![]() |
| (©uwkringding.be) |
In het laatste nummer van Het Liegend Konijn (2025/1, blz. 182) is een gedicht gepubliceerd van dichter Erik Spinoy die de slagvelden van de grote wereld laat ineenvloeien in de slagvelden van de kleine mensenlevens.
Roodkapje en de wolf loeren mee om de hoek.
OORLOG EN VREDE (1)
'Medemens : gelijke en spiegelbeeld.'
'Naaste : bemin haar als Uzelf.'
'Buurman : beter dan een verre vriend.'
V-- ziet U ongelovig aan.
De mens een wolf voor de mens.
De wolf een mens voor de wolf.
Weerwolf, medeweerwolf.
Eens vallen ze af : de fraaiste, liefste
smetteloos witst gekalkte maskers.
Onzalig zijn de argelozen.
Onzalig zijn de zuiveren van geest.
Zulke grote ogen, zulke scherpe tanden
zulke sterke harige poten in het bed
het huis dat U vertrouwd en veilig en
alleen het Uwe scheen.
Is pacifisme naïef?
Is vertrouwen in de andere argeloos?
Wordt onze veiligheid gegarandeerd door 'wolvenmanieren'?
Wat is masker en wat niet als we het gelaat van de andere zien?

Geen opmerkingen:
Een reactie posten