)

zondag 21 maart 2021

Twee aan twee

 Op 27 februari laatst  wandelde ik in de buurt van Heestert (Banhoutbos) en Knokke (Zwevegem de kanaaloevers).
Zo zag ik ze twee aan twee...
de bomen en op de brugleuning 
over het kanaal de schoenen. 
De gecultiveerde natuur en de cultuur.
Samen en toch in zekere zin alleen.


(eigen foto's)


vrijdag 19 maart 2021

Als tijd geld is...

  Eind vorig jaar ontving ik een van de meest originele én mooiste wenskaarten voor Kerst en Nieuwjaar. Je ziet hierbij een afbeelding ervan. Het betreft een dun houten plankje met een simpele tekst ingebrand....


Wat is de waarde van een boom? Hoe bereken je zoiets? 
En hoe ver sta je dan, mocht je dit weten? 
Hoe veel wijzer ben je door deze kennis?
Deze vragen kwamen bij mij op bij het lezen van een kort maar indringend gedicht van Peter Theunynck, in zijn bundel "De benen van de hemel" (Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014, blz. 29) samen met het beeld van die bijzondere wenskaart.


(Marc Deconinck : Het offer van de schildwachten  - 2021)
RINGEN

Beeld je in : vijfhonderd reeën langs een bosrand?
Buik opengesneden, ingewanden uitgespreid.

Dat zou iets geven. Daar zou men nog jaren
over spreken. Maar hout. Dood gewicht,

wachtend op de truck. Wie maalt om de ringen?
De versnipperaar? De likkende vlammen?