In dit bericht kom ik in het derde museum van de biënnale van de schilderkunst, nl. in Museum Dhondt-Dhaenens. Thema hier is "Stories from the Ground" en wil de relatie onderzoeken tussen de mens en de natuur, de grond waarop hij staat én hoe hedendaagse artiesten met dit gegeven omgaan.
De Amerikaanse artiest Daniel Turner (1983) is present met twee grote horizontale doeken, waar hij het doek eerst met koperwol bedekt (afkomstig van de niet meer gebruikte zeewatercentrale van Oxnard) en die inbrandt in het doek. Verdere bewerking met gesso en lanolinewas leveren een intrigerend resultaat.
De regisseur, schrijver, schilder Derek Jarman (1942-1994) is vertegenwoordigd met enkele van zijn werken gemaakt nadat hij het nieuws kreeg dat hij seropositief was. In deze kleine zwarte werken verwerkt hij glasscherven, foto's, stukjes drijfhout en zo vragen ze van de kijker om meerdere facetten te ontraadselen.
Tot slot nog een boeiende persoonlijkheid die met drie bijzondere doeken in alle stilte spreekt : Gabriel Hartley (1981). Sedert enkele jaren werkt hij in een kleine studio in Tokio. Zijn werkwijze is wel ongewoon. Hij legt zijn doek ongespannen op de vloer. Hij werkt met zelfgemaakte pigmenten. De verf brengt hij aan door het door de achterkant van het doek te drukken. Zo blijft het eindresultaat voor de artiest zelf ook nog verrassend. De zelfgemaakte pigmenten zijn veel groenen, bruinen en aardekleuren. Zo krijgen zijn werken een meer ingehouden sfeer mee.
Veel heb ik nog niet getoond en verteld, maar bij Raveelmuseum en Museum Dhondt-Dhaenens kan je zelf nog op ontdekking tot 6 oktober.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten