De Standaard recensent Paul Demets vond dat de dichter Herman Leenders en zijn bundel "Overstekend wild" (De Arbeiderspers, 2020) meer aandacht verdient. Bij deze wordt hij op zijn wenken bediend.
Zoals in een eerder bericht gezegd bestaat deze bundel uit drie afdelingen. De eerste afdeling is niet gefocust op één bepaald thema en heeft als titel de zelfde titel als de gehele bundel: overstekend wild. In deze afdeling worden mens en natuur op soms onverwachte manier samen gebracht.
Hierbij een wat ondeugend gedicht met dubbele bodems. De titel "Vijgenblad" (blz. 42) doet iets vermoeden, maar het draait toch nog anders uit.
VIJGENBLAD
moet ik medelijden hebben
lachen of mij schamen
er hangen alleen maar
verschrompelde vijgen
balzakjes aan de blote takken
knijpzacht vol kleverig zaad
bezocht door reuzenwespen
met kloppend achterlijf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten