Het is bij kunst zoals bij de andere belangrijke dingen des levens : hoe meer je weet over iets, hoe meer er verbanden te zien zijn tussen verschillende facetten. Of je nu in een bepaalde geschiedenisperiode bent geïnteresseerd of in een bepaalde sport of in een bepaalde tak van de wetenschap of in een gebied van de kunst: hoe meer je ontdekt, hoe meer er te ontdekken valt. En elk klein onderdeel kan aanleiding zijn om via de vele verbanden het over zo veel meer te hebben.
Zo'n ervaring vermoed ik onder het volgende vers van Cees Nooteboom waarin een reeks Nederlandstalige auteurs komen langswandelen.
De ogen van Campert
de neus van Mulisch,
de stem van Wolkers
de kin van Claus
de bril van Hermans,
de haren van Herzberg,
de lach van Palmen,
het geluid van Komrij
de schouders van Deckwitz,
de koffer van Grunberg.
Mijn hemel,
wie hebben we daar?
(uit: Cees Nooteboom, Vos, uitg. Koppernik, 2022, blz. 35)
De leeservaring van iedereen is opgebouwd
uit wat hij/zij tot dan heeft gelezen,
zoals onze levenservaring ook is opgebouwd
uit zovele verschillende ervaringen en facetten.
Elk ik is toch altijd ook een meervoud.
Zo eenvoudig is het antwoord op de vraag
wie ben ik?, wie ben jij?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten