donderdag 26 december 2024

Warme taal

 De jonge dichteres Evi Aarens (2000) schreef 
in Het liegend konijn (2024/2) een pagina's lang gedicht 
waarin ze reist door het land van de letterkunde 
voorbij alle conventies van plaats of tijd. 
Ze zoekt zich te verhouden tot de literaire traditie 
en brengt meerdere thema's ter sprake. 
Hier  wil ik het deel citeren waarin ze 
de waarde van de poëzie afzet tegen 
de één-op-één taal van commerce en wetenschap.

IN DE NEVEL VAN MIJN VRIJHEID  (EEN CANTO)

...
Ik klauter uit de branding en verlang naar warme taal.
Naar Emily en Lucebert, en ook James Joyce dient zich
Kort aan. Een beetje letterkunde is zo ferm als staal

En ingekookt als walvistraan. Ik neem me een ding voor:
Het aangename, nuttige, het constructieve leg ik af.
Systemen als de zondagsrust. Onroerend goed.

De schijf van vijf. Een goede baan. De vrijheid van
Een kinderwens. Het is voor anderen bedoeld. Ik pas
En duld voortaan alleen de vleugels van de poëzie.

Wat is hiervoor nodig? Een tafel en een stoel. Een
Raam. Een kachel en een deur die ik van binnenuit
Op slot kan doen. Elk gevoel en elk idee herneem

Ik in die kamer tot een vers, een strofe, een gedicht.
...
(uit: Het liegend konijn, 2024/2, blz. 10-11)
Poëzie heeft niet veel nodig 
als de dichter maar zijn gevoelens 
en gedachten kan hernemen in zijn innerlijke kamer 
om ze om te smeden tot een gedicht.

(een soort boekeniglo...lang geleden ergens geplukt uit het internet)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten