In de jaren 1970 was een vaste item op TV de Fabeltjeskrant, gepresenteerd door mijnheer de uil. Dieren kregen er menselijke manieren en boden zo een spiegel aan de kinderen over hoe relaties lopen en wat in de samenleving hoort of niet.
De mens is altijd al bezig geweest om zichzelf te vergelijken met de dieren. Dierenfabels zijn van alle tijden en alle culturen.
Ook hedendaagse dichters blijven kijken naar de dieren en leggen bij hen menselijke eigenschappen. Zo doet ook de Vlaamse dichter Bert van Raemdonck in een titelloos gedicht, gepubliceerd in het tijdschrift Het liegend konijn (2024/2, blz. 180).
In onze tuin groeit er een beuk,
hij moet zichzelf hebben geplant
ik heb in elk geval nog nooit op eigen kracht
iets aan de grond gegeven
En 's avonds kijk ik door het raam
van aan de zijkant van mijn huis
zie ik de eksters, kauwen, spreeuwen
Ze rusten uit, ze kibbelen
daar op de takken van die beuk
en wat mij opvalt, elke keer:
nooit kijken vogels naar beneden
Of ze nu zingen, vliegen, broeden, paren
altijd is er die blik omhoog
altijd zijn zij zelfzeker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten