Het tweejaarlijkse internationale fotofestival van Breda heeft als titel voor de editie 2018: To Infinity and Beyond. Het thema wil doen nadenken over de invloed van technologie en wetenschap op onze maatschappij. Zijn er grenzen aan ons menselijk weten en ons menselijk kunnen? En als we bepaalde grenzen overschrijden, is dat dan nog altijd en alleen vooruitgang of zijn er ook gevaren en bedreigingen?
Dit BredaPhotoFestival is nog te zien tot 21 oktober op meerdere locaties in Breda. Een boeiend en héél uitgebreid aanbod, waarvan ik slechts een deel heb gezien. Zoals de net afgelopen expo in Boymans Rotterdam (Anima Mundi) verkent ook deze tentoonstelling grenzen. Is dit toevallig, want ook in de politiek wordt als maar harder over grenzen gesproken? Is onze tijd op zoek naar structuur, begrenzing, afbakening??? Boeiende vragen...
Terug naar Breda. Fotografie bepaalt mee het beeld dat we hebben van onze tijd en samenleving. Beelden verworden vaak tot stereotypen en doen geen recht aan de complexe realiteit. De Iraanse fotograaf Shadi Ghadirian toont dit mooi met portretten van Iraanse vrouwen in hun traditionele setting.
maandag 15 oktober 2018
zaterdag 13 oktober 2018
Beeldig Breda
Tijdens enkele stralende oktoberdagen bezocht ik Breda, in de provincie Noord-Brabant(NL).
Een stad met een kleine oude stadskern, rijk aan geschiedenis, rijk aan kazernes, rijk aan hedendaagse architectuur. Een van de manieren waarop een gemeenschap zijn geschiedenis toont is het plaatsen van standbeelden. Zo ook in Breda.
In de tuin van de kazerne in het kasteel van Breda zag ik een buste van koningin Wilhelmina en in de Grote kerk een buste van een voor mij tot dan toe onbekende hedendaagse componist met de mooie naam: Daan Manneke (°1939). De twee locaties pasten perfect voor de twee geëerde figuren.
Een stad met een kleine oude stadskern, rijk aan geschiedenis, rijk aan kazernes, rijk aan hedendaagse architectuur. Een van de manieren waarop een gemeenschap zijn geschiedenis toont is het plaatsen van standbeelden. Zo ook in Breda.
In de tuin van de kazerne in het kasteel van Breda zag ik een buste van koningin Wilhelmina en in de Grote kerk een buste van een voor mij tot dan toe onbekende hedendaagse componist met de mooie naam: Daan Manneke (°1939). De twee locaties pasten perfect voor de twee geëerde figuren.
![]() |
(eigen foto - avond 8 oktober 2018) |
![]() |
(eigen foto 8 oktober 2018) |
donderdag 11 oktober 2018
Woord en beeld: Marc Chagall
De Duits-joodse Rose Ausländer leerde ik jaren geleden kennen via een tweetalige bloemlezing (Duits-Nederlands) uit 1985. Haar leven omspande ongeveer heel de 20ste eeuw: 1901 tot 1988.
In haar poëzie probeert ze haar jood-zijn een plaats te geven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze zich aangesproken voelt door de schilderkunst van Marc Chagall.
In een van de laatste gedichten in de genoemde bloemlezing "Moederland Woord" (blz. 225) roept Chagall op.
CHAGALLIAANS
Thora en talis
de vader bidt
voor de
maanzieke zoon
In het nabije dorp
op het dak van de nacht
omarmt hij
de viool
Schrijlings de huizen
veilig slaapwandelend
zweeft hij
boven de stad
Bloemen
tederste geluk
Balkons van wolken
voor verliefden
uitgestraald door verzwegen
innerlijk licht
De bruid
bemint
de eeuwige bruidegom
Voor wie een beetje vertrouwd is met de 'wereld' van Chagall herkent de meeste thema's van zijn beeldend werk: het dorp, de vioolspeler, zwevende figuren, bruid en bruidegom, bloemen, joodse symbolen zoals de thorarol of kaarsen, de nacht...
In haar poëzie probeert ze haar jood-zijn een plaats te geven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze zich aangesproken voelt door de schilderkunst van Marc Chagall.
In een van de laatste gedichten in de genoemde bloemlezing "Moederland Woord" (blz. 225) roept Chagall op.
CHAGALLIAANS
![]() |
(Marc Chagall: De drie kaarsen) |
Thora en talis
de vader bidt
voor de
maanzieke zoon
In het nabije dorp
op het dak van de nacht
omarmt hij
de viool
Schrijlings de huizen
veilig slaapwandelend
zweeft hij
boven de stad
Bloemen
tederste geluk
Balkons van wolken
voor verliefden
uitgestraald door verzwegen
innerlijk licht
De bruid
bemint
de eeuwige bruidegom
Voor wie een beetje vertrouwd is met de 'wereld' van Chagall herkent de meeste thema's van zijn beeldend werk: het dorp, de vioolspeler, zwevende figuren, bruid en bruidegom, bloemen, joodse symbolen zoals de thorarol of kaarsen, de nacht...
maandag 8 oktober 2018
Een boom geveld...
Tijdens een wandeling in Tongeren vorig jaar maart passeerde ik een omgezaagde boom. Al die jaren groei, als die verzamelde kracht en pracht ligt nu langs de weg.
Er zal wel een goede reden geweest zijn, denk ik dan. Maar toch...
Ook dichters zijn gevoelig voor omgekapte bomen.
Een van de meest bekende verzen is ongetwijfeld dit gedicht van Maria Vasalis.
AAN EEN BOOM IN HET VONDELPARK
Er is een boom geveld met lange groene lokken.
Hij zuchtte ruisend als een kind
terwijl hij viel, nog vol van zomerwind.
Ik heb de kar gezien, die hem heeft weggetrokken.
O, als een jonge man, als Hector aan de zegewagen,
met slepend haar en met de geur van jeugd
stromende uit zijn schone wonden,
het jonge hoofd nog ongeschonden,
de trotse romp nog onverslagen.
(uit: Vasalis, M., Vergezichten en gezichten, Amsterdam, 1984, blz. 5)
Ook Remco Campert heeft het in een gedicht over het vellen van een boom.
LICHT
We wilden licht meer licht
we kapten de boom die in zijn eigen reiken
ons verlangen in de weg stond
de boom kreunde kermde kraakte
zijn laatste vezel scheurde
en met een razend suizen van zijn blaadjes
sleurde hij zijn leven neer
de wind die hem bespeelde
week geschrokken uit
eindelijk hadden we licht in de kamer
in dat licht keken we elkaar aan
en zagen klaar
ons onherstelbare gezicht
(uit: Campert, Remco, Dichter, Amsterdam, 2015, blz.736)
Hoe gelijkend en toch verschillend beide dichters met dit gegeven omgaan. Ik vind dit ontroerend mooi, zoals ook elke gevelde boom ontroering opwekt.
Er zal wel een goede reden geweest zijn, denk ik dan. Maar toch...
Ook dichters zijn gevoelig voor omgekapte bomen.
Een van de meest bekende verzen is ongetwijfeld dit gedicht van Maria Vasalis.
AAN EEN BOOM IN HET VONDELPARK
Er is een boom geveld met lange groene lokken.
Hij zuchtte ruisend als een kind
terwijl hij viel, nog vol van zomerwind.
Ik heb de kar gezien, die hem heeft weggetrokken.
O, als een jonge man, als Hector aan de zegewagen,
met slepend haar en met de geur van jeugd
stromende uit zijn schone wonden,
het jonge hoofd nog ongeschonden,
de trotse romp nog onverslagen.
(uit: Vasalis, M., Vergezichten en gezichten, Amsterdam, 1984, blz. 5)
![]() |
(eigen foto: Tongeren 14 maart 2017) |
Ook Remco Campert heeft het in een gedicht over het vellen van een boom.
LICHT
We wilden licht meer licht
we kapten de boom die in zijn eigen reiken
ons verlangen in de weg stond
de boom kreunde kermde kraakte
zijn laatste vezel scheurde
en met een razend suizen van zijn blaadjes
sleurde hij zijn leven neer
de wind die hem bespeelde
week geschrokken uit
eindelijk hadden we licht in de kamer
in dat licht keken we elkaar aan
en zagen klaar
ons onherstelbare gezicht
(uit: Campert, Remco, Dichter, Amsterdam, 2015, blz.736)
Hoe gelijkend en toch verschillend beide dichters met dit gegeven omgaan. Ik vind dit ontroerend mooi, zoals ook elke gevelde boom ontroering opwekt.
vrijdag 5 oktober 2018
Rotterdam street art op de hofbogen
Ik trof er een wat ongewone uitwerking: er werd een heus schilderij opgehangen, dat dan weer omkaderd werd met andere schilderingen. De anti-duiven-pinnen benadrukken de wens dat dit met de nodige zorg zou benaderd worden.
![]() |
(september 2018 - Voorburgstraat Rotterdam) |
woensdag 3 oktober 2018
Reflecties in Leidense kerken
De stad Leiden noemt zichzelf de stad van de ontdekkingen.
Bij een bezoek aan deze stad enige weken terug ontdekte ik inderdaad een mooie en gezellige stad. Zo waren er ook de Hooglandse kerk en de Pieterskerk. Bij het binnenkomen in de Hooglandse kerk stap je als het ware binnen in een schilderij van Pieter Saenredam. In de Pieterskerk vallen dan onmiddellijk de zwarte glimmende grote vloertegels op, meestal grafzerken.
Bij een bezoek aan deze stad enige weken terug ontdekte ik inderdaad een mooie en gezellige stad. Zo waren er ook de Hooglandse kerk en de Pieterskerk. Bij het binnenkomen in de Hooglandse kerk stap je als het ware binnen in een schilderij van Pieter Saenredam. In de Pieterskerk vallen dan onmiddellijk de zwarte glimmende grote vloertegels op, meestal grafzerken.
![]() |
(Hooglandse Kerk Leiden - 14 september 2018 ofwel: zelfportret met piano) |
![]() |
(Pieterskerk Leiden - 14 september 2018) |
maandag 1 oktober 2018
Woord en beeld: een antieke torso
De Poolse Nobelprijswinnares Wislawa Szymborska thematiseerde in veel van haar gedichten de tijd en de plaats van de mens in de kosmos en de geschiedenis. Haar taal en woordgebruik is heel eenvoudig maar toch weet ze te boeien door de lezer mee te nemen in haar eigen (kijk)ervaringen en de vragen die daarbij opkomen.
Ze specificeert niet welke sculptuur ze voor ogen had bij het maken van dit gedicht uit haar bundel "Dubbele punt. Gedichten", maar de zogenaamde "torso belvedere" van het Museo Pio Clementino (een van de Vaticaanse musea) zou model kunnen hebben gestaan.
HET GRIEKSE BEELD
Met behulp van mensen en andere elementen
heeft de tijd er zijn handen vol aan gehad.
Eerst ontnam hij het de neus, daarna geslachtsdelen,
vervolgens vingers en tenen,
in de loop der jaren armen, de een na de ander,
rechterdij en linkerdij,
rug en heupen, hoofd en billen,
en dat wat al was afgevallen, sloeg hij aan stukken,
tot puin, tot gruis, tot zand.
Als op die manier een levend iemand sterft,
stroomt er bij elke slag veel bloed weg.
Beelden van marmer sneuvelen echter wit
en niet altijd volledig.
Dat, waarvan hier sprake is, heeft nog zijn romp
en lijkt op een bij inspanning ingehouden adem,
aangezien het nu zijn taak is
op zich
te nemen
alle charme en ernst
van de verloren gegane rest.
En dat gaat hem goed af,
dat gaat hem nog steeds goed af,
hij doet alsof en betovert,
betovert en duurt voort -
Ook de tijd verdient hier een eervolle vermelding,
want hij heeft voor even zijn werk onderbroken
en iets uitgesteld tot later.
(uit: W.Szymborska, Dubbele punt. Gedichten. Breda, 2007, blz. 36-37)
Ze specificeert niet welke sculptuur ze voor ogen had bij het maken van dit gedicht uit haar bundel "Dubbele punt. Gedichten", maar de zogenaamde "torso belvedere" van het Museo Pio Clementino (een van de Vaticaanse musea) zou model kunnen hebben gestaan.
HET GRIEKSE BEELD
Met behulp van mensen en andere elementen
heeft de tijd er zijn handen vol aan gehad.
Eerst ontnam hij het de neus, daarna geslachtsdelen,
vervolgens vingers en tenen,
in de loop der jaren armen, de een na de ander,
rechterdij en linkerdij,
rug en heupen, hoofd en billen,
en dat wat al was afgevallen, sloeg hij aan stukken,
tot puin, tot gruis, tot zand.
Als op die manier een levend iemand sterft,
stroomt er bij elke slag veel bloed weg.
Beelden van marmer sneuvelen echter wit
en niet altijd volledig.
Dat, waarvan hier sprake is, heeft nog zijn romp
en lijkt op een bij inspanning ingehouden adem,
aangezien het nu zijn taak is
op zich
te nemen
alle charme en ernst
van de verloren gegane rest.
En dat gaat hem goed af,
dat gaat hem nog steeds goed af,
hij doet alsof en betovert,
betovert en duurt voort -
Ook de tijd verdient hier een eervolle vermelding,
want hij heeft voor even zijn werk onderbroken
en iets uitgesteld tot later.
(uit: W.Szymborska, Dubbele punt. Gedichten. Breda, 2007, blz. 36-37)
Abonneren op:
Posts (Atom)