zondag 30 december 2018

Alexej von Jawlensky

In het Gemeentemuseum in Den Haag is er tot 27 januari nog een tentoonstelling rond de Russisch-Duitse schilder Alexej von Jawlensky met als thema: expressionisme en devotie.
Ik vind het een aanrader. De tentoonstellingsmakers bieden een mooi parcours aan dat de bezoeker chronologisch en thematisch leidt doorheen het leven en werk van deze bijzondere schilder en persoonlijkheid.
(eigen foto   twee landschappen)


Drie thema's keren altijd terug in zijn werk: het portret, het landschap en het stilleven. Jawlensky zien we in relatie met andere schilders uit zijn tijd of directe voorgangers die hem inspireerden en uitdaagden, zoals Van Gogh, Cézanne, Kandinsky, Gauguin, Verkade en andere. Hij zoekt naar zijn eigen stem en stijl. Hij vindt een eigen vrijheid en eigen beeldtaal. Maar dan komt Wereldoorlog I roet in het eten gooien.
Als Rus levend in Duitsland moet hij bij het uitbreken van de oorlog tussen Duitsland en Rusland binnen de 48 uur het land verlaten. In ballingschap in Zwitserland zal zijn kunst een verandering ondergaan. Zijn landschappen, portretten en stillevens krijgen een nieuwe lading en een andere kracht. Hij zoekt nog meer dan voorheen om zijn innerlijke beleving van het leven en de uiterlijke beelden die hem omringen tot één synthese te brengen.

Na de oorlog kan hij naar Duitsland terugkomen en wordt zelfs Duits staatsburger in 1934. Sedert 1929 lijdt hij aan een ernstige vorm van artritis die hem alsmaar meer hindert bij het schilderen. Maar vanaf dat jaar 1934 dwingt zijn ziekte tot een nieuwe werkwijze: hij schildert met gestrekte arm, met een penseel tussen zijn handen vastgeklemd. Vanaf 1938 geraakt hij volledig verlamd en wordt bedlegerig. Uiteindelijk zal hij aan zijn ziekte sterven in 1941.

(eigen foto Jawlensky
Stilleven met appels
of: Blauwe kan met groene appels)

               
(eigen foto
Jawlensky
Prinses Turandot)

vrijdag 28 december 2018

Tussen Kerst en Nieuw: lijstjestijd.

In deze eindejaarsperiode worden we langs meerdere kanten bestookt met lijstjes allerhande: tips voor cadeau's , beste boeken of platen of films of... van het voorbije jaar, tips voor te verwachten evenementen of tentoonstellingen of films of boeken of... van het komende jaar.
Hier een bijzonder, poëtisch en muzikaal lijstje.

Dichter Alain Delmotte had een filmpje gezien waar Bach werd gespeeld op een zaag.
Zie maar zelf en geniet maar met deze link : https://www.youtube.com/watch?v=tJ2_wfGdagQ

En dan fantaseert de dichter verder...

Bach eventjes op een zaag gespeeld: heerlijk, wat een idee!     
(eigen foto Fondation Vuitton Parijs juni 2015)


Kan je je het voorstellen: Mozart gespeeld op theekopjes,
de passende theelepeltjes doen met aandrang mee.

Dove Van Beethoven met een koor van zware motoren.

Fietsbellen. Zouden ze Verdi niet sieren?

Voor Wagners "Tännhauser" laten we een vuilniswagen
komen, voor de "Götterdämmerung" bazooka's en tractoren.

Zou Debussy er niet lyrischer en vriendelijker bij worden,
als zijn liederen door muggetjes, waterspinnetjes en
cycladen werden uitgevoerd?

Loodgietersmateriaal zouden we op jazz-standards kunnen
laten jammen.

John Cage en consoorten: laten we over aan het geluid dat
we horen tussen twee kernachtige woorden - met de vinger
op de lippen.

(uit : Alain Delmotte, Lieve Wislawa / ONDERSCHRIFT 2,  Uitgeverij Groeninghe, Kortrijk, 2003, blz. 41)

maandag 24 december 2018

Kerstmis 2018

Van harte een mooi, innig, warm en wonderlijk Kerstfeest toegewenst,
met de woorden van Joseph Brodsky (1940-1996),
Russisch-Joodse dichter, Nobelprijs literatuur 1987
gedateerd nu net 25 jaar geleden.

(eigen foto  december 2012
detail van een bronzen kerkdeur in Keulen
maar ik ben vergeten van welke kerk)






25 XII 1993

Recept voor een wonder. Roer engelenhaar,
wat gisteren en wat vandaag door elkaar,
een mespuntje morgen erbij, aangemengd
met snippertjes ruimte en vers firmament.

Het wonder zal zeker geschieden op aard,
omdat ieder wonder adressen bewaart,
en, stuifsneeuw trotserend en snijdende wind,
bewoners zelfs in een woestijn weer hervindt.

En mocht je je woning verlaten, doe dan
ten afscheid de ster van vier kaars voor ons aan,
opdat ze, terwijl je verdwijnt uit het zicht,
't heelal tot in lengte van dagen verlicht.

(uit: Joseph Brodsky, Strohalmen voor de lezer. Een ruime keuze uit de gedichten. Samengesteld en geannoteerd door Kees Verheul. Uitg. De Bezige Bij, 2016, blz. 639)

vrijdag 21 december 2018

Meten is weten: drie miljard.

















De Poolse Nobelprijs Literatuur 1996 W. Szymborska is geboeid door de wereldgeschiedenis en de unieke plaats van elke mens daarin. In het gedicht 'Volkstelling' is het niet anders.
De titel kan in deze dagen rond Kerstmis bij sommigen een belletje doen rinkelen. Jezus Christus is in Bethlehem geboren omdat zijn ouders voor een volkstelling daarheen moesten. Meten is weten en machthebbers willen altijd wel weten hoeveel 'onderdanen' ze hebben, hoeveel mensen ze belastingen kunnen laten betalen, hoeveel mensen ze als zwaarden- of kanonnenvlees kunnen inzetten.
Dat is al een belangrijke rode draad in het gedicht. Ze vertrekt voor haar gedicht in het oude Troje, een veilig-ver-in-de-tijd gevochten strijd, een strijd van helden die bezongen werden en wiens verhalen tot op vandaag worden gelezen en gebracht in toneel of film... Dat verre verleden is ondertussen wel aangegroeid met vele andere al dan niet heroïsche oorlogen.  Tot op vandaag.

VOLKSTELLING

Op de heuvel waar Troje stond
zijn zeven steden gevonden.
Zeven steden. Zes te veel
voor één enkel epos.
Wat moesten we er toch mee?
De hexameters barsten,
onbezongen baksteen piept door de spleten,
in de stilte van een stomme film gesloopte muren,
verkoolde balken, verbroken schakels,
kruiken leeggedronken tot dwars door de bodem,
vruchtbaarheidsamuletten, vruchtenpitten,
en schedels tastbaar als morgen de maan.

Ons verleden neemt toe,
men begint er te dringen,
krakers wurmen zich door de geschiedenis,
troepen zwaardenvlees,
keerzijden van de adelaar-Hector, in moed zijn gelijke,
duizenden en duizenden unieke gezichten,
elk het eerste en het laatste in de tijd,
en in elk twee nooit geziene ogen.
Zo gemakkelijk was het hierover niets te weten,
zo nostalgisch, zo comfortabel.

Wat moeten we ermee, wat kunnen we hun geven?
Een eeuw die tot nu toe dun bevolkt is gebleven?
Een beetje waardering voor hun goudsmeedkunst?
Voor het Laatste Oordeel is het immers te laat.
Wij, drie miljard rechters,
hebben onze eigen rechtsgedingen,
onze onverwoorde mierenhopen,
stations, stadions, stoeten,
menig buitenland van straten, etages, muren.
We lopen elkaar voor eeuwig voorbij in warenhuizen,
en kopen een nieuwe kruik.
Homeros werkt bij de dienst voor statistiek.
Wat hij thuis doet weet niemand.

(uit: Bloemlezing uit de poëzie van Wislawa Szymborska, samengsteld door Jeannine Vereecken, uitgeverij Poëziecentrum, 2001, blz. 131-133)


Deze foto van een Syrische plek stond bij een artikel in de krant "Gazet van Antwerpen" van 7 januari 2014. De titel boven het artikel spreekt boekdelen, zeker na de lezing van Szymborska: "VN stopt met registreren van oorlogsdoden in Syrië".
Alleen al daarom is het een belangrijk signaal van menselijkheid dat het In Flanders Fieldsmuseum en het daaraan verbonden kenniscentrum een namenlijst heeft opgemaakt met alle oorlogsdoden op Belgisch grondgebied van Wereldoorlog I.
Uit eerbied en respect voor die "duizenden en duizenden unieke gezichten, elk het eerste en het laatste in de tijd, en in elk twee nooit geziene ogen."

woensdag 19 december 2018

De nieuwe morgen

Onder deze titel loopt nog tot 27 januari 2019 een zeer mooie tentoonstelling in Deinze rond het impressionisme, het symbolisme en het expressionisme in Vlaanderen in het begin van de 20ste eeuw.
Een collage van details...


maandag 17 december 2018

Vlaamse nieuwe morgen

Het museum van Deinze en de Leiestreek toont voor het moment een mooi geheel van schilderijen (en enkele sculpturen) van het begin van vorige eeuw.  Onder de verzameltitel "De nieuwe morgen" wordt een treffende selectie gebracht van impressionistische, symbolistische en expressionistische werken. Heel veel van het tentoongestelde komt uit privé-collecties en is zelden te zien in de openbare ruimte. De kwaliteit is goed tot héél goed. Alles wordt getoond met voldoende ruimte rondom: de werken kunnen ademen en hun eigen merites tonen.
De nieuwe morgen in Vlaanderen kwam er ook maar in een wisselwerking met wat er leefde in de landen rondom ons. Die dimensie wordt helder aangereikt wat in deze tijden van 'identiteit' en gerichtheid op eigen stam en plaats niet onbelangrijk is.
De gehele expositie is letterlijk en figuurlijk een verademing. Zeer zeker de moeite waard.
Nog tot  27 januari 2019.

(eigen foto 14 december 2018)


(eigen foto 14/12/20018)

zaterdag 15 december 2018

Bruges la morte?

Op koopjeszondag 9 december laatst kon ik rond de Sint Salvatorskathedraal toch deze 'stille' foto's nemen.



donderdag 13 december 2018

Brugge furioso

Furioso is een term uit de praktijk van de klassieke muziek en wordt vertaald als: onstuimig.
Op zondagnamiddag 9 december laatst zag ik in het Brugse concertgebouw een dansvoorstelling van BalletVlaanderen met als titel: furioso. Bij het verlaten van de zaal kon ik uitkijken over de binnenstad en het spel van de avondzon op de onstuimige wolkenmassa leverde als het ware een vervolg op de dansvoorstelling. Brugge Furioso.



dinsdag 11 december 2018

November in Oostende



("Place Marie-José")

(Albert I promenade gezien vanuit restaurant Histoires d'O)

donderdag 6 december 2018

Sinterklaas brengt een driewieler

Sinterklaas is deze nacht langs gekomen en heeft weer (veel of weinig) speelgoed meegebracht. Misschien wel een driewieler voor een levendige peuter.
Een kinderspel is het leven evenwel niet altijd, met of zonder driewieler...


Televisiebeelden leren haar                               
optellen en aftrekken.
3 doden en  10 gewonden
meldt zij haar vader.
Op haar driewieler ontwijkt zij
handig de kraters
in haar speelveld geslagen.
Het zand in de arena
ziet er moe uit.

(Theo Verhaar  in: Vrede is eten met muziek.Sporen van oorlog in de Nederlandse poëzie. Samengesteld door Hans Groenewegen, uitg. Van Gennep, Amsterdam, 2005, blz.165)

