De covid-19 crisis heeft een aantal sluimerende maatschappelijke pijnpunten open en bloot gelegd, onontkoombaar voor iedereen. Een van die pijnpunten is de opvang van en zorg voor ouderen in woonzorgcentra en andere residenties. De betutteling door het zorgpersoneel, meestal ingegeven door gebrek aan tijd en middelen en met de beste bedoelingen, waaraan vele bejaarden worden overgeleverd zijn soms schrijnend.
Bij het horen van zulke verhalen dacht ik aan deze ontroerende en schrijnende bladzijden in de bundel "Aangeraakt" (uitg. P, Leuven, 2016, blz. 38 en 39). Je ziet het schilderij van Jef Blancke en kan daaronder de woorden lezen die Joke van Leeuwen daarbij neerschreef. Geschreven voor corona-tijden, maar niet minder actueel.
Er komt steeds iemand anders om me te verzorgen.
Dan krijg je geen band. Dan ben ik weinig meer dan
een oud lijf dat het niet meer goed doet.
Vaak is het een jong ding dat me helpt en tegen me praat
alsof ik een kind ben. Ze weten nog niets van een lang leven.
Soms huppel ik even in mijn hoofd. Daar kan het nog.
Maar dat snapt zo'n meiske niet.
Ach, ze werkt hard voor weinig geld.
Ze sjort wel te veel aan me.
Als je niet meer door iemand gestreeld wordt -als ze alleen nog maar aan je sjorren -
Geen opmerkingen:
Een reactie posten