In de dichtbundel "De benen van de hemel" heeft Peter Theunynck een aantal van zijn verzen gebundeld in een afdeling met als titel : IJkpunten. IJken is het betrouwbaar maken van een meetinstrument. De door de dichter beschreven ijkpunten zijn schilders, schrijvers én bomen die een maat, een norm, een punt van afmeten zijn voor hem. Ook Vincent Van Gogh komt in deze rij voor met twee gedichten die verwijzen naar twee schilderijen.
Hier deel ik het eerste vers van dat tweeluik. Het gaat over een doek waarin hij kreupelhout (sous-bois in het Frans) schildert tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis St.Paul in Saint-Rémy, juli 1889.
En laat bij het lezen je gedachten maar voluit associëren. De psychisch kreupele Vincent die verlichting voor zijn lijden zoekt; de spanning bij schilder, schrijver en iedere mens tussen afstand en nabijheid (een spanning die in deze covid tijden uitvergroot wordt), beide nodig om (samen) te leven; de nagloed van zijn bekendste doek 'Sterrennacht' dat hij een maand eerder schilderde; ...
VINCENT
1 Hedera helix
Kun je meer van kreupelhout zijn dan hij?
Zijn raam in Saint-Rémy zag klimop
krioelen tegen de sterren op.
Verlichting ontsproot : gebogen streekjes
ontploften op doek. Alles zo dik in de olie
dat verf ons de verte injoeg.
Stammen werden jubelend
kleurtapijt dat afstand vraagt
voor zonlicht door de kruinen valt.
(uit: Theunynck, Peter, De benen van de hemel, Uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014, blz. 59)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten