Eten en drinken doen we niet alleen met onze smaakpapillen,
ook onze ogen hebben een belangrijke rol hierbij.
De banketbakkers weten dat maar al te goed.
Hun maaksels ogen zo smakelijk dat je bij het zien
van menige taart het water in de mond komt
en je goesting opflakkert.
Als volwassene proberen we met zo'n prikkels
'beschaafd' om te gaan,
maar kinderen zie je zo opgeslokt worden
door gebak in een etalage.
De dichter Toon Tellegen weet zo'n kinderlijke opwinding
heel straf te verwoorden.
Er staat een taart in een etalage,
een grote witte taart.
Wat moet ik doen?
Ik moet aan geld komen,
ik moet een steen door dat raam gooien,
ik moet jarig zijn,
ik moet zorgen dat die juffrouw binnen,
die met die rode lippen,
verliefd wordt op mij -
ik doe mijn ogen dicht,
druk mijn neus tegen het glas,
prevel:
taart, grote witte taart, vlieg ongeschonden door dit raam.
of moet ik zelf bakker worden, banketbakker d' excellence
(uit: Het geluk van erwtensoep. De lekkerste gedichten , uitg. Davidsfonds Literair, 2007, blz. 90)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten