Muziek wordt vele goede eigenschappen toegeschreven. In een gedicht van Jo Gisekin (Poëziekrant,jg. 44, nr.4, blz. 80) beschrijft de dichteres hoe muziek tot een kijkgat wordt naar vroeger, tot een hoorbare aanwezigheid van haar gestorven vader.
De muziek die voor haar deze kracht heeft, is de ouverture van de operette "Dichter und Bauer" (1846) van de Oostenrijkse componist Franz von Suppé. Je kan hier genieten van een uitvoering van de Symphonieorchester des BR F onder leiding van sir Georg Solti.
Met nog meer smaak kan je nu wellicht ook genieten van het gedicht van Jo Gisekin (°1942).
FRANZ VON SUPPE OUVERTURE DICHTER UND BAUER
In memoriam patris
Jaren ontsnappen de tijd. Ze liggen open en bloot en
drijven op geschept muziekpapier.
Die zondagmorgen het huis in aroom en vader met joggende handen
op het klavier: Dichter en Boer staccato in tweegevecht.
Perenbloesems ontploffen doyenné du comice en durandeau lopen
suf uit de maat. Wisteria in gulzige omarming, de gloriëtte in ademnood.
Je denkt zomers en winters breken tot gruis er wordt afscheid genomen
iemand schenkt wijn van lieverlee. Je maakt komaf met rituelen, partituren
leg je geteld op hoopjes het leven dooft in sintels
tot het kijkgat naar vroeger het maaiveld spiegelt muziek ik
driekwartsmaat gedachten oprakelt. Ze haken als vleermuizen
aan eertijdse dagen, hoorbaar spianato met ogen dicht
die vader
die kamer op zondag met boomgaard open
nauwelijks meer dan een steenworp ver
stemloos beneveld ontvleugeld
zijn toets op mijn profiel
nog steeds hoor ik hem liefhebben
in elk onbestaand gedicht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten