dinsdag 18 maart 2025

Afscheid van NWT - Octavio Paz over poëzie en geschiedenis -1-

 


Op 10 december 1990 werd de Nobelprijs literatuur uitgereikt aan de Mexicaanse, in het Spaans schrijvende, Octavio Paz (1914-1998). De interesse van de redactieraad voor de letteren zorgde er dan ook voor dat in het NieuwWereldTijdschrift het dankwoord van Paz bij deze uitreiking werd gepubliceerd in het maartnummer van 1991.
Het is een boeiende tekst over de 'condition humaine', over poëzie en over de geschiedenis. 
(Octavio Paz tijdens zijn dankwoord voor de Nobelprijs
©Nobel Prize en Lars Aström)


dankbaarheid
Octavio Paz begint zijn dankwoord met een korte mijmering over wat dank inhoudt. In tijden waar zovele gegevens als zo evident worden gezien mooi om te herlezen.
"Ik wil beginnen met een woord dat de mens sinds zijn menswording altijd heeft geuit: 'gracias'. Het is een woord dat in alle talen equivalenten heeft. En in alle talen is het scala van betekenissen zeer breed. In de Romaanse talen loopt dat scala van het spirituele tot het fysieke, van de genade Gods tot de lichamelijke bevalligheid van een dansend meisje of van een katachtig dier dat wegspringt in het kreupelhout. 'Gracia' is vergeving, kwijtschelding van straf, gunst, nut, naam, inspiratie, zwier in de manier van spreken of schilderen, een geste waaruit wellevendheid blijkt en ten slotte een daad die iemands goede inborst toont. 'Gracia' heb je of heb je niet, is een gave; degene wie dat geschenk toevalt, de 'agraciado', is er, als het geen ellendeling betreft, dankbaar voor : 'da - hij geeft - las gracias'."

Dan maakt Paz een uitweiding over de vreemde band die de Angloamerikaanse en de Latijnsamerikaanse literatuur tegelijk verbindt met en scheidt van de Europese traditie. Dan denkt hij verder na over het bewustzijn van scheiding.

Op vreemde bodem
"Het bewustzijn van die scheiding is een constante in onze geestelijke geschiedenis. (...) Zeker, het gevoel van onthechting is universeel en niet uitsluitend iets van Spaansamerikanen. Het ontstaat op het moment van onze geboorte: van alles afgesneden komen we terecht op vreemde bodem. Die ervaring doet zich gelden als een wond die nimmer heelt. Het is de onpeilbare diepte van ieder mens; al onze ondernemingen en handelingen, alles wat we doen en wat we dromen, zijn bruggen om die afzondering te doorbreken en aansluiting te zoeken bij de wereld en bij onze gelijken. Vanuit dit gezichtspunt kan het leven van ieder individu en de collectieve geschiedenis van alle mensen gezamenlijk gezien worden als pogingen om de oersituatie te reconstrueren. Een onbeëindigde en oneindige heling van de breuk."

Paz memoreert dan hoe we als kind eerst in een paradijs lijken te leven tot de betovering ervan wordt doorbroken.
"Wanneer werd die betovering verbroken? Niet plotsklaps: geleidelijk aan. Het kost ons moeite te accepteren dat een vriend ons kan verraden, dat de geliefde vrouw ons kan bedriegen, dat het vrijheidslievende idee een masker voor de tiran kan zijn. Dat wat men 'begrijpen' noemt is een langzaam proces vol omwegen, daar we zelf medeplichtig zijn aan onze eigen dwalingen en misleidingen."
De breuk in de betovering vergelijkt Paz met de verdrijving uit het paradijs en noemt hij de verdrijving uit het heden. "Het is een ervaring die we allemaal ooit gehad hebben; sommigen hebben die ervaring aanvankelijk als een straf ondergaan, die later in bewustwording en daadkracht overging. Het zoeken naar het heden is niet het zoeken naar het aardse Eden of de tijdloze eeuwigheid: het is het zoeken naar de tastbare werkelijkheid."
Hoe actueel klinkt dit niet? Leven in het nu ;  het échte leven versus de digitale wereld...
Paz komt dan bij zijn drang om te schrijven, om gedichten te schrijven. "Nu pas begrijp is dat tussen wat ik mijn verdrijving uit het heden heb genoemd en het schrijven van gedichten een geheim verband bestond. Poëzie is verzot op het kortstondige moment en wil dat moment opnieuw beleven in een gedicht : zij licht het uit een reeks en maakt er een gestold heden van." 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten