(gay pride Wenen juni 2013 eigen foto) |
Nu sociale media overlopen van mensen die zichzelf tonen en in dat tonen zichzelf willen manifesteren, hun identiteit bevestigen en hun bestaan in de wereld affirmeren, is het toch niet makkelijk je eigen plaats te vinden.
Sociale wezens als we zijn hebben we ook anderen nodig om onszelf te vinden en te zijn.
Het dichterlijke ik in bijgaand vers van Frouke Arns (1964) ontdekt dat hij/zij niet meer past bij zijn/haar partner. Alleen 's avonds thuis komend passeert deze dag de revue en daarmee op een humoristische wijze thema's als identiteit en relaties.
Een gedicht met veel humor maar ook meerdere lagen. Om van te genieten ook al ontdekt het ik dat er een wisseltijd aanvangt, een ongemakkelijke tijd van zichzelf opnieuw herdefiniëren. En zoals een individu soms in een wisseltijd terecht komt, zo ook een samenleving. Een ongemakkelijke tijd van zichzelf opnieuw definiëren als samenleving...is dàt ook niet dé grote uitdaging voor politici en actieve en bewuste burgers én op lokaal vlak én op nationaal en internationaal terrein?
Zalig een dichter die dit alles kan uitschrijven zonder zeemzoete tranen en opgeblazen pathos.
Groots.
WISSEL
Ik ben een enorme sauslover, zegt een jongen in de trein.
Zo simpel kan het zijn, jezelf zo te definiëren.
Hij heeft het over bearnaise en piccalilly, terwijl in het gangpad
de mensen van de Pride zich opmaken om los te gaan.
Vanuit de stilstaande coupé haasten rolkoffers, oortjes en telefoons
zich richting de trap, een jochie rust zijn hoofd op de toendra
van zijn moeders boezem terwijl zijn vader buitenspel gezet
mistroostig en niets ziend naar zijn reflectie staart.
Wij hadden de middag met bier en macadamia's in het park
gelegen, tussen sunlovers, musiclovers, funlovers,
fashionlovers, yogalovers, half ontklede mannenlovers
die het blot voor de spiegel hadden gerepeteerd
en gezien dat wij niet langer samen pasten
op het kleedje. Misschien waren we te zeer gegroeid.
Na de wissel rijd ik achterwaarts de tijd in, de brug over,
terug naar mijn stille huis, vertrouwde grond
en denk aan een sauslover roerend in zijn pannetje,
het water al in de mond.
(uit: Het liegend konijn, 2024/1, blz. 11)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten