donderdag 5 juni 2025

Afscheid van NWT - George Steiner over het einde van het boek - 3 -

 


In een essay gepubliceerd in het NieuwWereldTijdschrift jaargang 1987 denkt de Frans-Amerikaanse docent en auteur George Steiner na over de plaats van het boek in onze samenleving en vorming. Hij merkt dat er heel wat twijfels leven over de taal en de status van de taal. Hij somt vier aspecten op bij dit statusverlies.

Twijfelen over taal
"De twijfels over de taal hebben meer uiteenlopende en eerbiedwaardige oorzaken. 
In het tijdperk dat zich van Rimbaud en Mallarmé tot Dada en het surrealisme uitstrekt, komt er binnen de literatuur een 'anti-taal' beweging op gang.  (...)  De dadaïstische vraag naar 'een einde van het woord' is tegelijk nihilistisch - de mens kan zich enkel vernieuwen als hij zich van zijn versleten taalhuid ontdoet - en esthetisch.
Een tweede soort twijfel komt uit de formele logica voort en uit Wittgenstein en het logisch-positivisme.  (...)  Het vertrouwen in het medium waardoor de vroegere filosofische monumenten nog bezield konden worden is gewoon niet langer beschikbaar.
Een derde reden tot linguïstisch scepticisme is een gevolg van de enorme uitbreiding van de exacte wetenschappen. Een steeds groter wordend deel van de zintuigelijke en conceptuele werkelijkheid is onder de hoede gekomen van de wiskunde.  (...) 
Een vierde aspect werd voor het eerst onderzocht door Karl Kraus en George Orwell: het feit dat woorden goedkoper worden gemaakt, ontmenselijkt worden en vertroebeld door de massamedia en door de barbaarse leugens van de moderne politiek."


Steiner zoekt dan naar gegevens die deze vermoedens van minder lezen kunnen bevestigen. Hij vindt weinig cijfermateriaal, maar kijkt dan ook naar zijn eigen ervaringen als lesgever literatuurwetenschap, op dat moment aan de universiteit van Genève. Hij ziet hoe zijn studenten omgaan met boeken. 



Lezen en muziek
"Onder de vele studenten die ik gedurende de laatste twintig jaar in verschillende landen ontmoet heb en aan wie ik les heb gegeven, zijn er steeds minder boekenverzamelaars.  (...)  Ook vertonen diezelfde jonge mensen steeds minder de neiging om zich af te zonderen en louter en alleen te lezen. Ze kennen minder en minder literatuur uit het hoofd. Ze lezen in gezelschap of tegen een muzikale achtergrond. Bijna instinctief nemen ze aanstoot aan het solipsisme en de egoïstische beslaglegging op ruimte en stilte waarmee de klassieke leesdaad gepaard gaat. Ze wensen niemand uit de meelevende kring van hun bewustzijn te weren. 
Daar muziek iets is waar we persoonlijk naar kunnen luisteren en dat we toch op hetzelfde ogenblik en op dezelfde plaats met anderen kunnen delen, is muziek, veel meer dan literatuur, aan het huidige ideaal van 'groepsrespons' gaan beantwoorden. In de zak van een wandelaar treffen we geen 'boek met ezelsoren' meer aan, maar een transistor [we zijn anno 1987!!] En omdat muziek op zoveel verschillende niveaus kan benaderd worden - variërend van technisch inzicht tot de vage deining van een halfbewuste echo- maakt muziek ook een democratisering van gevoelens mogelijk die de literatuur weigert te bieden. Kortom : voor zover ik kan zien, worden de eerste vereisten van geconcentreerd lezen in de oude betekenis van het woord -afzondering, stilte en contextuele herkenning- vrij zeldzaam, precies in dat milieu waar ze te vinden zouden moeten zijn, namelijk onder studenten."

Steiner denkt dan verder door over het woord in een wereld waar het beeld allesoverheersend wordt. Met enige weemoed en ergernis constateert hij dat het gedrukte woord meer en meer slechts dient als 'onderschrift'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten