Zoals in een vorig bericht al beschreven, lees ik in het NWT van maart 1991 het dankwoord dat de Mexicaanse schrijver Octavio Paz uitsprak bij de aanvaarding van de Nobelprijs literatuur (december 1990).
Hij dankte en deelde hoe hij het schrijven van poëzie verbond met het gevoel van verdreven zijn uit het paradijs van de kinderlijke onschuld. Hij evoceerde dan zijn zoektocht naar wat moderne poëzie kan zijn en hoe hij daar zijn plaats en stem zocht. De moderne tijden als historische periode die volgt op de middeleeuwen ontdekken bracht hem naar de ontdekking van een eigen traditie.
![]() |
(Octavio Paz in 1988 ©BoekMeter) |
Breuk en verzoening
"De moderniteit is immers geen poëtische school maar een familie, een over verschillende continenten uitgewaaierd geslacht dat gedurende eeuwen vele gebeurtenissen en tegenslagen heeft overleefd; onverschilligheid van het publiek, eenzaamheid en tribunalen van religieuze, politieke, academische en seksuele orthodoxieën. Dat zij een traditie is, en geen doctrine, maakt dat zij kan blijven voortbestaan en tegelijkertijd verandert." Paz kwam door zijn zoektocht naar de moderniteit bij zijn eigen wortels uit.
"De moderniteit bracht me tot mijn oorsprong, tot mijn verleden. Breuk werd verzoening. En zo kwam ik erachter dat dichters de klopping in de stroom der generaties zijn."
Geschiedenis en vooruitgang
"Het idee van moderniteit is een afgeleide van de opvatting die de geschiedenis als een proces van opeenvolging ziet, lineair en niet voor herhaling vatbaar." Waar de lineaire christelijke tijd ooit zal worden opgeheven, na een laatste oordeel, is dit anders bij de visie van de moderniteit op geschiedenis.
"De nieuwe tijd, onze tijd, is lineair als de christelijke , open naar het oneindige maar zonder aan het eeuwige te refereren. Onze tijd is die van de profane geschiedenis. Onomkeerbare en voortdurend onvoltooide tijd, niet op weg naar het einde maar naar de toekomst. De zon van de geschiedenis heet toekomst en de naam van de beweging naar de toekomst is vooruitgang."
Als we denken aan vooruitgang, denken we aan verandering. "De Verandering kent twee geprivilegieerde verschijningsvormen: de evolutie en de revolutie." Deze zelfdefinitie door de moderne mens wordt nu echter ervaren als voorbijgestreefd, achterhaald. In de jaren 1980 gonsde de academische en artistieke wereld volop van het idee van een nieuw tijdperk dat werd gedoopt tot 'postmodern'.
Paz geeft nu zijn visie op deze ontwikkelingen en visies. Hij zoemt na een algemene omschrijving in op vier wezenlijke veranderingen.
"We zijn getuigen van de ondergang van de toekomst. (...) Wij bevinden ons in de crisis der fundamentele ideeën en overtuigingen die sinds meer dan twee eeuwen de mensen gedreven hebben."
Vier tekenen van een einde van de moderne tijden
"In de eerste plaats is men gaan twijfelen aan de opvatting van een proces dat zich richt op het oneindige en synoniem is aan ononderbroken vooruitgang." Hij wijst op de klimaatcrisis, aan de nucleaire dreiging e.a.
"In de twee plaats : het lot van het historische subject, dat wil zeggen, van de collectieve mensheid in de 20ste eeuw. Zeer zelden hebben volken en individuen zozeer geleden (...)De verworvenheden van de moderne techniek zijn ontelbaar, maar het is onmogelijk de ogen te sluiten voor moordpartijen, martelingen, vernedering, vertrapping en ander leed waaronder miljoenen onschuldigen in deze eeuw geleden hebben.
In de derde plaats : het geloof in de noodzaak van vooruitgang. (...) Zelfs bij de beheersing van orde, regelmaat en samenhang - in de exacte wetenschappen en in de fysica - doen de aloude begrippen toeval en catastrofe opnieuwi opgeld."
"En om deze snelle opsomming te beëindigen: de ineenstorting van al die filosofische en historische hypothesen die pretendeerden de wetten van de historische ontwikkeling te kennen. Hun aanhangers, ervan overtuigd dat zij de sleutels van de geschiedenis bezaten, bouwden machtige staten op pyramides en lijken. Die trotse bouwwerken, in theorie bedoeld om de mensen vrij te maken, verwerden al zeer spoedig tot gigantische gevangenissen."
Einde der utopieën en ongeborgenheid
Wat Paz dan schildert als einde van een tijdperk is in vergelijking met anno 1990 nu nog meer realiteit dan toen. Het lijken bij momenten haast profetische woorden. Het hedendaagse avontuur anno 2025 wordt bij Paz al op een bepaalde manier voorzegd.
"Einde der utopieën? Beter : einde van het beschouwen van de geschiedenis als een fenomeen waarvan men de ontwikkeling al op voorhand kent. Het historisch determinisme is een kostbare en bloedige fantasie geweest. De geschiedenis is onvoorspelbaar gezien haar hoofdrolspeler, de mens, die de onbepaaldheid in persoon is."
Onze tijden zijn uniek te noemen volgens Paz, en hij legt uit waarom.
"Voor de eerste keer in de geschiedenis leven de mensen in een soort geestelijke ongeborgenheid en niet zoals voorheen in de schaduw van religieuze en politieke systemen die tegelijkertijd knelden en troostten. Beschavingen zijn historisch, maar ze zijn tot dusverre allemaal in hun bestaan geleid en geïnspireerd geweest door een samenstel van metahistorische overtuigingen en ideeën. De onze is de eerste die zich opmaakt om een bestaan zonder metahistorische doctrine te leiden; onze - religieuze of filosofische, ethische of esthetische - stelregels zijn niet meer collectief maar privé. Een riskant avontuur. (...) De mensen zouden opnieuw in de ban kunnen raken van vroeger religieus vuur en nationalistisch fanatisme. Het zou afschuwelijk zijn als de val van het abstracte idool van de ideologie de aanzegging zou zijn voor het opleven van de begraven bezetenheid van volken, sekten en kerken."
De komst van het nu
In de slotpassages van zijn toespraak refereert Paz naar de toen brandende actualiteit, nl. de val van het ijzeren gordijn en de ineenstorting van het communistische Oostblok.
"Sinds lang ben ik ervan overtuigd, er vast van overtuigd, dat de ondergang van de toekomst de komst van het nu aankondigt. Denken over het nu betekent vooral weer kijken met een kritische blik. Zo kan de overwinning van de markteconomie - een overwinning door het failliet van de tegenpartij - bijvoorbeeld niet slechts een reden tot vreugde zijn. De markt is een doeltreffend mechanisme, maar zoals alle mechanismen heeft het geen geweten en kent het evenmin medelijden. (...) Het thema van de markteconomie staat in zeer nauw verband met de achteruitgang van het milieu. De verontreiniging bederft niet alleen de lucht, de rivieren en de bossen maar ook de ziel. Een samenleving die bezeten is van de waanzin steeds meer te produceren om steeds meer te kunnen consumeren, neigt ertoe om van ideeën, gevoelens, kunst, liefde, vriendschap en zelfs van personen consumptiegoederen te maken. Alles wordt een ding dat je koopt, gebruikt en vervolgens in de vuilnisbak gooit."
Het heden als poort naar de echte tijd
"Nadenken over het nu impliceert niet de blik afwenden van de toekomst of het vergeten van het verleden: het heden is het ontmoetingspunt van de drie tijden. (...) De boom van vreugde groeit niet in het verleden of in de toekomst maar in het moment van nu. (...) Net zoals er filosofieën over het verleden en de toekomst, over de eeuwigheid en het niets hebben bestaan, zal er morgen een filosofie over het heden bestaan. De poëtische ervaring zou dan een van haar grondvesten kunnen zijn. Wat weten wij van het heden? Niets of zogoed als niets. Maar dichters weten wel iets: namelijk dat het heden de bron van alle zijnsvormen is." Paz eindigt zijn zoektocht naar de oorsprong van de poëtische moderniteit om te ontdekken dat er een gelijktijdigheid van tijden en tegenwoordigheden is, zoals bijvoorbeeld een vruchtbaarheidsfiguurtje uit het neolithicum wordt omgevormd tot een eigentijds beeldje. De moderniteit is zoeken om te leven in het nu.
"Zij is het ogenblik, een vogel die overal en nergens is. We willen hem levend grijpen, maar hij opent zijn vleugels en verdwijnt, een hoopje lettergrepen achterlatend. Wij blijven staan met lege handen. Maar dan gaan de poorten van de waarneming voorzichtig open en komt de andere tijd te voorschijn, de echte, die welke we zonder het te weten zochten: het nu, het zijn."
Niet ongewoon dat een Nobelprijswinnaar literatuur een pleidooi houdt om te geloven in de kracht van het woord tegen alle ontregelende ervaringen van ongeborgenheid en verwarring. Onze humaniteit ligt in onze woorden, zo lees ik deze toespraak tegen de achtergrond van onze Trumpiaanse tijden, woorden die aangeven dat niet alles te koop is, woorden die de ervaring van vrijheid bewaren. Zoals de vogel niet te grijpen, maar gekoesterd in een hoopje letters.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten