dinsdag 15 april 2025

Barcelona retrospectiva - 2 -

 Acht jaar na een vorige bezoek aan Barcelona zag ik veel hetzelfde gebleven, maar ook veranderingen, zoals het toegenomen aantal toeristen, de verhoging van de inkomprijzen of zelfs voor het eerst toegang betalen voor het bezoeken van bepaalde kerken. 
Met plezier ging ik -opnieuw- naar een concert in de bijzondere concertzaal die de Palau de la Musica Catalana is, een gebouw ontworpen door de architect Lluis Domènech i Montaner en gebouwd in de jaren 1905-1908. Deze 'modernisma' architect, collega en tijdgenoot van Gaudi, ontwierp alles aan het gebouw, tot de kleinste decoratie toe. Een van de bijzonderheden is de omgekeerde gebrandschilderde koepel die de zaal van natuurlijk daglicht voorziet. Ik ken geen andere concertzaal met zo uitbundig daglicht.
Hier toon ik even die lichtkoepel, van detail naar het geheel toe met eigen foto's.


(foto's 31 maart 2025)


zondag 13 april 2025

Barcelona retrospectiva - 1 -

 Na acht jaar terug Barcelona bezocht. Veel gelijk gebleven maar ook veel geëvolueerd. 
In de buurten Raval en Barri Sant Antoni verschijnen tussen de groezeligheid in vele nieuwe kleine winkeltjes met een trendy sfeertje. Als deze gesloten zijn, gaan de rolluiken langs de straat naar beneden en dan zie je soms mooie en verrassende schilderijen, kleurrijk en gevarieerd. 
Zie maar (eigen foto's)...


(31 maart 2025)


donderdag 10 april 2025

Afscheid van NWT - William Gass over lezen - 3 -

 

In een laatste bericht wil ik nog even verder lezen over lezen vanuit een essay van de Amerikaanse schrijver William Gass. Ooit was hij snelleeskampioen, maar anno 1984 grote advocaat voor traag lezen...
Hier hoe hij zijn essay beëindigt op een bevlogen en poëtische wijze.

(Piet Mondriaan 
Sinaasappelen met schaal
©Wikipedia)
Dans de sinaasappel
"Het is net als fietsen, lezen. Voel je de wind, het onbelemmerde strijken van de geest over de onbedekte huid?
Dit lezen zal dus zijn als leven: het leven waar elk van u zo direct weer druk mee bezig zal zijn: niet altijd heel snel, hoop ik, of onder de constante druk der consequentie, de naargeestigheid der onoplettendheid of de hinderlijke herrie der afleiding van buiten. Niettemin zal het slechts in schijn leven zijn -dit leven- zoals onuitgesproken lezen schijn is, tenzij je af en toe de wereld van buiten gestalte geeft, en van binnen laat leven; want alleen zo kan hij zich aan ons overleveren. Zoals Rainer Maria Rilke eens bevolen heeft: 'Dans de smaak die je hebt geproefd. Dans de sinaasappel'. Die opdracht zou ik willen vermenigvuldigen, voorbij al wat mogelijk is, zelfs. Spreek de straat eens voor jezelf, hoor de claxons in het woud, lees de bries hardop en maak die innerlijke wind tot de jouwe, want, ook al geeft de natuur, de mens of God ons de tekst, wij beschikken zelf over het vermogen om te lezen, om echt goed te lezen, en onze eigen geest vrij te laten bewegen in harmonie met de bewegende wereld."


woensdag 9 april 2025

Afscheid van NWT - William Gass over lezen - 2 -

 


De Amerikaanse essayist William Gass die hogelijk werd gewaardeerd door o.a. Hugo Claus begon zijn 'leescarrière' als snellezer, die deelnam aan leeswedstrijden in zijn thuisstaat Ohio. Tijdens mijn verhuis, nu ongeveer een jaar geleden, ruimde ik -soms met veel pijn in het hart- een reeks nummers op van het tijdschrift NWT. In 1986 verscheen een essay van William Gass onder de titel "Lezen voor jezelf". Hier nog enkele citaten eruit...

De snellezende lezer
"Daar staat tegenover dat een snellezende lezer zich diagonaal over een pagina omlaag stort, als een skiër van een helling; door de tekst heen snijdt zoals een slager het liefst worst in plakjes snijdt: schuin, zodat hij misleidend grote, ovalen plekken krijgt. De snellezer is uit op de pit, het hart, de essentie. Alinea's veranderen in een land waar het oog overheen vliegt, op zoek naar landmerken, referentiepunten, luchthavens, openbare toiletten, passages met seks erin. De snellezer fileert een boek zoals bedreven visverwerkers dat doen met een vis. De kieuwen gaan eraf, de staart, de schubben, de vinnen; en dan glijdt de filet snel weg alsof hij aan een zeehond gevoerd is; en uitsluitend de trage lezer, de lezer (...) wiens vinger aarzelt bij langere woorden, die de lippen beweegt, die de tekst laat dansen, zal oog hebben voor de eigenaardige verzameling beelden - vlieger, skiër, slager, zeehond- die bij elkaar zijn gekomen om commentaar te leveren op doel en bedrijvigheid van de snellezer, misschien wel net als roddelaars op een bruiloft. Op de snellezer heeft deze oploop van beelden, deze krankzinnige kettingbotsing van ideeën - van landingsbaan, pit, hart, ingewanden, seks - geen effect; hij zal het zelfs niet herkennen, want deze lezers zijn uit op wat zij beschouwen als de centrale betekenis; het is de essentie die zij willen, het hart van de zaak; zij willen datgene dat net zo goed gezegd kan worden in hun eigen, andere, en altijd minder talrijke woorden; zo zou de essentie van deze passage kunnen zijn: lezers die snel lezen, zoeken alleen naar de algemeenste en meest stereotype betekenissen."


Wat de snelleeswedstrijden leerden
"Wat zeiden die wedstrijden me, met hun vragen naar opgenomen informatie, met hun liefde voor letterlijke kennis? Ze zeiden me dat tijd geld was (de dierbaarste gedachte van een snellezer); ze zeiden me wat de wereld wilde dat ik las als ik las, at als ik at, zag als ik keek. Net als de veelvraat moest ik alles snel de winkel in en uit werken. De omzet ging boven alles. Wat de wereld van me wilde hebben was de essentie, maar de essentie moest verhandelbaar zijn - dus slaapverwekkend eenvormig en uitgemergeld, iets voor modeshows. 
(foto gezien ergens op het internet)
Het is de bedoeling dat we doorgaan met ons leven, dat we het zo snel leiden dat we niet stilstaan bij het gebrek aan kwaliteit; de wanverhouding tussen theorie en ding, de kloof tussen programma en praktijk. We moeten leven zoals we lezen, luisteren zoals we leven. Alsjeblieft: alleen de melodie... scherven van 'gouwe ouwen', voorproefjes van wat 'net uit' is, of 'het helemaal gaat
maken', of 'gloed nieuw'. We zijn gewend geraakt aan de vervallen staat waarin ons bewustzijn terecht is gekomen."

Lezen is vrijheid
"Lezen is een ingewikkelde, diepe, stille, roerloze, heel persoonlijke, heel eigen, een heel eenzame, maar toch beschavende bezigheid. Niets is socialer dan spraak -we zijn door onze gemeenschappelijke geluiden zelfs nog hechter met elkaar verbonden dan door onze wetten- maar desondanks is niemand zich sterker bewust van het geïsoleerde ik dan de lezer; want de lezer communiceert met het woord dat zonder vorm aan te nemen gehoord wordt in die holte van het hoofd die alleen gemaakt is voor het horen. In de bus kan ieder van ons verdiept zijn in iets anders. Zelfs als ik naast een priester zit, kan ik genieten van mijn pornografie, al hou ik misschien mijn duim discreet op de titel (...) Film, radio, televisie, toneel, orkesten, allemaal houden ze hun eigen tempo aan, en de luisteraar of kijker moet opletten, meekomen, of achterblijven; maar de lezer niet. De lezer is vrij. De lezer heeft de touwtjes in handen, hij trapt de pedalen van de fiets rond. Het is makkelijk voor de lezer om te zeggen dat het stuk Proust dat hij rijdt, uitgesteld is tot de vakantie.
Lezen, met andere woorden, legt de omgeving niets op. (...) lezen is redeneren, dingen uitvinden door middel van gedachten, ordeningen maken uit ordeningen totdat we een tekst zo volkomen begrepen hebben dat hij nog slechts bestaat uit puur gevoel en reactie. (...)
Maar om die ervaring te kunnen hebben, moet je leren om de tekst op te voeren, de woorden tegen jezelf te zeggen, zingen, schreeuwen, ze met onze geest, hun lichaam te geven. (...) Als we zo lezen, splitsen we ons in een theater: aan de ene kant de speler die deze onhoorbare geluiden vorm geeft, de spieren van het strottenhoofd bijna onzichtbaar beweegt; en aan de andere kant de luisteraar die ze hoort zeggen en reageert op hun passie of hun wijsheid.
Zo'n lezer beschouwt elke tekst als uniek, begroet ieder werk als een vertrouwde vreemdeling."


dinsdag 8 april 2025

Afscheid van NWT - William Gass over lezen -1-



Het Nieuw Wereld Tijdschrift (NWT) heeft van 1984 tot 2000 voor een aparte stem gezorgd binnen de wereld van de literaire tijdschriften. Essays, foto's, voorpublicaties, gedichten, interviews, verhalen... uit de Nederlandstalige en wereldliteratuur kregen kansen dank zij de redactie die onder leiding stond van Herman de Coninck tot zijn plotse dood in 1997. Een onthoofde redactie probeerde dan nog verder te gaan, maar in 2000 stopte NWT definitief.
Lezen en letteren kregen altijd veel aandacht -evident voor een literair tijdschrift- onder anderen met een essay van William Gass dat verscheen in 1986 onder de titel: Lezen voor jezelf.
In dit essay vertelt hij hoe hij geëvolueerd is van snel-lezer (zelfs in wedstrijdverband!) naar een traag-lezer.
(William Gass-©biblioklept)


beginnende lezers
"Ons lezende leven kent zijn jonge jaren en zijn herfsttij. Aanvankelijk doen we het natuurlijk slecht, kunnen we nauwelijks ons evenwicht bewaren, waggelen we achter ons vingertje aan, zijn we zo druk bezig met onthouden wat elk woord moet betekenen dat we vergeten dat de zin een pad is, en bereiken we het eind ervan zonder dat we ergens gekomen zijn. Zo gaat het met alle dingen die we leren, want eerst plegen ze passief obstructie tegen ons; ze liggen buiten ons, net als mist, of de wetten van de natuur; we moeten bevelen geven aan onze ogen, onze ledematen, ons begripsvermogen: til dit op, verschuif dat, duim op de spatiebalk, meer naar één kant hangen, koppeling laten opkomen -voorzichtig, anders vliegen de tanden om je oren- en vergeet niet om het werkwoord te vervoegen of wat escudo waard is. Maar na een tijdje ontdekken we dat we het fijn vinden om rechtop te staan, om te fietsen, Don Giovanni te zingen, bladerdeeg te maken, kalverliefde te bedrijven of modelvliegtuigjes te bouwen. Dan zijn we inderdaad gretig in ons jonge enthousiasme: de dingen die we willen ondernemen zijn zo talrijk als blaadjes aan een boom. Iedere bladzijde is een hele wereld, en we worden als hongerige horden losgelaten om te grazen."

geschiedenis en geografie
"Ik wist dat Shakespeare na Sofokles kwam, maar vergat dat ik tussen die twee heen en weer reisde alsof het twee steden waren. In mijn passie voor de tijd vergat is hun geografie. Alle boeken bevinden zich op dezelfde plaats. Dante en Dickens staan broederlijk naast elkaar. En hoewel boeken hun leven op aarde op verschillende tijdstippen beginnen, bepalen die data zelden de dagen waarop ze beginnen in uw en mijn leven. Zulke simpele dingen vergeten we: dat we gebouwd zijn uit boeken. Ik vergat de cola die ik zat te drinken, de stoel, de kilte in de lucht. Ik wilde, zoals veel opgroeiende jongens, net zo graag uit mijn gewone leven springen als zalmen stroomopwaarts willen komen. Ik zocht iets om de wereld mee te vervangen. Bij heimelijk lamplicht bleef ik wakker om te dromen. Ik werd roekeloos. Ik ging op snelheid lezen.

niet als je op snelheid leest
"Als je op snelheid leest, lees je niet recursief, heen en weer over de lijn als een naaimachine, waarbij je twee dingen aan elkaar stikt- laten we zeggen, het inzetstuk van een lijfje aan de mouw- twee termen met elkaar verbindt, een naad sluit door de instructies te volgen die in de zin vervat zijn (niet als je op snelheid leest), zodat het woord 'je' eerst wordt vastgehecht aan 'leest' en dan wordt de woordgroep 'op snelheid leest' met die twee verbonden zodat de hele zin kan worden voorafgegaan door een groots, van een hoofdletter voorzien 'Als...'(maar niet als je op snelheid leest) terwijl het hele stuk bij elkaar wordt gehaald om te wachten op de voltooiing van het latere segment, dat begint met :'lees je niet recursief' (zeker niet als je op snelheid leest). Je hoort hoe lang het lijkt te duren, dit geduldige proces, en hoe verwarrend het kan worden. En je neemt geen tijd voor de taal, herhaalt geen (niet als je op snelheid leest) passages die extra leuk zijn, omdat je misschien genoot van een bescheiden alliteratie (zoals bijvoorbeeld in de woorden 'tijd voor taal'), of een speciaal geslaagde zinswending (een beeld bijvoorbeeld, zoals dat van mijn taaie tegenstander met de groene tanden en het dunne rode haar -als vliegroest op een zaag),(dat kan je wel vergeten, als je op snelheid leest).

zondag 6 april 2025

Trainworld Schaarbeek

 Hét Belgische spoorwegmuseum, Trainworld, bevindt zich in Schaarbeek (Brussel) vlak naast het station van deze gemeente. Je kan het museum dus heel gemakkelijk met de trein bereiken. Dat heb ik enkele dagen terug ook gedaan: met de trein naar Trainworld...!
Maar, deze aankomst is niet echt publiciteit voor de spoorwegen. Het stationsgebouw zelf is jaren geleden helemaal opgeknapt als toegang tot Trainworld, maar de rest van het station ligt er belabberd bij (de perrons, de trappen, de voetgangerstunnel onder de sporen).
Jammer toch...

(eigen foto's)


vrijdag 4 april 2025

Lente ...

 In de lente komt er weer leven in de natuur en de mens begint ook terug te leven op akkers en velden en in tuinen.
Alles ontkiemt en de lente is ook in de poëzie een topos, een vindplaats voor nieuwe verzen. Hier een lentevers van Philippe Cailliau uit zijn bundel Omtrek van water (uitg. Kleinood & Grootzeer, 2020, blz. 40).

ONTKIEMEND GROEN

We zullen werken in de grond, geknield
in elke vore klauwen en de aarde keren.

Om voedsel te bewaren hebben wij
beschermde gronden aangelegd. En
in silo's, uur na uur, laten wij zaad
en graan hun diepe geuren delen.

Weer kruipen kleuren en geluiden
bij elkaar om feest te vieren: dat
van het eeuwenoude memoreren
van de vruchtbaarheid die op de akkes,
ieder jaar, de sterkste wortels vlecht.

Ontkiemend groen ligt in de handen
van het voortbestaan van vuur en wind,
van nacht en zon.

(Picpus Parijs april 2011 - eigen foto)


woensdag 2 april 2025

Zwarte kunstenaars tonen zichzelf - 5 -

 In een laatste bericht over de tentoonstelling "When We See Us" (nog tot 10 augustus in BOZAR Brussel) wil ik even stilstaan bij enkele schilderijen die het schildersambacht tot thema hebben. Dat zien we bij de schilder Richard Mudariki (1985 - Zimbabwe) die zijn opleiding genoot o.a. in Harare. Hij herneemt vaak iconische schilderijen uit de westerse klassieke traditie om ze te herinterpreteren vanuit zijn Afrikaanse achtergrond. Zo zien we hemzelf afgebeeld tussen zijn voorbeelden en inspiratiebronnen zoals vele Westerse kunstenaars ook zichzelf vaak hebben afgebeeld in hun atelier tussen werken van hun voorbeelden. Een werk uit 2016.
(Richard Mudariki : History of Art in Zimbabwe - foto: Marc Deconinck)


Bij Roméo Mivekannin (1986) uit Ivoorkust, maar momenteel werkzaam in Frankrijk en Benin, zien we hoe hij in klassieke Europese schilderijen uit vooral de 19e eeuw de blanke hoofdfiguren herschept tot Afrikaanse mensen. In Bozar zagen we hoe hij een werk van Felix Vallotton een zwarte toets geeft.
(Roméo Mivekannin : Le modèle noir, d'après Félix Vallotton - foto: Marc Deconinck)


maandag 31 maart 2025

Zwarte kunstenaars tonen zichzelf - 4 -

 In vorige berichten heb ik al een aantal redenen weergegeven om de bijzondere tentoonstelling in Bozar (Brussel) te bezoeken : "When We See Us" over zwarte figuratieve schilderkunst uit de pan-afrikaanse gemeenschap. De schilderijen zijn gegroepeerd rond zes thema's, waarvan voor West-Europese toeschouwers niet alle even evident samen passen in één parcours. De thema's zijn: het alledaagse leven ; rust ; triomf en emancipatie ; sensualiteit ; spiritualiteit ; vreugde en feest.
Hier wil ik nog even stilstaan bij de thema's rust en spiritualiteit.
Rust...Voor de 'hardwerkende Vlaming' klinkt het bijna als een vloek. Toch ademen vele schilderijen in deze expo een rust en evenwicht uit, waar wij kunnen op jaloers zijn. De kunst van het luieren om zo tot een verbinding te komen tussen geest, ziel en lichaam en tot onbeschaamde rust. Ook dit is iets wat wij misschien meer zouden mogen leren mede dank zij deze tentoonstelling. Er is tijd voor werken én voor rusten want de kwaliteit van het leven drijft maar ten volle boven bij het luieren en (samen) genieten.
Zo zien we een groepje jongens in kleurige outfits hangen rond een auto en een stralende jonge vrouw en we zien ze genieten van elkaars nabijheid in een schilderij uit 2021 van Marc Padeu (1990) uit Kameroen.
(Marc Padeu : All the Light on Me - eigen foto)


Een ander minder evident thema voor ons is 'spiritualiteit'. Op een begeleidend tekstpaneel lees ik : "Onze spiritualiteit kan niet van het dagelijks leven onderscheiden worden. Ze is veelzijdig en complex. Ze is onze manier om het universum te begrijpen en ons bestaan te verbeteren. We belichamen ons drievoudig erfgoed, wat Ali Mazrui beschrijft als een erfgoed geworteld in de inheemse cultuur, samen met het christendom en de islam." Hierbij een werk van de Nigeriaanse artiest Alex Shyngle (1957-2001) uit 1995 : Ritual Dance.

(eigen foto)


zaterdag 29 maart 2025

Zwarte kunstenaars tonen zichzelf - 3 -

 De tentoonstelling "When We See Us", in Bozar Brussel te zien tot 10 augustus, toont zwarte kunstenaars uit de voorbije honderd jaar. Naast de nieuwe namen om te ontdekken en de soms bijzondere technieken die gebruikt worden is er nog een reden om deze expo te bezoeken: de niet-problematiserende insteek. De essentie van deze tentoonstelling is een genuanceerd verhaal van het zwarte leven met een bijzondere focus op het feest, de triomf en de sensualiteit. We krijgen een kleurrijke reeks van schilderijen te zien die een mens gelukkig maken. Nu eens niet de schijnwerpers op de problemen en de armoede en de uitbuiting, maar op de veerkracht, de levenslust en de fierheid. Hieronder drie voorbeelden.
Er is een portret van de uit Zimbabwe afkomstige maar nu wonende in Groot-Brittannië, Kudzanal-Violet Hwami (1993) met als titel An Evening in Mazowe (2019). De waardigheid en het genieten van de avondlijke rust straalt zo op de toeschouwer af. Je wordt er zelf rustig bij.
(foto : Marc Deconinck)


Feest, dat spat van het schilderij van Nestor Vuza Ntoko (1954). Deze Congolese schilder moest onder president Mobutu het land verlaten en verbleef toen in ballingschap in Luik. In het onderstaande werk zie je een concert met muziekbandje op een podium en dansende mensen ervoor. De titel zegt dat ze de kwasa-kwasa dansen, een dans in Kinshasa ontstaan in de jaren 1980, gekenmerkt door cirkelvormige heupbewegingen. 
(eigen foto)


Sensualiteit en rust straalt dan weer uit het schilderij van de Nigeriaanse artiest Olusegun Adejumo (1965). Ovie's Repose uit 2012 is een kleurrijk, suggestief en sprankelend werk van een rustend iemand, alsof die net zware inspanningen heeft gedaan. 

(foto : Marc Deconinck)



Hier wil ik ook nog vermelden dat het bezoek aan de tentoonstelling wordt begeleid door een soundscape, die de verschillende thema's passend auditief versterken. Op sommige momenten wil je zomaar mee heupwiegen op de muziek terwijl je naar schilderijen van dansende mensen kijkt. Ook zo wordt het 'Black Joy'-gevoel versterkt.

donderdag 27 maart 2025

Zwarte kunstenaars tonen zichzelf - 2 -

 In Bozar in Brussel is een interessante tentoonstelling te zien tot 10 augustus met "pan-afrikaanse" artiesten die vooral de 'black joy' in hun gemeenschap willen tonen. Naast het feit dat je veel nieuwe namen kan leren kennen, loont het ook de moeite om deze tentoonstelling te bezoeken om te genieten van kleur en creativiteit. Vele kunstenaars schilderen in de eerste plaats maar aarzelen niet om hun werken met andere technieken te verrijken (collage, prints, tekenen...). 

Zo is er Neo Matioga (1993), geboren in Zuid-Afrika en daar opgegroeid, maar nu ook gedeeltelijk wonend en werkend in Amsterdam. Zijn schilderijen zijn veelal in zwart-wit met collage-elementen, zoals ook dit portret Mmadira uit 2020.

(foto : Marc Deconinck)


Een andere artiest die een andere bijzondere vorm van collage toepast is Yoyo Lander (1986), een Amerikaanse die zich laat inspireren door de schilder Kerry James Marshall en door de Senegalese beeldhouwer El Anatsui. Ze beschildert aquarel papier en verknipt deze vellen om ze tot een nieuw geheel samen te kleven, zoals dit grote werk (167 x 106 cm) I Can't Keep Making the Same Mistakes uit 2021. Je ziet eerst het gehele werk en dan toon ik een detail van een hand om de bijzondere techniek beter te illustreren.



(eigen foto)


(eigen foto)


De kleurrijke figuratieve schilderijen verrassen dus soms ook door hun gebruikte technieken.


 

dinsdag 25 maart 2025

Zwarte kunstenaars tonen zichzelf - 1 -

 Nog tot 10 augustus kan je in Brussel de bijzondere tentoonstelling bezoeken When We See Us : een eeuw pan-Afrikaanse figuratieve schilderkunst. In BOZAR is een parcours gemaakt rond zes thema's waarbij meer dan 150 schilderijen tonen hoe zwarte kunstenaars zichzelf en hun gemeenschappen zien. 
Bij mijn bezoek was een eerste feit dat opviel hoe weinig kunstenaars ik kende. Het deed mij denken aan een bezoek aan het museum van schone kunsten in Helsinki waar ook het overgrote deel van de kunstenaars mij totaal onbekend was. We leven, ondanks de vele technologische mogelijkheden toch veelal in een Westerse/West-Europees-Amerikaanse culturele bubbel. Dus al een eerste reden om die tentoonstelling te bezoeken: de eigen blik verruimen en kennis maken met een resem interessante artiesten.
Zo is er werk te zien van Aboubacar Diané (1960-2017), een Senegalese artiest die alledaagse scenes schildert op gevonden houten planken of stukken stof. Zelf situeerde hij zich in de sfeer van de 'art brut'. Zijn huis was ook zijn atelier én zijn galerie waar hij zijn werken verkocht. Hier een paneeltje waarin hij met veel humor én een belerende boodschap een doordeweeks verhaal vertelt...de terugkomst thuis.
(eigen foto)



Een andere mij tot dan toe totaal onbekende artiest is de Congolees Moké (1950-2001). Zijn echte naam was Monsengwo Kejwamfi en hij toont het dagelijkse leven in het post-koloniale Congo zonder zich te focussen op de politieke verwikkelingen. Hij werkte en woonde in Kinshasa en liet zich inspireren door documentaire foto's, reclamepanelen en het stedelijke leven in Kinshasa. Hij toont vaak met veel humor de veelkleurige dagelijkse realiteit van een Afrikaanse grootstad met zijn leven op straat en zijn bruisende en broeierig nachtleven. Zo ook op dit schilderij uit 1983 : Kin oyé ou Couleur Madiokoko à Matonge.

(eigen foto)
Zoals je in deze werken kan zien is de ondertitel van de tentoonstelling niet gelogen : het betreft allemaal figuratieve schilderkunst.







zondag 23 maart 2025

Dichtersaccolade - Korteweg omarmt Hoornik

 


De titel van dit bericht dekt niet helemaal de lading. Het gaat niet alleen over Anton Korteweg (1944) en Ed Hoornik (1910-1970), maar omdat Korteweg zijn vers opdraagt aan collega-schrijver Luuk Gruwez (1953) zou hij er ook bij mogen. Schalks schrijft Korteweg over Gruwez, ook al beweerd hij het niet te zeggen in de tweede lijn van de tweede strofe.


Maar wat deze drie bijeenbrengt is hun liefde voor de poëzie en voor de vrouwen. De titel van het vers van Korteweg (te lezen in Het liegend konijn (2020/2, blz. 147) is duidelijk.

LEVE DE POEZIE !
   
    (voor Luuk Gruwez)

Of 't nou bij meneer Tintel was op 't gym,
mijn leraar Nederlands in Dordt met maar één arm,
of in de bloemlezing Dichters van dezen tijd,
als knaap was ik verrukt : beminde je een vrouw
ontkwam je aan de dood en werd je even
weggerukt uit het aards bestaan. Net wat ik wou.
Ed Hoornik kon na dit verrukkelijk perspectief
als favoriete dichter niet meer stuk.
Dat kwam ook door zijn kleine dochter van Jaïrus,
van wie het haar zo listig zonder zwier is.

Een jaar of vijftien later, pas getrouwd, las ik
bij een gerespecteerd collega, 'k zeg niet wie,
over een voelspriet in een warme schacht
gretig de lust van de geslachten aftastend
tot aan het oerslijm. 'k Kreeg het Spaans benauwd
en dankte God : ik had al nageslacht.



vrijdag 21 maart 2025

Dichtersaccolade - Herbert omarmt Krynicki

 


De Poolse dichter Zbigniew Herbert (1924-1998) die onder het communistische bewind omzichtig schreef, flirtend met de grens van de censuur, schreef in begin jaren 1980 een vers aan zijn jongere collega Ryszard Krynicki (1943) , die zich ook staande probeerde te houden onder het communistische regime. Het gedicht is een lange mijmering over de vragen, twijfels en pogingen om zijn authenticiteit te bewaren in een onderdrukkende samenleving en over wat poëzie nu (waard) is. De oudere Herbert herkent in ongeveer twintig jaar jongere dichter een zielsverwant.




AAN RYSZARD KRYNICKI - EEN BRIEF

Er zal niet veel overblijven Ryszard werkelijk niet veel
van de poëzie van deze krankzinnige eeuw Rilke Eliot zeker
nog een paar andere waardige sjamanen die het geheim kenden
de woorden bezwoeren de vorm die de tijd kan weerstaan
zonder welk geen zinsnede het gedenken waard is en alle taal
       als zand

onze schoolschriften oprecht gekweld
zullen met hun spoor van zweet tranen bloed
voor de eeuwige correctrice zijn als de tekst van een liedje
       zonder muziek
edel rechtschapen en al te vanzelfsprekend

te gemakkelijk geloofden we dat schoonheid niet redt
lichtzinnigen van droom tot droom naar de dood voert
niemand van ons is het gelukt de nimf van de populier te
       wekken
het schrift van de wolken te lezen
daarom zal de eenhoorn onze sporen niet volgen noch
zullen wij het schip in de baai de pauw de roos doen herleven
ons rest de naaktheid en naakt staan we
aan de rechter de goede kant van de triptiek
Het Laatste Oordeel

op onze tengere schouders namen we publieke zaken
de strijd met de tirannie de leugen de optekening van het lijden
maar onze tegenstanders - zul je toegeven - waren verachtelijk
       klein
loonde het daarom de heilige taal te verlagen
tot het gewauwel van de tribune zwart krantenschuim

er is Ryszard in onze gedichten zo weinig vreugde de 
       dochter van de goden
te weinig lichtende schemeringen spiegels lauweren
       vervoering
niets dan duistere psalmodieën gestotter van een beetje leven
urnen vol as in een verbrande tuin

       welke krachten zijn nodig om in weerwil van het lot
       de vonnissen van de geschiedenis de menselijke
            ongerechtigheid
       in de hof des verraads te fluisteren - de stilte van de nacht

       welke krachten van de geest zijn nodig
       in den blinde wanhoop tegen wanhoop slaand
       een vonkje licht te doen opflikkeren sein tot verzoening

       zodat de rondedans op het dichte gras eeuwig duurt
       de geboorte van elk kind wordt gevierd en alle begin
       de geschenken van lucht aarde water en vuur

ik weet het niet - m'n beste - daarom
stuur ik je deze uilenraadsels in de nacht
een welgemeende handdruk 
                                                 en een groet van mijn schaduw

(uit : Herbert, Zbigniew, Verzamelde gedichten. Vertaling Gerard Rasch, Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2000, blz. 386-387)

woensdag 19 maart 2025

Afscheid van NWT - Octavio Paz over poëzie en geschiedenis -2-



Zoals in een vorig bericht al beschreven, lees ik in het NWT van maart 1991 het dankwoord dat de Mexicaanse schrijver Octavio Paz uitsprak bij de aanvaarding van de Nobelprijs literatuur (december 1990).  
Hij dankte en deelde hoe hij het schrijven van poëzie verbond met het gevoel van verdreven zijn uit het paradijs van de kinderlijke onschuld. Hij evoceerde dan zijn zoektocht naar wat moderne poëzie kan zijn en hoe hij daar zijn plaats en stem zocht. De moderne tijden als historische periode die volgt op de middeleeuwen ontdekken bracht hem naar de ontdekking van een eigen traditie.
(Octavio Paz in 1988
©BoekMeter)


Breuk en verzoening
"De moderniteit is immers geen poëtische school maar een familie, een over verschillende continenten uitgewaaierd geslacht dat gedurende eeuwen vele gebeurtenissen en tegenslagen heeft overleefd; onverschilligheid van het publiek, eenzaamheid en tribunalen van religieuze, politieke, academische en seksuele orthodoxieën. Dat zij een traditie is, en geen doctrine, maakt dat zij kan blijven voortbestaan en tegelijkertijd verandert." Paz kwam door zijn zoektocht naar de moderniteit bij zijn eigen wortels uit. 
"De moderniteit bracht me tot mijn oorsprong, tot mijn verleden. Breuk werd verzoening. En zo kwam ik erachter dat dichters de klopping in de stroom der generaties zijn."

Geschiedenis en vooruitgang
"Het idee van moderniteit is een afgeleide van de opvatting die de geschiedenis als een proces van opeenvolging ziet, lineair en niet voor herhaling vatbaar." Waar de lineaire christelijke tijd ooit zal worden opgeheven, na een laatste oordeel, is dit anders bij de visie van de moderniteit op geschiedenis. 
"De nieuwe tijd, onze tijd, is lineair als de christelijke , open naar het oneindige maar zonder aan het eeuwige te refereren. Onze tijd is die van de profane geschiedenis. Onomkeerbare en voortdurend onvoltooide tijd, niet op weg naar het einde maar naar de toekomst. De zon van de geschiedenis heet toekomst en de naam van de beweging naar de toekomst is vooruitgang."
Als we denken aan vooruitgang, denken we aan verandering. "De Verandering kent twee geprivilegieerde verschijningsvormen: de evolutie en de revolutie." Deze zelfdefinitie door de moderne mens wordt nu echter ervaren als voorbijgestreefd, achterhaald. In de jaren 1980 gonsde de academische en artistieke wereld volop van het idee van een nieuw tijdperk dat werd gedoopt tot 'postmodern'. 
Paz geeft nu zijn visie op deze ontwikkelingen en visies. Hij zoemt na een algemene omschrijving in op vier wezenlijke veranderingen.
"We zijn getuigen van de ondergang van de toekomst. (...) Wij bevinden ons in de crisis der fundamentele ideeën en overtuigingen die sinds meer dan twee eeuwen de mensen gedreven hebben."

Vier tekenen van een einde van de moderne tijden
"In de eerste plaats is men gaan twijfelen aan de opvatting van een proces dat zich richt op het oneindige en synoniem is aan ononderbroken vooruitgang." Hij wijst op de klimaatcrisis, aan de nucleaire dreiging e.a.
"In de twee plaats : het lot van het historische subject, dat wil zeggen, van de collectieve mensheid in de 20ste eeuw. Zeer zelden hebben volken en individuen zozeer geleden (...)De verworvenheden van de moderne techniek zijn ontelbaar, maar het is onmogelijk de ogen te sluiten voor moordpartijen, martelingen, vernedering, vertrapping en ander leed waaronder miljoenen onschuldigen in deze eeuw geleden hebben.
In de derde plaats : het geloof in de noodzaak van vooruitgang. (...) Zelfs bij de beheersing van orde, regelmaat en samenhang - in de exacte wetenschappen en in de fysica - doen de aloude begrippen toeval en catastrofe opnieuwi opgeld."
"En om deze snelle opsomming te beëindigen: de ineenstorting van al die filosofische en historische hypothesen die pretendeerden de wetten van de historische ontwikkeling te kennen. Hun aanhangers, ervan overtuigd dat zij de sleutels van de geschiedenis bezaten, bouwden machtige staten op pyramides en lijken. Die trotse bouwwerken, in theorie bedoeld om de mensen vrij te maken, verwerden al zeer spoedig tot gigantische gevangenissen."

Einde der utopieën en ongeborgenheid
Wat Paz dan schildert als einde van een tijdperk is in vergelijking met anno 1990 nu nog meer realiteit dan toen. Het lijken bij momenten haast profetische woorden. Het hedendaagse avontuur anno 2025 wordt bij Paz al op een bepaalde manier voorzegd.
"Einde der utopieën? Beter : einde van het beschouwen van de geschiedenis als een fenomeen waarvan men de ontwikkeling al op voorhand kent. Het historisch determinisme is een kostbare en bloedige fantasie geweest. De geschiedenis is onvoorspelbaar gezien haar hoofdrolspeler, de mens, die de onbepaaldheid in persoon is."
Onze tijden zijn uniek te noemen volgens Paz, en hij legt uit waarom.
"Voor de eerste keer in de geschiedenis leven de mensen in een soort geestelijke ongeborgenheid en niet zoals voorheen in de schaduw van religieuze en politieke systemen die tegelijkertijd knelden en troostten. Beschavingen zijn historisch, maar ze zijn tot dusverre allemaal in hun bestaan geleid en geïnspireerd geweest door een samenstel van metahistorische overtuigingen en ideeën. De onze is de eerste die zich opmaakt om een bestaan zonder metahistorische doctrine te leiden; onze - religieuze of filosofische, ethische of esthetische - stelregels zijn niet meer collectief maar privé. Een riskant avontuur. (...) De mensen zouden opnieuw in de ban kunnen raken van vroeger religieus vuur en nationalistisch fanatisme. Het zou afschuwelijk zijn als de val van het abstracte idool van de ideologie de aanzegging zou zijn voor het opleven van de begraven bezetenheid van volken, sekten en kerken."

De komst van het nu
In de slotpassages van zijn toespraak refereert Paz naar de toen brandende actualiteit, nl. de val van het ijzeren gordijn en de ineenstorting van het communistische Oostblok. 
"Sinds lang ben ik ervan overtuigd, er vast van overtuigd, dat de ondergang van de toekomst de komst van het nu aankondigt. Denken over het nu betekent vooral weer kijken met een kritische blik. Zo kan de overwinning van de markteconomie - een overwinning door het failliet van de tegenpartij - bijvoorbeeld niet slechts een reden tot vreugde zijn. De markt is een doeltreffend mechanisme, maar zoals alle mechanismen heeft het geen geweten en kent het evenmin medelijden. (...) Het thema van de markteconomie staat in zeer nauw verband met de achteruitgang van het milieu. De verontreiniging bederft niet alleen de lucht, de rivieren en de bossen maar ook de ziel. Een samenleving die bezeten is van de waanzin steeds meer te produceren om steeds meer te kunnen consumeren, neigt ertoe om van ideeën, gevoelens, kunst, liefde, vriendschap en zelfs van personen consumptiegoederen te maken. Alles wordt een ding dat je koopt, gebruikt en vervolgens in de vuilnisbak gooit."

Het heden als poort naar de echte tijd
"Nadenken over het nu impliceert niet de blik afwenden van de toekomst of het vergeten van het verleden: het heden is het ontmoetingspunt van de drie tijden. (...) De boom van vreugde groeit niet in het verleden of in de toekomst maar in het moment van nu. (...) Net zoals er filosofieën over het verleden en de toekomst, over de eeuwigheid en het niets hebben bestaan, zal er morgen een filosofie over het heden bestaan. De poëtische ervaring zou dan een van haar grondvesten kunnen zijn. Wat weten wij van het heden? Niets of zogoed als niets. Maar dichters weten wel iets: namelijk dat het heden de bron van alle zijnsvormen is." Paz eindigt zijn zoektocht naar de oorsprong van de poëtische moderniteit om te ontdekken dat er een gelijktijdigheid van tijden en tegenwoordigheden is, zoals bijvoorbeeld een vruchtbaarheidsfiguurtje uit het neolithicum wordt omgevormd tot een eigentijds beeldje. De moderniteit is zoeken om te leven in het nu. 
"Zij is het ogenblik, een vogel die overal en nergens is. We willen hem levend grijpen, maar hij opent zijn vleugels en verdwijnt, een hoopje lettergrepen achterlatend. Wij blijven staan met lege handen. Maar dan gaan de poorten van de waarneming voorzichtig open en komt de andere tijd te voorschijn, de echte, die welke we zonder het te weten zochten: het nu, het zijn."

Niet ongewoon dat een Nobelprijswinnaar literatuur een pleidooi houdt om te geloven in de kracht van het woord tegen alle ontregelende ervaringen van ongeborgenheid en verwarring. Onze humaniteit ligt in onze woorden, zo lees ik deze toespraak tegen de achtergrond van onze Trumpiaanse tijden, woorden die aangeven dat niet alles te koop is, woorden die de ervaring van vrijheid bewaren. Zoals de vogel niet te grijpen, maar gekoesterd in een hoopje letters.





 

dinsdag 18 maart 2025

Afscheid van NWT - Octavio Paz over poëzie en geschiedenis -1-

 


Op 10 december 1990 werd de Nobelprijs literatuur uitgereikt aan de Mexicaanse, in het Spaans schrijvende, Octavio Paz (1914-1998). De interesse van de redactieraad voor de letteren zorgde er dan ook voor dat in het NieuwWereldTijdschrift het dankwoord van Paz bij deze uitreiking werd gepubliceerd in het maartnummer van 1991.
Het is een boeiende tekst over de 'condition humaine', over poëzie en over de geschiedenis. 
(Octavio Paz tijdens zijn dankwoord voor de Nobelprijs
©Nobel Prize en Lars Aström)


dankbaarheid
Octavio Paz begint zijn dankwoord met een korte mijmering over wat dank inhoudt. In tijden waar zovele gegevens als zo evident worden gezien mooi om te herlezen.
"Ik wil beginnen met een woord dat de mens sinds zijn menswording altijd heeft geuit: 'gracias'. Het is een woord dat in alle talen equivalenten heeft. En in alle talen is het scala van betekenissen zeer breed. In de Romaanse talen loopt dat scala van het spirituele tot het fysieke, van de genade Gods tot de lichamelijke bevalligheid van een dansend meisje of van een katachtig dier dat wegspringt in het kreupelhout. 'Gracia' is vergeving, kwijtschelding van straf, gunst, nut, naam, inspiratie, zwier in de manier van spreken of schilderen, een geste waaruit wellevendheid blijkt en ten slotte een daad die iemands goede inborst toont. 'Gracia' heb je of heb je niet, is een gave; degene wie dat geschenk toevalt, de 'agraciado', is er, als het geen ellendeling betreft, dankbaar voor : 'da - hij geeft - las gracias'."

Dan maakt Paz een uitweiding over de vreemde band die de Angloamerikaanse en de Latijnsamerikaanse literatuur tegelijk verbindt met en scheidt van de Europese traditie. Dan denkt hij verder na over het bewustzijn van scheiding.

Op vreemde bodem
"Het bewustzijn van die scheiding is een constante in onze geestelijke geschiedenis. (...) Zeker, het gevoel van onthechting is universeel en niet uitsluitend iets van Spaansamerikanen. Het ontstaat op het moment van onze geboorte: van alles afgesneden komen we terecht op vreemde bodem. Die ervaring doet zich gelden als een wond die nimmer heelt. Het is de onpeilbare diepte van ieder mens; al onze ondernemingen en handelingen, alles wat we doen en wat we dromen, zijn bruggen om die afzondering te doorbreken en aansluiting te zoeken bij de wereld en bij onze gelijken. Vanuit dit gezichtspunt kan het leven van ieder individu en de collectieve geschiedenis van alle mensen gezamenlijk gezien worden als pogingen om de oersituatie te reconstrueren. Een onbeëindigde en oneindige heling van de breuk."

Paz memoreert dan hoe we als kind eerst in een paradijs lijken te leven tot de betovering ervan wordt doorbroken.
"Wanneer werd die betovering verbroken? Niet plotsklaps: geleidelijk aan. Het kost ons moeite te accepteren dat een vriend ons kan verraden, dat de geliefde vrouw ons kan bedriegen, dat het vrijheidslievende idee een masker voor de tiran kan zijn. Dat wat men 'begrijpen' noemt is een langzaam proces vol omwegen, daar we zelf medeplichtig zijn aan onze eigen dwalingen en misleidingen."
De breuk in de betovering vergelijkt Paz met de verdrijving uit het paradijs en noemt hij de verdrijving uit het heden. "Het is een ervaring die we allemaal ooit gehad hebben; sommigen hebben die ervaring aanvankelijk als een straf ondergaan, die later in bewustwording en daadkracht overging. Het zoeken naar het heden is niet het zoeken naar het aardse Eden of de tijdloze eeuwigheid: het is het zoeken naar de tastbare werkelijkheid."
Hoe actueel klinkt dit niet? Leven in het nu ;  het échte leven versus de digitale wereld...
Paz komt dan bij zijn drang om te schrijven, om gedichten te schrijven. "Nu pas begrijp is dat tussen wat ik mijn verdrijving uit het heden heb genoemd en het schrijven van gedichten een geheim verband bestond. Poëzie is verzot op het kortstondige moment en wil dat moment opnieuw beleven in een gedicht : zij licht het uit een reeks en maakt er een gestold heden van." 

zondag 16 maart 2025

In Memoriam Sofia Gubaidoelina

 De Russische eigenzinnige componiste Sofia Gubaidoelina (1931-2025) is in haar tweede thuisland, Duitsland, gestorven op 13 maart. Deze sterke vrouw, die onder het Sovjetregime zwaar heeft geleden, is altijd bezig geweest met een hoogstpersoonlijke zoektocht waarbij ze ondanks de atheïstische en anti-religieuze levenssfeer belang hechtte aan de spirituele dimensie van de muziek. Na de val van de muur is ze in 1992 verhuisd naar Duitsland, waar ze teruggetrokken leefde en stierf.
Zij zwijgt nu voor altijd, maar ze blijft tot ons spreken in haar muziek. Als huldeblijk hier het tweede deel uit een cyclus getiteld "Silenzio", geschreven in de jaren 1990 voor bayan (soort accordeon), viool en cello.



vrijdag 14 maart 2025

Ver(s)beeld - Auden ziet Bruegel

 


Van tijd tot tijd zal ik een beeldgedicht posten in deze reeks die ik heb gedoopt tot Ver(s)beeld.  Schrijvers schrijven over één bepaald beeldend werk (schilderij, tekening, ets, sculptuur, foto) en helpen ons zo te kijken. Nu we overspoeld worden door beeldmateriaal kan zo'n vers over een beeld ons attent maken op een kunstwerk en ons zo dichter bij dat kunstwerk brengen, en misschien ook dichter bij onszelf. 
Als opmaat voor deze reeks een 'klassieker' én voor het beeld (Bruegel de Oude en 'De val van Icarus') én voor het gedicht (W.H. Auden).
Het schilderij is te zien in het museum voor schone kunsten van België in Brussel. Een landschap met de val van Icarus is geschilderd midden de 16e eeuw, maar Bruegel (ca. 1525-1569) blijft boeien met dit werk. In die eeuw werd het landschapschilderij als apart genre ontwikkeld, maar in de eerste periode was er nog het voorwendsel van een verhaal nodig (een Bijbelse passage of een fragment uit de mythologie). Die scène werd dan ergens kleintjes weergegeven in een groot(s) landschapszicht. Ook de Britse schrijver W. H. Auden (1907-1973) werd getroffen door dat werk tijdens een bezoek aan het museum in Brussel en door die landschappen met een extra-laag dank zij verhalende verwijzingen. 
(©Wikipedia)

MUSÉE DES BEAUX ARTS

In wat lijden is hebben ze zich nooit vergist,
De Oude Meesters: die hadden pas verstand
Van zijn menselijk belang; hoe het plaatsgrijpt
Terwijl iemand eet, een raam openzet of in de struiken pist.
Hoe, als de ouderen zich toegewijt, koortsig voorbereiden
Op de wonderbaarlijke geboorte, het alleen doorgaat als er allemaal
Kinderen zijn die het een zorg is wat moet komen, die schaatsenrijden
Op een vijver aan de bosrand:
Nooit hebben ze eraan voorbijgestaard
Dat zelfs het ergste martelaarschap zich moet voltrekken
In een uithoek, op een van die sjofele plekken
Waar de honden hun hondenleven blijven leiden en het beulspaard
Zijn onnozel kont schurkt langs een paal.

In Bruegels Icarus bijvoorbeeld: hoe alles zich zonder ijver
Afwendt van de rampspoed; het kan dat de ploegdrijver
De plons heeft gehoord, de verloren kreet,
Maar dat bracht hem niet uit zijn doen; de zon scheen
Zoals ze moest op de bleke benen die verdwenen in het watergroen;
En het sierlijk rijke schip dat iets moet hebben waargenomen toen
Wat verbazingwekkend was, een jongen die uit de hemel gleed,
Moest naar ergens toe en zeilde rustig heen.

(uit: Auden, W.H., Nee, Plato, nee. Gedichten. Keuze en vertaling Benno Barnard, Huub Beurskens, Wiel Kusters. Amsterdam, uitg. J.M. Meulenhoff, 2009, blz.65)