zaterdag 30 november 2024

Ode aan de regen

 Wat we in het voorbije jaar véél hebben gehad is regen.
Velen denken dan ook bij de hoofding 'ode aan de regen' : dat hebben we nu ook weer niet nodig. Regen genoeg gehad; het jaar met de meeste neerslag sedert het begin van de metingen in Ukkel.
Dank zij een vers van Mattijs Deraedt, verschenen in Het Liegend Konijn (2024/1, blz. 50) ben ik me (weer/meer) bewust geworden van een aantal aspecten van de regen die ik als kind boeiend vond maar die door het zogezegd volwassen worden zijn uitgesleten. Aspecten als de verschillende ritmes van de regen, als de meerdere intensiteiten, als de geuren die die kan losmaken, als beloftes van nieuwe groei, als oerkracht die te vrezen is, als verlangen naar zuiverende nabijheid, ...
Dichter bij de regen brengt de dichter ons ook dichter bij onszelf als deel van de natuur. En hoe een regengedicht ook een liefdesgedicht wordt...

REGEN

Je zult willen slapen en haar vingers
op het toetsenbord horen ritselen als regen
en dromen van een slaap die regen zou willen zijn.
Een geur zal door het open raam naar binnen
glijden als een arm of de slanke hals van een vogel
en dan zul je het dak aan de overkant zien:

doorzichtig, een exoskelet dat over het oude heen groeit.
En ook jij zult willen dat iets jou overwoekert,
iets dat sterker is dan jij. Je zult willen dat
de walm je in een roes brengt, maar zult alleen
maar hoesten, hoesten in je hand, als een regen
die droomt dat hij haar vingers is.

(eigen foto augustus 2024)


2 opmerkingen: