Zoals ik al in een vorig bericht aangaf, heeft de tentoonstelling "Vandaag zal eindigen" met installaties van de Indiase artieste Shilpa Gupta mij geraakt, mede omdat zoveel momenten andere momenten en ervaringen bij mij terug wakker werden.
De kunstenares werkt rond taal en identiteit, grenzen en veiligheid. Deze thema's blijven héél actueel en gelijkaardige situaties leiden tot soms heel verschillende benaderingen.
In een kleinere zaal in het MUHKA was er een geheel van tekeningen, foto's en een 'grenssteen' (zie eigen foto hierbij) te zien rond een aantal enclaves nabij de grens tussen India en Bangladesh, grens die getrokken werd bij de onafhankelijkheid van de twee landen, toen nog India en Pakistan op 15 augustus 1947.
De regio Bengalen werd opgesplitst in een Pakistaans en een Indiaas deel op basis van plaatselijke meerderheden islamitische of hindoeïstische mensen. En er ontstonden enclaves India midden Pakistaans gebied en enclaves Pakistan omringd door Indiaas territorium. In 2015 werden akkoorden gesloten tussen India en Bangladesh waarbij terreinen werden geruild zodat van de meer dan 150 enclaves er nog slechts één overbleef, een stukje Bangladesh in India.
De soms bizarre situaties waartoe dit aanleiding gaf maakt de willekeur van grenzen heel aanwezig. De kunstmatigheid van nationale grenzen worden door Gulpa dan ook op een mooie maar duidelijke manier benadrukt, zoals in die installatie in het MUHKA met de toepasselijke titel Untitled (Bengal Borderlands). Dit werk was gemaakt in 2013, dus voor de landruil had plaatsgehad.
In een foto van een grenspaal die ze bewerkt heeft zie je duidelijk de onnatuurlijkheid van vele grenzen.
Maar net de week voor ik de tentoonstelling bezocht, fietste ik rond in zo'n enclaves, nl. nabij de grens België-Nederland met de dorpen Baarle-Nassau en Baarle-Hertog. Daar blijven de grenzen, ooit getekend in de jaren 1830, hun grillige zelf behouden.
(eigen foto 23 juli 2021) |
Integendeel, het lijkt me dat de keuze om deze enclaves te laten onder anderen mee is ingegeven vanuit hun 'toeristische' waarde. Inderdaad, midden de week was de dorpskern van Baarle behoorlijk vol met toeristen (waaronder dus ikzelf). In de corona-tijden bleek ook weer hoe willekeurig en onlogisch zo'n gegevens zijn: in de
ene kant van de herberg moest officieel mondkapjes opgezet worden terwijl langs de andere kant dan niet etc...
(uit een toeristische folder) |
ene kant van de herberg moest officieel mondkapjes opgezet worden terwijl langs de andere kant dan niet etc...
Wat zijn grenzen waard, zeker nu de grote mobiliteit en het internet alles en iedereen bereikbaar maken? Voelen we ons door grenzen veiliger of juist niet???
Geen opmerkingen:
Een reactie posten