dinsdag 4 december 2018

Operahelden op blote voeten

Operaballet Vlaanderen brengt dit seizoen haar producties samen onder de overkoepelende noemer: "vergankelijkheid". In de twee opera-producties tot nu toe komt dit onder meer tot uitdrukking via de twee hoofdfiguren die telkens blootsvoets op scene staan.
Er was eerst Lohengrin, de mythische held, die in de gelijknamige opera van Wagner als een soort messiasfiguur werd voorgesteld in een witte uitrusting én ongeschoeid. En in de voorbije weken was er de opera van Philip Glass "Satyagraha" met als centrale figuur Mahatma Gandhi, die ook zonder schoeisel in witte doeken centraal stond.
(uit opera Lohengrin, Vlaamse Opera - beeld van website operaballet Vlaanderen)
Zonder schoenen door de wereld stappen: een sterk beeld van kwetsbaarheid en vergankelijkheid. Wie blootsvoets is riskeert zich te kwetsen aan de weg en zal veel intenser voelen als iemand hem of haar op de tenen trapt. Tegelijkertijd kan je minder weerwerk bieden, je kan niet hard rondom schoppen om te reageren op agressie of om je  machteloosheid te uiten. Het is een beeld van de menselijke breekbaarheid en van de menselijke gelijkheid. Vele verkopers in boetieks of galeries, vele obers en hotelmanagers kijken bij het binnenkomen van een nieuwe (potentiële) klant vaak heel even terloops naar de voeten. Aan de schoenen die mensen dragen schatten ze in welke persoon voor hen staat. Mochten we allemaal blootsvoets door het leven gaan, dan zouden we meer gelijk door de wereld gaan, denk ik dan. Want als ik Lohengrin zo zag op de scene van de Gentse opera, dan voel je dat die stoere man toch ook zo kwetsbaar is...wat verder in de opera ook blijkt.
Deze twee opera's stellen mij de vraag: hoe kwetsbaar en menselijk stellen we onszelf op of verbergen we onze vergankelijkheid achter dure schoenen en stralende kleren? Welke betekenis voor of invloed op de samenleving hebben mensen die op blote voeten door het leven durven te gaan?

zondag 2 december 2018

Het zien van de herfst

De dagen worden korter en kouder. De bomen worden kaal en je ziet door alles heen. Zonder de glorie van de zon en de glans van overdadig licht, zonder de geur van bloemen en de kleur van wat groeit rondom ons verschijnt de wereld naakter aan ons, onopgesmukt, in al haar kwetsbaarheid. Tegelijk komt er bij vele mensen een weemoed aankloppen en een besef van vergankelijkheid. De eindigheid van alles, ons eigen leven inbegrepen, wordt onontkoombaar zichtbaar. Wallace Stevens (1879-1955) ziet dit als een noodzakelijke fase, een tijd ook van terugblikken op vergane grootsheid en dromen die niet uitgekomen zijn . Voor wie deze donkere seizoenen niet zo leuk vinden misschien een troostende gedachte: de gang van de seizoenen heeft een eigen inwendige noodzaak.
(begraafplaats De Dieweg Brussel -
eigen foto augustus 2017)


DE DINGEN ZOALS ZE ZIJN

Nu de bladeren gevallen zijn, keren we terug
Naar de dingen zoals ze zijn. Het lijkt alsof
We aan één eind van de verbeelding zijn gekomen,
Onbezield in een verstard savoir.

Het is zelfs moeilijk het adjectief te kiezen
Voor deze blinde kou, dit verdriet zonder reden.
Het grote bouwwerk is een nietig huis geworden.
Geen tulband loopt nog over de gekrompen vloeren.

Nooit eerder moest de broeikas zo nodig geverfd.
De schoorsteen is vijftig jaar oud en staat scheef.
Een fantastisch streven schoot tekort, een herhaling
In een eeuwige herhaling van mensen en vliegen.

En toch, de afwezigheid van de verbeelding
Moest zelf worden verbeeld. De grote vijver,
Zoals hij is, zonder weerspiegeling, bladeren,
Modder, water als vuil glas, uiting gevend

Aan een soort stilte, als een rat die komt spieden,
De grote vijver en zijn afval van lelies, dit alles
Moest worden verbeeld als een onontkoombare kennis,
Onvermijdelijk als een inwendige noodzaak.

(uit de bloemlezing: Van God los. Gedichten over geloof en ongeloof. Tielt, 2011, blz. 172)

vrijdag 30 november 2018

Nostalgie in Brussel

Nog tot 10 maart 2019 kan je in Brussel een bad nemen in de tweede helft van de jaren 1960 en dit vooral via muziek. In het ING Art Center aan het Koningsplein worden de jaren 1966-1970 tot leven gewekt vooral via muziek. Maar de muziek is ingebed in een samenleving die volop verandert en die veranderingen zijn ook te zien via allerlei filmpjes, affiches, foto's, krantenknipsels enz.
De hooggestemde idealen van de jeugd van toen zijn duidelijk niet gerealiseerd en het lijkt erop dat wij nu verder weg zijn van die flower-power-revolutie dan ooit.
Zoals nostalgie vaak werkt: tegelijk verdovend vertoeven in een 'goede oude tijd' én tegelijk ontnuchterend vaststellen hoezeer tijden veranderd zijn.
Hier enkele foto-impressies.





maandag 26 november 2018

Beyond Klimt Bozar Brussel

Tot 20 januari 2019 loopt nog een bijzonder mooie tentoonstelling "Beyond Klimt" met kunst uit centraal Europa uit de periode 1914-1938.
Er zijn veel mooie werken te zien van kunstenaars die niet altijd heel bekend zijn bij ons, naast bekende namen zoals Klimt, Kokoschka, Schiele. In Bozar kan de bezoeker een boeiend parcours afleggen met een rijke verscheidenheid aan thema's en stijlen. Thema's variëren van heel triest (oorlog, armoede) tot heel frivool (muziek, uitgangsleven) en van heel individueel tot heel maatschappelijk.
Hier een kleine foto-impressie.
(tweemaal Narcissus)

(schilderij en sculptuur )




(tweemaal Albin Egger-Lienz over Wereldoorlog I :
op het slagveld de gesneuvelde soldaten en op het 'thuisfront' de achterblijvende vrouwen)


maandag 19 november 2018

De krijger in Damme

In het stadsfestival Damme 2018 (nog tot 2 december) staat er in de kerk een heel bijzondere en heel intrigerende installatie van de Nederlandse kunstenaar Mathieu Klomp.  De installatie draagt als naam: "De krijger".
Mijn eerste associatie was: krijger ofwel soldaat ofwel vechtersbaas. Maar het gaat hier over iemand die krijgt, die open staat om iets te ontvangen, een krijger geplaatst tegenover een gever.
 Er zijn een aantal zwarte figuren die duidelijk alledaagse dingen doen: ze dragen een boodschappentas, een volwassene heeft een kind aan de hand en deze zwarte figuren staan verspreid over de ruimte, maar allemaal verbonden via een zwarte draad met een van de pilaren van de kerk. Aan één zijde staan zeven naakte vleeskleurige figuren op één rij in een soort witte wolken, alle zeven de handen open voor zich houdend klaar om iets te kunnen ontvangen.
Tegenover de meest linkse van de zeven witte, ontvangende figuren staat een zwarte figuur die iets aanreikt naar die eerste krijger.






Als toeschouwer verplaats je jezelf tussen deze figuren en er borrelen allerlei vragen in je op: wat gebeurt hier? waar zou ik hier thuis horen? waarom zwart en wit? enz...
Ook de artiest zelf houdt graag de betekenis open. Zie maar op dit vimeo-filmpje dat zeer de moeite waard is omdat het zowel iets toont van de maakwijze als iets van de mogelijke betekenis van dit werk.
 https://vimeo.com/192339102



vrijdag 16 november 2018

Beeldig Breda: Willem Merkxtuin

In het hartje van de oude binnenstad tussen de Catharinastraat en de Sint-Annastraat ligt een publieke binnentuin met veel groen en meerdere sculpturen. Deze tuin wordt de Willem Merkxtuin genoemd, naar een oud-burgemeester van de stad Breda.
Enkele beelden in die tuin wil ik hier tonen...

(Dick Fluitsma: stoel met gevouwen leuning-1979-)

(Kees Vet : een bijzondere heer -1975)

zondag 11 november 2018

11 november: de wapens zwijgen

Een cliché wil dat het einde van een oorlog wordt aangeduid met de woorden: nu zwijgen de wapens. Dat is natuurlijk juist. De geweren en de kanonnen schieten niet langer, de gevechtsvliegtuigen blijven aan de grond, de tanks staan stil, of veel vroeger nog: het gekletter van de zwaarden en van de ruiterij verstomt.
En toch: de oorlog verstomt niet, komt niet tot zwijgen, blijft ons toeschreeuwen, tot de dag van vandaag. Ook al wordt herdacht dat 'de Groote Oorlog' honderd jaar geleden is afgelopen, toch blijft hij duren. Het vredesverdrag van Versailles legde de kiemen voor vele conflicten die op meerdere plaatsen tot op vandaag duren, denken we maar aan het Midden Oosten (naast andere plaatsen).
Dat wordt ook getoond in de zopas begonnen tentoonstelling in het In Flanders Fields Museum in Ieper (nog tot 15/11/2019) met als sprekende titel: "To end all wars? Een bilan van de Eerste Wereldoorlog."

Met deze 11 november wordt een intense periode van herdenking afgesloten. Bij de aanvang, in 2014, was er groot aanbod met o.a. op literair gebied Het Liegend Konijn, het poëzietijdschrift onder redactie van Jozef Deleu, dat een themanummer uitbracht met als titel: Oorlog.
Peter Verhelst publiceerde daarin onder anderen dit gedicht (blz.414).

Ik herinner me hoe mist uit de rivier en uit de beken en sloten
aan land kruipt alsof het sneeuwt en de sneeuwvlokken niet op 
de grond vallen maar een halve meter boven de grond blijven hangen.

De stilte van omvallende bomen, één voor één vallen ze geruisloos, de dreun
waarmee ze neerploffen onhoorbaar maar we voelen het tot in onze vingertoppen.
Dreun na dreun.

De geluidloze schreeuw van zij die niet langer kunnen schreeuwen, met opengesperde
kaken, hun gebit, hun oogkassen. De stilte van de laarzen van wie er niet meer zijn.
Links, rechts, links, rechts. Al die hakken van wie er niet meer zijn. Overal kruipen
ze tevoorschijn, uit de rivier, uit beken en sloten, uit heuvels die geen echte heuvels zijn,
ze komen onder gras vandaan, uit rietkragen, onder de blauwe deken van 
vergeet-mij-nietjes vandaan, uit modder - vooral uit modder.
Schouder aan schouder.
In volstrekte stilte.
Gaan ze samen, op dezelfde seconde, door de knieën.
Als een bos dat omvalt.

In dit laatste herdenkingsjaar kan je ook nog enkele weken de eigen beeldende herdenking van de Antwerpse schilder Sam Dillemans gaan bekijken in zijn galerie. Zijn schilderijen zijn evenzovele geluidloze schreeuwen van zij die niet langer kunnen schreeuwen, toen niet, nu niet. Die expositie zien is de stilte horen van omvallende bomen, van neervallende jonge levens die vanuit de modder naar ons toe kruipen. Niet te missen. Zie ook mijn vroegere posts op deze blog (label Dillemans). Nog tot 16 december te bezoeken in Antwerpen.

(eigen foto - detail )

vrijdag 9 november 2018

9 november 1938: Kristalnacht

(een joodse winkel in Berlijn vernield tijdens de Kristallnacht)
De Kristalnacht of ook soms genoemd de nacht van het gebroken glas was door de nazi's georganiseerd in de nacht van 9 op 10 november 1938, nu tachtig jaar geleden, tegen de joodse gemeenschap in Duitsland. Synagoges werden in brand gestoken en vernield, winkels van joodse mensen werden geplunderd en vernield, joodse begraafplaatsen en scholen en bedrijven werden aangevallen en in brand gestoken, honderden joden werden vermoord. De brandweer kreeg verbod om de vele branden te blussen die nacht.
Een nieuwe drempel in het groeiende anti-semitisme werd genomen. Deze droeve nacht moet herinnerd blijven en we moeten ons blijvend afvragen hoe (in)tolerant we zijn voor discriminatie en stigmatisering van bepaalde maatschappelijke groepen.
De urgentie is sedert de aanslag in Pittsburgh, denk ik toch, zonneklaar.
De dichter Michel van der Plas was 11 jaar toen de kristalnacht plaats had. In 1991 publiceerde hij een bundel met als titel "Vaderland" waarin hij -meer dan vijftig jaar later !- onder andere onderstaand gedicht plaatst over die kristalnacht. De jonge Michel wil enthousiast iets voorlezen aan zijn vader, maar hij merkt dat vader in beslag genomen wordt door onheilspellend nieuws in de krant.

1938

Ik wil je iets voorlezen uit Dirk Trom.
Maar jij, over je avondblad gebogen,
slaat juist bezorgd een eigen bladzij om.
Je lijkt opeens veranderd; ingetogen.

Als ik met Flipse op de proppen kom,
zou dat goed fout zijn, zie ik aan je ogen.
Dus houd ik me, net zoals jij, maar stom.
Ik zie nog net Brand staan en Synagogen.

Er is een wereld waarin vaders zwijgen
en buigen voor een sterker, vreemd gezag,
en waar ik nog niet hoor. Er komt een dag
waar kranten lamp en kamer in bedreigen
en mensen buiten lange messen krijgen,
en waar een veldwachter niets meer vermag.

(uit: Michel van der Plas, De oevers bekennen kleur,Tielt, 1991, blz. 367)