Poëzie en muziek komen vaak dicht bij elkaar. Beiden spelen met klanken, ritmes, gevoelens, beelden en ze beïnvloeden elkaar over en weer. Gedichten worden op muziek gezet en gedichten ontstaan bij het beluisteren van een muziekstuk.
Dichter Geert Jan Beeckman schreef een vers niet bij een specifiek muziekstuk, maar bij een instrument.
Zijn vers is een ode aan de kracht van dit instrument en van de muziek die doorheen dit instrument tot ons komt.
Aansluitend zocht ik een stukje cello-muziek en kwam uiteindelijk uit bij cellist Hauser die een cellobewerking brengt van een stuk van Frédéric Chopin (Etude Op.10 N° 3).
CELLO
Het is zijn tijd die niet lichaamsvreemd is
zijn handgewin dat geen gehavende dader i
zijn diva in de oudste elegantie
een langzame zwemmer in de koorts
van onze verzen.
Het is zijn krul in de omhelzing
zijn ladder in de verlenging
zijn diepte die huilen kan
een dichter die aan de krop hangt.
Het is zijn ruraal gebied dat voor vrede vecht
zijn kachelwond in het winterwoord
zijn voetvolk over de herfst
een vuist die in ons ontspant.
Het is wat je bijna van liefde verwacht
romantiek in kleine adel
de zachtste kerf die de mens heelt
de langste kus die aan land komt
een strijkstok ter genezing van de zonden.
(uit: Het liegend konijn, 2023/2, blz. 31)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten