zondag 30 mei 2021

Levenskunst als roeikunst

 De Nederlandse dichter Thomas Möhlmann die vorige maand zijn meest recente poëziebundel uitbracht ('Dankbaar lichaam' bij uitgeverij Prometheus) vind ik een boeiende dichter. Zijn verzen lossen niet onmiddellijk al hun geheimen; hij speelt met beeld en taal en heeft oog voor de kleine mens én de grote wereld. 
Zijn vorige bundel 'Ik was een hond' (Prometheus, 2017) heeft mij vele uren leesplezier bezorgd.
Die bundel bestaat uit twee delen, waarbij het tweede deel telkens een gedicht per bladzijde geeft met altijd als titel "We..." en dan een werkwoord, beginnend met 'We ademen' alle letters van het alfabet aflopend tot 'We zullen'. Bij elk gedicht had hij één bepaalde persoon of groep in gedachten. De lijst geeft hij mee achteraan zijn bundel.
Hieruit laat ik je kennismaken met het gedicht bij de letter R (blz. 60 in de bundel).
(Thomas Eakins - The Biglin Brothers racing 1872 )



Zijn inspiratie bij het gedicht 'We roeien' kwam van een bekend Nederlandse roeier, Kees van Bueren. Een eerste klas sportman, maar ook een levensfilosoof zoals je zal kunnen ontdekken in het filmpje na het gedicht.
Roeier én dichter hebben het over de kunst van het leven en hoe wij mensen altijd maar roeien met onze rug naar wat komt. 

WE ROEIEN

We zijn nog maar net wie we gingen worden
we zijn omringd door wat ons richting geeft

haal de beste jaren van je leven terug
span je spieren aan - je ziet ze niet

je maakt kinderen om beter te blijven
om niet meer ziek te mogen zijn

we strooien broodkruimels
we gooien kiezels het water in

we zijn omgeven door waar we naar streven
we hoeven alleen nog maal aan te komen

-het zijn de jaren die je nog hebt, de tijd
ruimt strakjes netjes alle rommel op.

Kees van Bueren zoekt al meer dan twintig jaar naar roeiers in de kunst, beeldende kunst in de eerste plaats, maar hij maakt ook zijsprongetjes naar literatuur en muziek. 
De video duurt wel 11minuten maar de roeier is een boeiende verteller en het verveelt geen ogenblik.
Het filmpje is een promo voor een boek dat van Bueren heeft geschreven over roeien in de kunst. Na dit filmpje heb je onmiddellijk zin én om dat boek in huis te halen én om te leren roeien.




vrijdag 28 mei 2021

En hoe zeg je: ik heb je lief?

 Digi-taal als universele taal met eigen tekens en gebruiken, zie maar...
👆👇😇😈🎵🎹🎨
⛱🚭🚑🌞🌈🔑🔋
en zo kan ik nog wel even doorgaan...

En dank zij Covid-19 : zoomsessies, afstandsonderwijs, telewerken...
We leven met en via en dank zij computer, internet, social media,...

We leven, zo formuleren sommigen het, op en dank zij computer, internet, sociale media. 
Maar de dichter vraagt zich dan af: 
wat doet dat met een mens? 
In de recentste editie van "Het Liegend Konijn" (jg. 19,nr.1, april 2021) 
lees ik dit gedicht van Myrte Leffring 
dat ons een spiegel voorhoudt.

PRESENT

Nevel lispelt langs de muren:
and where has innocence gone?
We liegen nu al zoveel jaren, we lachen naar de wereld
als altijd. Er zijn geen vragen waarop we antwoord
durven geven. Ik like jou en jij vindt dat so great.

Eenmaal buiten zijn we buiten, vinden we geen deurbel meer.
We schrikken van een toegestoken hand, van een vreemde
die een gesprek begint over het weer. Afwezig
leven we ons leven, pas bij de dood zijn we present.

Geen mens die weet wat hij moet zeggen, geen kind schrijft
iemand nog een brief. Ik denk dat straks alleen
de dieren het nog weten, dat het fijn is als je iemand kent
en hoe je zegt: ik heb je lief.

(uit: Het liegend konijn, jg. 19, nr. 1, blz. 159)
(©flair.be)


Wààr ben ik als ik met mijn gsm bezig ben???



woensdag 26 mei 2021

Reflecties bij Van Eyck

 In het kielzog van het Van Eyck-jaar 2020 biedt het Groot-Begijnhof van Sint-Amandsberg-Gent een kleine tentoonstelling over de glasramen die we kunnen zien op schilderijen van Van Eyck en over glas-in-lood en beschilderd glas in de 15e eeuw in Gent.

Een originele insteek die een andere benadering opent op het werk van de Van Eycks. Natuurlijk géén oude schilderijen, maar we veel oud glaswerk dat getoond wordt in dialoog met afbeeldingen van schilderijen. En alles wordt dan nog eens -omwille van veiligheid én breekbaarheid- getoond in glazen kasten. Je kan in die expo die nog loopt tot 27 juni niet alleen reflecteren over de ambachtelijkheid van de schilder Van Eyck of over de glasambacht in de 15e eeuw, maar je kan ook jezelf overgeven aan een overdaad aan reflecties...


(eigen foto's 14 mei 2021)




maandag 24 mei 2021

Orde graag...

 Oorlog heeft vele gezichten. In het vorige bericht op deze blog vingen we een glimp op van het leed van Wereldoorlog I. 
Wereldoorlog II had andere gezichten en daarover iets in dit bericht. De Oostenrijkse schrijver Arno Geiger publiceerde in 2018 een indringende roman over gewone mensen in hun dagelijkse leven tijdens het laatste anderhalve jaar van Wereldoorlog II : Onder de Drachenwand. We volgen meestal de soldaat Veit Kolbe die op
ziekteverlof is, eerst in Wenen en daarna in het Alpendorpje Mondsee, onder de Drachenwand. Het verhaal wordt afgewisseld met enkele brieven, enerzijds van de moeder van Margot, een vrouw die in de kamer naast hem logeert over het leven in Darmstadt en anderzijds van de Jood Oskar Meyer, die probeert zijn gezin veilig te houden uit de handen van de Nazi's. 

Het bijzondere aan dit boek is dat we heel de tijd gewone mensen volgen in hun dagelijkse leven. We zien hoe de oorlog tot bij jonge kinderen en tot in de kleinste dorpen bepalend is voor hun levens. Doorheen dit verhaal kunnen we een beetje invoelen hoe ook vandaag oorlogen en gewapende conflicten een blijvende stempel drukken op de levens van gewone mensen die proberen te (over)leven.
(Bedford House Cemetery
Ieper najaar 2020
eigen foto)

Vorige bericht herdacht ik de dood van een soldaat, shot at dawn, in Wereldoorlog I. Ik bezocht zijn graf enkele weken geleden op een van die vele Gemenebest begraafplaatsen in de Westhoek: keurige oases van rust, mooi gelijnde reeksen grafstenen. En ik las dan bij Arno Geiger deze lijnen : "Op een militaire begraafplaats willen de graven ook doen geloven dat de soldaten gestorven zijn omdat de orde het zo wilde." (blz.261). Hoe velen zoeken niet om orde te scheppen in hun leven en in de wereld, overzicht te vinden door middel van geweld, oorlog en vernedering, in feite dus door het scheppen van chaos. Wij mensen zitten toch ingewikkeld ineen?

zaterdag 22 mei 2021

John McFarlane (1891-22 mei1918)

 In de British Army's Manual of Military Law van 1914 stond heel uitdrukkelijk vermeld: "De doodstraf door het vuurpeloton staat op moord en muiterij, maar ook op lafheid en desertie."
Op basis van deze verordening werden honderden gemenebestsoldaten veroordeeld gedurende Wereldoorlog I. Bij later onderzoek bleek het dat heel wat geëxecuteerde soldaten niet bewust en beredeneerd hun plaats aan het front verlieten(en dus 'deserteerden' volgens het wetboek), maar op een bepaald moment zodanig in paniek waren of bang dat ze er psychisch volledig onderuit gingen en wegvluchten. 
Als ze opgepakt werden en veroordeeld, werden ze geëxecuteerd 's morgens vroeg, vandaar dat deze categorie soldaten genoemd werden 'shot at dawn' (neergeschoten bij dageraad).

Deze soldaten werden niet vermeld op de plaatselijke herdenkingsmonumenten en op hun grafsteen stond gebeiteld: 'shot at down'. Na een lange reeks acties en studies stemde de Britse overheid op 7 november 2006 in met een 'pardon' voor deze soldaten. 
Zo liggen in Poperinge op de "Nine Elms British Cemetery" (negen olmen begraafplaats) ook twee soldaten begraven die werden terechtgesteld wegens desertie, waaronder een zekere John McFarlane die op 22 mei 1918 overleed. Dus vandaag 103 jaar geleden werd deze 27-jarige soldaat omgebracht bij het krieken van de dag door zijn eigen medesoldaten.
Daarover schreef dichter Peter Theunynck onderstaand ontroerende gedicht in zijn bundel "De benen van de hemel" (uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014, blz. 35).

REHABILITATIE

(grafsteen van
John McFarlane)
Jonge jongens, schouder aan schouder
in de kogelgrijze regen, verscholen
achter het gemarmerde gelaat

van Heer Veelvraat. Hoe helder
het gras nu. Hoe gretig 
de granaten schieten

in de polder. Negen olmen
in overjaarse overjassen
overschouwen wat pijn doet

aan de ogen. Moeder McFarlane.
Elke dag breekt een stuk van haar
hart in die regen van vriendelijk vuur.

Elke dag ziet ze haar jongen:
geschoten bij het krieken.
Wat moet ze met de bloemen?

Al die jaren weigeren
te sneuvelen. Hoofd geheven,
hoopvol wachtend op dat ene woord.

donderdag 20 mei 2021

Ridder Raveel nogmaals

De schilder-beeldend kunstenaar Roger Raveel wordt naar aanleiding van zijn honderdste geboortedag uitvoerig herdacht. Dat gebeurt onder anderen met een tentoonstelling in BOZAR te Brussel (zie ook op deze blog  26 april laatst). Maar ook verschijnen er meerdere uitgaven rond en over Raveel, waaronder ook een aantal dichtbundels. Blijkbaar is er een sterke affiniteit tussen dichters en Raveel.
Tussen deze vele gedichten ontdekte ik een vers waarin de dichter ook melding maakt van het "ridderschap" van Raveel. In de uitgave "Met heldere verf en verlangen. Dichters bij Raveel." van het Gentse Poëziecentrum, samengesteld door Carl De Strycker vind ik dit gedicht van Peter Theunynck, geschreven bij het onderstaande doek.

(Roger Raveel: Even terugschouwen, 1980)


De dichter roept de leefwereld, de beeldtaal en motieven van de schilder op en tussen de regels door klinkt ook het grote zelfbewustzijn van de kunstenaar door.
En er is in de laatste regel de vermelding van zijn 'ridderschap', dus voor mij een gelegenheid op nog even terug te schouwen...

EVEN TERUGSCHOUWEN

Ik, woonachtige in koterijenland,
ben de kleine koning der kleiduiven.

Grenspalen van glas sloeg ik bij u
in de grond. Tussen tulp en tederheid
weerspiegelen zij uw dagelijkse dag.

Mijn pet is waar ik woon
kroon op uw werk. Zij maakt mij
van het land van hier, van de stille rivier

die liggend uw goed aan de wasdraad beziet.
Zwanen, zwaar en moeizaam, landen hier niet,
dus zaag ik ze uit en laat ze te water bij avond.

Denk niet: hij schildert zomaar wat
hij ziet, ik geef stem
aan het hele roergebied in uw hoofd.

Terwijl ik u koerend vertolk in mijn kiel,
word ik geridderd: mondriaan van mijn volk.

(uit: Met heldere verf en verlangen. blz. 69)

dinsdag 18 mei 2021

Wat boeken doen...

 In de Poëziekrant worden heel wat soorten dichtbundels besproken. Maar elke nummer geeft ook aandacht aan poëzie voor kinderen en jongeren. In een vorig nummer (jg.45, nr. 2, maart 2021, blz. 88-89) wordt door Jan Van Coillie een recente bloemlezing besproken met werk van Daniël Billiet
In de bespreking citeert hij onderstaand gedicht, wat ik ook graag deel met allen die ook graag boeken lezen.

WAT BOEKEN DOEN
(eigen foto - Watou
zomer 2009)

Ook de stoel kan niet meer
blijven zitten.

Zo woelen woorden
zich los van de zinnen, vlammen
op in mij, binden mij
vleugels aan, zingen van de wereld
in dit boek.

Mijn lezen vreet de kamer
leeg. Nu duurt nu geen ogenblik
maar uren avonturen.

Het raam barst open
en voert mij, ontvoert mij
naar de hele wereld buiten
in mijn boek.





zondag 16 mei 2021

Wat lezen doet...

 Leren lezen is voor mij altijd weer een wonder. Je ziet kinderen in het eerste leerjaar ontdekken dat letters woorden worden en woorden wekkers van een werkelijkheid, groter dan de letters, groter dan de woorden, groter dan de lezer zelve...
Daarom dicht Ida Gerhardt dat lezers misschien wel alleen zijn, maar toch weer niet of toch weer anders eenzaam dan alleen.
Een wonder altijd opnieuw.



vrijdag 14 mei 2021

Bult van herinneringen

 In 1970 zong Zjef Vanuytsel "maar denk niet ik ga mijn eigen gang...want alleen ben je te klein en te bang, je kunt niet zonder de anderen".
Daar moest ik aan denken bij het lezen van onderstaand intrigerend gedicht van Erik Solvanger in de Poëziekrant (maart 2021, blz. 92). En aan nog veel meer. Het ineenschuiven van beelden en ideeën zorgt voor een boeiende leeservaring. Je begrijpt alle woorden en beelden én toch is het gehele plaatje niet onmiddellijk grijpbaar.

Tegen de achtergrond van de met schepen bedekte zee
paraderen de kamelen parmantig over het strand.

Hoe kun je verdwijnen van onder die bult
van herinneringen die langzaam op je rug groeit?

Hoe kun je de kudde die de pas oversteekt ontvluchten
naar de vallei waar alles groen en vredig lijkt?

Hoe kruip je uit de huid die de zon tot leer looide
de verkruimelde geuren die je verzamelde?

Werp je vingers languit in de wind, als pijlen naar de hemel.
De felle liefde van de rotsen die paren in de dansende aarde.

In de eerste twee lijnen heersen de lange ee en de korte a. De volgende vier lijnen hebben iets met de kort u en de letter g. In lijn acht en negen zijn de tweeklanken de baas met vooral de ui. Dat hoor je als deze verzen luidop leest.
Maar er is zoveel meer dat mysterieus aanvoelt.
(©'Zien en Weten')
Hier een aanzet om iets van dit mysterieuze gedicht aan te voelen, te ruiken, te zien. 
Ik zie kamelen, 'de schepen van de woestijn'. Ik zie hoe ze met hun bult een fysieke herinnering aan een evolutie meedragen. Ik zie mezelf afvragen of zij geen drang naar verdere evolutie hebben om zoals wij mensen te leven, in vruchtbaar land zonder het permanente schroeien van de woestijnzon.
Waar het gedicht begon met het element water (de zee) eindigt het met 'aarde' en tussenin spelen de andere twee elementen hun rol, de lucht (wind) en het vuur (zon).
Daarnaast speelt de schrijver met de spanning tussen de groep met haar geschiedenis en verworvenheden en de eenling die zijn eigen pas wil vinden tussen de rotsen en tussen hemel en aarde.
Wat weet ik daarmee meer? Niet zo veel en toch blijft het voor mij een tekst zoals het leven: uitdagend, uitnodigend, uitdijend, uitwaaierend.

woensdag 12 mei 2021

Mammoetbomen

 Mammoetboom is een ander woord voor de Amerikaanse reuzenboom of Sequoia gigantea die groeit in California. De grootste van die reuzen werden bedacht met namen. 
Volgens metingen zou de allergrootste boom de 'General Sherman' zijn. Volgens Wikipedia meet deze boom 83,8 meter en heeft een diameter van 11,1 meter met een vermoedelijke 'leeftijd' van 2300 à 2700 jaar. Daarmee is deze wellicht ook een van de oudste levende wezens op aarde. Moeilijk voor te stellen. 
De boom is genoemd naar een generaal die een belangrijke rol speelde tijdens de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865). In 1879 werd deze reuzeboom door de wetenschapper Wolverton genoemd naar Sherman, omdat hij onder die generaal had gediend tijdens de burgeroorlog.
(General Sherman in 2004
©Wikipedia)
De dichter Peter Theunynck noemt deze boom in zijn bundel "De benen van de hemel" (uitg.Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014, blz. 61) een ijkpunt. 
Ontdek samen met mij op welke manier een boom een ijkpunt kan zijn voor een mens.

GENERAL SHERMAN


Vergeet niet, zei ze, dat olifanten
kleiner zijn dan een speldenkop
in de buik van hun moeder.
Ook mammoetbomen beginnen

bescheiden. De hand van de wind,
de voorzienigheid van iets
onberekenbaars als een eekhoorn,
legt ze in de schoot van de aarde

verloren. Geef ze een eeuw 
of dertig en ze kneden een kathedraal
uit hun lijf. Geen stafchef telt
meer lintjes dan General Sherman.

maandag 10 mei 2021

Verzet...

 Op 8 mei heeft men zopas in het Westen de totale overgave van de Duitse strijdkrachten in 1945 herdacht, in Oost-Europa op 9 mei. Wikipedia legt uit van waar dat verschil komt...
Vanwege de ideologische strekking van het Duitse Naziregime wordt op deze dagen ook herdacht hoe vele duizenden mensen zich poogden te verzetten en vaak hun leven daarbij verloren.
Daar moest ik aan denken bij het lezen van een gedicht van de jonge dichter Mahlu Mertens (°1987) in het recente nummer van het tijdschrift "Het Liegend Konijn". En de strekking van dat gedicht deed me dan weer denken aan een tekst van Martin Niemöller (1892-1984).
Beide teksten waarschuwen voor de gelatenheid en het té laat willen/durven ingrijpen, waardoor één bepaalde visie zonder tegenstribbelen als dé visie voor allen wordt en de weg open ligt voor dictatuur. Bij Mertens lees ik de verzen als een waarschuwing voor het verlies van de verbeelding en de alleenheerschappij van de rede en de rekenkunde, van materialisme en consumptie.

CENSUUR

Eerst vijlden ze de schreven van de letters:
ook zonder konden ze blijven staan.

(Zo begon het, maar wij lazen het niet.)

Toen deden ze de punten in de ban,
verwijderden de komma's,
maakten hoofdletters een kop kleiner.

(En wij schuilden tussen de regels.)

Ze hongerden de zinnen uit,
met de klinkers legden ze de straten aan,
medeklinkers bleven staan als uitgeklede mannequins.

(En wij dachten nog: blijven lezen, lezen is verzet.)

Spaties werden alsmaar breder,
letter voor letter werd geviseerd,
tot ook de laatste was gedeporteerd.

Toen we eindelijk protesteerden
was er alleen nog een leger uitroeptekens.
(in: Het Liegend Konijn, 2021/1, blz.214)
(Martin Niemöller in 1952
©Wikipedia)



En dan de tekst die wakker werd na het lezen van voorgaande verzen, een tekst uitgesproken door Martin Niemöller in Frankfurt op 6 januari 1946 tijdens een toespraak voor verzamelde Belijdende Christenen. Niemöller was een protestantse geestelijke, een dominee dus, die eerst Hitler goed gezind was, tot deze begon met de systematische vervolging van communisten. Van dan af keerde hij zich openlijk tegen het naziregime. Zijn verzet bracht hem in de concentratiekampen van Sachenhausen en Dachau van 1937 tot 1945.

Toen de nazi's de communisten arresteerden, heb ik gezwegen;
ik was immers geen communist.
Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten, heb ik gezwegen;
ik was immers geen sociaaldemocraat.
Toen ze de vakbondsleden kwamen halen, heb ik niet geprotesteerd;
ik was immers geen vakbondslid.
Toen ze de Joden opsloten, heb ik niet geprotesteerd;
ik was immers geen Jood.
Toen ze mij kwamen halen, was er niemand meer
die nog protesteren kon.

Deze tekst wordt geregeld geparafraseerd. Zo vond ik zo'n   'actualisering' terug op een postkaartje ooit gekocht ergens eind jaren 1980. Het postkaartje werd uitgegeven door Stichting De Brandnetel (Winschoten).  Daar  is te lezen :
Toen ze de buitenlanders wegstuurden
heb ik gezwegen
want ik ben geen buitenlander.
Toen vrouwen werden gediskrimineerd
heb ik gezwegen
want ik ben geen vrouw.
Toen homo's in elkaar werden geslagen
heb ik niet geprotesteerd
want ik ben geen homo.
Toen ik aan de beurt was
was er niemand die nog protesteerde.
     vrij naar M. Niemöller

