donderdag 25 maart 2021

Wachten op

 Iedere mens draagt een rugzak mee waarin verwarmende én verarmende herinneringen opgeborgen zitten. Maar bij momenten van grote emoties komen deze herinneringen als het ware wakker. Hieraan dacht ik bij het lezen van het gedicht 'eenentwintig manieren om weg te gaan' van Koleka Putuma in haar debuutbundel 'collectief geheugenverlies' (uitg. Poëziecentrum, Gent, 2020, vertaling door Ludo Abicht).
In een eerder bericht ( 23 maart) heb ik de tweede manier om weg te gaan gedeeld, nu wil ik graag de zeventiende manier delen. Mooi hoe we zien hoe tijd niet alle wonden heelt en hoe we een heel leven lang wachten op heling, op heelwording, altijd weer. 

17.
(©menselijklichaam.nl)

Wanneer ik de telefoon inhaak
herinner ik me hoe,
toen ik zes was,
ik mijn knie tegen de rand van een baksteen stootte.
Ik herinner me :
Het bloed dat langs mijn been liep.
Hoe we ons naar het hospitaal haastten.
De hechtingen.
Het wachten op het helen van de wonde.
Het wachten tot mensen zouden ophouden met vragen stellen.
Het wachten tot ik een bad kon nemen zonder ineen te krimpen.
Het wachten tot de paranoia opnieuw zou wijken voor volkomen vertrouwen.
Het wachten om zonder vrees of aarzeling rond te rennen.
Iets van dit hier
Herinnert me daaraan.
(uit: collectief geheugenverlies, blz. 42)

In elke relatie ontdekt men , vroeg of laat, de kwetsuren die wijzelf én anderen meedragen en die ons en/of anderen verhinderen om zonder aarzeling in volkomen vertrouwen te leven. Putuma brengt dit nog even terug op scherp.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten