maandag 28 juli 2025

Ver(s)beeld : Surinx ziet Aert Van der Neer

 


Dichters verdichten onze blik op schilderijen. 
Ze nemen ons mee naar de schilder, maar 
evenzoveel naar hun eigen voelen en zoeken.
Zo ook de minder bekende dichter Achilles M. Surinx (1941)
bij een schilderij van 
(Aert van der Neer : Landschap bij maanlicht ca.1652
©Hamburger Kunsthalle)
de Hollandse landschapsschilder 
Aert Van der Neer (1603-1677). 
Het is laat in een maanverlichte nacht, 
vissers zijn in de weer en 
de bomen staan jong in het blad.
De dichter ziet een ochtendgloren, 
begin van een nieuwe dag,
begin van een nieuw leven... 
maar in een andere omgeving.

OPEN LUCHT

De eerste morgengloed streelt
het rimpelloze water, de vroege
vissers en een pratend paar.
Van der Neer staat stil.

De bomen dragen lentegroen.
Hun namen ken ik niet.
Als ik Van der Neer eens was,
liep ik weg van hier.

Ik zocht mijn tweede adem
in de schaduw van herstelde gevels
om nieuw te worden wie ik was:
een man zonder hoed.

Blootshoofds dronk ik
woorden aan een uitverkoren
bron van nabij geluk
en vond weer open lucht.
(uit : Surinx, Achilles M., Wat het voorstelt. Gedichten 1989-2017,  uitg. Aleph Press, Wevelgem, 2017, blz.186)

zaterdag 26 juli 2025

No Hero : Rosa Loy en Neo Rauch

 In de Brusselse Bozar was er in 2013 een grote tentoonstelling met werk van de Duitse schilder Neo Rauch. Toen werd er niet gerept over zijn vrouw, Rosa Loy, die eveneens schildert. In het plaatsje Delden (provincie Overijssel, Nederland) loopt nog tot eind augustus een tentoonstelling met het werk van dit schildersechtpaar onder de titel 'Kleine Ewigkeit'. Daar ibevindt zich het museum No Hero dat als kern de privécollectie toont van Geert Steijnmeijer, vooral hedendaagse kunstwerken van Nederlandse en Duitse artiesten, met ook oog voor Chinese en Vietnamese kunst. 
Nog tot en met 31 augustus is er dus de expo van twee artiesten die worden gerekend tot de Leipziger Schule en die hun eerste stappen in de kunst zetten tijdens de DDR periode.
Voor dit echtpaar is elk schilderij 'een kleine eeuwigheid', een tijdloze reflectie waarin toeschouwers eigen betekenissen kunnen vinden. Beiden scheppen een raadselachtige wereld waarin figuren vaststaan in een wereld waar van alles kan gebeuren. Beide artiesten verzetten zich uitdrukkelijk tegen de dwang om eenduidig en maatschappelijk interpretabel te zijn. Hun schilderijen hebben geen vaste interpretatie nodig, maar nodigen uit tot een zintuigelijke ervaring.
In een video-interview dat ook te zien is in deze tentoonstelling leggen ze hun visie op kunst uit.
(beeld uit video-interview met Neo Rauch en Rosa Loy) 


Daarin stelt Rosa Loy dat zij minder geduld heeft dan Neo Rauch, en je merkt als bezoeker dat inderdaad de werken van Rauch méér doorwerkt zijn en schilderkundig interessanter, maar 'inhoudelijk' bieden beiden sprookjes en raadsels aan waarbij de toeschouwer honderduit kan associëren. 
Hieronder een schilderij van Neo Rauch, getiteld "Das Wehr". Dit Duitse woord kan meerdere zaken betekenen en nodigt dus uit om ons niet vast te pinnen op één kijk. Wehr : stuw, dam, verdediging.
(Neo Rauch : Das Wehr 2018 - eigen foto)


En nu een schilderij van Rosa Loy met als titel "Bestellung" (2003). We zien een vrouw die gretig een pakje opent. Die gretigheid wordt mooi gesuggereerd door die vele handen. Onmiddellijk zie je ook jezelf: hoe sta ik tegenover pakjes, hoe open ik die, welke verwachtingen spelen mee???
(Rosa Loy : Bestellung 2003 - eigen foto)

De regenachtige zondag waarop wij de expo bezochten, zagen we dat alles draaide op vrijwilligers en hoorden we dat dit museum na deze tentoonstelling sluit. Het museum werd opgericht in 2018... Een verzamelaar die voluit wilde inzetten op het stimuleren van het genieten van kunst geeft er blijkbaar de brui aan. Jammer...

donderdag 24 juli 2025

Museum MORE -eerste kennismaking -

 In een groot nieuw gebouw in het plaatsje Gorssel, tussen de Hanzesteden Deventer en Zutphen in het oosten van Nederland, bevindt zich het museum MORE, een themamuseum voor modern realistische kunst. Er is een ruime vaste collectie te zien, naast tijdelijke expo's. 
De opstelling van de vaste collectie laat ruimte om te ademen en biedt via een aantal quotes op de muren een uitzicht op verschillende mogelijke benaderingen van het begrip 'realisme' in de beeldende kunst.
In het begin van het bezoekersparcours is het al meteen raak dank zij de filosoof Donna Haraway.

(Fer Hakkaart : Travestie in openbaar toilet 1975-1980 - eigen foto)


Andere quotes onderweg zijn al even prikkelend.

Zoals filmmaker Federico Fellini : 
Realisme is geen goed woord. In zekere zin is alles realistisch. Ik maak geen onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid.

Of nog een andere Italiaan, schrijver Elias Canetti : 
De weg naar de werkelijkheid gaat via beelden.

Of ook kunstcriticus John Berger : 
Wij kijken nooit simpelweg naar één ding. Waar we naar kijken is het verband tussen dingen en onszelf.

(zaalzicht museum MORE - eigen foto)




dinsdag 22 juli 2025

Keuzestress

 Het woord keuzestress gebruiken we doorgaans in de context van
(Herderstasje
©Nature Today)

onze consumptiesamenleving : stress omwille van de overvloed aan mogelijkheden waaruit we moeten kiezen. 
Dichter Luuk Gruwez lijdt ook aan keuzestress wanneer hij in de tuin werkt. De keuzes liggen op een ander niveau. Het gaat over het leven zelve. Maar dank zij zijn gedicht "Dilemma" (Het Liegend Konijn 2025-nr.1, blz. 70) wordt deze keuzestress opgetild naar een 'next level' zoals dat nu hip klinkt. Zo wordt de eigen tuin opgetild tot onze samenleving (klein of groot-kies maar). En de vragen die hij stelt worden nu confronterend. Het gaat over kruid en onkruid..., termen die in de mond van bepaalde politici opeens een heel beladen inhoud meekrijgen. Zo lees ik toch dit gedicht...
Welke keuzes maak ik? Hoe open sta ik?

DILEMMA

Stel : je hebt een tuin, bent vertrouwd met alles wat erin gedijt,
respecteert het reglement van de natuur, gehoorzaamt
weer en wind, heerst over smekende grond, besproeit,
bemest hem, gaat onverdroten al zijn vijanden te lijf.
Stel : steeds sta je open voor een verkwikkend gesprek

met alle gewassen: zonder onderscheid een luisterend oor,
een zorgzame blik. Zweer op de kut van je moeder dat dit zo is.
Dan nog weerklinkt diep in je misschien deze verscheurende
vraag : wanneer het onkruid fraaier is dan het kruid,
wat trek je uit, het onkruid of het kruid?

Heb je dan toch een favoriet? Nee, niet die ene, fraaist
gekleurde met zijn glorieuze bloesem! Niet de fijnzinnige
anemoon of de enigszins pompeuze pioen. Maar iets,
ik weet niet wat, dat wedijvert met het nietigste,
het onaanzienlijkste. Een herderstasje misschien

dat niets liever wil dan voor jou de enige te zijn.

zondag 20 juli 2025

Natuur in het museum Singer Laren-wij zijn natuur !

 Naast de tentoonstelling "Lokroep van de natuur" (tot 7 september) is er in het museum Singer Laren nog een tweede tentoonstelling rond het thema natuur, nl. "Wij zijn natuur". Hier staan hedendaagse kunstwerken (vooral installaties) centraal waarin de mens als onderdeel van de natuur wordt getoond. Ook het menselijke ingrijpen met de kansen, risico's en misgrepen wordt getoond. Deze expo kwam er onder impuls van prinses Irene van Lippe-Bisterfeld. De tentoonstelling toont de verwevenheid van al wat leeft op onze planeet en hoe de mens zichzelf te eenzijdig heerser denkt over alles wat leeft.
Boeiende thematiek met een aantal heel intrigerende werken. Stof tot nadenken om dan er dan ook iets mee te doen in je leven.
(tekst van prinses Irene)


We zien bijvoorbeeld op eerste zicht een marine, een schilderij met een blauwgrijze zee en een grijze lucht. Maar als je dichter komt, merk je dat dit 'schilderij' een zee toont vol met metalen haakjes. Zo blijft dit beeld haken in je geheugen. Van waar die haken? Zijn het vishaken en wil de artiest iets zeggen over de overbevissing? Zijn het achtergelaten metalen die symbool staan voor de vervuilende activiteiten van de mens? Hoe dan ook, de zee is niet onschuldig maar drager van een menselijk ingrijpen dat pijn doet. Dit is een werk van de Cubaanse artiest Yoan Capote en het werk heeft als titel : Isla la otra orilla (eiland...de andere oever). En ook deze titel blijft vragen oproepen.  

(eigen foto's)

Op een andere manier zien we hoe fotograaf Jackie Mulder vanuit foto's van de natuur komt tot broze, breekbare en toch sterke installaties die vragen om stil te staan bij hoe we kijken naar onze omgeving en hoe we deze proberen te manipuleren. Zoals de artiest de eigen foto's manipuleert tot een nieuw geheel.
Met deze en andere kunstwerken doet de tentoonstelling onze hersenen en ons hart werken. Nog tot eind augustus.
(Jackie Mulder - foto : Marc Deconinck)


vrijdag 18 juli 2025

Natuur in het museum - Singer Laren

Nog tot 7 september is in het Noord-Hollandse Laren een expositie in het museum Singer over de lokroep van de natuur. We zien hoe kunstenaars uit de steden wegtrokken naar de boerenbuiten om de natuur te ontdekken en de boerenmensen die dicht leven bij en met de natuur. Het plattelandsleven krijgt een aantrekkingskracht dat artiesten nog eens extra in de verf zetten. 
 Hierbij enkele zaalzichten naast een werk van Richard Roland Holst uit 1883 met een boomgaard in het dorpje Eemnes (eigen foto's).




 

woensdag 16 juli 2025

Een bijzondere tentoonstelling op een bijzondere plek over een bijzonder thema : h3h

 Nog tot en met 3 augustus kan je in Oosterhout (70 km boven Antwerpen) op een bijzondere locatie terecht voor een bijzondere tentoonstelling. In Oosterhout heb je wat genoemd wordt de heilige driehoek (h3h). Aan de rand van deze stad liggen op een steenworp van elkaar drie kloosters. Er is het Sint-Catharinadal bewoond door zusters Norbertinessen, de Onze Lieve Vrouwabdij bewoond door zusters Benedictinessen en de Sint-Paulusabdij, gesticht door Benedictijnen en nu bewoond door de Communauté du Chemin-Neuf.
Voor de vierde keer wordt daar een kunstbiënnale georganiseerd, dit keer met als thema : A Deeper Shade of Soul (een diepere zielskleur). Doorheen het kunstparcours worden de kloosters verbonden met de zinzoekende artiesten en zijn er her en der linken met actuele maatschappelijke thema's.
Twintig hedendaagse artiesten hebben daarvoor een kunstwerk gemaakt of uitgekozen. Zoals altijd bij zo'n thematentoonstellingen is het aanbod gevarieerd. Geluidsinstallaties, beeldhouwwerken, schilderijen en beeldende installaties zorgen voor een veelkleurig en veellagig geheel. Hier wil ik slechts een paar beelden presenteren als smaakmaker.  
Bij het binnenkomen ziet de toeschouwer op het gras een grote veelkleurige ster, sculptuur gemaakt door  de Braziliaanse artiest Marlon de Azambuja. Deze ster verbindt denkbeeldig hemel en aarde, materie en geest. De artiest licht zijn werk toe. 
Sterren hebben een belangrijke betekenis in religie, mystiek en astrologie. De ster, ontworpen voor h3h, kreeg als naam : Stella Maris (ster der zee), een eretitel van de heilige Maria. In de middeleeuwen werd Maria als Stella Maris symbolisch verbonden met de poolster als gids en houvast. Mensen hebben altijd hemellichamen gebruikt om zichzelf te oriënteren in de wereld, zowel geografisch als poëtisch-symbolisch. De Braziliaanse dichter Helena Kolody dichtte: Pintou estrelas no muro, e teve o céu ao alcance das malos (Hij schilderde sterren op de muur en had de hemel binnen handbereik).
(Marlon de Azambuja : Stella Maris - eigen foto)


In een gang naast de kloosterkerk van Sint-Catharinadal hangen een reeks tekeningen en gouaches van de Oostenrijkse Ceija Stojka (1933-2013), die als Romameisje drie concentratiekampen overleefde. Rond haar vijftigste begon ze haar trauma's te schilderen, soms in heel donkere tinten die vooral de verschrikkingen van haar kampervaringen uitbeelden, soms in heel kleurrijke beelden waarbij vaak een Mariakapelletje is afgebeeld omdat Stojka gelooft dat ze de kampen heeft overleefd mede dank zij de steun van haar geloof. De Roma-genocide krijgt door de situatie in Gaza een actuele, diepere kleur. 
(Ceija Stojka twee gouaches - eigen foto)



maandag 14 juli 2025

Ver(s)beeld : Gruwez ziet Picasso

(©Tate London)


 In 1936 ontstaat er een relatie tussen de fotografe Dora Maar en de schilder Pablo Picasso. In dat jaar breekt ook de Spaanse burgeroorlog uit, waar de in Parijs wonende Spanjaard Picasso fel op betrokken is. In 1937 schildert Picasso, na een raid door Duitse en Italiaanse bommenwerpers op de Baskische stad Guernica, zijn eigen versie van dit tragische gebeuren. In dat jaar schildert hij ook meermaals zijn nieuwe geliefde al wenend als verbeelding van het lijden van Spanje onder de burgeroorlog. Velen vragen zich af of Dora Maar niet evenzeer weent omwille van haar eigen lijden onder de manipulaties van Picasso...
Voor dichter Luuk Gruwez is dit de voedingsbodem voor een lang, intens gedicht, dat onlangs werd gepubliceerd in Het Liegend Konijn   (2025, nr. 1, blz. 67-68).

THE WEEPING WOMAN

Ik ben degene die niet vanwege persoonlijk ach
en wee maar om dat van de hele wereld weent.
Om Guernica, om alles wat ons vermoedelijk nog wacht.
Mijn tranen zijn giftig als sarin, mosterd- of chloorgas.
Heeft men mij per ongeluk in een foute wieg ondergestopt?

Ik heet Dora, Dora Maar. Soms denk ik dat ik ben omdat ik lieg.
Paar minnaars gehad, jawel! Een die Pablo heette, pik en penseel
met elkaar afwisselde, jaren geen blijf wist met zichzelf
terwijl de godganse planeet van hem op de hoogte was
en ik, na onze definitieve breuk, pas echt de peuken

voelde die hij op mijn armen had uitgedrukt.
Al die tijd wilde hij nullen op mij tekenen tot ikzelf
één grote nul dreigde te worden en mijn verdriet
niet meer geloven kon, bigot werd als een non
die God te hulp riep, Hem in ruil voor devotie

om zalving begon te soebatten, nadat ik eerst nog
in een gesticht gemeend had de koningin van Tibet
te zijn en haast met tegenzin genas.
Of nee, ik dacht alleen: heeft iemand mij toevallig
bedacht? Ach, wist ik veel wie ik was!

Wel werd overal mijn lens bekend van levens
slimmer dan het mijne. In zomermaanden ademde
ik de zoete kerkhoflucht van Ménerbes in,
snorde met zweetdruppels bepareld dag
na dag per solex op de dorpskerk af,

slikte hostie na hostie in en werd die rare
van wie geen dorpeling hield. Was het omdat het mij
om de wereld, niet om iemands zieke schapen ging?
Omdat ik keer op keer verzuimde hem of haar te groeten
in de rue du Portail Neuf, sletje van niemendal,

ooit van Pablo, nu van God weet wie? Men gedoogde mij
zoals men de onvermijdelijke dood gedoogt. En was ik eenmaal
op dat fameuze canvas beland, dan vroeg een enkeling zich af
waarom ik, die het niet wou weten, wereldwijd weende:
meneer had voor mij wellicht de juiste kleuren klaargelegd.

zaterdag 12 juli 2025

In Memoriam Jos Stroobants

(Jos Stroobants - ©Diepenbeek nu)

De Leuvense dichter en artiest Jos Stroobants is enkele dagen geleden overleden. Een dichter die in de luwte schreef aan een consistent oeuvre, waarin de zoekende mens centraal staat. Hij toonde zich verbonden met andere mensen, met de geschiedenis en als muzikant zocht hij het ritme van het leven. Deze stem vol humaniteit zullen we missen in onze wereld waar cijfers en geldgewin bepalend zijn.

Zijn trektocht is nu voorbij. Als afscheidsgroet en als dank omdat ik zal kunnen blijven genieten van zijn verzen, wil ik nu hem nog even aan het woord laten met een vers uit de bundel Tijd opent zich als nieuwe wijn, (blz.107),  een bloemlezing uitgegeven bij uitgeverij P in 2021. Het gedicht gaat over een pelgrimstocht naar Santiago de Compostella, maar het gaat natuurlijk over elk mensenleven.

SANTIAGO

De reis. Alsof nog alles moet beginnen:
(Santiago de Compostella
bij het binnenstappen van de stad
eigen foto)
én het zoeken én het vinden. Alsof
gaandeweg de weg verduidelijkt wordt
in onophoudelijk en vroom verzinnen

van het wonder, dit verhaal. Zo ruim,
zo gouden middeleeuws is ons verlangen
dat het rechtop staat in nachten van het
wildst begrijpen, in het gulle kruim

van ochtendbrood, in koele kathedralen
waarin zwijgen ons zacht overvalt.
En tijd wordt rekbaar, landschap ligt gebald
tot wringerige vrede. Wij verdwalen

tot de weg ons zoekt en vindt, beminnen
weer van vooraf aan, hervinden taal
en teken waar wij gaan. Zo telkenmaal
de reis. Alsof nog alles moet beginnen.


 

donderdag 10 juli 2025

Dichtersaccolade - Delmotte omarmt Szymborska

 


Alain Delmotte (1957) neemt binnen de Nederlandstalige poëzie een eigen plaats in omdat hij vaak inzet op prozagedichten én omdat hij een kenner is van de Franstalige hedendaagse poëzie. In zijn werk blijkt ook grote interesse van Poolse dichters zoals Wislawa Szymborska en Zbigniew Herbert. In het oeuvre van deze laatste komt heel vaak ene 'mijnheer cogito' voor als soort alter ego van de schrijver. Delmotte heeft zo ook zijn eigen alter ego in ene 'Warhoofd'.
Zijn affiniteit met Szymborska is heel prominent in zijn uitgave uit 2003 : Lieve Wislawa, Kortrijk, uitg. Groeninghe, 61 p.



Uit deze bundel kies ik het elfde vers uit de derde afdeling van deze bundel(blz. 44). Deze afdeling is getiteld Lieve Wislawa, met daarbij volgende toelichting door de dichter: Rebuten en kattebelletjes ter attentie van Wislawa Szymborska bij het freewheelen in haar werk.
Dit vers is een eerbetoon aan de Nobelprijswinnaar 1996 en een ode aan het woord dat levensadem geeft.

LIEVE WISLAWA

11.

Een boek. Ik sla het lukraak open. Ik lees wat er staat: een
dwaasheid, een waarheid, iets raars. Zo zou ik ook willen
leven: zonder bladwijzer, op goed geluk. Als een dwaasheid,
een waarheid, iets raars. Of zelf een boek zijn: iemand die in
mij bladert, die mijn woorden in zichzelf zou laten razen.

Ik leef. 'Ik', 'Leef'. Twee woordjes, klein, met van die
machtige vleugels. De vleugels van de overtuiging. Ik leef,
want ik kan lezen. Ik lees omdat ik zo kan leven. Ik leef om
je te lezen, Wislawa.

dinsdag 8 juli 2025

De blauwe planeet

(foto uit 2016 ©NASA via VRT)

 
Met veel humor vertelt dichteres Mariëlle Matthee (1965) over een bezoek aan een natuurwetenschappelijk museum en hoe elke bezoeker vanuit een andere achtergrond en door een andere bril kijkt. Vooral is ze erover verwonderd hoe iedereen zichzelf daarbij in het centrum plaatst.
Aanleiding van dit vers dat verscheen in Het liegend konijn (2025, nr.1, blz. 141) is de blauwe knikker als weergave van onze aardbol. 

BLUE MARBLE SPOT

NIET AANRAKEN staat op het bord
naast de nieuwe NASA-weergave van de Aarde
blauwblozende bol met vingerafdruk
motief: hoog aaibaarheidsgehalte

al vroeg komen ze binnen de globetasters
de eerste stormt af op vierkante nanometer groen
claimt het als 'mijn tuin' en kust de pixels
van grasveld met zwembad en grasveld van
buurman en diens buurman en de postbode
is al onderweg met een tas barstensvol fanmail
op vertragende trap komt hij ze voordragen

de jongste knijpt de zuidoostelijke zijde van de Himalaya uit
haar moeder zet met blauwe eyeliner een punt onder de Nijl
voor volgende vliegvakantie en kruist bij uitgang de geografe
die links-rechts-links, rechts en uiteindelijk links kijkend
haar oor tegen de noordpool legt en luistert hoe ijs zweet

water mediteert en niet vergeet dat alles één is
langs de wand nestelen zich zeven Gaia-groeters
in lotushouding deinen ze voorbij

zondag 6 juli 2025

Het Zwin

 Voor het eerst heb ik enige weken terug het natuurreservaat "Het Zwin" bezocht. Helemaal aan de rand van de zee en aan de rand van ons land is er plaats voor natuur. Veel om over verwonderd te zijn. Zoals hoe de natuur boomstammen sculpteert. 
Zoals hoe het leven in een vijver zich toont 
en tegelijk hoe het wateroppervlak een spiegel is
voor het weelderige leven aan haar randen.


(eigen foto's 22 juni)


vrijdag 4 juli 2025

Nostalgie en ook weer niet : duivensport

 Voor mij is de duivensport omgeven door een zweem van nostalgie. De zondagmorgen, enkele minuten voor het radionieuws van 8,9,10... uur, moest iedereen stil zijn in huis. De inlichtingen voor duivenliefhebbers werden uitgezonden: een reeks plaatsnamen met daarna gegevens over temperatuur, windrichting en windsnelheid en neerslag, en daarna berichten als "wachten" of "de begeleiders maken zich klaar" of "Blauwvoet en Heist om 8u15, anderen om 8u30"...
Eenmaal de duiven van ons vader gelost waren volgden de instructies:
ze zullen landen omstreeks dat uur én dan mag er niet gespeeld worden in de tuin, geen was aan de lijn hangen, ...
Op de hoek van de straat verzamelden zich de duivenmelkers om uit te kijken naar hun duiven... Eenmaal de eerste in zicht kwamen, werd er gefloten, geroepen en vlug naar het duivenhok gerend om zo vlug mogelijk de ring van de inkomende duif te doen en in de 'constateur' te steken, een klok die afdrukte op een stuk papier wanneer de ring van betreffende duif was aangekomen. Na het middageten ging met de constateur het richting duivenlokaal...om te zien wie de snelste duif had en wie welke prijs zou winnen. 
(©Versele-Laga)

Bijzondere vluchten, zoals bijvoorbeeld Barcelona werden over een gehele provincie georganiseerd en dan werden diploma's uitgereikt. Ook op het einde van het 'duivenseizoen' werden in de meeste duivenliefhebbersverenigingen diploma's uitgereikt voor de beste duiven in de verschillende reeksen en categorieën. Zo hing er op het duivenkot van mijn vader een diploma dat hij ooit eens gekregen had voor de bijzondere prestaties van een van zijn duiven.
Al deze herinneringen kwamen naar boven bij een vers van Achilles M. Surinx. Tegelijk bedacht ik dat wat voor mij pure nostalgie is, voor velen nog dagelijkse kost is. Alleen is ook hier vaak de commercie en het geldgewin gaan prevaleren op het plezier van de liefhebberij. De waanzinnige prijzen voor duiven doen duizelen.

Bij het vers van Surinx blijven de laatste regels wel hangen want ik denk dan ook: en hoe is het gesteld met de mensen na hun bijdrage aan de prestatiemaatschappij???

KAMPIOENENDUIVEN

Het gemak waarmee ze in de prijzen
vlogen, uitte zich in hun wondere stijl.
De sierlijkheid van het vliegen,
was een weelde voor het oog.

Een zuiver fluitsignaal, plukte ze
uit de blauwe lucht. Je wist
niet wat je hoorde, wat je zag:
de Anthonis en de Chateauroux.

De Oude Rooie heerste jaren als
een stamvader over het hoge hok,
haalde verdwaalden voorzichtig
terug naar het vertrouwde nest.

De kwekers en de vliegers,
de ouden en de jongen, ze kregen
een prinsheerlijk duivenleven,
soms kort, maar altijd zorgeloos.

(uit: Surinx, Achilles M., Wat het voorstelt. Gedichten 1989-2017, uitg. Aleph Press, Wevelgem, 2017, blz.63)

woensdag 2 juli 2025

Het geheim van een koe

 Dichters zijn meesters van de verwondering. 
Ze kijken en zien wat iedereen ziet, maar 
ze zien toch iets anders.
Ze bekijken zichzelf en de mensen en dingen anders.
En met hun woorden houden ze de lezer dan 
een spiegel voor. Wel vragen ze aandacht,
zoals zijzelf ook aandacht schenken aan hun woorden
(nabij het lough derg Ierland
september 2013)
en via hun woorden aan onze wereld.


Luuk Gruwez (1953) in het recente nummer
van Het Liegend Konijn (2025/2, blz. 69) 
schenkt zijn aandacht aan én 
vraagt onze aandacht voor koeien.
Voordat we het beseffen
zien we onszelf in een spiegel.

GRAS

Zelf ben ik, toegegeven, zo dood als een fopei.
Toch staat diep in mij een bevriende koe te loeien
die, solidair met mij, niet van me wijkt,
alsof zij springlevend, nog oppert:

no way dat ik, zomin als jij, naar een slachthuis
moet, ik ben een koe die kauwt, herkauwt, herkauwen
blijft middels de vele fijn getunede magen
mij genereus ter beschikking gesteld.

Amper iets lijkt zij meer te weten dan hoe
gras te eten. Maar wat voor mensen al die tijd
verborgen is gebleven, is dat haar ogen soms vol regen
haast devoot het Oude Testament hebben gelezen:

dat alles ijdelheid is en zo en alle vlees als gras
en niets haar ooit genezen zal, tenzij die ene keer
misschien dat zij per ongeluk in stierenogen
kijkt, een firmament meent te ontwaren,

min of meer weerspiegeld in een plas.

maandag 30 juni 2025

Best gekend...

 Dieren zijn voor mensen vaak weerspiegelingen. 
Ze zijn het scherm waarop de mens zijn verlangens,
zijn verwachtingen en verachtingen, zijn verdriet
en zijn verloop kan zien. Een dierenepos als rond
de Vos Reinaert is altijd al drager geweest van
menselijkheid. Ook dichter Benno Barnard (1954)
schreef in het recente nummer van "Het Liegend Konijn"
(april 2025, blz.14) over een dier, dat in vele tuinen
te zien is en wel gekend: de Erithacus Rubecula.

ROODBORST (WIKIPEDIA)
(©Natuurpunt)


Een torrend-, wormen- en besseneter,
lid van de familie der Muscicapidae.
Agressief, maar een begenadigd kunstenaar.

Vroeger belandde hij weleens op een bord
(zijn vlees is 'mals' en licht verteerbaar'
volgens een bron uit 1802:
pootjes omhoog, niet langer
woog op hem de zwaarte van de dingen.

Huis, tuin, auto, bomen, wolken, ik, de zon -
ze zijn één groot, ook hem behelzend iets,
waar hij soms knettergek van wordt:
hij haat het raam. Stomme weerspiegelingen.

Maar soms ook is hij zen, een zanger,
en dan interrumperen zijn 14 centimeter
het oorverdoven van het niets.


zaterdag 28 juni 2025

Pools poëtisch protest : Stanislaw Baranczaks

Ik bladerde onlangs terug in een verzamelbundel met naoorlogse Poolse gedichten en (her)ontdekte de dichter Stanislaw Baranczaks (1946-2014). Zie in deze blog ook het bericht van 8 juni laatst.
(Stanislaw Baranczaks ©polityka)


 Zoals je goede wijn graag deelt met vrienden (zie bericht van  22 juni laatst), 
zo deel ik hier graag de soms sarcastische 
en kritische verzen van deze literatuurhistoricus, 
essayist en dichter die vrijwillig in ballingschap ging 
om de ontmenselijkende communistische samenleving 
te ontvluchten. 
Maar onder anderen dit vers dat de dode en doodmakende bureaucratie over de hekel haalt, blijft zijn actualiteit behouden, 
omdat elke natie en elk bestuur altijd weer dreigt te verzanden 
in holle regeltjes. Zeker vluchtelingen worden met als maar meer wantrouwen behandelt en overstelpt met een vragenreeks die soms onderstaande gedicht benadert (of misschien zelfs overtreft).
Straks (4 oktober tot 14 juni 2026) opent in Ieper een tentoonstelling over Belgische vluchtelingen tijdens Wereldoorlog I (toen vluchtten 'wij', nu vluchten er anderen naar ons) en sommigen werden ook aan velerlei regels en regeltjes onderworpen. Altijd herhalen zich blijkbaar bepaalde patronen, menselijke achterdocht lijkt onuitroeibaar.



DUIDELIJK LEESBAAR INVULLEN

Geboren? (ja, neen, schrappen
wat niet van toepassing is); zo ja, waarom? (motiveren); waar,
wanneer, waarvoor, voor wie leeft de persoon? met wie heeft de persoon raakvlakken
in de hersenschors, met wie komt de frequentie
van zijn of haar polsslag overeen? familie buiten de
huidsgrenzen? (ja, nee); zo nee,
waarom niet (motiveren); staat in contact
met de tijdgeest? (ja, nee); schrijft brieven aan
zichzelf (ja, nee); maakt gebruik
van de telefonische hulpdienst (ja,
nee); voedt zijn of haar gebrek
aan vertrouwen en waarmee?; waaruit put persoon
de middelen voor het onderhouden van zijn of haar
afwijkende meningen? kan een bewijs van
permanente angst overleggen? kennis van vreemde
lichamen en talen? medailles, onderscheidingen,
bijzondere kenmerken? burgerlijke staat van ongehoorzaamheid, van plan
kinderen te hebben? (ja, nee); zo nee,
hoezo niet?

(uit: Na de dood stond ik midden in het leven. Kopstukken van de naoorlogse Poolse poëzie. uitg. P, Leuven, 2008, blz. 261-vertaling Maarten Tengbergen)

donderdag 26 juni 2025

Dat éne ogenblik

 Ik vermoed (en hoop) 
dat iedereen wel eens zo'n moment meemaakt, 
dat éne ogen-blik, die éne oogopslag 
die je in een andere wereld, in een andere atmosfeer, 
bij een andere emotie brengt. 
Dat onverwachte waardoor je van streek bent 
want alles wordt (even) anders. 
Een momentum van vervoering, 
ver-voering weg van jezelf.
In onderstaande gedicht van Benno Barnard (1954), 
gepubliceerd in het meest recente nummer 
van Het Liegend Konijn (2025/1-april ; blz. 10) 
probeert de dichter 
dichter bij zo'n ervaring te komen.

(still uit de film van Agnès Varda : Cléo de 5 à 7 uit 1962
©Eye Filmmuseum)


HETERO

Het gebeurt dat je je heel hetero
bij het passeren in een kastanjeallee,
op straat, in een overheidsgebouw,

in de supermarkt, op een roltrap,
een tot je dood durende seconde
vergaapt aan een vrouw.

Het is niet per se lieftalligheid
of de suggestie van seks in haar oogopslag.
Dat ook, dat ook, maar meer dan dat.

Vergelijk het met een stoffig landschap
en voorbij de zoveelste bocht
zie je onverwacht een vergezicht

dat je onbewust hebt gezocht,
zonder te weten dat die heuvels, bomen
en waterloop ook bestonden.

En je ervaart de gelijktijdigheid
van lichaam, lichaam en niemand zijn.

Dan is de straat voorbij, het gebouw
spuwt je uit, de roltrap struikelt
en jij bent haar kwijt.

Maar o die wulpse wolken, dat licht!

dinsdag 24 juni 2025

Welkom in het voortbestaan...

In een vorig bericht heb ik mijn passie voor poëzie 
vergeleken met een passie voor wijn. 
De verzen kunnen alsmaar weer en 
alsmaar anders en 
alsmaar meer worden geproefd, gesmaakt, geroken.
De dichteres Ida Gerhardt (1905-1997) heeft 
op een andere wijze haar passie met het woord verwoord. 
Als lerares klassieke talen is haar benadering
 meer op de taal zelf gericht. 
Het is een vers dat blijft boeien, 
ook al heb je het misschien al meermalen gelezen of gehoord.
Het is ook onvervreemdbaar Gerhardt 
en onvervreemdbaar poëtisch.


(lezende suppoost tijdens
Poëziezomer Watou juli 2009
eigen foto)
ONVERVREEMDBAAR

Dit wordt ons niet ontnomen : lezen,
en ademloos het blad omslaan,
ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.

Zij waren het van kind af aan.

Hen wenkt een wereld waar de groten,
de tijdelozen, voortbestaan.
Tot wie wij kleinen mogen gaan;
de enigen die ons nooit verstoten.

(uit: Gerhardt, Ida, Verzamelde gedichten, uitg. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1985, blz. 607

zondag 22 juni 2025

In Vino Veritas ... Is er waarheid in de wijn?

 Mijn ruime boekenkast van poëzie is mij als een wijnkelder. 

Je hebt verschillende smaken en tinten; 
jonge, minder jonge en rijpe verzen; 
je hebt heldere directe smaken en 
meer gelaagde gecompliceerde smaken; 
je hebt verzen die onmiddellijk hun toetsen prijsgeven 
en je hebt er met een lange afdronk. 
Het belangrijkste is evenwel 
(eigen foto juli 2009)
dat deze wijnkelder nooit leeg geraakt. 
Je kan deze wijnen meerdere keren opnieuw proeven 
en je kan er altijd weer andere lagen en toetsen in vinden. 
Bij de échte wijn is een fles maar eenmaal te genieten; 
bij een gedichtenbundel is er altijd weer te genieten. 
En omdat je als persoon evolueert doorheen de jaren, 
evolueert ook je smaak en je inzicht 
zodat elk vers en elke bundel je altijd weer kan verrassen.
Zo wil ik met vrienden graag de wijn delen die ik proef
en hopen dat deze ook bij hen in de smaak valt.
Ik weet wel dat wijn niet ieders ding is.
Er zijn bierdrinkers, whiskyliefhebbers, rumproevers 
en zo besef ik ook dat niet iedereen poëzie waardeert.
Vaak echter is het zo dat je ook je smaakpalet moet oefenen
om nieuwe smaakwerelden te ontdekken.
Zo begrijpt de regelmatige lezer van deze blog wel wat ik bedoel.
Geniet nou maar!


Je kan al lezend ontdekken dat poëzie 
een andere kijk kan geven op onszelf 
en op onze samenleving. 
Want zoals Bart Vonck stelt : 
na de wijn wordt de dag anders gemeten, anders ingesteld...
 
In een gedicht dat werd gepubliceerd in de Poëziekrant van januari 2019 (jg.43, nr. 1, blz. 93) bezingt Vonck de impact van wijn op de mens... Elke keer dat ik het lees ontdek ik iets anders, een associatie op het maken of proeven van wijn, een associatie met de gelegenheden waarbij gedronken wordt, een associatie met de (min)achting voor wijndrinkers, en nog zoveel meer.
De titel van het vers zegt al veel. Het relativeert ook wat hierboven is geschreven, en dat is vaak een van de mooiste effecten van een goed gedicht. Het relativeert, brengt ons leven in relatie met andere levens en een ruimere context. 
Deze relativering is wat ik vandaag zo vaak mis.

IN MATELOZE STAAT

Na de wijn wordt de dag anders gemeten anders ingesteld
de meute naar het grote aantal glazen dat breekbaar op-
loopt, wankelt, valt in een verwarde slaap. Na snelle hap

en klaar komt in je hoofd het licht opzetten tegen een
achtergrond van gistend rood. Breekbare druiven rijpen
tot barstensvolle kruiken, een traan trekt zijn kleren uit,

druipt weg verdroogt bloedmooi met ranzig randje,
een lip waaraan gehoor gescherpt, nog hardop smekkend.
Op en over een immense vlakte van as zoals gelieven

kunnen zijn in roekeloze staat van halsloos heen en on-
bekommerd weer over elkaar en dat is al heel wat. Als
niemand kijkt in eigen ogen naar een ander om. Zo'n

strenge meesters zijn wel overal aanwezig, verlegen en
perfectionistisch in het allerkleinste dorp. Dank ze dan
toch voor die uitgestelde oogst; drink inderhaast nog

op wat buitenzinnig aanhoudt, op wat in woede zuipt
uitzinnig om huilen voor elkaar ondanks. Je krijgt het
halsoverkop voor elkaar als je het doet om niet. Maar

ook niet meer dan dat wordt anders na de dag de wijn.