vrijdag 10 juni 2022

Termen als eindtermen

 Juni is dé examenmaand. Tienduizenden leerlingen en studenten moeten bewijzen dat ze een bepaalde leerinhoud hebben verworven (of ten minste tijdelijk) hebben onthouden. Deze leerinhouden houden verband met de zogenaamde eindtermen, die door inspectie en ministerie zijn uitgewerkt. In het onderwijs zijn er zogenaamde eindtermen opgemaakt.  De benaming van deze doelen als 'eindtermen' is nogal misleidend, want het behalen van die eindtermen betekenen juist dat er een nieuw begin kan  gemaakt worden: een hogere opleiding of een beroepscarrière na de schoolcarrière.
Maar wat kennen de afgestudeerden dan? De filosoof Cornelis Verhoeven zegt nu juist dat "er van nature geen termen bestaan. Woorden ontstaan niet als termen, maar worden in de loop van de geschiedenis tot termen gemaakt naargelang de behoefte aan wetenschappelijke eenzinnigheid. Als een woord tot term wordt, verliest het zijn leven ten bate van zijn eenzinnigheid. Want het leven, welk leven dan ook, bestaat in een vibreren van de meerzinnigheid in zichzelf, een immanente trilling, een beweging tussen tegenpolen en divergerende betekenismogelijkheden. (...) De betekenis van een term berust alleen op afspraak en op de logica van een zekere systematiek in het methodisch ontginnen van de werkelijkheid. De betekenis van de term spitst zich steeds meer toe naar een bepaald aspect van de werkelijkheid; het woord daarentegen krijgt, wanneer het zorgvuldig wordt overwogen, de betekenis van een hele wereld." (uit: Inleiding tot de verwondering, uitg. Ambo, 1967, blz. 114)
(eigen foto - Watou 2018
kunstwerk van Franz Schmidt)


We zien hoe groepen mensen zoeken naar een eigen termen om hun identiteit te beklemtonen ten opzichte van anderen. Je hoort bij deze of bij gene groep : deze of gene voetbalclub, deze of gene politieke formatie, deze of gene gender... Wie niet de juiste termen gebruikt wordt scheef bekeken. Maar zo verschraalt de meerzinnige werkelijkheid tot een regenboog met apart te benoemen kleuren; kleuren vermengen lijkt uit den boze. Hoe komt dat toch? Wat Verhoeven heel algemeen verwoordt kunnen we zo zien in onze huidige samenleving. "Elke tijd heeft niet alleen zijn eigen problemen, maar ook een bepaalde maat, een graad van hevigheid, waardoor wordt bepaald hoever dit probleem het denken in beslag mag nemen.  (...) Onze tijd ziet zijn vraagstelling ingeperkt door het ideaal van wetenschappelijkheid. "(ibidem blz. 116-117) Individuele problemen en ethische kwesties over goed en kwaad, juist en fout vallen buiten deze perken. "Maar Jan of Piet mogen niet meer worstelen met het probleem van het kwaad, want dan maken ze zich belachelijk. Er valt niets te worstelen : als er moeilijkheden zijn, kunnen die in een vergadering besproken of in een laboratorium onderzocht worden. Denken is iets wetenschappelijks en de wetenschap is gecollectiviseerd."(ibidem, blz.118)
Eindtermen vernauwen het (door te leven) te kennen volle meerzinnige en meerkleurige leven tot een regenboog van afgelijnde kleuren met hun exacte golflengtes. Zo ook herleidt de informatica alles tot 1 en 0. Hoe dienstbaar computers ook kunnen zijn, het blijft behelpen als het om de moeilijke vragen gaat zoals goed en fout, nature en nurture, individu versus samenleving, rechtvaardigheid versus onrecht... 
Grote firma's en staatsorganismen kiezen ook voor de gemakkelijke termen, voor de simpele eenzinnigheid, voor het vlugge gewin. En dan zijn ze erover verwonderd dat zovele mensen hun weg niet vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten