Jacques Brel zong ooit in zijn lied 'Le moribond' : c'est dur de mourir au printemps, tu sais. Sterven in de lente lijkt zo tegen alle beginnende lenteleven... maar sterven in de herfst kan ook behoorlijk lastig zijn zeker als je dan moet afscheid nemen van een geliefde vrouw. Daarover dit vers van Myrte Leffring, gelezen in Het liegend konijn (2024/2, blz. 131)
Herfst accentueert dan nog eens ervaringen van dood, loslaten, grijsheid en ontbinding. Op zo'n moment is een uitvaart voorbereiden een hele opdracht.
De dag begon met goudgeel licht,
en, natuurlijk, regen. De prunus in de straat
kleurt van groen naar rood naar geel
naar kaal. Iemand bereidt zich op
een uitvaart voor, zoekt psalmen en gezangen,
mist zijn moeder. Twee zussen missen een zus,
een nicht mist haar tante, en iemand is
zijn oma kwijt. Zo passeert er tijd, gaat
alles steeds voorbij en gebeurt alles steeds
opnieuw. Ik grijp naar teksten die een antwoord
kunnen geven op de vraag wat de zin
van het leven zou kunnen zijn. De zin van het leven
bestaat voor mij uit regels zoals deze.
En de dood? Joost mag het weten.
De dood is het onverbiddelijke wit, en al
het zwart dat nog niet staat opgeschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten