Een mijmering, een spiegeling, een gedicht dat niet dicht doet maar openheid creëert, zo lees ik volgend vers van dichter Pim Cornelussen (1989) dat werd gepubliceerd in Het Liegend Konijn van april laatstleden (2024/1; blz. 42). Deze eenvoudige woorden vragen geen toelichting en dat is mede de kracht van dit vers. Geen moeilijkdoenerij, geen cryptische insinuaties en daarom misschien zo herkenbaar toegankelijk.
VRAGEN
Iemand vraagt of het ooit te kennen zal zijn, het hoe of waarom
van de dingen, en een ander vraagt of dat ertoe doet:
de dood haalt nu eenmaal, de steenvrucht ontpopt zich tot nieuw begin
en de gedachte biedt zich aan en ontsnapt alweer, zonder besef dat ze er was.
Ik vraag me af of niet juist de vragen die geen antwoord kennen
het meeste tellen: waarom de maan het water kromt, verlangen
ons naar voren duwt, op zomerdagen de vreugde rijpt, waarom
sterren ons binnenste openen, de hemel ons ooit te rusten legt.
(eigen foto - Oostende februari 2018) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten