woensdag 31 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Evi Aarens

 


Dichters zoeken hoe ze zich verhouden tot de literaire traditie. Zo
(©Neerlandistiek)

zoekt de jonge dichteres Evi Aarens (2000) wat de divina comedia van Dante voor haar betekent. Zoals Dante schrijft ze dit uit in een gezang, 'een canto' en zij laat zich leiden bij deze zoektocht door Beatrijs, de Beatrice uit de Divina Comedia die Dante vergezelt?! Maar de canto van Aarens is van deze eeuw want ze zoekt de inspiratie in de snarentheorie van hedendaagse natuurkundigen.
Traditie én actualiteit verstrengelen zich in deze canto, zoals ik die heb gelezen in Het Liegend Konijn (2023/nr.1; blz. 12 e.v.). Uit dit lange gedicht hier de aanvang.

VERTROUW OP MIJ. HET DICTUM DAT IK DIEN
(een canto)

Vertrouw op mij. Het dictum dat ik dien is voor
een dichter met gemak te volgen. De kosmos, weet
mijn lezer, is gebouwd van kruimels fictie en een

scheut vertrouwen. Is het een zwaktebod dat ik de poëzie
bezie als een traceerbaar kosmisch deeltje dat raast
door de stellaire letterbak die wij het multiversum noemen?

In dit vijandig huis is poëzie het oerprincipe dat ons
ongezien en onbereikbaar blijft omsluiten. Dit is geen
mistige magie maar wetenschap die is gestoeld op feiten.

En wat is een gedicht? Een snaar van taal. Een straal
die alfabetten uit hun inkt bevrijdt en tot muziek
verheft. De vraag blijft waar dit alles zich bevindt.

Waar wij een poëzieversneller kunnen bouwen die
ons schrijven transformeert tot meer dan een gezwollen
vorm van reflectieve dweperij? Deze tekens splitsen in

mijn hoofd als ik de aanzegging van Beatrijs beaam
en haar mijn ongeslagen wang toekeer. Vederlicht maar
vluchtplanloos bewegen wij ons als een echtpaar

welgewiekte wezens door de nacht. Ons uitzicht wordt
uit lichamen gevormd: de sterren en planeten aan de
hemelboog. (...)
(uit : Het Liegend Konijn, 2023/1, blz. 12)

dinsdag 30 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Rob Van Essen

 



In poëzie kan alles. Zo wordt bij Rob Van Essen (1963) het papier waarop de dichter een vers neerpent een personage. En niet alle beeldspraak is 'verheven' en 'romantisch' zoals vaak bij poëzie wordt geassocieerd.
(©Stephan Vanfleteren en Passa Porta)


POEZIE

het papier zat voor het raam en keek naar buiten
niet eens peinzend eerder blanco
niet eens afwachtend geen idee had het

de leegte was voor even
het werd verkracht met een gedicht

zoals er miljoenen varkens zijn
alleen omdat wij vlees eten
zo is er leeg papier

(uit : Het Liegend Konijn, 2022/2, blz. 99) 

maandag 29 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Anneke Brassinga


 



Poëzie is onder anderen spelen met woorden en klanken en betekenissen...zoals hier Anneke Brassinga (1948) ons laat meeproeven.



VOORBEELDEN, NABEELDEN

(©NPE)
(1)

Is een pelvis bijvoorbeeld schelvis die zich schillen laat?
Composterende taaldaden: bij nachtmaan
bestrijkend voorzienig gespannen semantisch-vocale richtlijnen
die woordenspruitveld groeizaam prangen tot stramien
zien wij, nijver schoffelend en mestend, Moeders Aardes ingewand
oplichten onder de verkorven korst - zij baart!
Lag voorheen grauw schootsvel van de vissenstropers daar
waarover woelingen bij hemelstorm, lilligste
drenkenlingsschuimkoppen
verstild nu, iele koortsgeraamtes voor het leenschijnsel langs;
levend doodsbeeld de magnetisch aanbedene die ons omarmt
van haver tot gort alle aren villend, tot pelvellen 't dorste uitgedorst.
Als hij zichzelf straks weer verslonden heeft - zijn wij erbij.

(uit: Het Liegend Konijn, 2022/2, blz. 48)

zondag 28 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Roelof ten Napel

 


Wat de meeste dichters ons voorleven is hun verwondering over wat taal is, over woorden en hun willekeur, over klanken en kleuren. Zo lezen we het ook bij Roelof ten Napel (1993).

(©Hollands Diep)


NOG IETS OVER SCHRIFT

Deze dieren roepen dezelfde omgeving in
als ik, we leven bij elkaar. Ik hoor de eksters
elke ochtend, en iets daaraan blijft duister.
Dat hun schorre gekras zich afspeelt op dezelfde plaats
als waar ik mijn woorden laat,
hoe het daardoor in mijn tekens dringt,
ik iets hoor als kchiaaa, kchichjch.
Ik herinner me het moment waarop ik
een vriend naar zijn moeder zag schrijven,
odezwe sie jutro, en inzag hoe de woorden zich
tegen letters verzetten. Misschien is dat schrift:
inkepingen maken in. Een schuilplaats achterlaten,
waar nog iets, iemand anders past.
(uit: Roelof ten Napel, Dagen in huis, uitg. Hollands Diep, 2021, blz.23)

zaterdag 27 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Maaike Elise Van Steenis

 




Een van de wonderlijkste dingen is wat men noemt "inspiratie". 
De bron waaruit artiesten putten om hun schilderij, sculptuur, 
installatie, partituur, roman of gedicht te maken. 
Er leven nogal wat clichés daaromtrent 
die ook dichtenderwijs op de hak genomen 
kunnen worden zoals hier 
Maaike Elise Van Steenis (1978) doet.

RADHA

Mijn leven is te leuk voor poëzie
(©Maaike Van Steenis)
andere dichters hebben de luxe
te putten uit bakken ellende
noodlottigheden en rampspoed
van vreemdgaande partners tot ingestorte huizen
ik moet het doen met het missen van de trein
mijn zus die witte wijn serveert tijdens een etentje
terwijl ik zin had in rood

vol frustratie staar ik naar het lege blad
probeer een uitgedoofde vakantieliefde
op te blazen tot drama van epische proporties
pook met mijn pen in een schrammetje
poog er een wond van te maken

helaas, ik heb een dak boven mijn hoofd
behaaglijk warme sloffen
vrienden die soep brengen als ik ziek ben
leef in een welvarend land
waar mijn mening wordt gehoord
genoeg geld op mijn rekening
voor een chic diner of het zoveelste paar schoenen
misschien kan ik iets met het klimaat

na een dag worstelen met woorden
weer geen existentiële crisis ingekookt tot meesterwerk
beklaag ik me bij mijn lief over het gebrek aan leed
dat mijn literaire ambities saboteert

hij pakt mijn hand
knikt begripvol
klootzak.
(uit: Het liegend konijn 2023/1, blz. 168)

vrijdag 26 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Alain Delmotte

 




Dichters leven niet op een (literair) eiland. Ze lezen zelf andere dichters en gaan al schrijvend in gesprek met hun voorgangers en medestanders. De dichter Alain Delmotte is sterk geboeid door Poolse dichters en steekt dat niet onder stoelen of banken. Een van zijn favoriete dichters is Wislawa Szymborska. Een bundel uit 2003 draagt daarom deze titel: Lieve Wislawa, een bundel in de reeks 'onderschrift'. 
Over boeken, dichters en leven dit vers.

11.

Een boek. Ik sla het lukraak open. Ik lees wat er staat: een
dwaasheid, een waarheid, iets raars. Zo zou ik ook willen
leven: zonder bladwijzer, op goed geluk. Als een dwaasheid,
een waarheid, iets raars. Of zelf een boek zijn: iemand die in
mij bladert, die mijn woorden in zichzelf zou laten razen.

Ik leef. 'Ik', 'Leef'. Twee woordjes, klein, met van die
machtige vleugels. De vleugels van de overtuiging. Ik leef,
want ik kan lezen. Ik lees omdat ik zo kan leven. Ik leef om
je te lezen, Wislawa.
(uit: Delmotte, Alain, Lieve Wislawa/Onderschrift 2, uitg. Groeninghe, Kortrijk, 2003, blz. 44)

donderdag 25 januari 2024

Poëzieweek 2024 - Mark van Tongele



 Met een zekere schroom breng ik in deze poëzieweek een vers van de Vlaamse dichter Mark van Tongele. Hij is geboren in Mechelen in 1956 en overleed vorig jaar in Oostende, 67 jaar oud. Hij had nog een aantal verzen ingestuurd naar het tijdschrift Het Liegend Konijn, die er acht publiceerde in hun eerste nummer van 2023.
Een van de verzen thematiseert de poëzie op een sterke, mysterieuze manier. Zoals een mens alle wetenschappelijke gebabbel ten spijt, toch ook een vraagteken blijft, een mysterie, een veld vol onverklaarbaarheden, zo is poëzie daarom een bij uitstek uitdrukking van menselijkheid. Dank u, Mark van Tongele, voor je vele mooie verzen en woorden zoals dit hier.

WITROLLOTTIG

In het duister luisteren
naar het zingen van de wind.

De klaartewacht houden,
de zwaartekracht aanzeggen.

Is verlangen dat wil hebben
echt? Verlangen wil zijn toch.

De zee blijft inzicht geven,
telkens weer het ochtendrood,

opdagend uit het donker, o zon,
wij licht, de horizon voorbij,

blijvend gedicht onverklaarbaar.
(uit: Het Liegend Konijn, 2023/1, blz. 183)

De klaartewacht houden... : een zee aan suggesties komen bij mij binnen dwarrelen. En dan die vraag: verlangen om iets te hebben, is dat wel verlangen?
En dan moet je het nog eens lezen, en nog eens, en telkens haperen aan een woord, een zinswending, de titel,...
Een gedicht is blijvend als het een zweem van onverklaarbaarheid met zich meedraagt, een uitnodiging tot herlezen en altijd weer verbinding zoeken met je eigen zijn.

maandag 22 januari 2024

Vasalis herlezen - 4 -

Bladerend in de "Verzamelde gedichten" van M. Vasalis  (uitg. Van
(eigen foto
Visker september 2017)

Oorschot, 2019, blz. 79) botste ik op dit korte, titelloze vers dat ons toont waar we botsen op onze grenzen om een ander wezen te begrijpen. We kunnen via wetenschap (denken ) veel (te) 'weten' over een ander, maar toch blijft er een onbekendheid over.

De weiden liggen ongezegd in 't licht.
De koeien, die zo vaak geschilderd zijn,
weerhouden met een jong, nat oog
iedre beschrijving van hun warm geheim.



zaterdag 20 januari 2024

Vasalis herlezen - 3 -

 Nu ik zelf midden een stresserend proces van verhuizen zit, ervaar ik hoe het is om los te (moeten) laten. 
Een andere, kleinere woonst in een andere buurtschap. En met langzaam afnemende kracht een minder vermoeiend huis bewonen. 
M. Vasalis schreef een kort vers dat ik nu zo herkenbaar herlees. Een vers met vele lagen, zoals het leven zelve.
(Vasalis
©Literatuurmuseum)


OUDERDOM

Ik oefen als een jonge vogel op de rand
van 't nest, dat ik verlaten moet
in kleine haperende vluchten
en sper mijn snavel.

(uit: Vasalis, M. , Verzamelde gedichten, uitg. Van Oorschot, Amsterdam, 2019, blz. 148)

donderdag 18 januari 2024

Vasalis herlezen - 2 -

 De levenscyclus wordt vaak vergeleken met de wisseling der seizoenen. Jeugd en lente, zomer en volwassenheid, herfst en eerste pensioenjaren, winter en de hoge ouderdom.
(de 100 jarige Tonia Nola
©Karsten Thormaehlen)


In dit winterseizoen een vers over het omgaan met mensen die hoogbejaard zijn. Uitdagend titelloos gedicht van een grote dame uit de Nederlandstalige poëzie van de 20ste eeuw: M. Vasalis.

Als daar muziek voor is, wil ik het horen:
ik wil muziek voor oude mensen, die nog krachtig zijn,
en omgeploegd met lange, diepe voren
en ongelovig. Die de wellust en de pijn
nog kennen. Die bezaten en verloren.
En als er wijsheid is, die geen vermoeidheid is,
en helderheid, die geen versterving is,
wil ik die zien, wil ik die horen.
En anders wil ik zot en troebel zijn.

(uit: Vasalis, M., Verzamelde gedichten, Uitg. Van Oorschot, Amsterdam, 2019, blz. 91)


dinsdag 16 januari 2024

Vasalis herlezen - 1 -

De Nederlandse dichteres  M.Vasalis (1909-1998) heb ik altijd al graag gelezen. Bladerend in haar "Verzamelde gedichten" (Van Oorschot, 2019) pluk ik hier en daar een vers uit om hier te delen en te herontdekken (vandaag op blz. 129).

Een vers dat helpt ons herinneren dat een van de kostbaarste geschenken van het leven bij moment een lastig werk-woord kan zijn dat inzet vraagt altijd weer. Een uitdagend geschenk dus. De meest nutteloze zinvolheid.

VRIEND


Vriend, metgezel, die meer en minder is
dan vader, moeder, minnaar, kind
hetzelfde als ik, maar anders
onafhankelijk en toegewijd
ouder, jonger, van dezelfde tijd.
Trooster, die getroost kan worden
baken en verhanger van de borden
broeder, maar van andre moeder, zonder rivaliteit
met wie ik samenloop en die mij begeleidt.
Hij gunt mij om te leven en als ik dood
zou willen, geeft hij mij gelijk.
Soms is het, dat ik om hem alleen
verdragen blijf, wat zonder hem ondraaglijk scheen.
Zonder een enkele verplichting
loop ik en loop altijd in zijn richting.
 

zondag 14 januari 2024

Koksijde kerk O.L.Vrouw ter duinen - 3 -

 Een laatste keer breng ik je naar de moderne kerk van Koksijde, Onze Lieve Vrouw ter duinen.
Mede door de glazen tussenwanden die de inkom scheiden van de kerkruimte zelf en die de zijkapellen scheiden van de hoofdruimte, zijn er soms leuke reflecties te zien.

(eigen foto's)


vrijdag 12 januari 2024

Koksijde kerk O.L.Vrouw ter duinen - 2 -

 In een vorig bericht liet ik je al de buitenkant zien van de moderne en imposante Onze Lieve Vrouw ter duinenkerk van Koksijde. Nu laat ik je meekijken binnen. Een weidse open ruimte met een veelkleurige lichtinval dank zij de mooie glasramen, ontworpen door een glazenier uit Chartres, Gabriël Loire. Een ruimte om vrij te ademen en te genieten van een altijd wisselend spel van licht.


(eigen foto's)


woensdag 10 januari 2024

Koksijde kerk O.L.Vrouw ter duinen - 1 -

Een blikvanger in Koksijde dorp is de moderne kerk van Onze Lieve Vrouw ter duinen, gebouwd in de jaren 1956-1962 naar een ontwerp van architect Jozef Lantsoght. De naam Koksijde verwijst enerzijds naar een kokkel (schelpdier veel voorkomend langs de Belgische kustlijn)  en anderzijds wijst 'ijde' op een veilige inham in de kustlijn. De plattegrond volgt de lijnen van een kokkel en het dak toont als het ware twee golven die op elkaar inbeuken met ertussen een kruisdragende koperen bol (ontwerp Antoon Viaene). Als weetje nog dit: deze bol meet 1,20 m diameter en het kruis is 5,50m hoog.


(eigen foto's)



maandag 8 januari 2024

Oostduinkerke dorp Sint Niklaaskerk - 2 -

 In een vorige post toonde ik enkele buitenzichten van de Sint-Niklaaskerk van Oostduinkerke. Nu neem ik je mee naar binnen.


(eigen foto's : algemeen zicht en doopkapel)


vrijdag 5 januari 2024

Oostduinkerke dorp Sint Niklaaskerk - 1 -

 De tijdens Wereldoorlog II verwoeste dorpskerk van Oostduinkerke werd vervangen door een nieuwe kerk in moderne stijl, geïnspireerd op de neogotiek, naar een ontwerp van architect Jean Gilson. De grote toren (38 m) wordt met de kerk verbonden via galerijen die een binnenplein vormen.
Tijdens een winterse zonnige dag bezocht ik dit bouwwerk binnen en buiten. Je kan hier even meekijken.


(eigen foto's : toren en galerijen)


woensdag 3 januari 2024

Winters nieuwsbericht

(©Radio Mol)
Het hoeft niet altijd kommer en kwel te zijn, ook niet in de poëzie.
De Nederlandse Ester Naomi Perquin vertrekt vanuit een (al dan niet) fictief voorval dat bij haar een lawine aan beelden en ideeën tot stand brengt. Het gedicht speelt met associaties van klanken en gedachten en brengt de lezer in een komische/kosmische decembersfeer. Om nu traag te lezen en te genieten.

NIEUWS

Op een woensdag eind december las nieuwslezer J. van K., die de nachtdienst had,
in zijn gecapitonneerde spreekcel (met het ronde ruitje in de deur, als op een schip)
het volgende voor: "Het stadionverbod werd opgelegd nadat de man
beledigingen had gesneeuwd."

Het was niet de eerste keer dat nieuwslezer J. van K. zich versprak. Maar ditmaal
in het holst van de nacht, bleef de zin hem bij. In de tijd die hij had
tot het volgende journaal dacht hij aan de man
die beledigingen had gesneeuwd.

Hij dacht aan het jaar waarin de wereld zo lang zo wit was geweest dat alle vormen
verdwenen. Kerstfeest op school, de haast onopgemerkte geur van een park
 dat onder een deken ligt, als een ademend lichaam.

Hij dacht aan de sneeuw om hulp, moord en brand. Mensen die tegen elkaar
sneeuwen op straat. Daarna paste hij zijn teksten aan en sloot de deur.
De fout werd geen tweede keer gemaakt.

Maar ergens in de waarheid, die zoals we weten bestaat uit trillingen en deeltjes,
was een man ontwaakt. Hij stond op, nors kijkend, vastberaden,
om zich naar het stadion te begeven.

Daar zou hij, namens alle lezers, namens alle versprekers, namens de winter zelf
en het verlangen naar een kaalgeslagen landschap waarin je uit afdruk bestaat,
uit sporen, namens de journaals die we niet horen, woorden die verdwijnen,
onopgemerkte lucht - daar zou hij beledegingen sneeuwen.

Zo lang en zo luidruchtig, traag neerdalend op de hoofden van anderen,
wervelend door de nacht, zo schitterend allesdoordringend
dat er nog jaren aan werd teruggedacht.

(uit: Het Liegend Konijn, 2022/2, blz. 188)



maandag 1 januari 2024

Op weg in een nieuw jaar

 De god Janus heeft twee gezichten en die dubbelheid past wel bij het begin van een nieuw jaar. Terugblikken en vooruitkijken. Nadenken over de gegane wegen en vooruit denken over de in te slagen wegen.
Voorstellingen maken van wat komen zal en beseffen hoe armzalig en onzeker deze ideeën wel allemaal zijn.
De dichter Roberto Juarroz heeft het ook over die dubbelhartigheid van een mensenleven. 
Een mooi vers, vind ik, om dit 'nieuwe' jaar in perspectief te plaatsen. 
Laten we onze weg zoeken in 2024 in het besef dat we altijd zullen aankomen, maar ergens anders.
(eigen foto genomen vanuit een luchtballon 
5 juli 2018)


Het ene ding zoeken
is altijd iets anders vinden.
Dus om iets te vinden
moet je zoeken wat het niet is.

Een vogel zoeken om een roos te vinden,
liefde zoeken om ballingschap te vinden,
het niets zoeken om een mens te ontdekken,
naar achteren gaan om vooruit te komen.

Het geheim van de weg
ligt niet zozeer in zijn splitsingen,
zijn verdachte begin
of zijn twijfelachtig einde,
maar in de bijtende humor
van zijn tweerichtingsverkeer.

Je komt altijd aan,
maar ergens anders.

Alles gaat voorbij.
Maar de andere kant op.

(uit: Juarroz, Roberto, Verticale poëzie. Een keuze uit
 Verticale poëzie I t/m XIII, 
vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu.
uitg. Wagner & Van Santen, 2002, blz. 189)