In een vorige post maakte ik al gewag van de dichtbundel "Appelblauwzeegroen" van de dichter Herlinda Vekemans. De bundel heeft een drieledige structuur waarbij het eerste deel op een beeldrijke manier de relatie mens-dier-aarde evoceert. Je zou kunnen zeggen dat ze daarin een antwoord zoekt op de vraag hoe die verhouding is geëvolueerd tot op vandaag. Het tweede deel focust op zeedieren die ook iets over de problematische relatie mens-aarde kunnen verhelderen en het derde deel zoekt naar lichtpuntjes die een uitweg (zouden kunnen) tonen voor een meer milieubewuste houding voorbij aan de antropocentrische bijziendheid van de mens.
Zware woorden zie ik je denken. Maar Vekemans weet dit alles poëtisch, gevoelig én toch helder aan te brengen.
De dieren en de aarde doen de mens een aanzegging... die niet mis te verstaan is.
AANZEGGING
De dieren hadden altijd al veel ontzag voor de mens
de kaarsrechte primaat met de grote herseninhoud
tot de tanden toegerust met opinies, ideologieën, religies,rechtspraak,
noem maar op
Zelfs toen bleek dat mensen steeds groter wordende stukken land
met complexe gedachtegangen in verdragen, contracten en aktes verhakselden
bleven ze mild in het oordeel over hun grote broer
Pas toen ze in kweekbakken, kwekerijen, kweekstallen,
noem maar op
al meteen van bij de geboorte van daglicht en land beroofd werden
om na korte tijd zonder beschuldiging, zonder rechtsgang en zonder uitzondering
ter dood gebracht te worden
toen de ravage van boomzagen, maaiers, grijparmen, bulldozers, noem maar op
voor sprinkhanen, gordeldieren, orang-oetans onontkomelijk werd
daagden de dieren elkaar uit om de dingen bij naam te noemen
noem maar op
(uit: Vekemans, Herlinda, Appelblauwzeegroen, uitg. Poëziecentrum, Gent, , blz. 16)
De dichter gaat met mij en u als lezer in dialoog: noem het maar op..., tot vier keer toe!
De tijd van het aards paradijs is voorbij, zeker zoals de in Kortrijk geboren schilder Roelant Savery dit schilderde in 1626.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten