Watou is een grensdorp gelegen midden uitgestrekte velden. Voor de gejaagde stedeling een plek van rust en kalmte, vredigheid en boerse bedrijvigheid. Maar in deze uiterste westhoek van België getuigen militaire begraafplaatsen van een bloedig verleden...
(eigen foto) |
Uit dat lange gedicht hier twee fragmenten die onze verbeelding kunnen prikkelen en laten zoeken naar meerdere lagen in taal en landschap.
ZEG ME
... Hoeveel talen spreken jullie?
Eén of twee, soms drie of vier, een enkeling, en daar houdt het meestal op. Vaak ook alleen maar mensentalen.
Heel soms die van een vogel. Of een schaap. Niet de taal van de metalen. De taal van wortelstelsels. De taal van pelikanen. De taal van koffieplanten. De taal van licht. En dat is zo'n makkelijke taal! Totaal transparant.
(...)
Over het donker kunnen we je niets vertellen.
Wel over de velden rondom ons.
Hoe de tarwe wuift als ze denkt dat niemand kijkt.
Hoe de horizon hier de sporen van oorlog draagt.
Hoe goed de maïs groeit op oude mest van jonggestorven
mannen en paarden.
Hoe hier soms de Britten spoken, en de ene Canadees,
die liggen begraven tussen de heggen van het kerkhof in het dorp
Hoe alles wat hier op het eerste oog eentonig lijkt, krioelt
van leven en mogelijkheden.
Luister maar:
de vogels, de vlinders, de kevers van Watou. En de mensen,
binnenvetters, hun luiken dicht als hun mond.
Maar als ze werken
zingen ze.
(Sanne van Balen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten