donderdag 20 mei 2021

Ridder Raveel nogmaals

De schilder-beeldend kunstenaar Roger Raveel wordt naar aanleiding van zijn honderdste geboortedag uitvoerig herdacht. Dat gebeurt onder anderen met een tentoonstelling in BOZAR te Brussel (zie ook op deze blog  26 april laatst). Maar ook verschijnen er meerdere uitgaven rond en over Raveel, waaronder ook een aantal dichtbundels. Blijkbaar is er een sterke affiniteit tussen dichters en Raveel.
Tussen deze vele gedichten ontdekte ik een vers waarin de dichter ook melding maakt van het "ridderschap" van Raveel. In de uitgave "Met heldere verf en verlangen. Dichters bij Raveel." van het Gentse Poëziecentrum, samengesteld door Carl De Strycker vind ik dit gedicht van Peter Theunynck, geschreven bij het onderstaande doek.

(Roger Raveel: Even terugschouwen, 1980)


De dichter roept de leefwereld, de beeldtaal en motieven van de schilder op en tussen de regels door klinkt ook het grote zelfbewustzijn van de kunstenaar door.
En er is in de laatste regel de vermelding van zijn 'ridderschap', dus voor mij een gelegenheid op nog even terug te schouwen...

EVEN TERUGSCHOUWEN

Ik, woonachtige in koterijenland,
ben de kleine koning der kleiduiven.

Grenspalen van glas sloeg ik bij u
in de grond. Tussen tulp en tederheid
weerspiegelen zij uw dagelijkse dag.

Mijn pet is waar ik woon
kroon op uw werk. Zij maakt mij
van het land van hier, van de stille rivier

die liggend uw goed aan de wasdraad beziet.
Zwanen, zwaar en moeizaam, landen hier niet,
dus zaag ik ze uit en laat ze te water bij avond.

Denk niet: hij schildert zomaar wat
hij ziet, ik geef stem
aan het hele roergebied in uw hoofd.

Terwijl ik u koerend vertolk in mijn kiel,
word ik geridderd: mondriaan van mijn volk.

(uit: Met heldere verf en verlangen. blz. 69)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten