zondag 27 februari 2022

Getuigen van humaniteit :Charles Szymkowicz

 Nog tot 18 april (verlengd!) kan je in het museum Boverie in Luik een verpletterende tentoonstelling zien van de Waalse schilder Charles Szymkowicz (°1948). Ik gebruik bewust 'verpletterend' want in de zalen van het museum Boverie hangen de doeken gelaagd boven elkaar, muren vol, met veelal expressionistische, kleurrijke portretten en zelfportretten. Als kijker word je geen rust gegund en vanaf de hoge muren word je omringd door mensen die je oproepen via hun portret tot vragen over wie je bent als mens en hoe je wilt mens zijn in onze tijd. 
(zicht op deel van de expo)


De keuze van wie hij portretteert verraadt zijn humanistische gedrevenheid en toont zijn artistieke en 'filosofische' voorbeelden. Meerdere malen zijn Rimbaud en Verlaine afgebeeld alsook zijn favoriete dichter-muzikant Léo Ferré, Vincent van Gogh en James Ensor, Kathe Kollwitz en Théodore Géricault. De Pools-Joodse achtergrond van de schilder zorgen voor indringende werken van zijn familieleden (vader, moeder, dochter) en werken die verwijzen naar de Holocaust (vb. Anne Frank). Zijn jeugd in de mijnstreek rond Charleroi brengt hij dan weer tot leven via enkele indringende zwart-wit portretten van mijnwerkers. De titel van de expo "Le monde et l'intime" wijzen naar die twee aspecten in zijn werk: betrokkenheid op de grote wereld(gebeurtenissen) en verbondenheid met zijn eigen familie(wortels). 
(eigen foto - Géricault chez Vincent 1990)


Een boeiende ontmoeting die in de Vlaamse pers niet aan bod komt. In de overvloed aan werken kan je niet verwachten dat alles even goed is en even indringend. Een keuze voor een beperktere reeks werken had artistiek zeker de tentoonstelling krachtiger gemaakt, maar anderzijds is die verpletterende overweldigende veelheid ook een ervaring die confronterend is.

vrijdag 25 februari 2022

Herdenken vraagt te her-denken

In april 1986 explodeerde een kernreactor in Tjernobyl (Oekraïne) en de volgende weken dreven wolken met kerndeeltjes tot over de lage landen. Zo ver is Oekraïne dus verwijderd, niet ver dus. Daar heeft tsaar Vladimir nu een oorlog ontketend. Wat oorlogsgruwelen doen met families en hoe trauma's blijven doorleven ook als er al lang een vredesakkoord is gesloten en het 'gewone' leven is hervat, dat is voor wie het niet heeft hoeven mee te maken zo moeilijk te vatten. 

Deze oorlog zal nog lang een stempel drukken op de geest en het leven van miljoenen mensen. Wat die stempel zoal kan betekenen kunnen we misschien een klein beetje op het spoor komen in volgende verzen, ook al is de context anders, de trauma's zijn er niet minder om. De dichter Lucas Hirsch roept in een reeks van 16 prozaverzen het leven van zijn (?) grootvader en overgrootvader op. De reeks gedichten kreeg als titel mee Ashuis en als ondertitel I.M. Hanna Lauinger  25 januari 1923 - 1 mei 1945. De dichter zegt onmiddellijk in de eerste lijnen van het eerste vers waarop het staat : 

"1.

 Oma controleerde opa's tanden voor het slapen. Oma liep gevaar. Stress van herbeleefde horror, alles wat je niet bedenken kan of wil, opa dromend met gebit kon akelig en bloederig ontwaken zijn." 

En dan wordt opa tot leven gewekt met zijn kampverleden en zijn dementie en hoe het kleinkind dat aan het woord is probeert te leven met dat familieverleden. Hij heeft met zijn vader geprobeerd het leven van zijn grootvader te reconstrueren. Zo kwam hij terecht in Berlijn.

(beeldengroep Het treurende ouderpaar
door Käthe Kollwitz -
Duitse begraafplaats Vladslo
eigen foto)
"10. 

Fasanenstraße 24, Berlijn, de plek waar opa voor de oorlog door de dakgoot kroop als kind, huis nu het Käthe Kollwitz Museum. De oude foto's waarmee ik naar Berlijn was afgereisd, de directrice was verheugd. Ze leidde me langs kamers, kunst en weetjes. Ik archiveerde wat ik bij me droeg. Het leek een plek en een bestemming. We waren nooit vertrokken. Ik nam alles in bezit. Na de renovatie had ze contact gezocht maar opa wilde niet naar huis. Toen niet, nu niet, nooit niet. Berlijn was onverbiddelijk geweest. Opa trots en bitter. Geen stad, geen kunst, geen staat deed opa na de oorlog nog bewegen. Opa kroop voor niemand meer. Boven aangekomen keek ik door het zolderraam en dacht: zo diep vallen dat je nooit meer denkt te staan. Alles breekt. Geen bodem raakt. Er niet door lopen kan en toch, ik sta hier."

En dan overweegt de dichter dat herdenken telkens opnieuw terugdenken kan zijn, maar evenzeer telkens opnieuw denken hoe mensen in/en situaties weer opgenomen moeten worden en telkens opnieuw verwonderd en verbijsterd vragen zien verschijnen. Herdenken blijft een levenslange, generatielange opgave.

"11.

Macht heeft een naam, waanzin, zo ook een zondebok, een dader, het wapen en de dood waarover wel of niet gesproken en geschreven wordt door overwinnaars. Ook al is het op vergeten enveloppen, deuren en glazen, ik schrijf de jouwe iedere dag wel een keer. Ik huil soms als ik je noem. Je naam roept ongemakkelijke vragen op."

(uit: Het Liegend Konijn 2021/2, Jaargang 19, Oktober 2021, blz. 100 ; 103)

Benoemen, namen  uitspreken : 
de machteloze kracht van woorden 
om zelf mens te blijven 
en mens te worden. 
Een zachte tegenzet tegen het vergeten en verdrukken. 

woensdag 23 februari 2022

Getuige

 Het afgelopen jaar 2021 werden we wereldwijd geconfronteerd met bruuske veranderingen in het weer: overstromingen, bosbranden, hittegolven, temperatuurrecords... Prozaïsche informatie via (social) media allerhande hielden onze aandacht gaande.
De confrontatie met de opwarming van de aarde kan ook poëtischer, maar daarom niet minder urgent, zo lezen we Filip Rogiers in het laatste nummer van het poëzietijdschrift Het liegend konijn (oktober 2021, jg. 19, nr. 2, blz. 201).


HIER GROEIDEN VROEGER GEEN OLIJVEN

(zwart-rosse zandbij
©onze natuur.be)
de druif verzuurt aan de rank,
ook de bij rouwt om het gele goud

enkel de agave houdt nog stand
hier groeiden vroeger geen olijven,

zegt ze, de goede aarde verpulvert
in haar bruingebrande hand,

ze kijkt naar de ranken die dansen
als knoken aan de zinderende kim


maandag 21 februari 2022

zaterdag 19 februari 2022

De ogen van een koe

 De Nederlandse filosoof Cornelis Verhoeven is niet alleen een eigenzinnige denker, maar hij is ook een goede schrijver. Daarom ontving hij in 1978 de P.C.Hooftprijs (dit is een literatuurprijs voor een heel oeuvre) voor zijn essays. Verhoeven is opgegroeid in een boerengezin in Noord-Brabant en woonde een tijd in het verbouwde ouderlijke huis. Op een mistige avond dacht hij terug aan de koeien die vroeger in zijn huis, toen nog een stal huisden. Een wat langer citaat uit zijn herinneringen. Filosoof en literator komen samen in zijn overwegingen over koeien...
"Daar ongeveer dacht ik aan, terwijl ik op de plaats stond waar vroeger de koeien voor zich uit staarden. (...) Ik verviel in mijn oude gewoonte om koeien aan de voorkant te bekijken, in hun ogen, belachelijk en stads, want aan de achterkant is het te doen. Daar speelt zich volgens de kenners het leven van de koeien zich af. Misschien, dacht ik, vermijden de boeren het koeien in de ogen te kijken, omdat ze daar zelf ook zo melancholisch van worden, zo wezenloos starend naar een wezen dat zich buiten hen afspeelt. Die onzin kunnen we niet gebruiken. 
(eigen foto - oktober 2012)
De koeien vragen er ook niet om om in de ogen gekeken te worden; ze vragen nergens om en kijken niemand aan. Je weet nooit wat ze zien, laat staan hoe ze jou zien en wat hen in jou interesseert. Honden laten daar weinig misverstand over bestaan en zelfs katten hebben zo hun manier om enige wederkerigheid tot stand te brengen. Die zwemmerige ogen van koeien zijn er alleen maar als de spiegels van een lijdzame ziel, naar buiten gestulpte melancholie. Er zit geen enkele vorm van nieuwsgierigheid achter, geen ondernemende geest en geen smeekbede; zij loeren niet op een kans en willen niets van de wereld. Alles wat ze doen is er zijn en zonder enige verbazing zien dat er nog van alles te zien zou zijn, als ze wilden kijken. Bij kalveren zie je nog wel eens een spoor van dartelheid en interesse; zij lijken nog te oefenen voor wat ze nooit zullen kunnen. Koeien weten het al en worden daar mismoedig van. " (uit : De glans van oud ijzer. herinneringen, uitg. Ambo, 1996, blz. 151-152)
Gaia was toen nog niet actief... Vanuit onze tijdsgeest zouden veel bedenkingen bij deze bedenkingen kunnen geformuleerd worden maar boven alles blijf ik mij met de schrijver verwonderd afvragen: wat leeft achter die zwemmerige ogen van een koe? 


donderdag 17 februari 2022

Deuren zijn meer dan deuren, toch ?

 Wij als niet-nomaden bewonen huizen in alle formaten, stijlen en materialen. Huizen als een tweede lichaam rond ons.
De toegang tot ons huis is de deur en over deuren valt er veel te zeggen. Zelfs dichters geven stem aan deuren.
Zoals Margreet Schouwenaar in een vers dat gepubliceerd is in de Poëziekrant van november-december 2021 (jg. 45, nr.6, blz. 17). Verwondering over een deur doet ons verwonderd stilstaan bij hoe we leven én wat dat allemaal over onszelf kan vertellen. Zet de deur van je zelf maar open en luister maar.

DEUREN HEBBEN STEMMEN

Deuren wachten even voor ze langzaam sluiten
achter een gehaaste rug. Weet je zeker, dat je
(eigen foto - Avignon
Palais des Papes - maart 2013)
gaat, ben je niets vergeten? En dan de deur die
met de snelheid van uiterste woorden dichtslaat,
of de deur die de laatste horde niet neemt, terwijl
jij huilend het pand verlaat. We nemen deuren voor
lief, net als de borden die we achteloos op tafel
zetten. Deuren sluiten uitzicht, versteken ons van
ruimte, of openen de weg naar helder licht. Deuren

weten alles van dood, kennen de klap van de vuist,
het houterig platgeslagen staan en wachten op niets.
Het bord blijft leeg, de plaats onbezet. Deuren staan
aan, kennen het sterken. Er is altijd een weg en niet
voor iedereen dezelfde. Deuren zijn recht, soms schots
en scheef. Soms groei je er bovenuit, nooit vragen ze
wat je doet. Deuren stemmen toe, zijn een dessert, soms
      gesuikerd, soms
wrang, soms slecht te verdragen. Deuren zeggen nooit: 
      we moeten eens
praten. Zij zijn het besluit,

laten je binnen of zwaaien je uit, kunnen roekeloos
      openspringen ; zijn
niet tam te maken; zullen je groeten,
laten je moeten. Servies gaat in de kast, vochtig nog,
haast nat, met cornflakes onder de randen, maar deuren
laten voelen dat je wordt, dat je bent, dat je was, zoals
vaatwerk slaapt met af en toe een spet, een smet,
een subtiele herinnering aan wat waar. Overal is
gaan, overal wacht komen, onverwijld, spoorslags,
vandaag de dag, terwijl, nu, nu ook, tot de laatste slag.

Het is goed dit gedicht te herlezen. Je kan het lezen met telkens de vraag naar welke menselijke situatie past binnen deze zin of dat vers. Je kan het lezen met aandacht voor het spel met de taal : gezegdes en spreekwoorden sluipen overal doorheen maar de dichteres geeft er vaak een wat andere richting aan. Je kan het lezen vanuit een filosofische verwondering en overal de dubbelzinnigheid van deuren ontdekken (binnen-buiten; open-dicht; stom-veelzeggend; dood-leven; binnenlaten-buitensluiten). En altijd weer lees je dat het niet over zomaar een deur gaat, maar over onszelf, mensen die wonen in huizen met deuren die zoals de titel van het gedicht zegt stemmen hebben en over ons spreken.

dinsdag 15 februari 2022

De dobbelsteen is geworpen voor Bernard Dewulf

 "Alea iacta est", de dobbelsteen is geworpen, dat is wat Julius Caesar zou hebben gezegd toen hij met zijn troepen de Rubicon overstak om de macht te grijpen in Rome. De beslissing is gevallen. Er is geen weg terug. 
Het dobbelen is een spel waarin toeval een belangrijke rol speelt. Het geluk valt ons toe bij een goede worp, ook al is het toeval niet altijd geluk. Het dobbelen is een spel waarbij je met anderen speelt en als de teerlink slecht valt en de dood ons leven binnenvalt, verkrampen we wel vaak. 
Zo ook bij de plotse dood van Bernard Dewulf.
 Hem wil ik nog even eren met een van zijn eigen gedichten uit de bundel "Blauwziek. gedichten" uit 2006 (uitgeverij Atlas, blz. 44).

DOBBELSTENEN
                                                                 
(©pixers.nl)

We geloven het nog niet,
we krijgen het nog niet gezegd.
We komen aan tafels samen
en lijken sprekend bij elkaar.

Maar vanavond in onze kamers
splitsen zich de gebaren.
Vannacht al liggen we alleen,
saamhorig als een dobbelsteen.

Morgen zijn we per mond
nog jaren aan het woord
tot een kramp ons scheidt
van onze wederkerigheid.


zondag 13 februari 2022

Geschiedenis is nooit objectief

 Wie zich verdiept in geschiedenisverhalen en in het vak 'geschiedenis' merkt heel vlug dat er rond het skelet van een aantal feiten en jaartallen allerlei verhalen worden geweven die nu eens dit aspect benadrukken, dan weer een ander. De benadering van het verleden wordt zo sterk ingekleurd door het heden van de verteller of onderzoeker. Dat gegeven wordt sterk en overtuigend getoond in een mooie tentoonstelling die nog tot eind februari te zien is in Mechelen. In het Hof van Busleyden wordt getoond hoe het Bourgondisch tijdvak werd getoond tijdens de 19e eeuw vanuit de maatschappelijke roeringen van toen. Bij deze expo wordt je wakker gemaakt om ook nu te kijken hoe en waarom politici en leraars de geschiedenisfeiten aankleden en opvullen vanuit actuele vragen.


(collage eigen foto's van details)


vrijdag 11 februari 2022

Europalia treinen - 4 -

 Nog een laatste keer kom ik terug op de tentoonstelling in La Louvière met affiches van de Belgische spoorwegen.
In de loop der jaren schakelen de spoorwegen steeds meer over van artistieke naar fotografische affiches. Het gebruik van foto's geeft een groter realisme aan het onderwerp, maar juist bij publiciteit over reizen speelt de factor verlangen naar iets 'anders' of iets 'exotisch' een belangrijke rol. Juist de foto's nemen heel wat magie weg uit de affiches. 
Ook is er te zien hoe men met humor probeert te scoren bij het publiek. 
Geniet maar even mee.
(verschil tussen jaren 1960 en 1980)

(detail uit publiciteitsaffiche voor daguitstap naar de Zoo van Antwerpen)


woensdag 9 februari 2022

Europalia treinen - 3 -

 Nog tot eind februari kan je in La Louvière een tentoonstelling zien over affiches van de Belgische spoorwegen doorheen de voorbije twee eeuwen. Een mooi overzicht dat alle facetten van het treingebeuren belicht : affiches om klanten en om personeel te werven, promoten van nieuwe 'producten' en 'diensten', inzetten op veiligheid en ecologie, ...
De meeste affiches tot het laatste kwart van vorige eeuw waren ontworpen door kunstenaar en beroepsdesigners die vaak ook hun ambacht lieten schitteren. Schilderkundig en vormelijk zijn het soms echte meesterwerken.
In het Centre de la Gravure kan je de affiches dicht en rustig bekijken en zo genieten van het geëtaleerde vakmanschap. Zie en geniet maar even mee met enkele foto's die ik nam tijdens een bezoek op 1 februari.
(ontwerp door Henri Evenepoel)

(ontwerp : Eduardo Arroyo 1987)


maandag 7 februari 2022

Europalia Treinen - 2 -

 In het Centre de la Gravure et de l'Image imprimée in La Louvière is nog tot eind februari een expositie te zien over affiches en grafische design gemaakt voor de Belgische spoorwegen vanaf het uitrijden van de eerste trein op Belgisch (en Europees) grondgebied op 5 mei 1895 tot op vandaag. 




Het is een boeiende tentoonstelling want je ziet een aantal verschillende evoluties mooi geïllustreerd. Er is de evolutie van de publiciteit en van de grafische kunst tussen 1835 en nu. Er is de evolutie in het aanbod van de spoorwegen zelf : pakjes en goederendiensten, auto op de trein, all-in groepsreizen, aanbod voor jongeren. Er is de maatschappelijke evolutie met democratisering van de vakanties, aandacht voor het milieu tot oproepen tot veiligheid en afblokken van agressie. En ik vergeet wel nog enkele invalshoeken.
Hier een aantal inkijkjes op de tentoonstelling, nog te zien tot 27 februari. Omdat de trein altijd een beetje reizen is beginnen we hier met enkele affiches voor binnenlandse(eerste helft 20ste eeuw) en internationale (jaren 1960) toeristische bestemmingen.

(eigen foto)

(eigen foto)



zaterdag 5 februari 2022

Europalia Treinen - 1 -

 Het kunstenfestival Europalia is dit seizoen niet gefocust op één land of regio, zoals meestal, maar op het fenomeen 'trein' en hoe dit transportmiddel het leven en de wereld ingrijpend heeft veranderd in de voorbije 250 jaar. De tentoonstelling die het thema meest omvattend presenteert is deze in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België in Brussel. Deze is nog te zien tot 13 februari en ze is beslist de moeite meer dan waard. Wie interesse heeft in onze recente geschiedenis, in kunst of in treinen zal er beslist zijn gading vinden.

Filmfragmenten, modellen, schilderijen, affiches brengen het verhaal van de impact van de spoorwegen op de maatschappij. Door de komst van de trein werd de leefwereld van miljoenen mensen opengebroken. De moderniteit zorgde voor een ander ritme van leven en werken en sommigen omhelsden deze veranderingen, terwijl anderen ze verafschuwden.
Hier enkele eigen foto's van deze tentoonstelling.
(spotprent van H. Daumier)

(still uit film Pacific 231)

(Leon Spilliaert : De lente)


donderdag 3 februari 2022

dinsdag 1 februari 2022

Eb in Oostende

 Op 24 januari 2022 hing er mist over zee. Bij eb wandelend over de westerstrekdam werd ik als het ware in de gladde grijze zee ingezogen, overweldigd door een onwezenlijke stilte, zoekend naar een onzichtbare horizon. 
Ietsje van deze ervaring las ik terug in een vers van Jan van meenen .

EB
(eigen foto
Oostende
24 januari 2022
ca. 13u15)
                                  'De horizon trekt het laken
                                           alweer naar zich toe.'


Dat het alweer de andere kant uit gaat,
ziltig aanzuigt, plaagziek aan je tenen trekt.

Je ademt diep en mee. Laat het weg willen
in je ontstaan.

Tijd schuift met z'n schaduwen en wij,
door lagen lucht gedragen deinen uit,

raken alweer verzoend met het papier
in onze handen, de zoemende woorden
en het licht dat langzaam
voor ons sterft.

(uit: Jan van meenen, De zee is een zij, uitgeverij P, Leuven, 2019, blz. 44)