Om bij stil te staan tijdens deze herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa.
(©Historicus Rob
ondertekening onvoorwaardelijke capitulatie en overgave
van Duitsland in Reims op 7 mei 1945 om 2u41; 
ingang van wapenstilstand op 8 mei 1945 om 23u01)




zaterdag 8 mei 2021

Moederdag

 Voor al wie haar of zijn moeder verloren heeft, is het jaarlijkse feest van moederdag iets bijzonders. 
In het beste geval een dag waarin gevoelens van gemis en van dankbaarheid zij aan zij wonen in je hart. 
Het is een dag waar, bij alle feestmuziek, toch 
een duidelijke ondertoon van stilte mee vibreert.
                                                              
(eigen foto 1/9/2019
schilderij zonder titel
Tinus Vermeersch)


IN STILTE

Moeder die ons voedde
Uw handen aan de buitenkant

Slapen voorgoed onder
De oorschelpen van gras

Onder de ruwte van een steen
In de stilte van mijn stem.

(Roger de Neef, Grondgebied, blz. 91, uitgeverij Poëziecentrum, 2018)

donderdag 6 mei 2021

Boshyacint - bluebell - blaustern

 De boshyacint staat nu in volle bloei.
Ik kon ervan genieten in het Brakelbos op 3 mei laatst.
Je mag meegenieten...





dinsdag 4 mei 2021

5 mei : 200 jaar Napoleon

 Naar aanleiding van de herdenking van de sterfdag van Napoleon Bonaparte op 5 mei -morgen- 200 jaar geleden kopte de krant "De Standaard" onlangs in haar weekblad van 10 april: Hoe vier je een dictator?
De eerste foto, naast de titelpagina van een Code Civil, was een schilderij van Jean-Louis David met als onderwerp: Napoleon steekt de Alpen over. Op de rotsgrond vooraan wordt hij door de schilder geplaatst in de rij der grootsten, nl. Hannibal en Karel de Grote door hun naam in gouden letters te schilderen. Dit iconische beeld spreekt aan tot op vandaag, niet alleen in Frankrijk en Europa, maar blijkbaar tot over de oceaan...
De Amerikaanse schilder Kehinde Wiley heeft in 2005 een schilderij gemaakt gebaseerd op het grote doek (2,60 x 2,2 m) maar er zijn enkele opmerkelijke verschillen. 


(Napoleon in de versie van Kehinde Wiley
naast de versie van Jacques-Louis David)

De Wiley-versie is nog groter dan het origineel (274 x 274 cm). Napoleon is een Afro-Amerikaanse man in hedendaagse hip-hopkledij (Timberland sportschoenen, bandana, camouflage broek). Op de voorgrond staat nu ook een extra-naam, nl. William. Dat is misschien de voornaam van de geportretteerde, in elk geval is het een doorsnee Angelsaksische voornaam. Afro-Amerikanen worden zelfs in hun naamgeving 'gekoloniseerd' (zoals Napoleon een heel deel van de wereld koloniseerde met zijn Code Civil ? ! ).

Wiley viert Napoleon op een controversiële uitdagende manier. Het past dan ook hem vandaag te tonen.



zondag 2 mei 2021

Zeezucht

 
(eigen foto september 2012)

Nog meer dan anders trekt de zee de mensen aan. 
In coronatijden werd ons uitzicht ingeperkt, 
werden  onze vleugels geknipt 
en dan is het zien van de zee een verademing:
 oneindigheid binnen handbereik.

Een leven en ritme groter dan onze zorgen geeft ruimte en uitzicht.
Nù wordt een moment van intensiteit en bewust zijn. 
De zucht naar de zee wordt dan lucht naar leven.

En met de dichter Liza De Rijk kijken we dan naar onszelf
 wandelend langs de waterlijn...



VERDWIJNENDE VOETAFDRUKKEN

En op de horizon liggen schepen,
platte, lange, grijze schepen en ik,
schoenen aan, stap weg van een golf,
of wat er aanspoelend van over is.

Natte schoenen houden kou vast en
ik houd van kou maar alleen van kou
die ik weer kwijt kan raken. Ik hurk
en ontknoop en trek de veters los.

Mijn droge voet zit in de schoen,
mijn droge voet komt uit de schoen.
Een voet omvat door sok.

O sok, ik trek je nu uit,
ik zal losjes lopen, zakkend
in het met zee doorweekte zand
                                                              en dan omkijken.

(uit: Het Liegend Konijn, jg.19, nr.1, blz. 266)