donderdag 26 april 2018

Time Can Tell: videokunst in Roeselare

Nog tot 6 mei is van woensdag tot zondag een parcours te ontdekken met videokunst op verschillende locaties in Roeselare.
Alles zien is een onbegonnen opdracht, tenzij je meerdere namiddagen teruggaat. In die zin past de titel perfect bij het aanbod: de tijd kan het je vertellen...maar die moet je dan wel nemen.
Ik bezocht een deel van dit parcours op 25 april. Hier enkele foto's.


(twee maal Klein Seminarie)




zaterdag 21 april 2018

The Crystal Ship Oostende april 2018

(Blauwkasteelstraat-12 april 2018)

(Maria Theresiastraat - 10 april 2018)

(Ensorinstituut - 12 april 2018)

woensdag 18 april 2018

Architectuur voor het hart

De huizen waarin we leven, de gebouwen die we binnen gaan of soms zelfs alleen maar van buitenaf bekijken doen iets met je, meestal heel beperkt en subtiel, soms heel uitdrukkelijk en indrukwekkend. De concurrentieslag onder architecten, steden en bedrijven om imponerende musea, burelen of andere gebouwen te bouwen toont par excellence het geloof van het impact van architectuur op de mens.
(Mont St.Michel
eigen foto  sept. 2012)
Als toerist bezoeken we allemaal andere plekken op zoek naar gebouwen die ons iets willen vertellen. De nieuwe architectuur zoals we die zien in bvb. de Fondation Vuitton (Parijs) -om maar een van de meest iconische gebouwen te noemen- wil vooral verbluffen, indruk maken, spektakel bieden, een wauw-gevoel oproepen.

Andere, oudere gebouwen spreken dan soms heel anders tot de bezoeker. Als toerist of toevallige passant kan je sterk zijn aangesproken door een detail of juist door een samenspel van factoren. Met wat foto's probeer je dan als bezoeker iets vast te houden van de beleving van een gebouw, ook al is het besef prominent dat dit maar surrogaat is. En woorden voldoen vaak niet. Dichters kunnen dan helpen.

De Zweedse dichter Tomas Tranströmer verwoordt zijn ervaring bij het bezoek van een grote Italiaanse romaanse kerk. Dank zij bepaalde gebouwen kunnen we als mens in onszelf ontdekkingen doen. En dank zij de woorden van een dichter kunnen we die ontdekking ook een plaats geven.


ROMAANSE BOGEN

Binnen in de geweldige romaanse kerk verdrongen de toeristen zich
          in het halfdonker.
Gewelf na gapend gewelf en geen overzicht.
Een paar kaarsvlammen flakkerden.
Een gezichtloze engel omhelsde mij
en fluisterde door heel mijn lichaam:
'Schaam je niet een mens te zijn, wees trots!
Binnen in je opent zich in oneindigheid gewelf na gewelf.
Nooit zal je klaar zijn en zo moet het zijn.'
Ik was blind van tranen
en werd de zonziedende piazza opgejaagd
samen met Mr. en Mrs. Jones, Meneer Tanaka en Signora Sabatini
en binnen in hen allen opende zich in oneindigheid gewelf na gewelf.

(vertaling: Bernlef, uit: De herinneringen zien mij. Amsterdam, 2012, blz. 240)

zaterdag 14 april 2018

Bredene natuurvriendelijk

(Bredene Zeelaan)

(Bredene Centrumplein - natuureducatie van in de wieg!)

(Bredene -park Ramakers)

woensdag 11 april 2018

Meten is weten: 1440 = 86400



















De Poolse dichteres W.Szymborska won in 1996 terecht de Nobelprijs literatuur. Haar oeuvre is niet groot, maar de eenvoud en de warm-menselijke toon van haar gedichten spreken direct aan. Bijna altijd is er ook een knipoog of een monkellachje tussen de regels door.
Bij de laatste overschakeling van winteruur naar zomeruur is er weer heel wat te doen geweest over de impact van deze overgang. Over tijd heeft Szymborska het ook.Een dag telt 24 uur, 1440 minuten en 86400 seconden. Daar moeten we het mee doen, maar wat doen we ermee? We meten onze tijd maar wat meten we dan?



ONACHTZAAMHEID

Ik heb gisteren niet goed mijn best gedaan in de kosmos.       
(eigen foto 14-02-2017 / Luik muurschildering)

Een heel etmaal geleefd zonder naar iets te vragen,
zonder me ergens over te verbazen.

Ik heb alledaags werk verricht,
alsof dat alles was wat ik moest doen.

Inademen, uitademen, stap voor stap, verplichtingen,
maar zonder een gedachte die verder reikte
dan de deur uit en weer terug naar huis.

De wereld kon doorgaan voor een krankzinnige wereld,
terwijl ik hem enkel aanwendde voor dagelijks gebruik.

Niks geen - hoe - en waarom -
en waar komt die vandaan -
en wat moet hij met zo veel beweeglijke details.

Ik was als een niet diep genoeg in de muur geslagen spijker
Of
(hier de vergelijking waar het mij aan ontbrak).

De ene na de andere verandering vond plaats
zelfs op het begrensde terrein van het ogenblik.
Aan een jongere tafel, met een dag jongere hand
word het brood van gisteren anders gesneden.

Wolken als nooit tevoren en de regen was als nooit tevoren
want het regende toch andere druppels.

De aarde draaide rond haar as,
maar al in een voor altijd verlaten ruimte.

Dat duurde een goede 24 uur.
1440 minuten gelegenheid.
86.400 seconden inzage.

Het kosmische savoir-vivre
mag dan over ons zwijgen,
verlangen doet het toch iets van ons:
enige aandacht, een paar zinnen Pascal
en verwonderde deelname aan dit spel
met onbekende regels.

(uit: Dubbele punt, Uitgeverij De Geus, Breda, 2007, blz.34-35)

donderdag 5 april 2018

Blootvoets in de oorlog

De schilder Sam Dillemans is altijd opnieuw op zoek naar de mogelijkheden van het doek en de verf om zich te uiten. In zijn huidige tentoonstelling "Goodbye to all that" (tot midden december in zijn exporuimte in de Eggestraat 2, Antwerpen) zie je hoe hij goed heeft gekeken naar de meesters van de schilderkunst, oude meesters (El Greco, Goya, ...) en moderne meesters (Beckmann, Dix,...) maar ook hedendaagse meesters als Anselm Kieffer.
Een werk in het bijzonder deed mij denken aan de manier waarop Kieffer allerlei materialen verwerkt in zijn doeken, zoals stro, twijgen, zonnebloemen, steengruis, klei enz.. Zo krijgen de meeste werken van Kieffer driedimensionale allures. Dillemans is al jaren bezig om de materie olieverf te laten meespelen in zijn werken: dikke klodders verf of strepen uitgesmeerd met paletmes. Mocht je als toeschouwer de doeken kunnen strelen, dan zou je voelen hoe elk doek een hobbelig gelaagd tactiel landschap is onder je vingers.
Maar in één werk is Dillemans een stap verder gegaan door zoals Kieffer ook gaas, prikkeldraad, hout en andere materialen in zijn doek te integreren.

(eigen foto 10 maart 2018)




Je ziet in de foto hierboven een zijaanzicht op het bewuste doek.

(eigen foto
10 maart 2018)

De titel van het werk heb ik niet genoteerd omdat ik achteraf de catalogus zou kopen, maar net dat werk vind ik daar niet terug. Misschien is dit werk er op het laatst bij gekomen en heeft het dus de deadline van de cataloog niet meer gehaald??? Wordt dit het begin van een nieuwe wending in de artistieke zoektocht van Dillemans???


In dat werk was ik in het bijzonder getroffen door die ene schoenzool, die als het ware vastgezogen in de Vlaamse modder is achtergebleven als archeologische getuige van de miserie van een soldaat. De prikkeldraad erbij suggereert hoe de soldaat is blijven haperen en is doorgelopen met slechts één schoen.  Achtergebleven schoenen hebben een grote getuigkracht. Ze vertellen over een kwetsbare mens die zonder schoeisel onbeschermd zijn weg moet gaan. Ze vertellen over een levensweg die is gegaan, duizenden en duizenden stappen op zoek naar geluk, naar geliefden, naar werk of vertier, naar oorlog en strijd.



Of zoals bij een protest op 15 maart in Washington DC waar mensen 7000 paren schoenen zetten in het gras bij het Capitool om 7000 kinderen-slachtoffers van wapengeweld in de Verenigde Staten te gedenken. Schoenen die getuigen van verloren levens, van abrupt afgebroken levensverhalen, van oningeloste dromen.
(foto site ketnet karrewiet)

maandag 2 april 2018

Van zoete kindertranen tot Passchendaele 1917

Je bent op zoek naar een canvas dat gerust mag beschilderd zijn om zelf als artiest er verder je ding mee te doen. Dus slenter je wat rond in de Kringloopwinkel en je komt naar huis met een zeemzoet schilderijtje van dertien in een dozijn. Kijk maar....

Je hebt je laten aanspreken door de herdenking van de Groote Oorlog en je bent onder de indruk van het massale bloedvergieten in mensonterende omstandigheden aan het Westelijk Front, vooral de troosteloosheid van het ploeteren in de West-Vlaamse klei rond Ieper tijdens de derde slag bij Ieper of ook bekend als de slag om Passendale in 1917.
In boeken allerhande en op het wereldwijde net heb je foto's verzameld over die menselijke ellende. Je hield enkele foto's aan de kant omdat die voor jou een uitnodiging vormden voor een schilderij. Zo hield je ook deze foto van enkele mannen in het desolate kapotgeschoten "Passchendaele" over.





Zo zette Sam Dillemans, -want over hem gaat het hier- een schilderij op in zijn reeks over de Eerste Wereldoorlog, in de kleuren van die reeks: wit ,zwart en donkere aardetinten. Als drager gebruikte hij het wenende kind, dat hij liet 'meespreken' bij het tafereel van de soldaten stappend op de houten passerelles over de modder en het kapotgeschoten bos. Hij spaart hele strepen van het onderliggende doek om boomstammen te verbeelden en de centrale ondergelopen bommenkraters worden gedeeltelijk gevormd door het kindergezicht met zijn schuinkijkende oog en de dikke traan langs zijn wang.
Het resultaat ziet er dan zo uit:



Enerzijds moet je als toeschouwer even glimlachen omdat je dit soort zoete schilderijtjes vaak heb gezien in 'klassieke' huiskamers. Dillemans als artiest die leeft van en voor zijn kunst vindt het  evenwel niet beneden zijn stand om zo'n doek te recycleren. Maar ik kijk dan onmiddellijk nog eens: de tranen van dat kind zijn tranen om de oorlog. Is het onschuldige kind niet vermoord in die schimmige soldaten soms zelf nauwelijks de kinderjaren ontgroeit, die ronddolen over het slagveld? Of is het een kind van een van die soldaten die (vergeefs) wacht op zijn vader die aan het Vlaamse front vecht? En is het niet elk onschuldig kind dat anno 2018 weent in Syrië of in Venezuela, in Zuid-Soedan of in een vluchtelingenkamp ergens in Europa, in...?
Sam Dillemans kruipt zo onder onze huid als toeschouwer. We zien de schilder in zijn picturale kunnen maar we zien ook de mens die schilderend getuigt over wat oorlog doet met mensen, dus over wat mensen andere mensen aandoen.
In zijn expositieruimte te zien (Eggestraat 2 te Antwerpen, nog tot midden december 2018.