woensdag 4 juni 2025

Afscheid van NWT - George Steiner over het einde van het boek - 2 -

 


In een essay uit 1987 zoekt de schrijver-essayist George Steiner naar wat een boek zo bijzonder maakt en vraagt zich af of en hoe deze status bedreigd wordt. Lezen en de boekenwereld bewonen is een netwerk betreden.  Verder vraagt hij zich af waarom schrijvers schrijven en waarom het woord zo belangrijk is.

Boeken en geletterdheid
"De Westerse en de Chinese cultuur zijn allebei op een strikte manier aan boeken gebonden geweest. Met behulp van zelfbewuste methodes van imitatie, variatie, herleving, parodie of pastiche ontwikkelt de Westerse cultuur zich uit een opvallend kleine groep canonieke, klassieke teksten en modellen, meestal Grieks. Door cognitieve 'digestie', zoals Ben Jonson het uitdrukte, strekt de curve van de dialoog zich van Homeros tot Vergilius uit, van Vergilius tot Dante en van Dante tot Milton, Klopstock, Joyce en de uitgesproken terugblik van Pounds Cantos. (...) 
Dit netwerk van formele vernieuwing en van geactiveerd voeling houden met de gevestigde genres, dit raamwerk van zinspelingen en zorgvuldige echo's brengt echter nog meer mee. Le Livre is de beproefde talisman tegen de dood. Dit is de grote ontdekking, de trotse schreeuw in Homeros en Pindarus. De woorden van de dichter overleven de gebeurtenissen waarover ze vertellen en ze maken de dichter onsterfelijk. (...)
Dit is het geheim van Demodocus, de minstreel in de Odysseia, en van Eluard 2500 jaar later, toen hij het over le dur désir de durer  had."

Het onsterfelijke woord
"Dit gokken op de onsterfelijkheid is alleen mogelijk als de taal zelf standhoudt. Er kleeft niets mystieks aan die opvatting. Het is een traditionele trope in de Westerse literatuur, en dan vooral in de poëzie, dat woorden alle behoefte aan persoonlijke uitdrukking niet kunnen vervullen en dat de beschikbare taal absoluut niet voldoet aan de innerlijke visie van de dichter. De angst dat precisie en pracht onbereikbaar zijn is weliswaar gegrond, maar tegelijk conventioneel en een middel tot welsprekendheid. Het Petrarkiaanse sonnet komt voortdurend en met een zelfverzekerde complexiteit voort uit een fundamentele klacht over zijn eigen ontoereikendheid om de uitzonderlijkheid en de kracht van de liefde van de dichter weer te geven. Mystieke geschriften zoals de Canciones van Sint-Jan van het Kruis komen nog het dichtst bij de grens, maar dit weten we alleen omdat ze ons in een uiterst nauwkeurige en heldere taal hun gevoel voor de nabijheid van het onuitsprekelijke te kennen geven.
Ook op dit punt toont het geheel van boek en lezer zijn specifiek joods-Griekse afstamming. Het is aan deze twee antieke bronnen, zo vreemd, zo intens literair in hun opvatting van zichzelf, dat wij onze visie op de uitzonderlijke waarde en duurzaamheid van de taal ontlenen. (...)
(©Gazet van Antwerpen)


Georganiseerd geheugenverlies
"We wonen in een wereld van taal en dit is de kern van ons bewustzijn en van onze heerschappij over de natuur. (...)
Alle filosofische beginselen en psychologische houdingen die ermee gepaard gaan, worden nu hevig aangevochten. (...)
De herkenning van verwijzingen, waarvan onze poëzie en ons proza van Chaucer tot T.S. Eliot en van de Roman de la Rose tot Valéry afhankeliik zijn, is het in toenemende mate fictieve bezit geworden van een paar mandarijnen. Het georganiseerde geheugenverlies van het Amerikaanse schoolsysteem -een groot deel van Europa gaat dezelfde kant op- zorgt ervoor dat het alfabet van Bijbelse, mythologische en historische toespelingen in onze literatuur een reeks hiërogliefen geworden is."

Het verlies aan geletterdheid sluit volgens Steiner ook aan bij bepaalde tendensen in onze tijd. 

Verdacht...verdacht...
"Gezag -en gezag is de kern, de bron van elke formele traditie- wordt nu als verdacht beschouwd. (...)
Ook de wil om voort te blijven leven en eervol opgenomen te worden in het Pantheon is verdacht. Er zit een luchtje aan van hiërarchie en academisme. Het lijkt erop alsof we een revolutie van de tijdwaarden meemaken. Nu is alles en de traditionele strategie van de dichter of denker die zijn huidige leven opoffert aan een toekomstige glorie wordt door de jongeren als hypocriet, opportunistisch of erger nog beschouwd."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten