Paul Klee is een filosofische schilder want hij blijft altijd terugkeren naar de bronnen van zijn visuele én menselijke verwondering. Nu eens zoekt hij de eenvoud van de kindertekeningen, dan weer de directheid van natuurvolkeren of van onze voorouders. Hij zoekt langs die omweg altijd weer naar een antwoord op de vraag : wie ben ik?, wat is een mens?
De Nederlandse filosoof Corn.Verhoeven vertelt in zijn boek "Inleiding tot de verwondering" - een omgewerkte cursus- hoe hij in het bezit is van een Romeinse bronzen lepel. Vanuit zijn lepel denkt hij dan na over hoe we dingen (en onszelf) proberen te begrijpen als een eigenheid/identiteit. Wat in den beginne een gebruiksvoorwerp was, is in de woonkamer van Verhoeven een siervoorwerp geworden. Trouwens, het patine op de lepel verhindert hem om deze lepel nog als lepel te gebruiken. Hoe dan ook, de sporen van gebruik zal hij ondanks reiniging niet kunnen wegwerken : de lepel werd gebruikt door rechtshandige mensen. Hij besluit alsnog de lepel te reinigen. "Nu maak ik hem toch schoon; ik gebruik chemische middelen om het patine te verwijderen en de lepel de gedaante te geven die hij had toen hij nog intens werd gebruikt. Het reinigen maakt de dingen proper. Proper komt van het Latijnse proprius, eigen. Reinigen is een rituele poging om aan de dingen hun eigen gedaante terug te geven, een verloren identiteit te herstellen. Het veronderstelt al het verlies van die identiteit. De lepel is betrokken geweest in een geschiedenis van mensen, onderhevig aan allerlei veranderingen." (Ibidem blz. 88-89).
Zoals Verhoeven via het reinigen van de lepel probeert de veranderingen opgedaan in de loop der tijd ongedaan te maken, zo probeert Klee via kindertekeningen en andere een verloren identiteit te hestellen.
Dat was heel duidelijk te zien in het LaM bij de expositie "Paul Klee Entre-mondes" (nog tot 27 februari in Villeneuve-d'Ascq).
(Büste eines Kindes 1933 eigen foto) |
Op een heel andere manier zoekt Klee met een kinderlijke blik en een kinderlijke hand te werken bij deze aquarel en potloodtekening op papier uit 1935. De menselijke figuur die heel de oppervlakte van het papier omspant (31,3 x 29,8 cm) is een soort krabbel zoals vele kleuters proberen mensen te tekenen. Maar alles wat deze figuur
omkadert is héél volwassen : de blauwe pijl bovenaan, het oranje wiel onderaan (complementaire kleuren!), het rasterwerk van oranje, groene en grijzige strepen. Heel dit grote-mensen-decor suggereert drukte en snelheid, op een heel andere manier dan futuristen deden zo'n twintig jaar eerder. Dit gevoel van bezigheid wordt bevestigd door de titel van het werk, nl. 'Eile ohne Rücksicht' (haast je maar zonder om te kijken). Je ziet de figuur opgejaagd worden en de grond verliezen onder zijn voeten omdat hij voortgestuwd wordt om in beweging te blijven. En merkwaardig genoeg is juist heel deze verbeelding een begin van verwondering, een moment van stilstaan. Het is alsof een kind vraagt waartoe al die grote-mensen-drukte dient. Dat was een vraag in 1935, maar die vraag blijft haar actualiteit behouden.
(Eile ohne Rücksicht 1935 eigen foto) |
omkadert is héél volwassen : de blauwe pijl bovenaan, het oranje wiel onderaan (complementaire kleuren!), het rasterwerk van oranje, groene en grijzige strepen. Heel dit grote-mensen-decor suggereert drukte en snelheid, op een heel andere manier dan futuristen deden zo'n twintig jaar eerder. Dit gevoel van bezigheid wordt bevestigd door de titel van het werk, nl. 'Eile ohne Rücksicht' (haast je maar zonder om te kijken). Je ziet de figuur opgejaagd worden en de grond verliezen onder zijn voeten omdat hij voortgestuwd wordt om in beweging te blijven. En merkwaardig genoeg is juist heel deze verbeelding een begin van verwondering, een moment van stilstaan. Het is alsof een kind vraagt waartoe al die grote-mensen-drukte dient. Dat was een vraag in 1935, maar die vraag blijft haar actualiteit behouden.
En wat nog meer verwondering opwekt is de gebruikte beeldtaal die ons heel modern aandoet. Deze beeldtaal grijpt als het ware vooruit naar hoe we nu overal pictogrammen gebruiken en overal schema's zien opduiken. Verwondering ontstaat als we beseffen dat wat we zien heel anders had kunnen zijn en dat het wezenlijk is betrokken bij andere dingen, stelt Verhoeven. Hij legt uit : "Het ding is niet zomaar een ding; het is een object van een eindeloze beschouwing, omdat het zelf een concrete oneindigheid is. De toevalligheid van het constateerbare zo-zijn is niet kleiner dan die van een denkbaar anders-zijn. Wanneer die toevalligheid of onwaarschijnlijkheid wordt ontdekt, houdt alle vanzelfsprekendheid op en begint de verwondering." (ibidem blz. 89)
De werken van Paul Klee tonen zich als niet tijdgebonden en doen onze vanzelfsprekendheden wankelen. Zo is het product van een verwonderde geest voor mij een bron geworden van verwondering, een leerschool om niet te blijven steken in vanzelfsprekendheid.
Ook al sluit ik hiermee deze Klee-Verhoeven-reeks af, de verwondering blijft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten