De in Turkije geboren Hamide Dogan publiceert in het voorlaatste nummer van het poëzietijdschrift Het Liegend Konijn (oktober 2021) een reeks gedichten die cirkelen rond de thema's geluk-ongeluk, verlangen, vrouwelijkheid, (gemiste) groeikansen.
Ze weet in weinig woorden treffend weer te geven hoe moeilijk het kan zijn om vanuit je verlangen te leven. Wie oprecht is met zichzelf zal wel iets herkennen. Hoe dan ook, ik vind het een ontroerend vers waarin je telkens met een ander beeld blijft cirkelen rond de idee van een 'haperend geluk'. De verwondering ontregelt onze blik zodat we ons eigen standpunt als 'onhandig' ervaren. De acht regels blijven met weerhaakjes aan je hangen en dan nog blijf je op het einde over met de vraag: waar is de rand van alles?
Hoe alles vanuit een onhandig standpunt
schots en scheef lijkt, als haperend geluk
in een ontzettend vreemde wereld ben ik
een kind dat maar geen vrouw wil worden
een beginner met steeds minder tijd, maar
ik heb de moed om mijn verlangen te voelen
en weet van het bestaan van een centrum van
de wereld, ook als ik me daar ver vandaan bevind
(Het Liegend Konijn, jg.19/2, blz. 77)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten