dinsdag 28 februari 2023

Medemenselijkheid...!

 De maar aanslepende vluchtelingencrisis -én gezien de onstabiele situatie op vele tientallen plaatsen ter wereld, én gezien de klimaatveranderingen is er nog geen einde in zicht- plaatst ons voor grote uitdagingen als rijke samenleving. 
Elke mens zoekt vrijheid, veiligheid en vrede en waarheen deze zoektocht leidt staat niet vooraf vast. In elk ander deze zoekende zien is voor velen blijkbaar moeilijk.
In een vorig bericht luisterde ik via de gevluchte dichter Hosheng Ossi naar de stem van een asielzoeker. In dit bericht beluisteren we een oudere dame (77 jaar) 'van bij ons'. Zo kan medemenselijkheid zijn...vandaar nu het uitroepteken tegenover vorige titel met een vraagteken.
 Het is volgens Hester Knibbe, dat is de dichteres met dienst vandaag, een kwestie van een kamer, een keuken en een hart. Zo zegt ze het in het kleine bundeltje "Er staat te gebeuren" dat ze schreef samen met Miriam Van hee als poëziegeschenk 2023 en uitgegeven bij het Gentse Poëziecentrum.


Er was een oude vrouw met een kamer een keuken
en een hart. Het hart liet kinderen binnen plus

een vrouw en een vrouw op de vlucht voor
wat elders gebeurde en stond te gebeuren. Het hart
(vluchtelingen aan het klein kasteeltje
in Brussel juli 2022 ©DeStandaard)

maakte de kamer en keuken wat groter zodat het zou
passen, haalde water en brood. De kinderen

speelden, de vrouw en de vrouw weenden
om een man en een man en alle verlies daarginder.

De oude vrouw met het grote hart en de krappe
kamer en keuken deelde wat ze nog had, stak een klein

vuur aan, zocht in een stapel met kleren iets warms
voor de kinderen en speelgoed omdat het kon duren.

(Knibbe, Hester, Er staat te gebeuren, Poëziecentrum, 2023, blz. 19)

Heel suggestief en broos zoals de gastvrijheid en medemenselijkheid zelve. Zo nodig in deze polariserende wereld.

zondag 26 februari 2023

Medemenselijkheid...?

 De blijvende instroom van mensen die hun hebben en houden achter laten om in het welvarende en veilige West-Europa een leven ten vinden met hoop op meer menswaardigheid blijft aanhouden. Dat zet onze samenleving onder druk. Maar betekent dit dat we deze moedige mensen als het huisvuil op straat zetten? Hoe een samenleving omgaat met de zwakste leden toont haar graad van menselijkheid. En dan moet ik zeggen dat ik het hemeltergend vind hoe mensen op de vlucht door onze Belgische administratie en politici worden behandeld. En hoe deze crisis maar blijft duren.

(brug bij Klein Kasteeltje ©BRUZZ)
Wat het betekent om zo uitgerangeerd te worden en overgelaten aan de straat, dat kan ik mij niet inbeelden. 
Maar de dichter Hosheng Ossi (1976) helpt mij iets dichter bij zo'n ervaringen te komen. Hij is een Koerdisch-Syrische dichter die in Oostende woont en getuigt in zijn verzen vaak van de pijn en wonden die door oorlogen worden veroorzaakt. 
Zo ook in onderstaand gedicht uit zijn bundel "Ik ben geen zee. Maar mijn hart is vol meeuwen." (uitg. Poëziecentrum, Gent, 2021). 

Hij schrijft zijn gedichten in het Arabisch,  vertaling is van Lore Baeten. Beeldend en poëtisch maar toch rauw...zo vind ik het eerste vers uit de afdeling 'Voorbijganger-blijver'.

Een jaar geleden zat ik hier, in deze bruine Belgische kroeg.
Ik was op mezelf, maar niet alleen.
Rond mijn tafel stonden drie houten stoelen waarop drie damesjassen hingen
en voor elke stoel stond een glas rode wijn.
Terwijl ik mijn glas leegdronk was er niets dat mijn geheugen beroerde,
  behalve het moment dat ik gewond raakte,
en bloedde in de bergen van Koerdistan onder het bombardement
  van Turkse vliegtuigen.
Ik maakte het twee glas op de tafel leeg en herinnerde me hoe ik gewond
  onder het puin in Aleppo bloedde terwijl Russische vliegtuigen de stad opslokten.
Ik dronk het derde glas op en herinnerde me hoe ik Afrin verliet,
  de olijfgaard, mijn dorp en de graven van mijn voorouders op mijn rug dragend.
Hoe verscheurend was het dat ik mijn jeugdherinneringen niet mee kon nemen.
Ik dronk het vierde glas en herinnerde me hoe ik een doodsbange Belg was die,  
  gepropt in een bootje en onder de bombardementen van nazi-vliegtuigen,
  probeerde te vluchten naar de andere kant van de Noordzee.
Ik dronk de vier glazen.
Ik nam de drie jassen.
Ik verliet de kroeg voordat een moordenaar, tot de tanden gewapend
  met haat, haar bestormde.
(uit: Ossi, Hosheng, Ik ben geen zee, 2021; blz.65)

vrijdag 24 februari 2023

Schobbejakshoogte natuurgebied

 Zoals in een vorig bericht gemeld ligt het natuurdomein "Schobbejakshoogte" aan de rand van Brugge Sint Kruis,
bij het domein Rijckevelde.
Aan de oostzijde grenst het terrein aan de bossen van Rijckevelde.
Daar staat wel op een merkwaardige plaats een verkeersbord: bebouwde kom. Ad quid? Waar is de bebouwing???

(eigen foto 12 februari 2023)


woensdag 22 februari 2023

Schobbejakshoogte

 Aan de rand van Brugge St. Kruis heb ik dank zij een vriend het natuurdomein "Schobbejakshoogte" ontdekt. 
Tijdens de weekends is dit domein te bezoeken. 
Vanuit Natuurpunt probeert men deze in Vlaanderen zeldzame landduin 
te behouden en te ontwikkelen.
Nu, midden februari, draagt het nog volop 
de sporen van de winter, wat een eigen schoonheid biedt. 

(eigen foto's 12 februari 2023)


maandag 20 februari 2023

Mooi is meer - 3 -

 De lange omcirkeling van het woord 'schrenslompen' door de Nederlandse dichteres Anne Brassinga heeft ons in een vorig bericht gebracht tot bij het schilderij "Saul en David" van Rembrandt in het Haagse Mauritshuis. De dichteres blijft nog haperen aan Rembrandt maar tegelijk worden haar gedachten algemeen menselijk. Misschien herkennen we onszelf er in? Zoals we ook onszelf gespiegeld zien in de zelfportretten van Rembrandt. In hetzelfde Mauritshuis kan je ook het laatste zelfportret van Rembrandt zien, geschilderd in het jaar van zijn overlijden 1669. Mooi maar ook zo veel meer dan zomaar mooi... Een uitnodiging, een uitdaging, een reflectie over wat des mensen is.

SCHRENSLOMPEN
(zelfportret Rembrandt 1669
©Mauritshuis)


 (...)
Rembrandt brandt in mijn herinnering: ver
over de grens, in de slompen van de blauwogige
vuurpot, ver, ver voorbij elke knelkoppeling.
Schreiend staat men vaak op de grens
van angst en vrijheid. Als mens in lompen
die niet in de afgrond wil vallen
en ook niet wil stikken in een veilig hol.
De nacht is het embleem daarvan -
grenzeloos maar ondoordringbaar als een muur.
Daarom is schrenslompen 's nachts dubbel
genot. (...)
(uit: Brassinga, Anneke, Wachtwoorden, De Bezige Bij, 2015, blz. 68)

zaterdag 18 februari 2023

Mooi is meer -2-

 De dichteres Anneke Brassinga (°1948) verwondert zich over het woord schrenslompen. Vanuit de oneindig vele mogelijkheden die lompen bij haar oproepen komt ze uit bij het begrip 'grenzeloos'. En dan schrijft ze :

SCHRENSLOMPEN

(...) 'Mooi' heeft te maken
met grenzeloze, of met wat grenzen
laat zien en daarmee overschrijdbaar maakt.
Mooi is meer dan er is, is diepte,
verwijzing naar verte, verder. Niet dan?
(©Wikipedia)
Zo is Rembrandts Saul en David mooi
omdat het roerend is een koning te zien huilen
om muziek van een volkse harpspeler,
het is ook mooi omdat de compositie op doek
uit lijnen bestaat die allemaal schuin en even-
wijdig lopen, als harpsnaren. Alleen
de belangrijkste snaar, die de onze in het gemoed
beroert, is niet afgebeeld: die van het hoofd
van de luisterende vorst naar het hoofd
van de muzikant. Dat is het meer dat mooi is:
er zijn lijnen als harpsnaren gespannen, sommige
onzichtbaar, en de rest is duisternis. De vorst
(in weelderige lompen gehuld) overschrijdt
de grens van het doek doordat hij ons aankijkt,
nietsziend, met zijn schreiend oog, bol
en verdwaasd. Als men daarvan niet
aan het schrenslompen slaat...
(uit: Brassinga, Anneke, Wachtwoorden, De Bezige Bij, 2015, blz. 67-68 passim)
Zie maar hoe mooi uit de collectie van het Mauritshuis in Den Haag, Rembrandt of iemand uit zijn atelier, ca. 1650-1660 : Saul en David.



donderdag 16 februari 2023

Mooi is meer -1-

In een van de vorige berichten heb ik al vermeld dat ik de verzamelde gedichten van Anneke Brassinga (°1948)  aan het ontdekken ben dank zij de uitgave uit 2015 "Wachtwoorden" (uitg. De Bezige Bij). Uit de afdeling "woorden" heb je al kunnen kennismaken met kornoelje. In deze reeks werd ik nog meer geboeid door een ander bijzonder woord waarover de dichteres enkele bladzijden lang mijmert en associeert : 'schrenslompen'. Ook hier weer veel humor en onverwachte talige dwarsverbanden.
De eerste aanzet klinkt vol humor maar dan krijgt het zoeken een heel andere wending...

SCHRENSLOMPEN
(Anneke Brassinga 
©De Bezige Bij)


Schrenslompen, dat doe je
in een schuurtje, als het koud is.
Schrijlingse geiligheid, slompen is sowieso
al hartverwarmend, maar schrens, dat is
schrijnend, beverig, heartrending. Schr,
schr, een schrobzaagje. Met jouw armpje
tussen mijn benen, in de kou hou ik
het meest van jou. Slompen?
Een niet bestaand woord voor intieme
en ultieme bezigheden binnenshuis.
Wanneer het hart er werkelijk
bij breekt is er sprake van schrenslompen,
over de grens, over de schreef, af-
dwalend van taal naar sentiment.
Ik mag ze wel, de woorden met ens. 'O ja?
Mens?' Dat is wat al te bloot. (...)
Wie weet is wens het mooiste woord.
Op zich kort, maar in gedachten oneindig.
Ik weet wel dat schrenslompen geen werk-
woord is. Het zijn lompen die worden of zijn
geschrensd, in kleine flarden gescheurd
ter bereiding van hoogwaardig papier om wensen
op neer te schrijven, al dan niet schrijnende
gedachten, voortschrijdend van links naar rechts.
Maar wat zijn lompen? Net zoiets als wensen,
op zichzelf onbruikbaar, maar oneindig veel
mogelijkheden van verleden en toekomst behelzend.
(uit: Brassinga, Anneke, Wachtwoorden, blz. 66-67 passim)
Ook al is mijn wens onbruikbaar, toch wens ik je met dit bericht veel moois toe.

dinsdag 14 februari 2023

Valentijn 2023

 Valentijnsdag is jammer genoeg 
ingepalmd, overgenomen door de commercie en het geld, 
maar de basisintuïtie blijft mooi: 
de liefde binnen een relatie vieren, 
liefde die soms als zo vanzelfsprekend wordt ervaren
en andere momenten dan weer heel problematisch, 
die liefde dus vieren. 
Hier een gedicht van Hans Andreus.

Het vers van Andreus:

Je bent zo
mooi
anders
dan ik,

natuurlijk
niet meer of
minder
maar

zo mooi
anders,

ik zou je 
nooit 

anders dan
anders willen.
(uit: Andreus, Hans, Verzamelde gedichten, uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 1985, blz. 906)

Jozef Sercu, stichter en bezieler van vzw Het Poorthuis, componeerde in 2020 muziek bij dit vers 
en je ziet en hoort het hieronder gezongen (coronagewijs van huis uit) 
door het kinderkoor VIVO! en het volwassenkoor Koor X.



maandag 13 februari 2023

Dialoog in het museum

 De opstelling in het vernieuwde KMSKA doorbreekt nu en dan de thematisch-tijdsgebonden opstelling om een modern of hedendaags werk te plaatsen naast/in dialoog/in confrontatie met oudere kunstwerken.  De thematische invalshoek laat gemakkelijk toe om over de verschillende stijlperiodes heen werken samen te plaatsen. Waar sommige musea dit heel systematisch doen zoals ik jaren geleden zag in het Kunstpalast Düsseldorf, is dit in Antwerpen heel beperkt en daardoor ontstaat er in mijn beleving geen echte dialoog.
De indrukwekkende sculptuur van Berlinde de Bruyckere "Schmerzenmann" staat confronterend tegenover het "Triptiek van de zeven sacramenten" van Rogier van der Weyden. En toch staat de Bruyckere er wat verloren bij, want de schilderijen hangen op ooghoogte en dan moet je als toeschouwer je kijklijn verleggen. Beide werken verdienen evenwel onze volle aandacht want beide vertellen een verhaal dat indringend onze menselijkheid bevraagt.
(eigen foto 20/01/2023)


In de zaal met modernen zag ik dan wel de broers Jespers dicht bij elkaar. Oscar, de beeldhouwer, is er te zien met zijn sterk gestileerde beeld "De kapmantel" terwijl aan de muur iets verder zijn broer Floris te zien is met zijn schilderij "Suzanna en de grijsaards". Zoals ze artistiek elkaar nabij waren, zo zijn ze ook in het museum in elkaars omgeving. Mooi.
(eigen foto met vooraan Oscar en wat flou op de achtergrond Floris Jespers)


zaterdag 11 februari 2023

Dichter bij kornoelje -3-

 Toen ik in de verzamelde gedichten van Anneke Brassinga het woordgedicht 'kornoelje' vond(zie vorige blogberichten), dacht ik onmiddellijk: Hubert van Herreweghen (1920-2016) heeft ook iets over kornoelje geschreven. In mijn boekenkast vond ik het nogal vlug: de bundel "Kornoeljebloed. Gedichten", een bundel uitgegeven door Lannoo in 2002 (toen was de dichter al 82 jaar).. Deze bundel bevat zes afdelingen met drie tot zeven verzen. De gedichten wortelen bijna allemaal in een observatie van de directe natuur rond hem. Van daaruit waaieren zijn gedachten uit. Hoe hij ook speelt met taal, toch hangt er over alles een sfeer van berusting en bedachtzaamheid.  De laatste afdeling gaf ook de naam aan de gehele bundel: kornoeljebloed. 
(vruchten van de cornus mas of gele kornoelje
©wikipedia)
De korte notities bij deze vier gedichten geven een inkijk in hoe deze verzen zijn ontstaan. Hij noteert bij de titelbladzijde van deze afdeling: "Merels en lijsters zijn verzot op de rode, rijpe steenvrucht van de kornoeljeboom - of heester, zodat de wandelaar op een bospad naar Oppède-le-Vieux zou vermoeden dat een roofdier daar prooi heeft geslagen. Het is kornoeljebloed."  En boven het eerste van de vier verzen schrijft hij tussen haakjes: ("oktoberwandelingen in de Luberon, een gedachtenis)". In deze reeks spreekt hij een zekere Anna aan.
Toeval bestaat niet...want net toen ik deze berichten opmaakte, mocht ik gaan eten bij vrienden die heel erg betrokken zijn bij de natuur én graag experimenteren in de keuken. Bij het hoofdgerecht lag een gestoofde appel overgoten met een felrood sausje. Deze bleek gemaakt van kornoelje, meer bepaald van de Cornus mas (gele kornoelje...gele bloempjes maar daarna rode vruchten die eetbaar zijn).  Kornoeljebloed???
Laat al deze verhalen maar mooi meeklinken bij het lezen van het tweede gedicht uit de afdeling "Kornoeljebloed".
Zo komen we misschien dichter bij de kornoelje...?!

OPGESPAT KORNOELJEBLOED

Opgespat kornoeljebloed
van de lijsterbek gedropen
op de rots met rossig vel
van het zilver onder 't lover
tondelzwam en kantarel
hagedisje op een menhir
bokje steekt zijn snuit uit 't hout
                              het is ochtend in oktober
slee saffier en rode vlier
marjolein onder de voet
zilverschoon klavertjevier
tijm en akkermunt oktober
grootse zomer is aan 't ebben
sap en kleur vechten om dood
goud en zilver morgen lood.

                             'Anna waarom weende gij?'
(uit :van Herreweghen, Hubert, Kornoeljebloed. gedichten, Uitg. Lannoo, Tielt, 2002, blz. 58)

donderdag 9 februari 2023

Dichter bij kornoelje -2-

 Zoals in een vorig bericht wil ik nog even aan de hand van Anneke Brassinga (°1948) "kornoelje" verkennen : het woord én de plant die door het woord wordt benoemd.
De dichteres is heel in het bijzonder geboeid door de letter l in het woord. Ze associeert vaak met Franse woorden vb. noe en 'nous' (wij), noel en 'noël'(kerstmis).

KORNOELJE
(Anneke Brassinga - ©Nederlandse Poëzie Encyclopedie)


(...) Kornoelje is mooi ook omdat
associaties in steeds groter vloed aanstromen
voor wie wil. Il.
Misschien is van een bril
dat woord het ergst. Hoeveel liever droeg ik
lunettes, volle maantjes voor de ogen.
En wil? Verlangen doet mij smelten,
wil niet, smelten ook niet. Kornoelje is
veel. Korn, een golvende akker, een rijke
ronde korrel. Peeperkorn(*), welgedane kerel
in zijn ziekbed, glooiende lakens, jenever.
Noe is wij, je spreekt voor zich. Noel,
nog meer rood en knusheid des harten. Or-
naat, de kornoelje was in vol ornaat.
Andere woorden zijn mooi omdat ze zonder
associatie zijn, in zich besloten, hard
en ondoorzichtig (...)   Stel
dat venkel fenoelje heette zoals zijn Franse
verwant fenouil. Of
kornoelje korkel, orde moet er toch zijn.
Fe is geen waardige opmaat tot noelje,
geeft de oe geen duw in de rug. Fanoelje
mist ook iets. Over korkel kan men kort zijn,
zo heet alleen een waterplant, (...)
(uit: Brassinga, Anneke, Wachtwoorden. Verzamelde, herziene  gedichten 1987-2015, blz.61-62 passim)
(*)misschien een verwijzing naar een personage uit "De Toverberg" van Thomas Mann?

dinsdag 7 februari 2023

Dichter bij kornoelje -1-

 Bij gelegenheid van de voorbije gedichtendag (26 januari) heb ik mezelf de verzamelde gedichten van Anne Brassinga (°1948) cadeau gedaan.
Een eerste verkenning deed mij haperen bij de cyclus "Woorden" uit haar tweede bundel "Landgoed"(1989). Er worden hier zes lange teksten weergegeven, die blijkbaar eerst als een column verschenen in de Nederlandse krant NRC Handelsblad. Elke tekst gaat op een speelse talige en associatieve manier een bepaald woord verkennen, proeven, omcirkelen, ontdekken. 
Het eerste woord in deze cyclus is Kornoelje. Deze plantennaam roept bij de dichteres een resem associaties op. Er klinkt doorheen heel deze tekst (die ik niet helemaal zal weergeven) een verwondering door voor het woord én voor de struik waarnaar het woord verwijst. 
Hier de beginlijnen. Over klanken, letters en woorden...

KORNOELJE
(rode kornoelje
©tuindingen)

O kornoelje! Schoon als struik,
schoner nog als woord sta je in het groen.
Je klaroent in het Frans als cor,
een jachtbazuin. Nouilles? Dat zijn
noedels, vieze kluwens meelpasta. Maar
noelje is iets heel anders, de l met je
heeft een aandoenlijke branie, een zeld-
zaamheid van klank die waarachtig
eigenwijs is, geen verkleinwoord als zoeltje
maar rijmwoord op schoelje, en in de verte
verwant aan de fielt(*). Een l is lang niet altijd
lieflijk. Wel als hij het woord mag openen:
leeuwenbek, luistervink, ladekast. Toch
zijn al die woorden minder meeslepend
dan kornoelje, dat zijn klemtoon middenin heeft
als wordt de oe geblazen door die bazuin.
Kor heeft ook te maken met hart,
een stoer hart, stevig kloppend met een k.
Kornoelje is een struik met rode takken,
bloedvaten. In de herfst worden de bladeren
rood, als harten hangen ze aan de aderen
voordat ze, op hun stralendst, vallen.
Mijn kornoelje staat op het landgoed Elze,
(...)
(uit: Brassinga, Anneke, Wachtwoorden. Verzamelde, herziene gedichten 1987-2015, Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2015, blz. 60)
(*fielt : uit het Frans afkomstig : gemene schurk, schelm)

zondag 5 februari 2023

Station Gent Sint Pieters

 Gedurende mijn leven heb ik al honderden, misschien wel duizend keer opgestapt of uitgestapt of overgestapt in het station van Gent Sint Pieters. Maar blijkbaar heb ik nooit 'bewust' op een trein moeten wachten op het perron 1, tot 20 januari laatst. Vanaf dat perron ontdek je het centrale stationsgebouw vanuit een heel ander perspectief.




vrijdag 3 februari 2023

Het nieuwe kleed van een niet zo nieuw museum -3-

 Nog eenmaal - en beloofd dat ik hierna er nooit meer over zal beginnen - de kansen die de witte vloeren van het vernieuwde KMSKA bieden, ook al plakken de schoenen aan de vloeren.
Het ritme van de architectuur zie je weerspiegeld op de vloeren.
(eigen foto 20/01/2023)


Het weinige meubilair dat her en der verspreid staat is ook strak en zwart/wit/donkergrijs. Maar de goede belichting maakt dat ik evenzeer keek naar het ritmische spel op de grond, het is per slot van rekening een wit projectievlak, als naar wat er daarboven werd tentoongesteld.
(eigen foto 20/01/2023)


woensdag 1 februari 2023

Het nieuwe kleed van een niet zo nieuw museum - 2 -

Op 20 januari 2023 bezocht ik voor het eerst het vernieuwde Antwerpse museum voor schone kunsten. Meer dan tien jaren wachten en vele loftuitingen in de media deden verwachtingsvol uitkijken.
Maar sommige momenten voelde ik mij eerder in een laboratorium of ziekenhuis met die rechte lijnen en witheid alom. Koud en ongepast clean.


(eigen foto - 20/01/2023)

 
(foto: Marc Deconinck)


Een museum wil goede omstandigheden creëren 
om een kunstcollectie optimaal te presenteren 
maar sedert enkele decennia eist 
het gebouw zelf ook véél aandacht op. 
De reeks van musea die roepen: 
kijk naar mij en niet alleen naar wat ik herberg, 
is ondertussen ellenlang. 
Het Moma in New York en 
het Centre Pompidou in Parijs 
kunnen we hierbij als trendsetters benoemen. 
De cleane witte vloer  van het KMSKA glanst 
en geeft bij momenten wel een bijzondere reflectie,
zeker als er bijzonder volk op stap is.