dinsdag 28 juni 2016

Hier

DIT IS ALLES

Tussen wat was en wat zal
staat dit nu voor eeuwig
op een kier.

Dit is alles, meer is er niet,
wat ik, wat wij, en ergens
wat hier.

(Stijn Vrancken in zijn bundel : Maak plaats van mij, De Bezige Bij, 2014, blz.18)

Deze verzen doen denken aan enkele verzen die ik onlangs heb ontdekt van de Engelse dichter William Blake (1757-1827), nl. de beginverzen van zijn gedicht "To See a World...".

To see a World in a Grain of Sand
And a Heaven in a Wild Flower,
Hold Infinity in the palm of your hand
And Eternity in an hour.

Zo kwam ik uit bij de poëziezomer van Watou, editie 2014.


(foto Marc Deconinck - juli 2014)

zondag 26 juni 2016

Help, ik ben holebi en ik word misbruikt...

Na de slachtpartij in Orlando werd het in vele westerse media en politieke middens opeens belangrijk zich te outen als verdedigers van de rechten voor holebi's.

Nieuwe partners voor holebi's

De holebibeweging kreeg er in enkele dagen tijd veel verdedigers bij, met presidentskandidaat Trump op kop. Als holebi keek ik verwonderd, soms verbijsterd naar wat ik allemaal hoorde en zag. De indruk die bij mij achterblijft na die eerste Orlando-golf is nogal verward. De media hier kozen resoluut voor de gay-rechten en maakten vaak een karikatuur van wie niet (onmiddellijk/onverdeeld) meeging in hun verhaal. Een rabbijn, imam of katholieke theoloog die niet op staande voet zijn overtuiging verliet om pro-gay-rechten te zijn werden weggezet bij het kamp van de onverdraagzamen die mee voeding zouden geven aan het Orlando-geweld. Ondertussen bleven die mensen blind voor hun eigen onverdraagzaamheid. Zelfs wie zich voluit progressief noemt, heeft het soms moeilijk om een zoon/dochter, broer/zus die zich out onmiddellijk in de armen te sluiten. Dat vind ik ook heel begrijpelijk, zelfs als holebi.

Kleur bekennen, maar welk kleur?

De vele commentaren op Orlando zegden meer over de commentatoren in kwestie dan over de holebi-zaak. Ik zag mediafiguren en filosofen die hun pijlen richtten op elke religie. Ik zag politici die vooral de islam viseerden. Ik zag mensen die het harde geweld afkeurden maar in één adem wel zegden dat homoseksualiteit tegennatuurlijk is en dus fout. Ik zag militanten die alle heil verwachtten van nieuwe wetten en regels. In al die commentaren klonk doorheen de kwaadheid en de shock een zoektocht naar een schuldige voor die tragedie. Een schuldige natuurlijk buiten het eigen kamp.  Kleur bekennen voor de holebigemeenschap betekende ook meestal kiezen voor één kleur uit de regenboogvlag ten koste van de andere kleuren. Zo heb ik die commentaren ervaren.

Onverschilligheid en tolerantie.

Net in deze dagen bladerde ik in een boekje van de Poolse filosoof Leszek Kolakowski (1927-2009) "Over het alledaagse leven" (Uitg. Boom, reeks Kleine Klassieken, 2014). Dat boek begint met een hoofdstuk over tolerantie. Zijn gedachten brachten helderheid bij mij. Ik probeer wat te verduidelijken.
Door de religieuze verdeeldheid en vervolgingen in de 16de-17de eeuw groeide de idee dat een staat de heersende religie niet met het zwaard zou verdedigen maar andersgelovigen zou tolereren. Zo zijn in West-Europa en Amerika staten gegroeid die hun burgers niets opleggen op religieus gebied. Ik ben tolerant als ik niemand vervolg of agressief benader omwille van een overtuiging die of een gedrag dat ik niet deel en afkeur. Dit gedogen evolueerde in de voorbije decennia echter naar de idee van onverschilligheid.  Ik ben nu tolerant als ik alles maar laat gebeuren zonder een eigen overtuiging te hebben, en als ik ze al heb zonder ze uit te spreken. Vasthouden aan mijn idee wordt dan vaak gezien als een soort zonde tegen de tolerantie.
(cartoon gevonden op internet)

Kolakowski waarschuwt voor een onbeperkte tolerantie die zich tegen zichzelf zal keren en de voorwaarden zal vernietigen die haar mogelijk maken. De enige weg van de tolerantie is er een die permanent zoekt naar compromisoplossingen. Elk principe kan ten kwade worden aangewend en dan wordt tolerantie niet goed beschermd door enkel een wet. Waarom niet? "In ieder van ons ligt een potentieel van intolerantie. De neiging je eigen beeld van de wereld aan anderen op te dringen is over het algemeen erg groot."(blz.11) Als we geconfronteerd worden met een andere mening, een andere levensstijl, een ander gedrag die we bedreigend vinden of die we afkeuren, kunnen we ofwel agressief worden en de andere proberen met geweld te bekeren of te onderdrukken, ofwel kunnen we ons terugtrekken in een cocon van onverschilligheid, als het leven maar leuk blijft. "In dat (laatste) geval worden we hoe dan ook het slachtoffer van de een of de andere ideocratie. De lof des gewelds kan niet bestreden worden met de lof der algehele onverschilligheid."(blz.12)
Kolakowski heeft dit geschreven in het begin van de jaren 1990 en ik denk dat wij nu zien hoe overal intolerantie toeneemt. Na een periode van onverschilligheid op gebied van overtuigingen en waarden, als het maar geld opbracht en leuk bleef, groeit nu overal een sfeer van onverdraagzaamheid. Individuele mensen worden herleid tot leden van een groep en opgesloten in een simplistisch beeld. Vreemdelingen, zigeuners, holebi's, vluchtelingen, politieke religieuze en etnische minderheden in bvb Rusland, Turkije, Venezuela, Nigeria, enz. worden niet langer getolereerd. Zelfs als er wetten zijn die hen in theorie moeten beschermen, laat een onverdraagzame maatschappelijke context toe om verbaal en soms zelfs fysiek geweld te gebruiken tegen de andere omwille van zijn anders-zijn. Soms meen ik dat die mentaliteit ook in ons land zich aan het verspreiden is.

Onnatuurlijk?

Filosoof Boudry stelt in De Standaard van 17 juni laatst heel uitdrukkelijk dat 'generatie na generatie zal moeten worden opgevoed met het idee dat homoseksualiteit perfect kan'. Ook hij benadrukt dat ook in niet-religieuze context de redenering wordt gemaakt dat homoseksualiteit onnatuurlijk is en daarom fout. Boudry merkt hierbij op: 'Filosofen noemen dat de naturalistische drogreden. Maar wat als natuurlijk geldt, is daarom nog geen ethische standaard. De natuur is eerder moreel onverschillig.'



Misbruikt door de politiek.

Meerdere politici spraken hun afkeer uit voor het bloedbad in Orlando en dit is meer dan terecht. Maar hun holebi-vriendelijkheid kan mij niet altijd in een jubelstemming brengen, integendeel. Ik voelde mij de voorbije weken meermaals misbruikt als holebi.
Meerdere populistische politici wakkeren onverdraagzaamheid aan als het gaat om vluchtelingen, moslims, anderstaligen of mensen met een andere maatschappijvisie. Tegelijk komen ze op voor de rechten van de holebi's naar aanleiding van Orlando. Maar hier sluit ik mij aan bij Kolakowski : je kan niet koud en warm tegelijk blazen. Als je opkomt voor meer rechten voor holebi's en dus in die zin voor een meer verdraagzame maatschappij, kan je niet tegelijk intolerantie voeden door de mensen angst aan te praten voor anderstaligen, andersdenkenden, mensen van een ander geloof of cultuur.
Ik zal die mensen in politiek en media  maar geloven en mij door hen gesteund weten, als zij consequent alle vormen van intolerantie bestrijden, intolerantie in daden maar ook in woorden en ideeën.

Schuldigen?

Zoals ik al zei werden na Orlando overal schuldigen gezocht, maar dat lijkt mij een doodlopende straat. Omdat in elk van ons een potentieel van onverdraagzaamheid ligt moeten we beginnen bij onze eigen houding en onze directe omgeving. Nuanceren, wegen zoeken van tolerantie, de vrijheid bewaken om op een waardige manier van mening te verschillen, antwoord bieden aan wie die vrijheid bedreigd want wetten zullen nooit volstaan.
Voor de holebi-gemeenschap en voor elke individuele holebi zal het telkens weer innerlijke kracht vergen om te mogen liefhebben volgens de eigen geaardheid. Al wie meehelpt aan een meer tolerante samenleving helpt elke holebi om meer waardig te leven vanuit zijn geaardheid.







maandag 20 juni 2016

Een boom is een boom is een boom

SPROOKJE VAN EEN NACHT

Op een nacht landde er een vogel op een boom
en vroeg hem iets te bekennen.

Zomaar eender wat? Vroeg de boom.
Zomaar eender wat. Herhaalde de vogel.

De boom dacht diep na en zei ten slotte
dat hij niets vertrouwde dat vaststond.

De vogel glimlachte
en kuste de boom in brand.

(Stijn Vranken, Maak plaats van mij, De Bezige Bij, 2014, blz. 62)

(11 november 2005 - Dikkele Zwalmstreek)

woensdag 15 juni 2016

La condition humaine

(foto gevonden op internet )































HET VERPLAATSEN VAN LUCHT

Er zou iemand moeten zijn die ons in bescherming neemt.
Wij wapperen onze ledematen alsof wij zeker weten dat
het ledematen zijn, maar wij weten niets van leden, leden
hebben een partij. Wij weten niets van maten, maten zijn
vrienden van elkaar. Wij weten niets van mate, nemen in
en spugen uit. Wij wapperen onze ledematen en hopen
op een partij, op vrienden, dromen een prachtig soelaas.
Ons gewapper gaat stroef, oogt vreemd, al dat gehunker
naar de van de pot gerukte die ons in bescherming neemt.

(Josse Kok - in: Het Liegend Konijn, 2016/1, blz.120)

maandag 13 juni 2016

In memoriam matris -7- een bloeiende nabijheid.

Twee verzen uit de postume bundel 'Reflecties' van Bernlef, zoals ik deze las in de Poëziekrant van mei 2016 (blz.12) bij de eerste verjaardag van het overlijden van mijn moeder.

"Voortgeroeid op een zee van tijd,
glijdend naar een in raadselen gehulde overkant."

en :

"Na het woordje 'einde' staan alle woorden open."


Mijn moeder hield van bloemen, vooral paarse orchideeën droegen haar voorkeur weg. Bij haar dood stonden er in haar kamer twee orchideeën in bloei, een wit-paarse en een paarse.  Deze staan sedert haar dood bij mij en allebei hebben ze onafgebroken bloemen gedragen tot enkele dagen geleden. De orchidee met de paarse bloemen is gisteren uitgebloeid 365 dagen na haar dood. Van de andere zie je hier hoe hij er één jaar later nog altijd bloeiend staat.







Een bloeiende nabijheid...



zondag 12 juni 2016

Kortstondige schoonheid

In de maand juni bloeien de vlasvelden, maar zo kortstondig. Elk bloempje bloeit hoogstens één dag lang. Gelukkig dat op een vlasveld duizenden bloemen staan, maar toch...
Hier kan je meegenieten van zo'n bloeiende vlasakker.


zaterdag 11 juni 2016

Zelf paradijs zijn.

Er bestaan geen verloren paradijzen.
Het paradijs is iets wat elke dag teloorgaat,
zoals elke dag leven,
eeuwigheid en liefde teloorgaan.

Zo gaat ook onze leeftijd teloor,
die schijnbaar toenam
maar elke dag slinkt,
omdat het een telling naar af is.
Of zo gaat de kleur van al wat bestaat teloor,
zoals een afgericht dier
dat trede na trede afdaalt,
tot wij er kleurloos bijzitten.

En aangezien wij geen weet hebben
van toekomstige paradijzen,
rest ons slechts
zelf paradijs te zijn.

(Roberto Juarroz, Elfde verticale poëzie 28, vertaling Guy Posson, uitg. P, Leuven,2001, p.122)

En wat hebben we nodig om zelf paradijs te zijn?

Woorden, een huis, voedsel, samenzijn...zoals deze foto samenvattend aanzegd.




































De foto is genomen tijdens de tentoonstelling "De Collectie-Letters, Tekens en Symbolen", gehouden in huis De Zomere te Brugge van 16 augustus tot en met 21 september 2014.

vrijdag 10 juni 2016

donderdag 9 juni 2016

Noem mij, noem mij

Het ene verhaal roept het andere verhaal op, zo gaat dat tijdens gesprekken en zo gaat dat ook in een mensenhoofd. Een bedenking, een ander verhaal, een vraag kan een kettingreactie op gang brengen.
Zo was het ook bij mij enkele dagen terug.
Het begon met een vraag. Een jonge man vroeg hoe het was om op te groeien op het platteland als homo. Hij was opgegroeid en zich van zijn eigen geaardheid bewust geworden in de dagen dat het homohuwelijk al was goedgekeurd en dat zich outten als gay (doorgaans) niet meer (zo) moeilijk is. Alhoewel... enkele dagen geleden plaatste een Youtuber een wel heel confronterende video op You Tube waar hij aan  jonge mensen op straat vroeg : wat zou je doen als jouw kind homo is?
https://www.youtube.com/watch?v=8bscEg6JDgo

 AIDS en de eerste Pride-optochten beleeft deze jonge vraagsteller als de prehistorie, een tijdperk lang geleden. Maar het ontroerde mij dat hij wel beseft dat een generatie aan het uitsterven is en hij wil hun verhalen horen. 
Deze vraag wierp mij terug op mijn eigen kwetsbaarheid, mijn breekbaarheid. Zich outten was (en is soms nog) een lastige karwei, voor mij en voor vele homomannen en gay-jongeren.
Zo kwamen in mijn hoofd andere verhalen vol broosheid, breekbaarheid weer naar boven.

Er waren enkele verhalen van hoe binnen eenzelfde familie de geaardheid van een zoon tot spanningen leidde bij familiebijeenkomsten en soms zelfs tot jarenlange breuken.  Er was ook een verhaal van hoe een vriend zich zonder verweer vond bij onverwachte uitspraken van zijn vriend. 
Verhalen die mijn leven binnenkwamen en gewekt werden door die ene vraag. Verhalen over breekbaarheid.

(afbeelding gevonden op internet)


Als homo besef ik ten volle hoe elke mens zijn geheimen met zich meedraagt en hoe kostbaar het is dat vriendschap ruimte laat voor het anders-zijn van een ander.
Hoe kwetsbaar is een mens soms, breekbaar midden de onverwachte wisselingen in een leven.
Hoe getekend door levenskwetsuren, frustraties, onvervulde en soms onvervulbare verlangens, ontgoochelingen, misbruikt vertrouwen zijn wij niet allemaal mensen.
En toch, soms trek ik zelf  een ijzeren pantser aan waarmee ik denk mijzelf te beschermen en de ander van mij af te houden. En bij anderen rondom zie ik ook zo'n reacties.





Zo diepte ik een kleine poëziebundel op, die ik al koester sedert begin jaren 1980. Neeltje Maria Min schreef de dunne, broze bundel "Voor wie ik liefheb wil ik heten" en hieruit het gedicht dat de titel gaf aan deze bundel.



mijn moeder is mijn naam vergeten,
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
hoe moet ik mij geborgen weten?

noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.

voor wie ik liefheb, wil ik heten.

Hoe ik dit gedicht hebt leren kennen is op zich ook niet gewoon. Begin de jaren 1980 waren er op de radio (BRT 1 toen) nog uitzendingen van de schoolradio. Op een voormiddag kwam ik zo midden een les Nederlands, waar juist dit gedicht besproken werd, niet kapot geanalyseerd. Ik was er zo door geraakt dat ik in de weken nadien deze bundel gekocht heb.

zaterdag 4 juni 2016

We zijn veilig !

Onze tijd lijkt bezeten van een zucht naar veiligheid, zekerheid, controle.  Alles wat onze gezondheid of onze levensstandaard zou kunnen bedreigen, proberen we buiten te sluiten. Sommige politici drukken het zo uit : we moeten niet alleen onze voordeur, maar ook onze achterdeur sluiten.
Wat een illusie waar we achteraan hollen.

Zo lees ik ook dit korte gedicht van Thomas Möhlmann, zoals ik het heb gevonden in Het Liegend Konijn, (2016/1 ; blz. 161).

Iemand liet de deur op een kier
iemand deed hem met zijn vingers
op zijn lippen weer dicht. Draaide
de sleutel om, waande zich veilig.



(eigen foto - chartreuse in Villeneuve-lez-Avignon - maart 2013)

vrijdag 3 juni 2016

Divine decadence

In het kasteel van Gaasbeek loopt tot 26 juni nog een tentoonstelling over de decadenten van vorige vorige eeuwwisseling (1900) en hedendaagse kunstenaars die in hun voetsporen treden. Je ziet vele manieren van ontsnappen uit de banaliteit van het materialisme, de ene vol glans en glamour, de ander platvloers en donker.
Als toeschouwer houdt de tentoonstelling een spiegel voor. Soms heel letterlijk en vaak heel verwarrend.


(twee eigen foto's - 31 mei 2016)

donderdag 2 juni 2016

Wij hebben rechten


(Thomas Möhlmann, in : Het Liegend Konijn 2016/1, blz 166)














































Hierbij denk ik aan de gekende en onbekende honderden (in de laatste week van mei alleen al 700 tot 900) Afrikaanse medemensen die de laatste maanden en jaren verdronken zijn tijdens hun overtocht in de Middellandse Zee.