Even onafzienbaar en oneindig als de zee is, zo zijn er ook een onoverzichtelijk aantal gedichten die de zee tot onderwerp of thema hebben. Bij een recent bezoek aan Nieuwpoort maakte ik een foto van enkele ver uit elkaar zeilende scheepjes in zee voor de vaargeul. En net dan las ik onderstaand gedicht van Cees Nooteboom in zijn meest recente dichtbundel (Vos - 2022). Het gedicht heeft het weliswaar niet over een zeiler, maar over een roeier. Toch blijft in beeld en woord de spanning tussen beiden overeind. Het is een gedicht dat de zee heeft als aanleiding om het in feite over de poëzie zelf te hebben. En daarbij de titel die nogal prozaïsch klinkt. Een mooie mix...
SCHEIKUNDE
De zee
onafzienbaar
waarin iemand
verdwenen.
Op de glanzende
vlakte
de eenzame roeier.
Komt hij
of gaat hij?
Mengt zijn tijd
met zijn woorden,
ment
dat voortdurende tweetal.
Niet in die
van de meesten,
juist
in de zijne,
in die gedichten
van zelf en van wereld
is het al
tijd.
(Cees Nooteboom, Vos, uitg. Koppernik, 2022, blz. 9-10)
De dichter heeft het over een tweetal en
je ziet het ook in zijn verzen die per twee gegroepeerd staan,
op één cruciaal vers na...
dat eenzaam ronddobbert en
zijn eigenste plaats opeist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten