zaterdag 30 juli 2016

over de kracht van mededogen - 05-

Tijdens de kunstenzomer van Watou wordt ons een spiegel voorgehouden: hoe gaan wij om met ander-zijn, met diversiteit? Laten we onze identiteit bevragen of schermen we onszelf af? Zien we de andere als uitnodiging tot empathie of niet?

Op een sterk beeldende manier doen de kunstwerken van Karine Bonneval dit ook, zoals je kan zien op de foto die ik genomen heb in het festivalhuis. In haar 'Série conversations' is dit het werk met als titel : Je voulais te dire. "Ik wilde je vertellen".
Er klinkt een verlangen naar gesprek en tegelijk een onvermogen. Zo herkenbaar menselijk.

Bij de reeks van Karine Bonneval dacht ik aan een aantal gedichten van de Zuid-Afrikaanse dichteres Antjie Krog, die ze schreef naar aanleiding van de zittingen van de waarheidscommissie(1995-1997).

In deze commissie werden daders en slachtoffers van het apartheidsregime met elkaar
geconfronteerd. De apartheid had jarenlang de gekleurde meerderheid van Zuid-Afrika herleid tot tweederangsburgers die weinig rechten hadden.
De blanke Afrikaners spreken vaak ook Afrikaans, een variant van het Nederlands.


Als Afrikaner-dichteres voelde de dichteres Antjie Krog zich ook betrokken partij, zij die schrijft in de taal van de verdrukker. Hier volgt het eerste gedicht van een reeks van 10 met als reekstitel land van genade en verdriet, gedichten naar aanleiding van de publieke zittingen van de  waarheidscommissie.  Na de originele Afrikaanse versie neem ik de vertaling over van Robert Dorsman.
(uit : Kleur komt nooit alleen. Gedichten, uitg. Podium, Amsterdam, 2002,  blz. 60-61)




tussen jou en my
hoe verskriklik
hoe wanhopig
hoe vernietig breek dit tussen jou en my

soveel verwonding vir waarheid
soveel verwoesting
so min het oorgebly vir oorlewing

waar gaan ons heen van hier?

jou stem slinger
in woede
langs die kil snerpende sweep van my verlede

hoe lank duur dit?
hoe lank vir'n stem
om 'n ander te bereik

in dié land so bloeiende tussen ons


De Nederlandse vertaling :
tussen jou en mij
hoe verschrikkelijk
hoe wanhopig
hoe vernietigend breekt het tussen jou en mij

zoveel verwonding in ruil voor waarheid
zoveel verwoesting
zo weinig is overgebleven om voor te overleven

waar gaan we heen van hier?

je stem slingert
woedend
langs de kil snerpende zweep van mijn verleden

hoe lang duurt het?
hoe lang voor een stem
een ander bereikt

in dit land dat zo bloedend tussen ons in ligt

Ik wilde je vertellen... je voulais te dire...

vrijdag 29 juli 2016

over de kracht van mededogen -04-

Het kunstenzomerfestival in het verre Watou biedt dit jaar veel moois voor het oog, voor het verstand en voor het hart. Aanbevolen!

Overal is er veel te zien, veel te lezen, veel te vragen, veel te verwonderen...































(eigen foto's )

donderdag 28 juli 2016

over de kracht van mededogen - 03-

De ondertitel van het kunstenfestival Watou 2016 is heel duidelijk : over identiteit, diversiteit en empathie.
De eerste persoon die ons nu eens op subtiele, dan weer op heel duidelijke manier confronteert met diversiteit, met anders-zijn is vaak de meest nabije huisgenoot, een partner of vriend(in). Het anders-zijn van die eerste andere vraagt al dikwijls veel empathie.
Beeldend zag ik dit in het festivalhuis doorheen het werk van Karine Bonneval met haar Série conversations.

-eigen foto 22 juli 2016 - K.Bonneval : les ondes -






In het volgende gedicht van Marleen De Crée vind ik iets van de conversaties van Bonneval terug.

want wat uit de flarden
van mijn woorden je beeld
veranderlijk verenigt,
valt als de echo's uit in
de flanken van het geluid:
mijn breken en beminnen.
en ik herhaal je steeds,
veelvoudig en verward
van in de draden van
mijn zwijgen, gebonden aan
een land dat koninklijk
en bitter de stemmen deelt
in zijn verborgen licht.
en ik herhaal je toch 
in een gelijk begin van
veel en vaag begeren.
aan een vergankelijk verzuim.

(uit: Over de brug der aarzelingen, Poëziecentrum, 1990, blz. 141)


woensdag 27 juli 2016

over de kracht van mededogen -02

De poëziezomer in Watou komt dit jaar sterk uit de hoek (uit de verre Westhoek, uit het verdomhoekje van minister Gatz). Visueel en poëticaal blijft er heel veel zich vasthaken in je geheugen.

Een blik in het parochiehuisje.

-eigen foto 22 juli 2016 -  via 'Miroir' van D.D.Trans uitzien op een intens toekijken-

maandag 25 juli 2016

Tulpen uit Amsterdam

Bij uitgeverij Hollands Diep verscheen begin dit jaar de laatste poëziebundel van Jan Vanriet: Moederland.
Het boek is een kleinood, waar zijn aquarellen en zijn gedichten met elkaar en met de lezer communiceren. De beelden ritmeren mee de bundel en versterken sommige verzen.

Vanriet zoekt zijn plaats in de eigen familiegeschiedenis en in de wereldgeschiedenis en hoe beiden door elkaar worden beïnvloed.
Hieruit laat ik je kennismaken met een gedicht dat  deze verstrengeling van zijn persoonlijke zoektocht met de grote geschiedenis mooi toont.

TULPEN UIT AMSTERDAM

Hij ziet zijn kleinkind
walsend door de kamer
walsend geruis in zwarte tule
eerst een sprookje van Halloween
dan Margot Fonteyn

Tulpen uit Amsterdam
als de lente komt
zingt het

Hij kijkt naar het maanvenster
Zijn herinnering is deze
Een ouder paar op uitstap naar Zeeland
Bij het haventje wonen vrome mensen
Klimrozen en taxus getuigen van een God
die erg op orde is gesteld

Duizend gele
duizend rooie
ik wens jou de allermooiste
zingt het

Het oudere paar in een stil museum
foto's van een oorlog
gekte in afgeknalde ogen

Maar hij ziet ook het ventje
piemelnaakt in een tobbe van zink
Het is alsof hij weer de zon voelt
en grootvader zit op een rieten visbak
naast het kanaal

De man vraagt zich af
hoe lang zijn tijdslint is
Het milde licht
en de ruit op de muur
glijden stilaan weg

Tulpen uit Amsterdam
als de lente komt
zingt het

(uit : Moederland. gedichten, blz. 106-107)

(foto gevonden op internet - tulpenfestival Amsterdam museumplein - 2016)


zondag 24 juli 2016

over de kracht van mededogen -01

Een sterke editie van het kunstenfestival Watou gaat onder de mooie en actuele titel : over de kracht van mededogen. Nog tot eind augustus. Een omweg waard...

Mededogen is volgens het etymologisch woordenboek gevormd uit mede (mee) en doghen (het lijden, smart), als leenvertaling van het Latijn compassio (medelijden). Wie niet in staat is om zich in een ander in te leven, zal ook moeilijk tot mededogen komen. Wie mededogen wil reduceren tot een sentimenteel afstandelijk vrijblijvend oppervlakkig gevoel zal best Watou vermijden. De aangeboden woorden en beelden zijn heel krachtig en nodigen impliciet uit tot een krachtdadig gevolg geven aan compassio. Het zomerfestival gaat inderdaad over de kracht van mededogen.

Op de eerste locatie wordt dit visueel krachtig getoond op velerlei manieren, o.a. met dit citaat.

(eigen foto - 22 juli 2016)

vrijdag 22 juli 2016

Ma loute

Enige weken terug zag ik de recente Franse film "Ma loute", een misdaadkomedie die bij de pers veel verdeelde reacties uitlokte, maar blijkbaar in Frankrijk een groot succes is.

We keren terug in de tijd tot 1910 naar de baai van de Slack in Noord-Frankrijk. Er is enerzijds de familie Van Peteghem, textielbaronnen uit Tourcoing die tijdens de zomer naar hun excentrieke villa in Egyptische stijl trekken, villa met uitzicht op zee. Anderzijds is er de familie Bréfort, een arm vissersgezin dat leeft van de mosselpluk en het overzetten van rijke toeristen in de baai van de Slack. Mensen verdwijnen op mysterieuze wijze en twee onbenullen van de politie moeten deze verdwijningen proberen op te lossen.

Met deze ingrediënten brouwt regisseur Bruno Dumont een kolderieke film. Als toeschouwer maak je best wel een click in je hoofd: laat de overacting gebeuren en geniet van de soms té gekke wendingen in het verhaal. Voor de professionele recensenten is dit de struikelblok om de film ten volle te waarderen. Ik koos ervoor om het geëxalteerde acteren mee te nemen als deel van mijn kijkervaring. En dan kon ik dagen erna nog bezig blijven met de film.

Er zijn de verschillende typetjes die blijven hangen met al hun menselijke kleinheid, domheid of achterbaksheid, naïviteit of geslepenheid. Er zijn er die van futiliteiten levensproblemen maken en anderen die moeten vechten om het hoofd boven water te houden. Bepaalde situaties tonen sociale tegenstellingen op een ongemakkelijke manier. Eerst begin je te lachen, maar een seconde later besef je hoe mensen gekleineerd worden. Als je als kijker doordenkt bij sommige scenes zie je opeens jezelf: hoe wij in luxe leven ten koste van het leven van sukkelaars ergens elders. En terwijl ik soms moest lachen met de opgeblazen ego's die hun eigen rol in het verhaal totaal overschatten, bedacht ik dan: misschien ben ik ook soms zo'n opgeblazen ego. Je ziet hoe in de film iedereen zijn eigenwaarde en eer probeert hoog te houden en daarvoor soms bizarre uitspraken of handelingen doet en dan dacht ik: wat doe ik soms niet om een façade op te houden.

Bij het zien van "Ma loute" dacht ik ook aan sommige Scandinavische films die soms komisch zijn met een heel wrange bijsmaak, zoals 'A pigeon sat on a Branch Reflecting on Existence' (zie deze blog 24 aug. 2015). Voor mij dus best een leuke én mooie film die blijft nazinderen, en dat niet alleen omwille van de komische typering.

woensdag 20 juli 2016

Bloeiend vlasveld

Enige weken geleden plaatste ik een foto van een bloeiend vlasveld. Die mooie maar korte kleurenpracht vind ik fascinerend. Zopas ontdekte ik een gedicht van de West-Vlaamse dichter René De Clercq over dit fenomeen. Dit gedicht werd gepubliceerd rond 1903.

HET VLAS STAAT IN DE BLOM

Het vlas staat in de blom,
Al groen en blauwig;
En 't windje vliegt er om
Zoo vleiend lauwig.

De herels
rechten flinks
Hun teere topkens,
En keeren, rechts en links,
Hun kleene kopkens.

Hoe zot en preusch ze zijn,
Elk met zijn vaantje
Van hemelsblauw satijn
Op 't groene staantje!

Hier beet een bruine bie;
En ginder, ginder,
Vlug weg en weder, zie!
Een witte vlinder!

En voort, tot waar dat blauw
En groen in 't koren,
Vol lokkend grijs en grauw,
Verloopt, verloren;

Zoo ver als omendom
Het oog kan dragen,
Het vlas staat in de blom
Te wiegewagen.



(eigen foto Gullegem begin juni 2016)


maandag 18 juli 2016

De rode schildpad

Midden de jaren 80 van de vorige eeuw zag ik in de stadsschouwburg in Kortrijk voor het eerst butoh-dans. Een oude danser (Kazuo Ohno??) stond alleen op het podium en beeldde in iets meer dan een uur een mensenleven uit : geboorte, spelen als kind, groeien, verliefd worden, soldaat worden, relaties aangaan, kinderen krijgen, werken, ouder worden en aftakelen en ten slotte sterven.
Het was een zeer indrukwekkend gebeuren, waar ik nu nog stil van word

(Kazuo Ohno - bron: internet)
. De film "The red turtle" die ik onlangs zag was een gelijkaardige ervaring. Het grote scherm is natuurlijk niet te vergelijken met de confrontatie met een levende, breekbare, oude man alleen op een podium. Maar toch. De Nederlandse regisseur Michael Dudok de Wit brengt een verhaal van leven en dood en dit op Japanse wijze, mede dank zij de inbreng van de Japanse animatiestudio Ghibli.
Als ik op de film terugdenk, ontdek ik vele parallellen met de butoh dans van ongeveer 30 jaar geleden. Geen dialogen, een meditatief  traag tempo, leegte en eenvoud in beeld, de uitbeelding van de levensweg van een mens, thema's als liefde en loslaten,  een functioneel gebruik van muziek en stilte.








Het verhaal van de film is heel simpel. Een man wordt door een storm geworpen op een prachtig maar onbewoond eiland. Hij heeft slechts één doel: ontsnappen, maar elke poging om weg te roeien botst op een grote rode schildpad. En dan gebeurt er van alles...

Dudok de Wit heeft in 2001 een Oscar gewonnen met zijn kortfilm "Father and daughter" (even intikken op You Tube) en zijn langspeelfilm is in dezelfde stijl uitgewerkt, maar nu in kleur en met meer verhaallijnen.
De film is moeilijk in één vakje onder te brengen. Het is een animatiefilm ja, maar het is ook een parabel, ja, maar het is ook een sprookje, ja maar het is ook een avonturenverhaal, ja, maar het is een spiritueel/filosofische oefening, ja, maar...

Warm aanbevolen en wie een voorsmaakje wil kan via You Tube altijd eerst kennismaken met de kortfilm 'Father and daughter'.

zaterdag 16 juli 2016

Speekselgeeuw

Wat kan poëzie toch simpel mooi zijn: spelen met taal (klanken en inhouden), spreken met beelden en gedachten vanuit het besef dat taal een wonder geheel van afspraken is die in een gedicht tegelijk versterkt worden en tot aan hun grenzen worden opgetrokken.

Dat heerlijke speelse proefde ik onlangs in het laatste nummer van de Poëziekrant (jg. 40,nr.4, juli-augustus 2016) bij dit gedicht van Eva Cox (op blz. 82). Luidop het gedicht voordragen kan het genot enkel verhogen.

SPREEUW

is een wild woord
het spartelt in mijn mond
fladdert achter mijn tanden

een spreeuw is een vogel
maar kon ook zomaar
wat anders zijn

spreeuw
spreeuw

ik probeer te proeven
te voelen met mijn tong
wat een spreeuw kon zijn

een rare smaak misschien
een tak vol stekels

ik zeg tegen iemand
dat hij moet vergeten
wat een spreeuw is
en dan mag raden

een speekselgeeuw?
een reuzenstap met lange
benen?

ik schud van nee

we denken samen na
maar merken dat alleen
een spreeuw een spreeuw
zal kunnen zijn

ik roep het kooitje van
mijn mond snel open

de spreeuw zwenkt weg



(foto gevonden op het internet)

dinsdag 12 juli 2016

Voor Joke Schauvliege

Aangezien bomen vooral een economische functie hebben, groeien om gekapt en verzaagd te worden, moeten wij de inrichting van ons dichtbevolkte Vlaanderen niet al te boomrijk uitdenken. Zo heb ik toch onze minister Schauvliege begrepen enige weken geleden.

De schilder-dichter Jan Vanriet heeft daar, wellicht ongewild, een bijna profetisch gedicht over geschreven in zijn laatste bundel "Moederland. gedichten", uitgebracht bij uitgeverij Hollands Diep begin dit jaar.

Het vers behoeft geen commentaar.

URBAN DESIGN

Eerst was er het bos
toen ontstond het project
werd het plan ontworpen
en ingekleurd
daarna werd er gestemd
was er de zone
nu is het bos zonevreemd

(uit: Moederland, blz. 91)


(Antwerpen Middelheim eigen foto 2009)



zondag 10 juli 2016

Reflecterend gedicht -02-

Als een vers goed is, geeft het ons aan onszelf terug. Doorheen de woorden van de dichter komen we dichter bij onszelf. Een gedicht spiegelt onszelf en opent al dichtend onze broosheid aan onszelf.
Zo kom ik via Stijn Vranken bij mezelf uit.

TEER

kijk niet sneller dan het licht
zie niet steeds wat nooit weer

werp je blik niet, leg hem hier
voorzichtig naast ons neer, zo

teer is het tasten in dit altijd
donker misschien meer

(Uit : Maak plaats van mij, De Bezige Bij, 2014, blz. 13)

(foto gevonden op internet)

donderdag 7 juli 2016

Reflecterend gedicht -01-

Als een vers goed is, geeft het ons aan onszelf terug. Doorheen de woorden van de dichter komen we dichter bij onszelf. Een gedicht spiegelt onszelf en opent al dichtend onze broosheid aan onszelf.
Zo kom ik via Stijn Vranken bij mezelf uit.

NIET ALLE LUCHT

Het is niet alle lucht.
Het is alleen de lucht die hoogst
herstemd mijn mond verlaat
die ik niet vertrouw.

Zo zuiver adem ik
de hele waarheid in, zo dwaas
benevel ik haar met mezelf
en spreek u toe.

(Uit de bundel : Maak plaats van mij, De Bezige Bij, 2014, blz.11)

(foto gevonden op internet)

zondag 3 juli 2016

Bij de start van de Ronde van Frankrijk

De Tour de France is gestart, voor mij betekent het ook dat het nu echt wel zomer is.
Of toch zo goed als, want de weergoden willen alsnog niet meedoen.
Nog even dromen dus van een zomerse avond waar onder vrienden
gezellig lang kan genoten worden.
Dit gedicht van Jan Vanriet kan helpen om in de juiste stemming te komen.

VENTOUX

Aan de tuintafel vloeit rosé
vanavond worden we prettig

poken in roddels
lanterfanten langs politiek
en vegen voor de vreemde deur

We kwetteren bewondering
voor magerzuchtige klimmers
boven de boomgrens

(uit : Moederland gedichten, uitg. Hollands Diep, 2016, blz. 41)

Zo herkenbaar en in zijn gebalde zegging mooi.

(eigen foto : vanuit Avignon zicht op o.a. de Mont Ventoux, maart 2013)

vrijdag 1 juli 2016

Hoeveel lagen telt een mensenhart?


In september 2015 verscheen bij Uitgeverij Hollands Diep de laatste dichtbundel van Joost Zwagerman "Wakend over God". Juist in die dagen stapte deze schrijver-dichter zelf uit het leven.
 In deze poëziebundel hebben vele gedichten mij sterk beroerd, in het bijzonder dit gedicht "Hart" (blz. 50-51).

De dichter weeft verleden en heden voortdurend door elkaar. Er is het vers waarin hij expliciet verwijst naar zijn bundel uit 2001 (Zeven Joosten). Er is het even expliciete citaat van L.P. Hartley uit zijn boek "The Go-Between" (1953) en verfilmd in 1971 : "The past is a foreign country, they do things differently there".

Zoals in bijna alle gedichten van deze bundel vinden we verwijzingen naar Bijbelse verhalen.  Het evangeliecitaat "Noli me tangere" is een uitspraak van de Verrezen Jezus die aan Maria Magdalena verschijnt en zegt dat zij Hem niet mag vasthouden.  En de dichter vereenzelvigt zich met een door de duivel bezeten man die Jezus ontmoet volgens het Marcusevangelie, hfs.5. Als de man gevraagd wordt hoe hij noemt zegt hij : 'mijn naam is Legioen en we zijn met velen'. De Zeven Joosten klinken hier door.

Aan het slot verwijst Zwagerman naar een jazznummer van het Yuri Honing Acoustic Quartet "Desire" waar de muzikanten spelen met een thema van de barokcomponist Claudio Monteverdi, Lasciate Mi Morire. Dat madrigaal vertolkt een doodswens omdat het leven niets meer te bieden heeft aan wie verder moet zonder zijn geliefde. Deze verwijzing naar de doodswens grijpt des te dieper aan omdat Zwagerman zelf ingegaan is op het in zijn hart levende doodsverlangen.


HART


Ooit had ik zeven mooie levens
die ik naast mijn ene leven legde op de kast.
Uit: 'Zeven Joosten', Bekentenissen van de pseudomaan

Hoor het hart, de teerste spier. Bitterzoet orgaan.
Driehonderd gram bietrode specie. Hoofdbewoner
in de thoraxholte. Frêle vuist die stompt en pompt.
De intiemste vreemdeling achter ons borstbeen.
Het kleine, rozerode waterbed waarop we
springend naar een zeer intense hemel reiken,
lichaamsdeel dat ritmisch vraagt of onze wereld klopt.
Een gratis drummachine, ons eeuwig lenig vlees.

The past is a foreign country, zei ooit die-en-die.
Wat heet land. Een continent, een verdroomd arcadie.
Van paradijs gaan we naar ademnood,
krop in keel, terwijl de huid zich poedert
met het rauwste rood. Het malle hart
is straf en star galop, struikelen,
stuiteren, duikelen, tot alle hartslag niets dan
zweepslag is. Noli me tangere.

Ooit was ik, huis-tuin-en-keukenheilandje,
volkomen en volmondig Legioen
en had wel zeven levens. Nu nog één :
één hoofd dat zelfgeschapen wetten tart.
Geen kosmos is ooit groter dan
een plastic-zakjestas, zoals het hoofd
past in de holte van een uitgeholde kies.
En daar weer in, in het speldgeworden
schedeldak, restanten van het kloppend
misverstand, kwantumkleine spier,
DNA van onbestemd verlangen,
zachtjes rondgepompt : ons hart.

Vrij naar  Desire van Yuri Honing.





(afbeelding gevonden op internet - Valentina de Blase)