woensdag 2 juli 2025

Het geheim van een koe

 Dichters zijn meesters van de verwondering. 
Ze kijken en zien wat iedereen ziet, maar 
ze zien toch iets anders.
Ze bekijken zichzelf en de mensen en dingen anders.
En met hun woorden houden ze de lezer dan 
een spiegel voor. Wel vragen ze aandacht,
zoals zijzelf ook aandacht schenken aan hun woorden
(nabij het lough derg Ierland
september 2013)
en via hun woorden aan onze wereld.


Luuk Gruwez (1953) in het recente nummer
van Het Liegend Konijn (2025/2, blz. 69) 
schenkt zijn aandacht aan én 
vraagt onze aandacht voor koeien.
Voordat we het beseffen
zien we onszelf in een spiegel.

GRAS

Zelf ben ik, toegegeven, zo dood als een fopei.
Toch staat diep in mij een bevriende koe te loeien
die, solidair met mij, niet van me wijkt,
alsof zij springlevend, nog oppert:

no way dat ik, zomin als jij, naar een slachthuis
moet, ik ben een koe die kauwt, herkauwt, herkauwen
blijft middels de vele fijn getunede magen
mij genereus ter beschikking gesteld.

Amper iets lijkt zij meer te weten dan hoe
gras te eten. Maar wat voor mensen al die tijd
verborgen is gebleven, is dat haar ogen soms vol regen
haast devoot het Oude Testament hebben gelezen:

dat alles ijdelheid is en zo en alle vlees als gras
en niets haar ooit genezen zal, tenzij die ene keer
misschien dat zij per ongeluk in stierenogen
kijkt, een firmament meent te ontwaren,

min of meer weerspiegeld in een plas.