De dichteres Herlinda Vekemans heeft de relatie mens-dier-aarde tot thema in haar recente bundel Appelblauwzeegroen. In het middendeel neemt ze enkele 'dierengedichten' op. De meeste verzen, die over dieren gepleegd worden, zijn én heel mensgericht én veelal met veelvoorkomende vogels of viervoeters. De gedichten zou je vaak een poëticale variatie kunnen noemen op de documentaire 'Bij de beesten af' uit 1972 van de Nederlandse filmmaker Bert Haanstra. Daarin onderzocht hij de overeenkomsten tussen menselijk en dierlijk gedrag. Vekemans bezorgt ons hier echter een ander soort dierengedichten.
Neem nu haar vers over de kromp, een schelpdier behorend tot de klasse van de tweekleppigen, dat zich kan ingraven tot enkele centimeter diep en daar tot 24 dagen kan overleven. De leeftijd van de kromp kan afgelezen worden aan de groeilijnen op de schelp en zo vond men al exemplaren van meer dan 500 jaar oud. Wetenschappers konden achterhalen dat de kromp er al in de geologische periode 'krijt' (145 tot 66 miljoen jaar geleden) was. De dichteres maakt ook allusie op deze lange geschiedenis.
Bij de beesten af...: in het vers van Vekemans is de mens aanwezig als een sterk evoluerend gegeven in vergelijking met de gelijkblijvendheid van de kromp door de eeuwen heen. Een dier dat weinig zuurstof verbruikt en dat kan overleven zonder schreeuwerigheid.
KROMP
Arctica islandica
Tijd kan krimpen tot een kromp
een tweekleppige schelp rond een week zeebodemdier
dat zuinig met zuurstof en in zilte stilte
van Mingdynastie tot warp drive
Honderden jaarringen op enkele millimeters verdicht
tot een vlondertje van vlees op slib van ruimtetijd
(uit: Vekemans, Herlinda, Appelblauwzeegroen, uitg. Poëziecentrum, Gent, 2022, blz. 28)
En naast de kromp leven er nog vele andere zeedieren die we nog niet kennen. Janssen en Mees benadrukken als specialisten mariene biologen dat de zee nog zoveel onbekends herbergt.
De oceaan is de minst onderzochte plaats op aarde. Minder dan 25% van de zeebodem is in kaart gebracht. "Onderzoekers schatten dat alle stalen die van de diepzeebodem genomen zijn nog geen vijf voetbalvelden bedekken. De diepzee is miljarden voetbalvelden groot. Het percentage waarvan het bodemleven al eens bestudeerd werd, wordt geschat op 0,0017%. Dat gaat dan nog maar over de bovenste 10 centimeter van de bodem. (...) We denken dat er vandaag minder dan 20% van de grotere zeeorganismen gezien en beschreven zijn. (...) Wie enkel kijkt naar de oceaan met ogen die gewend zijn aan menselijke tijd, mist veel." (Janssen en Mees, De onbekende zee, Academia Press, blz. 44-45 passim).
Hoe dichter en wetenschappers oproepen om verder te kijken dan onze eigen beperkte tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten