Jeugdbeweging heeft in mijn leven een belangrijke plaats ingenomen als vrijplaats om te groeien in verantwoordelijkheid, in samenwerken en in creativiteit. De vreugde van (het vertellen van) verhalen vormden vaak de aanzet voor leuke, boeiende, spannende activiteiten.
In de poëzie bots je bijna nooit op een vers over jeugdbeweging. Zijn dichters dan toch vaak eenzaten die niet veel ophebben met zoiets als jeugdbeweging? Ik was dan ook heel blij dat ik een gedicht las over jeugdbeweging, ook al benadert het een donker kantje ervan.
Peter Theunynck schrijft in de bundel "De benen van de hemel" (uitgeverij Wereldbibliotheek, 2014) over zijn niet zo leuke herinneringen aan een kamp/bivak in Lichtaart (de Kempen). Spelend opgroeien kan dus ook best een nachtzijde hebben. Maar toch wil ik het hier delen, met in mijn achterhoofd de vele duizenden jongeren die samen jong proberen te zijn in deze corona-tijden...voorwaar geen sinecure. Ik duim voor hen en ik ben samen met hen blij dat ze straks terug op kamp/bivak kunnen.
Het gaat hieronder over een vrij klassiek nachtspel waarbij een van de leiding als slachtoffer ergens aan een boom is gebonden en waarbij de leden moeten hem proberen te bevrijden. Voor vele kinderen is het vaak hun eerste keer dat ze zonder ouders in een donker nachtelijk bos ronddwalen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten